zaterdag 31 december 2011

Zeven dagen lang (92) - tevens bevattende enige persoonlijke eindejaarslijsten met betrekking tot het jaar onzes Heren tweeduizend en elf

25 t/m 31 december

ZONDAG Flappie
'Het was Kerstochtend, 1961'.
Het is vandaag dus precies 50 jaar geleden dat vader Van 't Hek het mes in Flappie zette, daarmee de basis leggend voor een nog immer uitdijend oeuvre vol gefrustreerd gebral.

MAANDAG Strubbe
Vaste prik in de kerstvakantie is het nog eens doorlezen van de blogproductie van het voorbije jaar.
Herinnert u zich uit de weeksluiting van 15 januari nog de oude baas die zo vertederend over zijn MS-DOS computer én zijn iPad vertelde?
Meneer Strubbe is, zo blijkt uit een later in het filmpje geplakte aantekening, op 28 oktober van dit jaar overleden. R.I.P.

DINSDAG Top 2000 (I)
'De dagen tussen kerstmis en nieuwjaar vormen een niemandsland, waar geen mens goed raad mee weet,' schreef Harry Mulisch in het verhaal 'Symmetrie' (Oude lucht, 1977, p. 57-58).
Toen hij dit schreef bestond er dan ook nog geen Top 2000. Meer dan tien miljoen Nederlanders volgen het evenement, maar liefst 75% van iedereen van 10 jaar en ouder! Ongekend.
De avonden was er natuurlijk al wel in 1977. Maar met Reve had Mulisch nou eenmaal niet zoveel op.

WOENSDAG Top 2000 (II)
Erg leuk om de Top 2000 te volgen via Cultura. Lig ook elk uur weer dubbel om dat iets te enthousiaste jochie dat het Top 2000-journaal presenteert. Met z'n verhaspelingen ('Michael Boogaard') en z'n quizvragen: 'Van wie is het nummer "Liefs uit Londen" van Bløf?'
Euh, van Bløf toevallig?
Wat een gekkenhuis trouwens, daar in Beeld & Geluid. Rijendik voor de deur, wachttijden die tot enkele uren oplopen en dan maximaal een halfuur binnen mogen zitten.
Dan hebben THOMASVANZOGGEL™ en ondergetekende het vorig jaar toch beter aangepakt. Op 27 december 2010 bezochten wij het Top 2000-café. We konden zo naar binnen en hebben er enige uren vertoefd, koffie en cola tankend, gemoedelijk zwetsend, onderwijl de verrichtingen van Bert Haandrikman en Bert Kranenbarg gadeslaand en genietend van klassiekers als 'Stuck in the Middle with You', 'Ramblin' Man' en 'Alabama' (en in de trein op de terugweg van Albert Hammond's 'I'm a Train').
In de loop van de dag sloeg het concept van het Top 2000-café aan en vanaf de volgende dag liep het er storm. Onze timing was perfect geweest.

DONDERDAG De muziek in 2011
Meest beluisterde cd's (schatting, want geen harde cijfers voorhanden)
Hedendaags:
Death Cab for Cutie - We Have the Facts and We're Voting Yes (2000)
Sufjan Stevens - All Delighted People EP (2010)
Fleet Foxes - Helplessness Blues (2011)
William Fitzsimmons - The Sparrow and the Crow (2008)
Sufjan Stevens - Illinois (2005)
Vintage:
The Zombies - Odessey and Oracle (1968)
Neil Young - Tonight's the Night (1975)
Simon & Garfunkel - Bookends (1968)
Paul Simon - Still Crazy after All These Years (1975)
Bee Gees - Best of Bee Gees (1969)
Overig (tevens meest beluisterde cd overall, ter nachtelijke loutering en verstrooiing):
Herman Finkers - Na de pauze (2009)

VRIJDAG De boeken in 2011
In 2011 las ik 142 titels, in dikte variërend van de mammoet van Zwagerman tot een bundeltje van Achterberg en Rob Riemens niemendalletje over de eeuwige wederkeer van het fascisme.
In 'Recent proza' werden slechts acht romans besproken, tegen zestien vorig jaar. Oorzaak is tweeledig: ten eerste heb ik simpelweg minder recent verschenen romans gelezen en ten tweede zijn er een aantal hier overgeslagen omdat er naar verwachting elders, op papier, een uitgebreide bespreking zal verschijnen.
Ook 'Lezen, lezen, lezen' ging erop achteruit: zeven afleveringen vorig jaar, dit jaar maar vier - maar daar zat wel een fijne Balkenende-special (#23) tussen.
Sommige boeken verdienden een eigen blogbericht (Wilmink, Postman, Vroman, Erens), aan sommige titels werd kort gerefereerd in de 'Zeven dagen lang'.
Lang niet al het gelezene werd dus besproken. Ook hier weer een tweeledige oorzaak: ten eerste wordt in de genoemde categorieën alleen recent proza en actuele non-fictie besproken en ten tweede vond ik vaak niet de tijd of de motivatie om iets te schrijven.
Daarom hier nu nog enkele lijstjes met boeken die ik dit jaar las maar niet besprak.
- FICTIE
Goede boeken:
1.M. Revis - 8.100.000 m² zand (1932) Verpletterend mooie aanklacht tegen de mensonterendheid van de technologische vooruitgang
2.Antoon Coolen - Dorp aan de rivier (1934) Sfeerrijk, spannend, waarachtig
3.P.F. Thomése - Heldenjaren (1994) Hij is echt een groot schrijver
4.Maarten 't Hart - De aansprekers (1979) Waar blijft gvd die oeuvreprijs...
5.Jacques Gans - Liefde en goudvissen (1946) Nog verbazingwekkend leesbaar
Niet zo goede boeken (ik vind niet gauw iets slecht, het is eerder dat ik er geen hol aan vind, wat geloof ik niet hetzelfde is),
omdat ze enigszins tegenvielen:
1.Peter Buwalda - Bonita Avenue (2010) Te
2.Theo Thijssen - Kees de jongen (1923) Sympathiek, ja, maar ook sloom hier en daar
3.H.C. Andersen - Sprookjes en vertellingen (1845-1872) Driekwart kan op de schroothoop
4.Gustaaf Peek - Ik was Amerika (2010) Iets te gekunsteld
5.Maarten 't Hart - De droomkoningin (1980) Lauwe douche na De aansprekers
omdat ze helemaal niks deden:
1.Doeschka Meijsing - De eerste jaren (2007) Bóring...
2.A. Alberts - Maar geel en glanzend blijft het goud (1981) Zijn verbeeldingskracht ging soms over de rand
3.F. Springer - Quadriga (2010) Veel te springerig
4.Jan Blokker - Séjour (1950) Hij hield er qua romanschrijven kort hierna mee op, en terecht
5.Charlotte Mutsaers - De markiezin (1988) Nee, weer niks
- NON-FICTIE
Goede boeken:
1.Marc Chavannes - Niemand regeert (2009) Elke zin is boeiend en raak
2.Ian Buruma - Dood van een gezonde roker (2006) Betrokken, zij het niet echt uitgesproken, impressie van Nederland na Van Gogh
3.L.H. Wiener - Herinneringen aan mijn uitgevers (2008) Extreem grappig
4.Maarten 't Hart - De man met het glas. Over F.B. Hotz (2003) Maakt die dikke biografie eigenlijk al overbodig
5.Philipp Blom - De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914 (2009) Vol met onthoudenswaardige anekdotes. Die ik allemaal alweer vergeten ben overigens.
Tegenvallers:
1.Peter van Dam - Staat van verzuiling (2011) Stroperige brij
2.Bas Heijne - Echt zien (2011) Veel de lucht in gestoken, maar ik trof er nauwelijks een originele of inspirerende gedachte in aan
3.Dick Slootweg & Paul Witteman - De Avonden, een kleine reünie (2007) Slordige update van Hoei boei!
4.Peter Sloterdijk - Filosofische temperamenten (2010) Tussendoortje
5.A.F.Th. van der Heijden - De censuurpaus (2008) Hij wil(de) meer van zulke polemische teksten gaan schrijven. Niet doen.

ZATERDAG Het weblog in 2011
Statistieken:
Aantal berichten: 143
Aantal comments: 54
5 meest gelezen berichten:
1.'Jolande Sap en de achterban' (30 januari)
2.'Vergane glorie #13: Anna Koernikova' (26 mei)
3.'Vergane glorie #12: Dragon Ball Z' (4 april)
4.'"Wannes, een raszuivere gans"' (19 mei)
5.'Steve Marriott 20 jaar dood' (18 april)
3 persoonlijk favoriete berichten (willekeurige volgorde):
'Steve Marriott 20 jaar dood' (18 april)
'De ingebouwde politieagent (3): de naweeën van Nawijn' (30 juni)
'Dick Jaspers als held' (19 juli)

vrijdag 30 december 2011

2011: Nagelaten werk

In de roes van 30 september zond ik iets in voor Hard gras, een stukje dat in zijn soort aansluiting zocht bij de korte teksten die dagelijks op de website verschijnen. Het werd niet geplaatst, d.w.z.: er kwam geen reactie. Daarom plaats ik het nu maar hier, als monument voor mijn falen.

De anti-Messi speelt in Oss

Vrijdagavond, Jupiler League, het Frans Heesen Stadion in Oss.
De plaatselijke FC ontvangt de Eagles uit Deventer. Verder weg
van Barcelona, van Camp Nou, van Messi, kun je niet zijn.

De spil van de thuisploeg heet Marcel van der Sloot. De boomlange
nummer 10 sjokt over het veld. De schouders hoog opgetrokken,
het spitse hoofd diep weggestoken, als een schildpad in zijn schild.
Ook zijn traagheid doet denken aan dat dier.

Nee, in niets lijkt hij op Messi. Geen flitsende demarrages, geen
eindeloze slaloms, geen tweebenig wonderwerk. Sinds Messi’s
kappersbezoek heeft hij zelfs de lange manen niet meer gemeen
met de goddelijke Vlo.

Marcel van der Sloot is de absolute tegenpool van Lionel Messi.
Maar alle magie die hij elders mist, is verzameld in zijn linkerbeen.

86ste minuut van de wedstrijd, het staat 3-3. ‘Sloet’ heeft al twee
keer gescoord. Achteloos, tersluiks bijna. Op de rand van de
zestien gaat Christopher Bieber naar de grond. Het fluitje klinkt.
Vrije trap.

Op de tribunes knikt men elkaar geruststellend toe. Er zijn twee
zekerheden in dit leven: dat we allemaal een keer doodgaan en dat
Van der Sloot deze vrije trap erin schiet.

Met wiskundige precisie vliegt de bal in de kruising.
FC Oss – Go Ahead Eagles eindigt in 5-3.
Van der Sloot krijgt kort voor tijd een publiekswissel. Hij sjokt
naar de kant, de schouders hoog, alsof hij zich verontschuldigt.
Menigeen aanschouwt het met vochtige ogen.

De anti-Messi bestaat. Ook hij brengt verlossing. In dit goddeloze
oord is hij op zijn plek.

woensdag 28 december 2011

De mensen van 2011

'Het leven vliet gelijk het vlood,' dichtte J.C. Bloem, een regel die zich aan het eind van het jaar altijd heel geniepig in mijn hoofd nestelt. 'En elk zijn is tot niet-zijn geschapen,' voegde Bloem er nog aan toe, daarmee poëtisch verwoordend dat we er uiteindelijk allemaal aan gaan.

Ook in 2011 vloot de tijd weer, de tijd die nog rest is er traditioneel om iets van een balans op te maken. Zoggel presenteert: 2011 in tien en enige personen. Mensen die het voorbije jaar om uiteenlopende redenen in het nieuws waren, niet in de laatste plaats op zoggel.blogspot.

1) Johannes
We beginnen natuurlijk met Johannes Heesters. Jopie. De Justin Bieber van de lage landen (op beiden was immers in even grote mate de verwensing 'ga nou eens dood!' van toepassing). De 107-jarige bij wie door Zoggel eind juli en begin december nog steeds een polsslag werd gevoeld. Hij kreeg koorts (Jopie Fieber) maar was vastbesloten 108 te worden. Hij haalde het. Maar toen ging hij ook, zich daarmee opnieuw van een vermelding op Zoggel verzekerend. Keurig gedaan. In februari en mei waren al Frank Buckles en Claude Choules (beiden 110) gestorven, respectievelijk de laatste Amerikaanse en Britse veteraan die nog meevochten in de Eerste Wereldoorlog. En op de valreep ging dus nog de laatste veteraan die nog meezong in de Tweede. Halleluja.

2) Gary
De minst schokkende dode van 2011 is ongetwijfeld Amy Winehouse. Typisch gevalletje 'heeft nóg lang geduurd'. Het meest geschokt was ik door de dood van Gary Speed, ook om persoonlijke redenen. 's Middags hem nog gemoedelijk keuvelend bij Football Focus zien zitten en dan luttele uren later op Teletekst lezen dat hij zelfmoord heeft gepleegd; ik begrijp het nog steeds niet.

3) Ivo
Het meest geleerd hebben we van Mart Smeets, die als enige de dubbele laag in de energie-commercial met Johan Derksen wist te ontdekken. De Martosaurus kreeg qua grootheid dit jaar concurrentie van Ivo Niehe, voor wie 2011 toch wel unaniem een belachelijk groot succes was. Maar dat is eigenlijk zijn hele leven al. Het was dan ook een vreemde zaak dat men ineens massaal over zijn zelfingenomenheid viel. Alsof dat al die jaren niet was opgevallen. Kijk alleen al naar de titel van zijn belachelijk succesvolle tv-programma: De TV-show. BAM, het staat er, dé tv-show. Alsof er verder geen tv-shows van belang zijn en een specifiekere titel dus overbodig is. Koning.

4) Johan (I)
Bovenal was 2011 het jaar van de dictators. Muammar Khadaffi, Kim Jong-il, Steve Jobs. En natuurlijk Johan Cruijff, de enige overlevende van het kwartet. Over Johan gesproken, deden de beelden van de lynchpartij van Khadaffi u ook zo denken aan de plaatjes waarop te zien is hoe een menigte Johan de Witt en zijn broer Cornelis lyncht? Bij Cornelis sneden ze zijn pik eraf, Muammar kreeg een stok in z'n kont. In Libië gebeurt alles 300 jaar later, zei Heine al eens tegen zijn zuster. Afijn, Johan Cruijff dus. De Ajax-supporter die niet snapt dat Ajax geen voetbalclub is maar een bedrijf, die denkt dat een door Wim Jonk opgeleid elftal de financiële kloof met de Europese top teniet kan doen, die 'RvC' niet als Raad van Commissarissen definieert maar als Regime van Cruijff. En die Ronald Waterreus verleidde tot het opperen van de volgende oplossing: 'Iedereen weg. De hele club weg. Dan hoeven we het er nooit meer over te hebben.' Waarvan akte.

5) Aleid
Nog drie dagen, maar nog steeds geen woedende menigte in Utrecht. Aleid Wolfsen schijt secondelijm, zo stevig zit hij aan het pluche gekleefd. Ik citeer mezelf: 'GeenStijl zit de Utrechtse burgemeester al heel lang op de huid. Elk ander medium dat zo'n indrukwekkend dossier kan overleggen zou de katalysator zijn van grootschalige onderzoeken, Kamervragen en uiteindelijk het onvermijdelijke aftreden van het object van onderzoek, of het nu Zembla, de Volkskrant of Elsevier is. Maar nu is het GeenStijl maar, een "pubersite", aldus Het Licht in Leer, Von der Dunk, en dus niet serieus te nemen. Dat onder de retoriek keiharde feiten en gedegen onderzoek aan de basis van dit "hinderlijk volgen" liggen, wordt voor het gemak maar genegeerd.' (Zoggel, 8 september)
Ze hebben net nog even heel vriendelijk de 48 bewijsstukken op een rijtje gezet: KLIK

6) Roos
Ook de wetenschap kwam nog in het nieuws. Een zekere Diederik Stapel bleek jarenlang onderzoeksresultaten verzonnen te hebben en zijn ontmaskering stelde eindelijk de discussie over de wetenschappelijke mores van de psychologiewetenschap op scherp. Koos Stapel nog rap het hazenpad, zijn maatje Roos Vonk zette doodleuk de tegenaanval in. Het in slaap gesuste diertje was ook 'slachtoffer van Diederik' hoor... Vonk kwam haar straatje schoonvegen bij Jeroen en Paul. Per minuut werd ze egoïstischer, minder sociaal en 'hufteriger'. Precies een vleeseter. O nee, dat was nou net zo'n verzonnen onderzoeksresultaat. Bedenk dus wel: iedere dag dat u geen vlees eet steunt u Roos Vonk. Trojka hier, trojka daar, is hier ook een abattoir?

7) Ramsey
Ramsey Nasr
deed ook mee in 2011. Hij is Dichter des vaderlands. Maar wel van zijn nieuwe vaderland. Met zijn oude wil het nog steeds niet echt lukken, of zo. Afijn. Wat vond Nasr? Nasr vond een vergasser!: 'Wilders is volgens het woordenboek een fascist!' Zo rolt onze Rams. Hier heel stoer opschrijven dat we een fascist in de regering hebben en dan vervolgens doodleuk op visite gaan bij het regime in China. Dat werk. En dan op de mededeling dat er daar mensen om hun mening gevangen zitten als volgt reageren: 'Mijn hoofd wordt zwart. Waarom hoor ik dit nu pas?' Ramsey ging ook nog in België uitleggen hoe het zit met zijn nieuwe vaderland: Hoe denkt de Nederlander? 'Dood! Alles waar ik het niet mee eens ben, moet dood!' Nou nou. Zeg Ramsey, je bent toch geen vegetariër?

8) Jan
De prijs voor de dementste Nederlander van 2011 gaat met lof naar Jan Mulder. Mulder vergeet elke maand weer zichzelf op één te zetten in de ergernissen-top-5. Mulder kijkt op een kaartje van welke partij iemand is en past daar dan zijn mening over die persoon op aan. Mulder gelooft niet dat een boer van zijn koeien kan houden. Mulder is nog wel zo kwiek om in de eindtune van DWDD nog een gemene beschuldiging op tafel te gooien, zo laat dat het nog net te horen is voor de kijker maar dat de opponent niet meer kan reageren. Mulder had het dit jaar vooral gemunt op Jan Kees de Jager, die ondanks alle ellende overeind bleef en zich nooit als jankkees de Jager manifesteerde. Waarvoor hulde. Want ga er maar aan staan: steeds naar Brussel om voor Merkozy te buigen en die kudt-Grieken te managen en dan bij DWDD Mulder tegenover je krijgen die eerst laat weten je maar een incompetente lul te vinden en je een moment later verwijt dat je de eurocrisis niet oplost. En dan rustig blijven. Hulde, Jan Kees, hulde.

9) Henk
Nee, dan Henk Bleker. Op het befaamde CDA-congres in 2010 toonde Bleker aan dat hij over goede manieren beschikt door eerst rustig zijn lapje vlees fijn te kauwen en weg te slikken alvorens het woord te nemen, maar in oktober ging hij de mist in met het briefje aan Mauro Manuel. 'Als je (met je moeder) / meewilt naar / FC Twentte-PSV / Da kan dat [sic],' schreef Bleker. En Nederland viel massaal over Henk heen. Ik denk echter dat Henk hier door de eindtune getackled werd. Hij had namelijk nog willen schrijven: 'Bij Twentte voetbalt namelijk Douglas, die heeft veel minder met Nederland, namelijk niks, maar kan toch een Nederlands paspoort krijgen. Dus we gaan hem even vragen hoe hij 'm dat flikt. Zin an?'

10) Johan (II)
We kunnen niet om hem heen: Johan Derksen. Een tatoeage bij Johnny de Mol, een televizierring met Voetbal International, een geruchtmakende commercial. Derksen was alomtegenwoordig. En dat in een EK- en WK-loos jaar. Maar we noemen hem hier vooral met het oog op 2012. Want hoe onzeker de toekomst ook is, hoe onvoorspelbaar ook het lot, Johan Derksen - en met hem zijn VI-kompanen - zorgt voor houvast: ook in 2012 zal Derksen Gertjan Verbeek weer 425 keer een 'hork' noemen, zal Wilfred Genee weer 1274 keer 'maar dat geheel terzijde' zeggen en zal René van der Gijp weer 44 keer 'zeer binnenkort' terugkeren.
En Feyenoord wordt kampioen.

zaterdag 24 december 2011

Zeven dagen lang (91)

18 t/m 24 december

ZONDAG Derrie bah
De Franse filosofie: ‘de plek waar het meest gesproken werd en het minst gezegd’.
(Robert Anker, Oorlogshond, 2011, p. 260)

MAANDAG PC Hooft-prijs voor voor Tonnus Oosterhoff
Terechte bekroning, fascinerende dichter. Zijn laatste bundel Leegte lacht (2011) vind ik wat minder intrigerend dan voorgaande, maar er staan niettemin weer prachtige regels in:
'Beginners moeten stil water drinken,
zich niet verzetten tegen de wiskunde,
windveerboot en waterzonmembraan,
waarin uitgestorven en vooruit in elkaar overgaan.' (p. 43)

DINSDAG P&W
Pijnlijk: de 'Oudejaarsconference van het Volk' door Dolf Jansen. Als je als cabaretier om de drie zinnen moet zeggen dat je de grappen niet zelf bedacht hebt, dan geeft dat het niveau van de humor wel aardig weer.

WOENSDAG Elf
Zij die denken dat ik met mijn tirade tegen Bas Nijhuis de aandacht af wil leiden van sc Heerenveen-FC Oss hebben het faliekant mis.
Ik wil desalniettemin graag iedereen bedanken die mij gedurende en na afloop van de wedstrijd heeft gebeld of gesmst.
Ook degenen die bewust niet hebben gesmst dank ik. Uw piëteit werd zeer op prijs gesteld.

DONDERDAG 22 december
Hij is weer onder ons, Frits van Egters, die beter dan welke filosoof ook het wezen van de tijd doorgrondt:
'"Wanneer we zakelijk rekenen," zei Frits bij zichzelf, toen hij buiten stond, "kunnen we zeggen: we hebben nog een halve avond. Dit is echter een ongegronde voorstelling van zaken. De avond is verloren, er is niets meer aan te veranderen."' (De avonden, 57ste druk, 2006, p. 27)

VRIJDAG Speurtocht
In deze post stak ik de loftrompet over Oek de Jongs verhaal 'Dekker, Koolen & Buis', dat ik in de Rode Zwagerman, De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen (2005), las:
'Buis gaat dood, Dekker snijdt zich uit droefheid de strot af en Koolen besluit vervolgens uit woede tweehonderd te worden. Hij haalt het. En dan die onvergetelijke slotzin: "Maar toen ging hij ook."'
Ik natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Volgens de verantwoording van Zwagerman (p. 1589) komt het verhaal uit De Jongs bundel De onbeweeglijke (2002).
Wat lees ik daar in de slotpassage van het verhaal op p. 117?:
'Koolen was woedend. Hij was zo godvergeten woedend dat hij leefde, dat hij van alles mee moest maken zonder er iets van te begrijpen, dat hij besloot om het leven voor schut te zetten en honderd te worden. Hij ging gezond leven en haalde die honderd. Maar toen ging hij ook.'
Wenkbrauwen gefronst. Honderd? Hoe kom ik dan bij tweehonderd? Word ik seniel?
Ik Zwagerman er weer bij genomen. Wat lees ik daar op p. 1302?:
'Koolen was woedend. Koolen was zo godvergeten witheet woedend dat hij leefde, dat hij van alles mee moest maken zonder er iets van te begrijpen, dat hij besloot om het leven voor spot te zetten en tweehonderd te worden. Hij ging gezond leven en haalde die tweehonderd. Maar toen ging hij ook.'
Het staat er echt. Hoe zit dat nu met die Koolen? Werd hij nu 100 of 200? Een 'aantekening' van de auteur achterin De onbeweeglijke verschaft opheldering: 'Deze verhalen verschenen voor het eerst in 1977 onder de titel De hemelvaart van Massimo.'
Ik naar de bieb, het ernstig beduimelde exemplaar van Massimo opgeslagen, en inderdaad: daar haalt Dekker nog de tweehonderd.
In zijn aantekening schreef Oek de Jong voorts: 'Voor deze editie heb ik alle verhalen herzien, maar mezelf daarbij strikte beperkingen opgelegd: ik heb voornamelijk geschrapt en zodoende gedaan wat ik destijds uit onervarenheid naliet.'
De Jong heeft dus honderd jaar geschrapt.
En Zwagerman, die verwijst naar de verkeerde bundel.

ZATERDAG Kerstavond
Waarom heet Jezus Jezus? Door een incident in de stal:
''t waar zoomar zó'n klótstèlleke vur anderhalf kalf en 'n geit. 't Waar me toch 'n gekrengel in dieje kaoie stal, zó gruwelek kreemerig en klèin en d'r waren van die aauw ongelukkige schirgebonten um de zaak overèind te haauwe. Sint Jozef ha krèk d'n os en d'n ezel gevoeierd.
Dè waar eigelek wèl plezierrig vond ie die wèrrem biste en toe ie zoo wè òn 't riddere waar en dè krèk zoo docht, toen stiet ie toch innins z'ne kop òn een van die lig balke dèttie grif stèrre zaag! Nog meer ès d'r buiten al ware...
"Jezus!" riep ie kèijhard.
"God", zin Maria, die nie wies wè d'r òn de hand waar, "dè's nou 's 'ne schònne naam vur ons Kriesje..!"
En umdúrrum kùmt de naam van 't kiendje dus eigelek in de wirreld dur 'ne kaoien èikenbalk in dè stèlleken [...].'
(Brabantse Kèrst, red. Cor Swanenberg, 1997, p. 144)

vrijdag 23 december 2011

Kerstmis

Ik houd van Kerstmis. De lichtjes, de bomen, de liedjes, de tradities, de films, de rituelen. Het is allemaal behoorlijk sentimenteel en misschien zelfs kitscherig, maar de hele sfeer palmt me elk jaar weer in.

Als je je genegenheid voor Kerstmis uit, dan is er altijd wel iemand in de buurt die erop wijst dat de Kerstman door Coca-Cola is uitgevonden. Behalve dat dit niet geheel waar is - de Kerstman zoals die tegenwoordig gecanoniseerd is is inderdaad een creatie van de frisdrankgigant, maar de 'oorspronkelijke' Kerstman is de Germaanse 'Weihnachtsmann' -, is het ook van weinig belang.

Wie van mijn generatie krijgt immers geen warme gevoelens bij de herinnering aan die wonderlijk mooie reclames waarin een prachtig verlichte stoet Coca-Cola-vrachtwagens op weg is naar de mensen, onderweg alles in fonkelende lichtjes van de felste kleuren zettend? De besneeuwde wereld, de kleine man bij opa op schoot, de mensen op de ijsbaan. De belofte van iets heerlijks.

Ook de notie van een 'witte Kerst' is een even vertrouwde als onwerkelijke. Hoe vaak treffen we nu een besneeuwde wereld aan met Kerstmis? In de twintigste eeuw telde het KNMI er slechts zes. Hier is Charles Dickens de schuldige. In zijn vermaarde A Christmas Carol in Prose over de vrek Scrooge laat hij de gelouterde hoofdpersoon op Kerstochtend na het openen van de luiken uitkijken over een besneeuwde stad. Het maagdelijke wit als symbool voor een nieuw en zuiver begin.

Ook voor Dickens was er jeugdsentiment in het spel. Menige Kerstmis in zijn jonge jaren, begin negentiende eeuw, was een witte. Het verhaal van Scrooge is tot het archetypische kerstverhaal geworden, gelijkop met de ontkerkelijking en individualisering van de maatschappij. Een verhaal als rechtvaardiging en waarschuwing ineen. Talloze verhalen en (teken)films zijn erop gebaseerd.

Overigens is ook de kerstboom een vrij recente traditie, overgenomen uit - opnieuw - Duitsland, waarbij de Tannenbaum bij ons abusievelijk als de denneboom ingeburgerd is geraakt in plaats van als sparreboom. En dan was de kerstboom ook nog lange tijd een protestants gebruik; de katholieken hadden al de kerststal.

We leven in een geglobaliseerde wereld. Lokale rituelen en gebruiken raken steeds meer bedekt onder het stof van de geschiedenis. Ze worden vervangen door de iconen van de huidige tijd. Dat is niet erg, zolang we ons er maar van bewust zijn en blijven waar we vandaan komen. En bovendien: Dickens is nog steeds een grootheid en niemand is er ooit in geslaagd de smaak van Coca-Cola te evenaren, laat staan te overtreffen.

Daarom zeg ik, met een glaasje Coca-Cola in de hand de hemel afspeurend naar sneeuw, naar goed katholiek gebruik: zalig kerstfeest!

donderdag 22 december 2011

Bas Nijhuis is een slappe zak

Scheidsrechter Bas Nijhuis vond het gisteravond nodig AZ-doelman Esteban de rode kaart voor te houden. De keeper schakelde even heldhaftig als vakkundig een moordzuchtige gek uit en kreeg daarvoor de zwaarste straf.

Bas Nijhuis handelde volgens de spelregels, aldus de kenners en niet in de laatste plaats aldus Bas Nijhuis zelf.
Keurig volgens het boekje.

Klasse, Bas, UEFA en FIFA zullen trots op je zijn, het WK is weer een stapje dichterbij.

Je zou Nijhuis zijn faux pas kunnen vergeven met een beroep op de chaos en verwarring van het moment. Een impulsieve beslissing, de regels als acuut houvast.
Maar die vlieger gaat dus niet op, want wat zei een fris gewassen en gestreken Bas Nijhuis enkele uren na het gebeuren op de persconferentie?

'Esteban had toch ook weg kunnen lopen.'

Aldus Bas Nijhuis.

De gladjanus keek erbij alsof hij verwachtte dat iedereen, Verbeek en Esteban incluis, nu dankbaar zou uitroepen: 'Oh ja, tuurlijk, dat we daar niet aan gedacht hadden! O, vervloekt zij onze oneindige domheid! Dank u, dank u, Bas Nijhuis voor deze relevatie!'

Ja, Esteban had rustig met zijn armen over elkaar moeten wachten tot die kutjanus overeind was gekrabbeld en een nieuwe aanval zou inzetten. En dan wegrennen maar. Zie je het al voor je?
Ik ben gekke Esteban niet, horen we de goalie al denken, briesend en wel.

Bas Nijhuis is zo'n type dat met zijn fiets in het holst van de nacht op een totaal verlaten kruispunt voor een rood stoplicht gaat staan wachten. Want dat is nu eenmaal de regel. Zulke lui moeten in principe al zo snel mogelijk tegen zichzelf in bescherming worden genomen en in de armen van mannen met witte jassen worden gedreven.

Maar die opmerking na afloop is werkelijk stuitend. Daar liet Bas Nijhuis zijn ware aard zien.

Dick Jol zei ooit iets dergelijks te hebben meegemaakt in Europees verband maar toen op basis van common sense geen rode kaart te hebben getrokken. Dat is het verschil tussen Dick Jol en Bas Nijhuis, het verschil tussen een scheidsrechter met kloten en een slappe zak.

Dick Jol, Mario van der Ende, Jaap Uilenberg. Topscheidsrechters met charisma, met overwicht, met de spelregels als richtlijn in plaats van als wet.

Waar zijn ze gebleven? Bas Nijhuis is exemplarisch voor het huidige scheidsrechtersgilde. Het zijn robots, voorgeprogrammeerde machines die niet meer zelf kunnen handelen, laat staan nadenken. Alles volgens de regels, Befehl ist Befehl.
Pieter Vink is de enige die nog een beetje in de buurt komt van Jol.

De aanklager heeft de rode kaart vanavond geseponeerd. Met instemming van iedereen. Van Esteban zelf, Verbeek, AZ. Frank de Boer, Ajax, de voetballiefhebber. Ivo op Stelten, premier Rutte.
Behalve van Bas Nijhuis. Hij zou het zo weer doen.
Zet het maar vast op een rennen, Bas.

woensdag 21 december 2011

Nova Zembla terecht niet heel spannend

Het belangrijkste bezwaar tegen Nova Zembla schijnt te zijn dat de film niet spannend genoeg is. Dat is eigenlijk een vreemd soort kritiek voor een film als deze. Als Nova Zembla immers een historisch accurate rolprent wil zijn, dan zal er inderdaad weinig opzienbarends in gebeuren.

Want waar komt die toch van Barentsz en Van Heemskerck nu op neer? Een lange tocht over zee, een nog langere, saaie, koude overwintering in het Behouden Huys en tot slot een niet minder eentonige terugtocht in open roeibootjes. Daar valt weinig moord en brand uit te halen. Bovendien zijn we allemaal, als het goed is, op de hoogte van verloop en afloop van de expeditie, dus spanning door verrassing hoeft ook niet verwacht te worden.

Toch moet ik zeggen, nu ik de film gezien heb, dat het reuze meevalt met dat gebrek aan spanning. Het kielhalen en de ijsbeer die het Huys binnen probeert te dringen zorgen voor ademloze momenten. Ook de historische setting intrigeert zeer, met als hoogtepunten de kerkscènes met het staande om de kansel gegroepeerde kerkvolk en de decors in het ruim van de schip en in de hut van de kapitein. Visueel valt er dus veel te genieten, zelfs met zo'n vervelende 3d-bril. Ik zie er nog steeds niet de toegevoegde waarde van in. Je bent constant aan het corrigeren en bent verplicht naar het krappe deel van het scherm te kijken dat niet vaag geblurd is.

Dieptepunt van de film is toch wel Doutzen Kroes. Die continue aandacht voor haar boezem is werkelijk gênant. Het is een Nederlandse film en dus moet je als kijker sowieso rekening houden met gratuite seksscènes en goedkope erotiek, maar dit is wel erg overdreven. Bovendien is haar acteerprestatie zeer vlak, haar accent behoorlijk detonerend en de toegevoegde waarde van Doutzen Kroes daarmee nul komma nul. Eens maar nooit weer. Dat een gebrek aan acteerervaring overigens geenszins per definitie een waardeloze prestatie oplevert bewijst Sem Schilt, die de rol van zeebonk Klaas met verve speelt.

Jammer is dat er niet meer aandacht is besteed aan het uitwerken van de persoonlijkheden van Barentsz' bemanning, van wie sommigen geheel anoniem blijven tot aan de aftiteling, en van hun onderlinge verhoudingen. Derek de Lint is overtuigend als Barentsz, aan Victor Reinier als Jacob van Heemskerck is het moeilijk wennen. Dat is ook zo'n naar neveneffect van Nederlandse films, dat je veel acteurs al te goed kent van allerlei dingen die ze ernaast doen of deden. Je zit toch steeds te kijken naar Victor Reinier in plaats van naar Van Heemskerck.

Afgezien daarvan is Nova Zembla een waardige verfilming van een historische gebeurtenis uit het vaderlandse verleden en in dat licht hopelijk een trendsetter. Dat er nog vele mogen volgen. Spannend hoeven ze niet per se te zijn, maar liefst wel zonder fotomodellen en televisiepresentatoren.

zaterdag 17 december 2011

Zeven dagen lang (90)

11 t/m 17 december

ZONDAG
...Man, man, man,

MAANDAG
wat een week,

DINSDAG
- is dat wat ze bedoelen met '24-uurseconomie'? -,

WOENSDAG
nog geen tijd gehad om ook maar iets voor deze rubriek te bedenken,

DONDERDAG
laat staan voor reguliere berichten,

VRIJDAG
nou ja,

ZATERDAG
volgende week dan maar weer...

zaterdag 10 december 2011

Zeven dagen lang (89)

4 t/m 10 december

ZONDAG Feyenoord-PSV
2-0! Om met Wil Genee te spreken: 'Ja ja!'.
Met Le Bob van tevoren overeengekomen dat Kelvin Leerdam de Eyong Enoh van Feyenoord is. En gedurende de wedstrijd dat Jetro Willems de Leerdam-Enoh van PSV is.

MAANDAG 5 december
Nog een keer Martijn Koning: de nieuwe Sint 'speelde altijd Kees in Flodder. Er is dus beeldmateriaal van een heel jonge Sint die z'n eigen zus ligt te neuken.' Hele fragment

DINSDAG Fenomenologie
Ik presenteerde de fenomenologie van de treinforens.
Bob den Uyl blijkt eerder - in Een zwervend bestaan (1977) - al eens iets dergelijks te hebben gedaan voor mensen die in je rij staan 'op postkantoor, station of bank'. Met als te vermijden categorieën: 65-plussers ('Weten nergens van en menen daarbij op grond van hun leeftijd alles beter te weten en recht te hebben op een voorkeursbehandeling'), Kinderen, Gastarbeiders ('Moeten vaak onder grenzeloze overschatting van hun kennis der Nederlandse taal geldbedragen of grote pakketten opsturen naar verwanten in onherbergzame of nog niet in kaart gebrachte landstreken zonder postale faciliteiten, en zijn daarbij onwillig gegevens te verstrekken, in het vermoeden dat zij in de maling worden genomen of uitgewezen zullen worden'), Toeristen, Filatelisten, Wereldvreemden ('Kunnen zich vaak aan het loket niet meer herinneren waarvoor ze gekomen zijn') en Dames in bontjassen ('Het doet hierbij niet ter zake of het bont echt is dan wel imitatie'), alsmede de 'ondersoorten' Kantoorlopers, Lieden onder invloed en Carnavalsfiguren.

WOENSDAG Mystery guest
Wie is toch die Michael die her en der in mijn hedendaagse muziek opduikt?
'And Michael you would fall, and turn the white snow red as strawberries in summertime.' (Fleet Foxes, 'White Winter Hymnal)
'I remember at Michael's house, in the living room, when you kissed my neck, and I almost touched your blouse.' (Sufjan Stevens, 'Casimir Pulaski Day')
'And look out Michael, there's a note on the door, saying: Everybody listen, you'll be the next Omaha.' (Band of Horses, 'The Great Salt Lake')
Wonderlijk.

DONDERDAG Viral!
Nieuwe oude held: Frank Koenegracht. 'Oom Jo'.

VRIJDAG Brussel bepaalt
'Groot-Brittannië drijft weg van Europese Unie.'* 
Mogen we meevaren?

ZATERDAG Decemberish
Mijn kerstboompje weer opgetuigd. Nu onder de klanken van Sufjan Stevens' zesdelige Songs for Christmas. Boekje: 'All songs written, arranged, recorded, and produced by Santa Sufjan unless otherwise specified'.

donderdag 8 december 2011

Gezien: Het Alziend Oor

Wanneer: zaterdag 3 december 2011
Waar: Verkadefabriek, 's-Hertogenbosch
Wat: Het Alziend Oor
Wie: John Buijsman & De Rotterdam Connectie (Keimpe de Jong, Andreas Suntrop, Arno Krijger, Arno Niks, Thirza Prak)

Op het festival Geen Daden Maar Woorden in Utrecht zag ik een voorproefje van John Buijsmans muzikale en tekstuele ode aan de blinde jazzmusicus Roland Kirk (1936-1977). Dat beviel me toen goed, zo goed dat ik besloot de hele show te gaan bekijken. Helaas bleken er niet méér Brabanders in Utrecht aanwezig geweest te zijn, want de opkomst in de Verkadefabriek was magertjes. Wellicht was ook de dag (de zaterdag voor 5 december) daar debet aan en zaten veel ouders met frisse tegenzin voor Zwarte Piet te spelen terwijl ze liever naar een voorstelling over een neger waren gaan kijken.

Deze opmerking is geheel in de geest van 'Het Alziend Oor'. Heerlijk ongecompliceerde en politiek incorrecte humor, gebaseerd op de Rotterdamse swing van Jules Deelder, die verantwoordelijk is voor de teksten. Alleen al de manier waarop Buijsman eruitziet als een soort pseudoneger is hilarisch. Hoewel hij in de huid kruipt van Kirk (consequent als 'kurrek' uitgesproken), fulmineert hij ook naar hartelust tegen hedendaagse uitwassen als commerciële talentenjachten en inwisselbare popsterretjes: 'de zangeres zonder kut!' De sketch over een paukenist die in de hemel deelneemt aan een 300 jaar durende ('zo gaat dat in de eeuwigheid') symfonie van 'Heetboven' is qua spanningsopbouw en climax briljant, zeker ook door de positie vanwaaruit Buijsman vertelt: vanaf zo'n hoge tennisscheidsrechtersstoel.

Kirk stond erom bekend meerdere instrumenten tegelijk te kunnen bespelen en ook Buijsman en Keimpe de Jong voeren dit huzarenstukje meermaals op. Muzikaal valt er sowieso veel te genieten door het ongebreidelde enthousiasme van de muzikanten, met als uitschieter een spetterende drumsolo van Arend Niks. De Jong en Buijsman toveren een keur aan curieuze instrumenten tevoorschijn, zoals een stylofoon en een - naar mijn kompaan denkt te weten - bassaxofoon basklarinet. En het slotakkoord van Prak is zeer indrukwekkend. Wat een strot!

Buijsman acteert zeer overtuigend iemand die het licht zijner ogen moet missen, compleet met dat hypernerveuze tasten dat zo kenmerkend is voor een blinde. En ook het schuin omhoog steken van het hoofd waarmee een blinde als het ware het geluid probeert te ruiken is knap gedaan. Minder goed uit de verf komt het verhaal van Roland Kirk, van wie we na de voorstelling niet veel méér weten dan ervoor - en dat was al zeer weinig. Los zand is dan de adequate typering. De komische sketches en vooral de prikkelende, warmbloedige en overtuigende muzikale vertolking stellen die onvolkomenheid echter in de schaduw.

Buijsman weet in ieder geval de vitaliteit van Kirk over te brengen. En zijn met Deelder gedeelde Rotterdamse no nonsense humor is niet gespeeld: als hij meteen na het eind van de voorstelling uit zijn rol van Kirk is gestapt, voegt hij het publiek nog toe: 'As je volgende keer naar het theater gaat, neem dan eens een keer iemand mee joh!'

dinsdag 6 december 2011

Gerrit van de Kamp, radicale populist

Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, wil geen uitpubliek meer bij voetbalwedstrijden. Vorig weekend ging het goed mis in Utrecht bij FC Utrecht-FC Twente. Fans van Twente gooiden vuurwerk in het aanpalende Utrecht-vak, waarna supporters van de thuisclub verhaal gingen halen en later ook buiten het stadion voor ongeregeldheden zorgden, onder meer gericht tegen de politie. Ook in Den Bosch ging het mis.

Een deel van de jonge Marokkanen zorgt voor veel criminaliteit en overlast. Een klein deel. De meerderheid zijn brave burgers. De goeden lijden, zoals altijd, onder de kwaden. Zoals het absurd en volslagen onredelijk zou zijn nu alle jeugdige Marokkanen hard aan te pakken, zo is het absurd en onredelijk om alle fans te weren van uitduels van hun club. Een deel van de voetbalsupporters misdraagt zich rond wedstrijden. Een klein gedeelte. De overgrote meerderheid doet geen vlieg kwaad. Ook zij lijden onder de kwaadwillenden.

Scheve vergelijking? Dacht het niet. Rond beide fenomenen zie je dezelfde dynamiek plaatsvinden. De klootzakjes hebben het nooit gedaan, hun gedrag is in de eerste plaats de schuld van de politie, die alles zelf uitlokt, en in de tweede plaats van de media, die stigmatiserend zijn en - natuurlijk - onder een hoedje werken met de politie. Verder zijn het dankbare issues voor op scoren beluste politici, hoofdpijndossiers voor incompetente plucheklevende politici, blijven concrete maatregelen tergend lang uit en is er grote maatschappelijke onrust en overlast.

De reactie van Gerrit van de Kamp is typisch zo'n door scoringsdrift ingegeven maatregel. De maat is vol, aldus Van de Kamp, nu opnieuw politieagenten in het nauw zijn gedreven. Eerder gebeurde dat al bij Feyenoord-De Graafschap en nu dus ook bij Utrecht-Twente. Beide keren waren het echter de fans van de thuisclub die de agenten aanvielen. Werden de Utrechters aanvankelijk nog opgestookt door Twentenaren, de rellen buiten het stadion hadden niets meer te maken met confrontaties onderling. De Rotterdammers opereerden zelfs geheel op eigen houtje, uit 'onvrede' met het eigen bestuur, terwijl in Den Bosch niet eens uitfans aanwézig waren. En 'dus' moeten er nu maar geen uitsupporters meer toegelaten worden. De logica is ver te zoeken.

Hulde dan ook voor de leider van die andere politiebond, de NPB. Jan Willem van de Pol pleit voor een striktere naleving van de dit jaar ten langen leste ingevoerde voetbalwet, die een gerichte aanpak van notoire relschoppers beoogt. Die moeten inderdaad keihard aangepakt worden, desnoods tot in alle aspecten van hun sociale actieradius. Hier is ook een taak weggelegd voor de goeden: die moeten de rotzakken massaal filmen met camera's en mobieltjes. En klikken maar, ik doe er graag aan mee. (Nog een overeenkomst met dat andere maatschappelijke probleem: het verzet moet zeker ook van binnenuit komen.) En zijn de vandalen nog naamloos, dan moet de politie de beelden in de openbaarheid gooien, desnoods op billboards. Hoe hard Inez Wesky, de vleermuis van de advocatuur, dan ook weer zal gaan tegenfladderen.

De maatregel van Van de Kamp is pure symboolpolitiek. De hooligans worden geweerd uit het stadion, maar ze zijn er pas in de tweede plaats voor het voetbal en in de eerste plaats voor het knokken en vernielen. Dat zal niet ophouden maar zich alleen verplaatsen. En de supporters, die in de eerste tot en met de laatse plaats voor het voetbal komen, zijn de pineut. Een supporter die zijn club ook buitenshuis wil ondersteunen waant zich nu al een halve crimineel. Meervoudige fouillering, verplichte deur-tot-deur busreizen, nul privacy, uitvakken als bunkers. Om de onschuldige liefhebber nu ook nog eens verplicht huisarrest te geven zou echt de druppel zijn.

Populisme is niet per se verkeerd als thermometer. Maar laat de diagnose en voorzeker de remedie in godsnaam pragmatisch zijn.

zaterdag 3 december 2011

Zeven dagen lang (88)

27 november t/m 3 december

ZONDAG Mart Smeets
Yes, we kunnen weer met een schoon geweten naar VI kijken! Niemand minder dan de Martosaurus onthult bij Eva Jinek op zondag dat Derksen ons juist provoceert: 'Het is enig als je het doorhebt, maar blijkbaar heeft Nederland het niet door. Iedereen roept: "hij vult zijn zakken". Nee, hij laat ons zien hoe perfide ons systeem is, dat als je hoofd bekend is van televisie, dat je dan ook te koop bent. [...] Ik kan er vreselijk om lachen. Ik vind het geniaal.'
Overigens is het hele item met Smeets een aanrader: een discussie op het scherp van de snede tussen een erkend tv-icoon en een toekomstig tv-icoon, een discussie met twee winnaars.

MAANDAG Kassucces
Het protestnummer van het Metropole Orkest staat op 1 in de Single top 100. Ergens wel ironisch, want dit is precies wat Halbe wil: dat ze in de cultuursector hun eigen boontjes leren doppen.

DINSDAG Crisis
Twee berichten op pagina 9 van De Pers:
'Zonder oplossing [op de eurotop van 9 december] ontspoort de eurocrisis, met het risico op het wanordelijk uiteenvallen van de muntunie. Denk aan blinde paniek op financiële markten, omvallende banken en grote maatschappelijke onrust.'
'De organisatoren van nieuwjaarsduiken in Nederland verwachten op 1 januari een recordaantal van 36.000 zwemmers.'
We reageren op de crisis als lemmingen: blindelings storten we ons in 2012 massaal het water in.

WOENSDAG Tegenwerping
'De meeste huwelijken gaan niet te gronde door een gebrek aan liefde, maar door een gebrek aan vriendschap.'
(Friedrich Nietzsche)
'Er zijn mensen die hun vrouw als maatje zien, maar dat vind ik vreselijk. Als ik mijn vrouw als mijn maatje zou zien, zou ik op slag impotent worden. Ik ben geen matennaaier...'
(Herman Finkers in Na de pauze)

DONDERDAG Jopie HHH
O jee, Johannes Heesters heeft koorts! En dat terwijl hij komende maandag 108 jaar hoopt te worden.
Haalt Heesters Honderdacht?
Wordt het: 'Hiep Hiep Hoera'?
Of: 'Helaas, Hitlers Hofnar'?

VRIJDAG Onheilstijding
Tatjana deed het ooit met Gerard Joling.
Nu ga ik al mijn oude kalenders verbranden.

ZATERDAG They go nanana
Trend: kids die, bijvoorbeeld op Facebook of Twitter, consequent 'na' schrijven als ze 'naar' bedoelen: 'nu na school'.
Zouden ze dit expres doen of weten ze gewoon niet meer beter?

donderdag 1 december 2011

Harry Mulisch - De tijd zelf

Harry Mulisch, De tijd zelf. Drieluik. Bezorgd door Arnold Heumakers en Marita Mathijsen, in samenwerking met Kitty Saal. De Bezige Bij (2011), 144 blz.

Wanneer men Harry Mulisch in de laatste jaren van zijn leven vroeg waar toch die nieuwe roman bleef, gaf de schrijver dikwijls een ontwijkend antwoord. Je vraagt een zwangere vrouw ook niet hoe ver ze is, in die trant wimpelde Mulisch lastige vragenstellers in de regel af.

Wel wekte hij zo de suggestie dat hij nog volop bezig was. Pas kort voor zijn dood gaf hij volmondig toe dat het niet meer ging. Toch was al in 2003 het moeilijk te aanvaarden besef doorgedrongen dat qua inspiratie de bron was opgedroogd. Dit blijkt uit de dagboekaantekeningen die zijn opgenomen in De tijd zelf, dat op 30 oktober (precies een jaar na Mulisch’ overlijden) als eerste manifestatie van diens nagelaten werk uitgegeven door De Bezige Bij.

Het onvoltooide verhaal De tijd zelf. Drieluik is maar 23 bladzijden lang en bestaat uit drie delen. In het eerste deel is een essayist die zich bezighoudt met het wezen van de tijd in de ik-vorm aan het woord. In het tweede deel wordt de ik een hij met de naam Melchior Post. In het derde deel, dat nauwelijks een hele pagina lang is, wordt een nieuwe figuur geïntroduceerd, Gustav Veblen, die ‘aan de rand van het enige dorp op het kleine eiland aan de andere kant van de wereld’ de eerste steen van zijn huis legt.

De tijd zelf is bezorgd door Marita Mathijsen en Arnold Heumakers. Zij zijn door Mulisch aangewezen als beheerders van zijn nalatenschap. Op de verschillende bureaus waaraan Mulisch placht te werken vonden zij aantekeningen, knipsels en voorversies van deze onvoltooide roman. In geprinte vorm bleken vier versies bewaard, maar op Mulisch’ laptop stond nog een andere versie, die op inhoudelijke gronden als de vierde van de in totaal vijf versies werd gedateerd. De meest recente uitdraai, de vijfde versie dus, is als basistekst voor deze uitgave gekozen.

Dat we hier met work in progress te maken hebben, blijkt niet alleen uit de verregaande onvoltooidheid van het verhaal, maar ook uit handschriftelijke veranderingen en aantekeningen die op de uitdraai werden aangetroffen. De bezorgers melden in de verantwoording dat ze deze hebben overgenomen in de leestekst, met uitzondering van een opmerking in de marge die ‘duidelijk slechts als geheugensteun bedoeld was’. Ze hebben echter wel aan het eind van het tweede hoofdstuk de frase ‘[Denkt verder in de slaap]’ laten staan, overduidelijk toch ook een particuliere regieaanwijzing, zoals de bezorgers overigens in hun verantwoording ook voorzichtig suggereren.

Mathijsen en Heumakers hebben ieder ook een essay bijgedragen. Mathijsen reconstrueert nauwgezet de ontstaansgeschiedenis van de tekst, Heumakers trakteert de lezer zoals altijd op een even erudiet als onderhoudend exposé. Zijn hypothese is dat Mulisch met De tijd zelf zich tot doel gesteld had ‘de tijd te vangen in een net van fictie’, zoals hij dat in Siegfried (2001) deed met Hitler, die andere levenslange obsessie.

Facsimile’s van steeds de eerste pagina van de eerste vier versies vormen de brug naar de dagboekaantekeningen. Aangezien de vierde versie alleen in digitale vorm bestond, zullen de bezorgers hier dus eerst zelf een print van hebben gemaakt, wat ook blijkt uit de uitzonderlijke gaafheid van het papier in vergelijking met de overige drie versies.

De dagboeknotities laten zien dat Mulisch zich veel gelegen liet liggen aan de grote wereldbranden van het laatste decennium, en op een dubbelzinnige manier. Enerzijds grijpen de grote gebeurtenissen hem soms dusdanig aan dat ze het schrijven tijdelijk onmogelijk maken. Zo ontneemt ‘de omineuze elfde september’ hem lange tijd de lust tot schrijven. Anderzijds zien we dat Mulisch meteen overweegt of hij literair iets kan met een gebeurtenis. Mulisch heeft altijd een dubbelzinnige verhouding tot zijn werk gehad. Schrijven was deels een oncontroleerbaar proces, als zaken ogenschijnlijk toevallig bleken te kloppen, dan was dat voor Mulisch een aanwijzing dat hij op de goede weg was. Zo beschadigt een lekkage op 26 september 2002 een aantal aantekeningen. Niet zonder zelfironie schrijft hij dan ook op 19 februari 2003, na een hoopvolle inval: ‘Is dit het verlossende idee? Zo ja, dan zie ik een vloedgolf op mij af komen.’ En op een ongedateerd notitieblaadje staat: ‘Tsunami?’

De combinatie van dagboeknotities en kladblaadjes gunnen de lezer een bijzonder interessant inkijkje in het denk- en schrijfproces van Mulisch. Zo noteert hij op 8 mei 2001 – hij is dan in Madrid – : ‘Kennisgemaakt met Manuel Padorno, die er uitziet als een slager maar dichter is. Hij blijkt idolaat van mijn boeken; is speciaal uit Las Palmas overgevlogen om bij mijn optreden te zijn.’ En een dag later, dan op Lanzarote: ‘Ook de ontroerende Manuel Padorno weer van de partij.’ Op een ongedateerde notitie met een korte opsomming van mogelijke personages lezen we dan: ‘Hij: Manuel Padorno.’ De Spaanse Mulisch-adept zou dus mogelijk zijn uiterlijk of zelfs zijn naam hebben kunnen terugvinden in De tijd zelf.

Op 30 maart 2003 leek Mulisch beet te hebben: ‘Eindelijk, ik heb het! Het overkoepelende idee voor de TZ: de zich openende horizon, uit 1971, tweeëndertig jaar geleden, zo oud als Anna. Pythagoras!’ Mathijsen en Heumakers moeten een verklaring van de betekenis van deze exclamatie schuldig blijven. Wat ze niet expliciet vermelden, is dat ‘de zich openende horizon’ niet alleen in het dagboek voorkomt, maar ook op een afgedrukt notitieblaadje is gekrabbeld, waar het onder de al even mysterieuze zinsnede ‘(de gouden meter)’ staat.

Een schema op datzelfde blaadje laat zien dat Mulisch in een latere fase met het idee speelde enkele onvoltooide projecten in één bundel De tijd zelf samen te brengen, waaronder verhalen over Giordano Bruno en Nicolaus Cusanus en een wiskundige onderbouwing van zijn filosofisch magnum opus De compositie van de wereld (1980). De zinsnede ‘de tijd zelf’ komt in die exacte formulering al voor in De compositie van de wereld, waar Mulisch op blz. 452 (tweede druk, 1986) schrijft: ‘Het was niet de tijd zelf, die een begin en een eind had’. In deze passage, die de middeleeuwse kosmogonie beschrijft, komen ook Giordano Bruno, Cusanus en Pythagoras voor. De legende wil dat die laatste ooit op het idee kwam dat de aarde rond is toen hij over de oceaan tuurde en de zeilboten onder de horizon zag verdwijnen.

Een ander onvoltooid project dat mogelijk in de bundel geïncorporeerd had moeten worden was een tekst over schrijvers en hun dode kinderen. Dit laatste project gaat terug tot 1983, toen Mulisch enkele vertalingen maakte van gedichten die Stéphane Mallarmé voor zijn overleden zoontje Anatole had geschreven. Naar aanleiding hiervan ging Mulisch in de wereldliteratuur op zoek naar andere auteurs die over hun gestorven kind hadden geschreven. Het verongelukken van Tonio van der Heijden in mei 2010 greep Mulisch zeer aan, zeker voor een schrijver die ervan overtuigd was dat hij met zijn literaire werk niet de werkelijkheid kopieerde of beschreef, maar er iets aan toevoegde, er daadwerkelijk in ingreep. Mulisch heeft, via Mathijsen en Heumakers, De tijd zelf dan ook opgedragen aan Tonio: ‘“Een groet van de dode aan de dode”’.

Het motief van het omgekomen kind zou ook in de roman De tijd zelf een belangrijke rol hebben moeten spelen, blijkens de laatste zin van het derde deel: ‘Ook het drama van zijn leven komt voort uit de alcohol. Alisa, zijn dochter, is omgekomen bij een ongeluk.’ Het was de allerlaatste zin voor het schrijven definitief stokte. Op 22 november 2003, een regenachtige herfstdag, citeerde Mulisch het stemmige Duits van Paracelsus in zijn dagboek: ‘Die Zeit meines Schreibens ist zeitig. Die Werk zeigen an, dass die Arbeit aus ist. […] Von wannen es kommt, das weiss ich nit, wohin es kommt, das weiss ich nit: es ist da!’

Een iets langere versie van dit stuk verscheen eerder op www.textualscholarship.nl.

maandag 28 november 2011

Dylan en Crosby: de tijden veranderen

Tegenover het fenomeen 'cover' in de muziek sta ik altijd wat huiverig. Vaak gaat het om goedkope na-aperij, een misplaatst eerbetoon of verkrachting van het origineel. Zelden is een cover interessanter dan het origineel. Toch is juist dat concept van een origineel nogal problematisch als het om popmuziek gaat. Niet zelden is het schimmig wie de eerste was of is er überhaupt geen sprake van een originele creatie omdat een lied muzikaal of tekstueel in een traditie staat van anonieme overlevering.

Een van die zeldzame gevallen waar ik de cover mooier vind dan het origineel betreft 'The Times They Are a-Changin''. Bob Dylan schreef het nummer in het najaar van 1963, waarna het begin 1964 als openingstrack op het gelijknamige album verscheen. De Dylan-versie is tot op de dag van vandaag veruit de bekendste, maar ik geef de voorkeur aan de cover van The Byrds uit 1965. Overigens is 'de' cover hier te kort door de bocht, want het nummer is tientallen malen gecoverd. Voor The Byrds hun adaptatie uitbrachten was 'The Times They Are a-Changin'' bijvoorbeeld ook al opgenomen door Peter, Paul & Mary en The Beach Boys.

De versie van The Byrds klinkt heel anders dan die van Dylan. Waar het nummer bij Dylan voor mij altijd een retorische, dwingende kracht heeft, met een loodzware ondertoon, daar is het bij The Byrds veeleer een vrolijk, licht liedje in de sfeer van een ironische constatering. De tekst is identiek, dus dat verschil moet veroorzaakt worden door de muziek. Natuurlijk zijn ritme en tempo anders, waarbij behalve de drums de non-stop 'jangle' van de legendarische twaalfsnarige Rickenbacker van Roger McGuinn een cruciale rol speelt. Dit volle geluid klinkt vele malen behaaglijker, comfortabeler dan het kale akoestische gitaargeluid en het snerpende mondharmonicaatje van Dylan.

Toch moet ook de zang niet onderschat worden. Uit het schuurpapieren stemgeluid van Dylan spreekt een veroordeling van de bestaande situatie, een aanklacht tegen het gezag, een apodictische aankondiging van andere tijden. De stem van Roger McGuinn, die de leadzang in de versie van The Byrds verzorgt, is veel minder rauw maar toch ook nog vrij dwingend. De doorslaggevende factor is mijns inziens dan ook de zang van Gene Clark en vooral David Crosby, die het refrein mee zingen. Hun warme, melancholische stemmen staan mijlenver af van de schelle, strenge strot van Dylan.

Het is alsof ze Dylan citeren, zijn tekst echoën, en op hem en zijn boodschap door de vervorming van de echo met milde ironie reageren. Zo staat de versie van Dylan dus tegenover die van The Byrds als een onweerlegbare proclamatie tegenover een minzame observatie.

Met de kennis van nu is dit een paradoxale conclusie. Dylan schokte in 2004 immers de voltallige babyboomgeneratie met zijn bekentenis dat het hem toentertijd nooit om het maatschappelijk engagement te doen is geweest. In zijn memoires beschrijft Dylan hoe hij eigenlijk tegen zijn zin in gebombardeerd werd tot de stem van een nieuwe generatie: 'I had very little in common with and knew even less about a generation that I was supposed to be the voice of'. Die bekentenis deed nogal wat stof opwaaien bij de hippies van toen. Alsof opeens de rechtvaardiging voor hun revolutie verdwenen was.

David Crosby is daarentegen de ware wereldverbeteraar gebleken. In 2005 werd hij door Leo Blokhuis geïnterviewd voor de Top 2000 a gogo. Bijna pensioengerechtigd was Crosby strijdbaarder dan ooit. Getooid in sjofele blouse, een hip baseballpetje op het hoofd en een enorme grijze walrussnor onder de neus voer hij uit tegen maatschappelijke misstanden en kwaadaardige rechtse politici zoals hij vroeger al deed. En zoals Dylan in zijn jonge jaren. De tijden veranderen, de liedjes blijven, hun boodschap blijft ook, maar de boodschappers, die wisselen weleens van rol.

Bob Dylan - The Times They Are a-Changin'The Byrds - The Times They Are a-Changin'

zaterdag 26 november 2011

Zeven dagen lang (87)

20 t/m 26 november

ZONDAG Ajax
Commissaris Davids beticht commissaris Cruijff van racisme: 'Je zit alleen maar in de RvC omdat je zwart bent,' zou de laatste hebben gezegd.
Zei Cruijff niet 'je zit erin omdat je net Sjaak Swart bent'? Of Davids zag gewoon niet goed wat Cruijff dacht dat hij zei.

MAANDAG Mistig
Prachtig toch, die dikke mist. Hoe zou het zijn als het altijd zulk weer was en we slechts enkele dagen per jaar verder konden kijken dan een meter? Dan zouden we op die dagen pas echt het kijken verruilen voor zien.

DINSDAG Stress
Het schijnt dat mensen tegenwoordig steeds vaker gestresster terug komen van vakantie dan ze voorafgaand aan de reis waren, maar dat blijkt een ontwikkeling die al minstens een eeuw voortwoekert:
'En dat terwijl dagelijks vele voorbeelden leerden dat de menschen ongeduriger dan ooit, prikkelbaarder en vermoeider-overspannen van het buiten-zijn terugkeerden.'
(Frans Coenen jr., 'Aan zee', in: Vluchtige verschijningen, 1903, p. 82)

WOENSDAG Glazen plafond? Glazen kist!!
De levensverwachting is weer toegenomen. 'Voor mannen ging de levensverwachting omhoog van 75,5 tot 78,8 jaar, voor vrouwen was er een stijging van 80,6 tot 82,7 jaar.' (Nu.nl)
78,8 versus 82,7, godverdomme man!
Wie wordt er hier nou gediscrimineerd!?

DONDERDAG Totaalmalloot van de week
De hiphopper Sef, die zijn cd De Leven heeft genoemd. Sef over deze grammaticale frats: 'Als 't Het Leven was, zou ik te veel voor andere mensen spreken.' En Een Leven dan? Of Mijn Leven, Sjefke...?

VRIJDAG Klacht
Ik vestig hier graag eens de aandacht op een branche waarin agressieve verkooptechnieken meer en meer aan de orde van de dag zijn: de gratis forenzenkrantjes. Voorheen kon je er naar believen zelf een uit een bak vissen, maar tegenwoordig steken die gratiskrantuitdelers je het krantje pontificaal onder je neus en als je er geen hoeft zijn ze beledigd of slingeren ze je een smalende opmerking naar je hoofd. Sommige lui blokkeren zelfs de looplijnen op stations, zodat je er haast niet omheen kunt. Zouden ze in die sector inmiddels ook met bonussen werken?

ZATERDAG C
Geweldig boek: C. Honderd notities van een alleslezer van Paul Claes. Erudiet, grappig, scherpzinnig. Een soort van wintervakantieboek voor de literatuurliefhebber.

donderdag 24 november 2011

Schoonheid plus mededogen

Onlangs voltooide ik een klein project: elke avond voor het slapen gaan las ik een verhaal uit Joost Zwagermans bloemlezing De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen. Hieronder twaalf ontdekkingen uit deze mammoet. Het zijn niet de twaalf beste verhalen of zo, want dat zou een lijst opleveren waarin zeker 'Vrouwen winnen' van Hotz, 'Brommer op zee' van Biesheuvel, 'De sprong der paarden en de zoete zee' van Mulisch, 'De laatste jaren van mijn grootvader' van Reve, 'Gevederde vrienden' van Wolkers en 'De aktetas' Bordewijk zouden staan. Dat zijn echter erkende klassiekers; dit hieronder zijn twaalf verhalen van auteurs die ik nog niet of nauwelijks kende, van wie ik alleen ander werk kende, van wie ik dacht dat hun talent op andere vlakken lag, etc.

1.Frans Coenen, 'Van een klein leven'
Over een oude horlogemaker die gekweld wordt door financiële zorgen en een verstikkend huwelijk. Het somberste verhaal dat ik ken. Rake beelden, een doordringende mismoedige sfeer en een emotionerend slot. Schoonheid plus mededogen en dus Kunst.
2.Bertus Aafjes, 'De filosoof'
De dichter Aafjes sneuvelde onder het geweld van Vijftig, maar zijn poëzie is nog steeds de moeite waard. Ook zijn proza blijkt lezenswaardig. Dit verhaal over de dolle denker Porjef Porjof munt uit door verbeeldingskracht en een amusant-ironische vertelstem: 'Hij meende te moeten vallen'.
3.Maria Stahlie, 'De obsessie van Wallie van Alten'
Sympathieke vertelling over een dromerig buitenbeentje dat idolaat is van Woody Allen. Lichtvoetig verteld en barstend van vertelplezier. 'Wally glimlachte een ruige glimlach vol echt gevoel naar zijn spiegelbeeld.'
4.Carry van Bruggen, 'Het onbegrepene'
Over een joodje dat op school gepest wordt met 'jood' en 'smaus' en hypergevoelig is voor 'de huiver voor 't vreemde, dat hij dee... 't vreemde, dat hij was...'. Het 'arme, gemartelde ventje' begrijpt het niet. Een schokkend vooroorlogs verhaal over ingebakken antisemitisme.
5.Maurice D'Haese, 'Het paard'
Prachtig zintuiglijk verhaal over de jongen Thomas die in een intens droombeeld een teer, naakt meisje tracht te redden van een monstrueus paard dat briesend en razend het huis binnendringt. Zinderend van erotiek en primitieve angstgevoelens.
6.Josien Laurier, 'De verhalenbundel'
Vernuftig spel met werkelijkheid en fictie, waarin de tekst van het verhaal op Calvino-achtige wijze vermengd raakt met de tekst van de verhalenbundel die het personage leest, maar zonder dat het allemaal onleesbaar of gekunsteld wordt.
7.Theun de Vries, 'Traan op het ijs'
Deze 97 jaar oud geworden communist kennen we toch vooral nog als een door W.F. Hermans op zwavelzuur gezette mandarijn ('De huursoldaat van de vrede'), maar in dit verhaal wordt de bedrijvigheid rondom de walvisjacht bij Spitsbergen zeer zintuiglijk geëvoceerd.
8.Salvador Hertog, 'De poort Waarachtig'
Surrealistisch, onbegrijpelijk verhaal dat toch indruk maakt door het fantastische taalgebruik: 'De paters zeiden nee tegen de anderen die ja zeiden. Toen werden ze gehangen. Het hangen van neezeggers is een oeroude bezigheid, met zoveel plezier bedreven [...] dat men bij het ontbreken van neezeggers ook afzeggers ophangt.'
9.Johan de Meester, 'De klompjes'
Net als Coenens verhaal een gitzwart stuk proza met een kil registrerende verteller. Met zware symboliek geladen natuurevocaties - 'gore, uitgezakte lucht' en 'dofzwaar gieren van het water' - en mooi klankspel: 'Klepkre, klepkre, over de Keiendijk klepten en knerpten drie paren kleine klompjes.'
10.Josepha Mendels, 'Bram slaat een roffel'
Verhaal dat leest als een muziekstuk, traag en loom beginnend, allengs opzwepender, een verstillend middenstuk en dan ineens een uitschieter vlak voor het eind: 'Ja, Bram slaat een roffel!' Een schreeuw om aandacht voor het leed van een Joods gezin.
11.Jan Brokken, 'Het laatste oordeel'
Ontroerend verhaal over een vader en een zoon. De oude, een intellectueel, moet naar een verzorgingshuis en mag maar een klein deel van zijn bibliotheek meenemen. '"Zestien delen Goethe." "Allemaal mee of niet één."' Een gevecht tegen de sterfelijkheid met de literatuur als wapen én offer.
12.Oek de Jong, 'Dekker, Koolen en Buis'
Op Nescio geïnspireerd verhaal over de ondergang van drie hemelbestormers met een ijsfabriekje. Buis gaat dood, Dekker snijdt zich uit droefheid de strot af en Koolen besluit vervolgens uit woede tweehonderd te worden. Hij haalt het. En dan die onvergetelijke slotzin: 'Maar toen ging hij ook.'

maandag 21 november 2011

Against Albumtracks

Afgelopen vrijdag vond de officiële kick-off plaats van de Radio 2 Top 2000, editie 2011, met de opening van de stemweek. Nog tot komende vrijdag 20.00 uur kan er gestemd worden. Een nieuwe editie van de Top 2000 betekent ook dat een jaarlijks terugkerende discussie in de fora en gastenboeken weer opleeft: de 'keuzelijst' van Radio 2 zou te beperkt zijn. 'Waarom staat x van y er niet in??' is de vaakst geposte reactie. Op de plek van x staat dan bijna altijd een albumtrack van een bekende band y. Drie van de tien keer gaat het om 'Echoes' van Pink Floyd. Ik vind dat onzin.

Het begrip 'cultureel geheugen' is wellicht nuttig om mijn punt te maken. Het geheugen van een cultuur bestaat uit zowel collectieve als individuele herinneringen en ervaringen, die beide van belang zijn voor identiteitsvorming. Tegelijkertijd staan de collectieve en de individuele herinneringen in een gespannen verhouding tot elkaar: niet alle individuele herinneringen passen binnen het dominante collectieve geheugen. Deze dringen dus ook niet door tot het cultureel geheugen. In de context van de Top 2000 gaat het dan bijvoorbeeld om albumtracks van een bepaalde band. Voor fans maken deze nummers deel uit van het cultureel geheugen, maar dat is niet terecht: ze zijn verbonden aan individuele herinneringen, maar hebben geen plaats weten te bemachtigen in het collectieve geheugen. En om dat collectieve gaat het nu juist bij de eindejaarslijst van Radio 2.

Ik heb het al vaker betoogd: de Top 2000 is niet een lijst met de beste tweeduizend liedjes aller tijden en heeft ook niet die pretentie. Het is een evenement, een traditie op zich inmiddels, waarbij de muziek maar een deel van de feestvreugde is. Het belangrijkste deel, zeker, maar niet alleenzaligmakend. Het is bovenal een collectieve ervaring: vorig jaar luisterden er maar liefst 11 miljoen mensen naar de Top 2000. Dat zijn WK-voetbal-achtige proporties.

Als ik van mijn favoriete artiesten en bands mijn voorkeursnummer zou mogen kiezen, dan zou dat bijna nooit een nummer zijn dat in de keuzelijst staat. Bij Neil Young bijvoorbeeld zou ik blind voor 'Albuquerque' kiezen. En zo'n wonderschoon kunststukje als 'A Most Peculiar Man' van Simon & Garfunkel overtreft alle bekende singles van het duo. Maar deze nummers luister ik toch liever in volledige concentratie, in volledige afzondering, op de koptelefoon of in surround.

The Byrds? 'I'll Feel a Whole Lot Better'. APP? 'Silence and I'. Coldplay? 'Don't Panic'. Zelfs bij The Beatles, die er toch al meer dan 50 keer in staan, zou je nog kunnen pleiten voor nummers die er niet in staan maar wel tot het beste van de Fab Four behoren: 'Happiness Is a Warm Gun', 'Octopus's Garden' of 'Taxman'. Maar neen, het zijn albumtracks en die komen, de naam zegt het al, het best tot hun recht op het album zelf.

Ik houd mijn individuele favorieten dan ook het liefst voor mezelf. Ook hierin zit meteen een tegenstrijdigheid, want je wilt ergens toch ook dat zoveel mogelijk mensen kennis nemen van iets schitterends. Maar ik bedoel: ze hoeven van mij niet zonodig op te gaan in de massaliteit van het evenement. Ze verliezen daar wat van hun glans, krijgen niet de kans hun schoonheid optimaal te ontplooien, worden van de weeromstuit middle of the road.

De Top 2000 is een typisch collectief gebeuren: een weergave van de grootste gemene deler, een dwarsdoorsnede van het culturele geheugen, met alle vertekeningen, vergissingen en wansmaken die daar bij horen. Een weergave van wat ooit in de hitlijsten stond en wat in de loop der tijd onlosmakelijk aangeslibd is. Tussen Kerst en Oud & Nieuw vormt het de achtergrondmuziek bij het eten en het drinken, het uitslapen en het bijpraten, het terugkijken en het vooruitblikken, bij die hele bijzondere laatste week van weer een jaar.

En als de kruitdampen van het vuurwerk zijn opgetrokken en iedereen weer naar huis is trek ik een cd uit de kast om in volstrekte eenzaamheid te ondergaan hoe Paul Simon voor mij persoonlijk het verhaal van die most peculiar man bezingt.

zaterdag 19 november 2011

Zeven dagen lang (86)

13 t/m 19 november

ZONDAG Buitenhof
Wilders mag van Frans Weisglas de Euro niet ter discussie stellen, want 'Wilders wordt in het buitenland gezien als deel van de Nederlandse regering, ook al levert zijn partij slechts gedoogsteun'.
Deze drogreden hoor je wel vaker, wat toch eigenlijk verbijsterend is. Omdat men in het buitenland niet de moeite neemt een minuutje uit te trekken om onze regering te snappen zou Wilders zijn mening voor zich moeten houden?

MAANDAG Gijp
Nog een reden om Voetbal International te wantrouwen: René van der Gijp blijft maar afwezig. Hij wil naar verluidt pas weer aanschuiven als hij zich 100% voelt. Daar gaat het al fout. Niemand is ooit voor de volle 100% in vorm, toch?

DINSDAG Radar
Briljante grap in het toch al niet aan gebrek aan humor lijdende Family Guy:
U-Boot.

WOENSDAG Ajax-soap
Iemand vroeg me ooit waar de naam Ajax vandaan kwam. Toen ik verwees naar de Griekse mythologische held in het logo, zei hij dat hij altijd had gedacht dat dat Sjaak Swart was.
Dat is eigenlijk de hele kwestie in een notendop.

DONDERDAG Nederland Leest is vokking tjill
Het leven is vurrukkullijk gurruwwulluk, aldus good old Campert.

VRIJDAG Oss-Maastricht-Oss
Wet: de digitale klok in een touringcar loopt altijd standaard een uur voor of een uur achter.

ZATERDAG M. Koning
Dikke aanrader: de 'eindemaandsconference' van Martijn Koning op Comedy Central. Fragment: Sint-Maarten.

donderdag 17 november 2011

Johan Cruijff

Arnon Grunberg schreef ooit een column voor de VPRO-gids waarin hij finaal de vloer aanveegde met Freek de Jonge. 'Het komt wellicht hard aan,' schreef Grunberg, 'maar laat iemand eens recht in uw gezicht zeggen: u bent Cruijff niet.' En: 'U bent omringd door een parasitaire hofhouding die de illusie van de grote Freek voor u in stand houdt.' Hoe terecht de aanval ook was en is, de zinsnede 'u bent Cruijff niet' klopt niet. Grunberg had beter kunnen schrijven: 'U bent net Cruijff.' Ook die grootheid uit een ver verleden wordt immers door een clubje ruggegraatloze jaknikkers op de troon gehouden.

Na maandenlang traineren van de besluitvorming door Cruijff hebben vier van de vijf leden van de Raad van Commissarisen gisteren spijkers met koppen geslagen en bij monde van voorzitter Steven ten Have Louis van Gaal aangesteld als algemeen directeur, Danny Blind als technisch directeur en Martin Sturkenboom als directeur ad interim. Het vijfde lid, Cruijff, vindt nu dat de andere vier 'gek' zijn geworden.

In Nieuwsuur mocht Ten Have zijn verhaal doen. De voorzitter van de Raad was tot nog toe altijd op de achtergrond gebleven, maar hij maakte een rustige, pragmatische en vooral deskundige indruk. Zonder met modder te gaan smijten maakte hij duidelijk dat men engelengeduld had betracht met Cruijff, maar dat die vrijwel nooit kwam opdagen bij vergaderingen en na vier maanden stilte doodleuk Ling naar voren schoof als beoogd directeur, de kandidaat die al lang en breed afgekeurd was. Cruijff bleek een nogal eigenzinnige visie op het concept van de RvC te hebben: zijn wil is wet en de rest zit er wat hem betreft voor spek en bonen bij. Ten Have trok eindelijk de consequenties uit dit misplaatste gedrag en nam een moedige beslissing door het niet langer te slikken.

Johan Cruijff denkt dat hij de man is die Ajax kan redden, sterker: hij is er heilig van overtuigd. Dit is hem niet eens echt kwalijk te nemen. Er is namelijk nooit iemand die hem tegenspreekt. Als je alleen maar mensen om je heen hebt die alles wat je zegt kritiekloos aanvaarden, dan ga je zelf in je eigen onfeilbaarheid geloven. De parasitaire hofhouding rond Cruijff maakt maar wat graag deel uit van zijn entourage en wordt verblind door het goddelijke aura van de grote nummer veertien. Keje Molenaar, gestudeerde ex-voetballer en Cruijff-paladijn, verklaarde doodleuk dat die hele RvC-constructie erop neerkomt dat Cruijff de baas is en de andere vier Johans heerschappij faciliteren.

Al dit gedoe komt voort uit een veel fundamenteler probleem, en dat is dat iedereen bij de club denkt dat Ajax iets bijzonders is, een fenomeen waar andere, verheven wetten gelden. Je ziet het in alle geledingen, van spelers die niet snappen waarom fans van tegenstanders toch zo tegen Ajax zijn tot fans die het walgelijke spreekkoor 'Wij zijn Ajax, wij zijn de beste' blijven uitbraken. Al het gedoe is een gevolg van deze hoogmoed. Alle betrokkenen menen dat Ajax gered moet worden, maar het is niet duidelijk waarvan eigenlijk. De hele rommelige revolutie begon toen Cruijff de noodklok luidde nadat Ajax met 2-0 had verloren bij Real Madrid, wat voor niemand een schande is, laat staan een verrassing, behalve voor Ajax zelf en Cruijff in het bijzonder. Een typische emotionele reactie van een supporter, maar omdat het Cruijff was die het zei moest ineens alles anders.

Cruijff wil van Ajax een Nederlands Barcelona maken. In Barcelona mogen de 'socios' de president kiezen. Barca heeft meer dan 160 000 socios. Ajax heeft zo'n 500 leden. Die kiezen niet de leider, maar een ledenraad, die bestuursleden mogen benoemen. In de ledenvergadering mogen ook ereleden een stem uitbrengen, maar naar verluidt weer niet over het bestuur, terwijl juist die ereleden het bij Ajax op basis van hun verleden als voetballer voor het zeggen menen te hebben, met voorop Sjaak Swart, de zelfbenoemde honderdman van de vijfde colonne.

Die colonne komt elke donderdag bijeen in de kantine. Volgens Molenaar is dat het hart van Ajax en worden daar spelers, trainers en het reilen en zeilen bij de club besproken. Elke club heeft z'n groepje oude mannetjes die het vanaf de zijlijn elke dag weer staan te weten. Ze horen bij de inboedel, hebben alles al eens meegemaakt en leven bij het principe dat vroeger alles beter was. Het enige verschil is dat ze bij Ajax daadwerkelijk ooit iets gepresteerd hebben en nu tot zieners worden verheven. Dat sentiment is funest voor een club die al lang niet meer een volksclub is maar een beursgenoteerd bedrijf. Van nostalgie kun je niet vreten.

Ten Have zal vrijdag wel weer door Johan Derksen overladen worden met hoon. Derksen blinkt in Voetbal International altijd uit in scherpe, uitgesproken en weldoordachte opinies, maar zo gauw het over Ajax en Cruijff gaat transformeert hij tot een onderdanige slippendrager van Cruijff, een buikspreekpop van het orakel van Barcelona. Bovendien heb ik hem nog nooit kunnen betrappen op gefundeerde kritiek op Ten Have, hij komt nooit verder dan totaal niet terzake doende flauwiteiten over de titulatuur van die 'Professor Doctor Meester van de Vrije Universiteit'.

Toen Cruijff in april Van den Boog en Coronel eruit gewerkt had antwoordde hij op de vraag hoe het nu verder moest: 'Geen idee, daar ga ik niet over.' Johan Cruijff komt al jarenlang weg met zulke fratsen omdat hij Johan Cruijff is. Toen hij als speler in 1983 in conflict kwam met het bestuur liet hij uit pure rancune een overgang naar aartsrivaal Feyenoord arrangeren. Als dat je idee van loyaliteit aan Ajax is, dan valt er voor fans van andere clubs de komende maanden nog heel wat te lachen met die revolutie daar in 020.

zaterdag 12 november 2011

Zeven dagen lang (85)

6 t/m 12 november

ZONDAG State of mind (II)
Waiting for the end to come
Wishing I had strength to stand
This is not what I had planned
It's out of my control
(Linkin Park - 'Waiting for the End')

MAANDAG Dagh-licht
Dit is zo'n typische mistige novemberdag waarop het zeer vroeg donker wordt, maar misschien is het beter om te zeggen dat het vandaag nooit echt dag is geworden.

DINSDAG Forens
Wederom een aanvulling op de fenomenologie: 'De blaasbalg': zo'n dikke die op het laatste nippertje nog de trein heeft gehaald en vervolgens een halfuur nodig heeft om al hijgend, zwetend en steunend achter zijn adem te komen.

WOENSDAG Vertraging?
Al heel lang een curieus dingetje op Utrecht CS: de trein naar het zuiden die ik in de avondspits meestal neem, vertrekt volgens het bord vooraan het perron om 17.52 uur en volgens het bord achteraan om 17.53 uur.
Hardnekkige tegenstrijdigheid? Of zou de trein zo lang zijn dat het achterste deel pas een minuut later de plaats passeert vanwaar het voorste is vertrokken?

DONDERDAG Fuck you Papandreou
Waarom wordt dat verschrikkelijke mens Ingeborg Beugel steeds uitgenodigd bij Pauw & Witteman? Zelf helemaal niks te melden hebben en dan constant door andere items heen gaan zitten blèren. Als de Moszko aan het vertellen is over de zaak-Wilders hoor je om de twee minuten: 'Waar gaat dit over? De wereld staat in brand!' Flikker toch op, het gaat al maanden over die kudt-Grieken, niemand doet iets en niemand heeft er nog iets zinnigs over te melden. Echt nieuws deze week: 38,7% van de Marokkanen tussen 12 en 24 komt één keer of vaker met de politie in aanraking (hier in 's-Hertogenbosch zelfs 47,7% - de helft!); nee, wen er maar aan, mevrouwtje Beugel: die Geert Wilders doet nog wel een tijdje mee.

VRIJDAG 11-11-11
Al die stellen die per se vandaag willen trouwen 'omdat het zo'n speciale datum is'. Ja, ja, een ideale datum om je trouwdag te kunnen onthouden...

ZATERDAG Zaterdagse waarheid
'Wanneer ik mij die oude knechten nog eens voor den geest haal, dan begrijp ik nu de volkomen harmonie van hun leven, dat in zijn gang zoo onverstoord tot het einde is geloopen. Wij leefden in een kleine, patriarchale republiek, waar aan ieders behoefte werd voldaan. Zij waren ondergeschikt niet zoozeer aan den een of anderen persoon als aan een bestaanden, van-zelf-sprekenden toestand. Daardoor bleven die knechten tot in hun hoogen ouderdom daar, waar zij als jongemannen waren gekomen. Zij waren tevreden en gingen op in het leven van mijn grootouders en ouders en dezen gingen voor een groot deel weer op in hun leven. Bijzondere gebeurtenissen waren er zelden. Iedere dag geleek op den vorigen. Wel was dat eentonig, maar die eentonigheid was de vruchtbare akker, waarop het zaad tierde van een lumineus aardsch bestaan.
Waarom ook de voortdurende verandering? Is de stabiele toestand niet de meest benijdbare? Hoeveel menschen werpen het goed weg, dat zij hebben, om te ijlen naar het land der onzekerheden! Het is zwakte de voortdurende verandering te willen, zwakte niet te kunnen blijven in een toestand, die draaglijk is en die door het volhouden stellig zou verbeteren. Het eenmaal door het lot toebedeelde is dikwijls het ware; het is mogelijk de vrucht van een onfeilbaar werkende omgeving. Ik geloof, dat de tegenwoordige veranderingszucht, die in alle menschengroepen is doorgedrongen, weinig tot het geluk zal bijdragen, misschien wel de grootste bewerker van ongeluk zal zijn.'
(Frans Erens - Vervlogen jaren, 1938, p. 26-27)

donderdag 10 november 2011

Van Limburgers en Duitsers

Ik ben in ernstige gewetensnood. Ik doe niets liever dan op maandagavond naar Voetbal International kijken, maar kan ik dat nog wel blijven doen? Nu Johan Derksen zijn ziel aan de duivel heeft verkocht is een mentale krachtsinspanning nodig om hem nog serieus te nemen. Hoe weet ik immers dat ik niet naar een commercial voor een dubieuze energieboer zit te kijken?

Het spotje voor de Ned. Energie Maatschappij is tenenkrommend. Ik zeg: had-ie niet moeten doen. Deze Populistische Energie Maatschappij is zo'n beetje de PVV onder de energieaanbieders. Wat bij Wilders c.s. de belofte van forse belastingverlaging en een acute immigratiestop is, heeft bij Derksens nieuwe werkgever de vorm van de goedkoopste energie die ook nog eens van vreemde smetten vrij is. Wat betreft het nakomen van beloftes ontlopen ze elkaar overigens ook niet veel, want die vaderlandse energie schijnt helemaal niet de goedkoopste te zijn en de Mij staat in de gerangschikte lijst van alle 24 energieleveranciers stijf onderaan.

Eerder manifesteerde de NEM zich al op een negatieve manier door zich agressief af te zetten tegen de Duitse concurrent: 'ik zeg Nein!' We moesten maar overstappen op de Néderlandse maatschappij met zijn lage Hóllandse tarieven... Die afkeer van Duitsers en dat appèl aan het Hollandsch is bij nader inzien hoogst merkwaardig. De Limburgse achterban van Geert zal men er niet mee aanspreken. Want niet alleen is de populariteit van de PVV in het zuiden des lands voor een belangrijk deel een uiting van afkeer van al wat Hollands is, ook zijn er daar stevige banden met Duitsland.

Je ziet het eigenlijk al bij een simpele blik op de landkaart: die Limburgse leuter penetreert diep in België en Duitsland en hangt er vanuit de rest van Nederland gezien maar een beetje bij. Die inbedding in de huidige buurlanden heeft historische wortels die zeer diep gaan. Limburg heeft feitelijk nooit echt bij Nederland gehoord. In 1830 sloot het zich nog gretig aan bij de Belgische revolutie en in 1848 werd gepoogd Limburg tot een deel van de nieuwe Duitse eenheidsstaat te maken. Nog tot 1906 noemde Limburg zich een hertogdom, ofschoon het al sinds 1866 officieel een Nederlandse provincie was. En tot op de dag van vandaag is er in Limburg een gouverneur in plaats van een Commissaris van de Koningin.

Hoe sterk de gerichtheid op Duitsland was, in alle lagen van de bevolking, blijkt uit het merkwaardig mooie boek Vervlogen jaren (1938) van Frans Erens, over zijn herinneringen aan de Tachtiger beweging. De hoofdstukken over Kloos, Van der Goes, Van Eeden en anderen laat Erens onder meer voorafgaan door 39 verbijsterende bladzijden 'Jongensjaren'. Erens was in 1857 geboren in Schaesberg, in Zuid-Oost Limburg. Hij herinnert zich zijn grootmoeder 'als een oude vrouw, die altijd in een leuningstoel zat, het (Amsterdamsche) Handelsblad lezende en de Echo der Gegenwart uit Aken' (p. 7).

In mijn naïviteit verwachtte ik een toelichting bij die Duitse krant, maar het tegendeel bleek waar: 'Dat zij het Handelsblad las, was in onze streek iets bijzonders, want niemand kende in dien tijd genoeg Hollandsch om een courant in dien taal te lezen.' De elite sprak Frans en Duits, maar ook het volk sprak geen Hollands, maar plat 'dat bij ons in dien tijd een plat Duitsch was' (p. 7). Bidden deed men in het Duits en een tante van Erens las '[d]e werken van de H. Theresia [...] in een Fransche vertaling en die van Johannes van het Kruis in het Duitsch' (p. 15).

Zelfs de knechten, die lezen noch schrijven konden, zongen 'altijd Duitsche liederen' (p. 18) en als vader Erens 's avonds met de knechten in de keuken voor het vuur ging zitten om het werk van de voorbije en de volgende dag te bespreken, dan werd dit gesprek 'in een zwaar Duitsch plat gevoerd' (p. 19). Het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog in 1870 heeft de impact van een nationale zaak. 'In dien tijd leefde men in Limburg meer mee met Frankrijk en Duitschland dan met Nederland,' staat er onomwonden (p. 25). De typering van de Schaesbergse familie Stassen zegt alles: zij 'spraken onder elkander ook altijd Duitsch. Zij kenden geen woord Hollandsch en waren nooit in Holland geweest.' (p. 33)

Frans Erens kon goed leren en mocht naar Rolduc. Via Bonn en Parijs belandde hij in Amsterdam, waar hij een vooraanstaand figuur in de wereld van de literatuur werd. Hoezeer hij ook onvoorwaardelijk werd opgenomen in de kring van de Tachtigers, hij bleef zich door zijn achtergrond toch altijd een buitenbeentje voelen: 'Fransche en Duitsche elementen gaven aan mijn eerste jeugd den stempel en het leek mij soms alsof het Hollandsch voor mij een aangeleerde taal was.' (p. 93)

Honderdvijftig jaar geschiedenis hebben de Limburgs-Duitse verknooptheid flink losgewoeld, maar je zou kunnen stellen dat Limburg nog altijd met de rug naar Holland en met het gezicht naar Duitsland (en België) gekeerd staat. Limburgers zijn hoe dan ook erg op zichzelf gericht. Ik kom weleens in Limburg en dan valt mij altijd op dat iedereen er het dialect beheerst, van jong tot oud. Daar heb ik diep respect en zelfs een aan jaloezie grenzende bewondering voor. In Limburg is men in de eerste plaats Limburger, pas op een lagere plaats Nederlander en op geen enkele manier Hollander.

In dat licht is de keuze voor Derksen, de standvastige provinciaal die niets moet hebben van de Hollandse zelfgenoegzaamheid, niet eens zo'n vreemde. Volgens Thomas von der Dunk mogen mensen uit het rurale zuiden helemaal niet op Wilders stemmen, want 'wat hebben die te mekkeren over de multiculturele samenleving'? Vast het een en ander, maar het is toch vooral een vorm van democratisch verzet tegen de machtige arm van Holland. Daar gaat Von der Dunk volledig aan voorbij, hoe Duits zijn naam ook is.

dinsdag 8 november 2011

CD-recensie: Helplessness Blues


Eerder dit jaar verscheen het langverwachte tweede album van Fleet Foxes. Helplessness Blues is de opvolger van het alom bejubelde self-titled Fleet Foxes uit 2008. Die cd heeft altijd wat ambivalente gevoelens bij me gewekt. Enerzijds werd ik volledig gegrepen door enkele nummers, zoals de vrieskou ademende 'White Winter Hymnal', de aangrijpende 'Tiger Mountain Peasant Song', het intense slot van 'Oliver James' en zeker ook 'Blue Ridge Mountains', waarbij ik het zelfs niet altijd droog hield tussen 1:55 en 2:15. Anderzijds luisterde ik bij voorkeur niet het hele album omdat de andere liedjes me weinig tot niets deden.

Voor Helplessness Blues hoopte ik dan ook op vergelijkbare aangrijpende liedjes, maar nu ingebed in een consistent album. Alles lijkt eraan gedaan om Helplessness Blues meer te laten zijn dan slechts een verzameling liedjes. Motieven keren in meerdere songs terug, zowel op muzikaal als op tekstueel vlak, vaak zelfs letterlijk. Zo is Innisfree, het geïdealiseerde eiland uit de poëzie van W.B. Yeats, een terugkerend thema. Ik heb de cd nu vele malen geluisterd en ik moet toch tot de conclusie komen dat het Robin Pecknold en zijn mannen niet gelukt is. Wederom word ik zeer geraakt door de schoonheid en diepgang van enkele nummers, maar kan het album me als geheel niet bekoren.

Hoogtepunt is, al vanaf de eerste luisterbeurt, de titelsong 'Helplessness Blues'. Het openingscouplet is overdonderend in zijn helderheid en waarachtigheid: 'I was raised up believing / I was somehow unique / Like a snowflake, distinct among snowflakes, unique in each way you can see. / And now after some thinking / I'd say I'd rather be / a functioning cog in some great machinery, serving something beyond me.' Zo is het. De muziek komt vervolgens fanatiek opzetten. Er wordt uitgevaren tegen de 'men who move only in dimly-lit halls / and determine my future for me'. Het is een escapistisch lied, dat waardig eindigt met een minuten durend droombeeld van een gelukkig landleven: 'If I had an orchard / I'd work till I'm sore.'

Al even meeslepend is het ruim acht minuten durende 'The Shrine/An Argument'. Dit nummer is opgebouwd uit vier delen, die muzikaal nauwelijks op elkaar aansluiten, een beetje zoals de drie delen in Paul McCartney's 'Band on the Run'. Ook daar levert dit evenwel toch een goed nummer op. Met 'Band on the Run' heeft 'The Shrine/An Argument' ook het contrast in tempo en sfeer tussen de verschillende delen gemeen. De luisteraar wordt heen en weer geslingerd tussen stemmig-somber en bruisend-bevlogen.

Net als 'Helplessness Blues' begint ook 'The Shrine/An Argument' narratief erg sterk, met een indringend beeld: 'I went down among the dust and pollen / to the old stone fountain in the morning after dawn.' Op de bodem van de fontein ligt muntgeld, 'fallen from the hands of childeren, / they were there and then were gone. / And I wondered what became of them, what became of them.' Het refrein toont de dualiteit van Pecknold: van het krachtig gezongen 'Sunlight over me no matter what I do' switcht hij in één adem naar het zijige 'Apples in the summer are cold and sweet'. In de slotminuut is de ruzie uit het tweede deel van de titel verwerkt, treffend verklankt in het wilde geweld van een jazzsaxofoon.

Het andere uiterste vinden we in 'Blue Spotted Tail', een klein, ingetogen liedje en de derde topper van de cd. De existentiële angst, ook een leidmotief, is hier prachtig gesitueerd in de verlorenheid en vergeefsheid die men weleens ervaart onder de sterrenhemel, die gapende afgrond boven ons. 'Why is life made only for to end? / Why do I do all this waiting then?' Ook 'Battery Kinzie' en 'The Plains/Bitter Dancer' hebben hun bekoring, respectievelijk huizend in het verhaal en de muzikale opbouw, maar de overige nummers doen te weinig, hebben niet dat splijtende moment. Opener 'Montezuma' begint sterk, maar bloedt dood, 'Bedouin Dress' en 'Sim Sala Bim' komen nooit echt op gang, en 'Lorelai' en 'Someone You'd Admire' zijn uiteindelijk vlakke, saaie nummers.

Helplessness Blues moet het dus hebben van drie à vier weergaloze tracks. Is dat genoeg, een stuk of wat juweeltjes? Ik vrees van niet. Bij een debuutalbum is wisselvalligheid in kwaliteit vergeeflijk, bij een tweede proeve van bekwaamheid mag er zwaarder aan getild worden. Maar, we leven in een wereld waarin de luisteraar vrij is zijn eigen cd bij elkaar te selecteren. De toppers van Fleet Foxes en Helplessness Blues leveren bij elkaar een uitmuntende cd op, zinderend van schoonheid en emotie.

Cijfer: 7,5