Tegenover het fenomeen 'cover' in de muziek sta ik altijd wat huiverig. Vaak gaat het om goedkope na-aperij, een misplaatst eerbetoon of verkrachting van het origineel. Zelden is een cover interessanter dan het origineel. Toch is juist dat concept van een origineel nogal problematisch als het om popmuziek gaat. Niet zelden is het schimmig wie de eerste was of is er überhaupt geen sprake van een originele creatie omdat een lied muzikaal of tekstueel in een traditie staat van anonieme overlevering.
Een van die zeldzame gevallen waar ik de cover mooier vind dan het origineel betreft 'The Times They Are a-Changin''. Bob Dylan schreef het nummer in het najaar van 1963, waarna het begin 1964 als openingstrack op het gelijknamige album verscheen. De Dylan-versie is tot op de dag van vandaag veruit de bekendste, maar ik geef de voorkeur aan de cover van The Byrds uit 1965. Overigens is 'de' cover hier te kort door de bocht, want het nummer is tientallen malen gecoverd. Voor The Byrds hun adaptatie uitbrachten was 'The Times They Are a-Changin'' bijvoorbeeld ook al opgenomen door Peter, Paul & Mary en The Beach Boys.
De versie van The Byrds klinkt heel anders dan die van Dylan. Waar het nummer bij Dylan voor mij altijd een retorische, dwingende kracht heeft, met een loodzware ondertoon, daar is het bij The Byrds veeleer een vrolijk, licht liedje in de sfeer van een ironische constatering. De tekst is identiek, dus dat verschil moet veroorzaakt worden door de muziek. Natuurlijk zijn ritme en tempo anders, waarbij behalve de drums de non-stop 'jangle' van de legendarische twaalfsnarige Rickenbacker van Roger McGuinn een cruciale rol speelt. Dit volle geluid klinkt vele malen behaaglijker, comfortabeler dan het kale akoestische gitaargeluid en het snerpende mondharmonicaatje van Dylan.
Toch moet ook de zang niet onderschat worden. Uit het schuurpapieren stemgeluid van Dylan spreekt een veroordeling van de bestaande situatie, een aanklacht tegen het gezag, een apodictische aankondiging van andere tijden. De stem van Roger McGuinn, die de leadzang in de versie van The Byrds verzorgt, is veel minder rauw maar toch ook nog vrij dwingend. De doorslaggevende factor is mijns inziens dan ook de zang van Gene Clark en vooral David Crosby, die het refrein mee zingen. Hun warme, melancholische stemmen staan mijlenver af van de schelle, strenge strot van Dylan.
Het is alsof ze Dylan citeren, zijn tekst echoën, en op hem en zijn boodschap door de vervorming van de echo met milde ironie reageren. Zo staat de versie van Dylan dus tegenover die van The Byrds als een onweerlegbare proclamatie tegenover een minzame observatie.
Met de kennis van nu is dit een paradoxale conclusie. Dylan schokte in 2004 immers de voltallige babyboomgeneratie met zijn bekentenis dat het hem toentertijd nooit om het maatschappelijk engagement te doen is geweest. In zijn memoires beschrijft Dylan hoe hij eigenlijk tegen zijn zin in gebombardeerd werd tot de stem van een nieuwe generatie: 'I had very little in common with and knew even less about a generation that I was supposed to be the voice of'. Die bekentenis deed nogal wat stof opwaaien bij de hippies van toen. Alsof opeens de rechtvaardiging voor hun revolutie verdwenen was.
David Crosby is daarentegen de ware wereldverbeteraar gebleken. In 2005 werd hij door Leo Blokhuis geïnterviewd voor de Top 2000 a gogo. Bijna pensioengerechtigd was Crosby strijdbaarder dan ooit. Getooid in sjofele blouse, een hip baseballpetje op het hoofd en een enorme grijze walrussnor onder de neus voer hij uit tegen maatschappelijke misstanden en kwaadaardige rechtse politici zoals hij vroeger al deed. En zoals Dylan in zijn jonge jaren. De tijden veranderen, de liedjes blijven, hun boodschap blijft ook, maar de boodschappers, die wisselen weleens van rol.
Bob Dylan - The Times They Are a-Changin' | The Byrds - The Times They Are a-Changin'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten