zaterdag 28 april 2012

Zeven dagen lang (109)

22 t/m 28 april

ZONDAG Levon Helm overleden
Vanochtend als saluut Music From Big Pink twee keer gedraaid. 'The Weight' blijft een schitterend nummer, maar ik moet toch toegeven dat ik ook na deze luisterbeurten maar niet volledig 'in' dit album kan komen. Het is van hoge kwaliteit - dat hoor ik wel -, en sommige nummers raken me ook wel, maar de cd als geheel wil me maar niet grijpen.

MAANDAG Geert
Wilders gooide het gisteren op 'dictaten uit Brussel' en 'onze ouderen' die in hun portemonnee zouden worden gepakt. Erg pijnlijk dat uit de vandaag openbaar gemaakte afspraken uit het Catshuisoverleg blijkt dat juist iedereen behalve de ouderen erop achteruit zou gaan.
Wat betreft die 'dictaten uit Brussel' heeft Wilders overigens volledig gelijk.

DINSDAG Neelie
Volgende bemoeial uit Brussel: Neelie Kroes krijst dat Wilders een leugenaar is.
In Frankrijk is ene François Hollande, die al heeft laten weten het niet zo nauw te nemen met dat begrotingspact, hard op weg president te worden. Hij ligt nu al op ramkoers met Merkel. Maar horen we Neelie dan ook uithalen naar Hollande? Nee, dat is grote jongen Frankrijk, dan houden we wijselijk onze mond.
NB: Wouter Bos, collega-sociaaldemocraat van Hollande, bekent in Trouw de voorkeur te geven aan Sarkozy: ik ben 'niet bepaald de grootste fan van Hollande'.

WOENSDAG Politiek vacuüm
Ideetje: als François Hollande president van Frankrijk wordt, dan vragen wij Sarkozy of hij hier premier wil worden.

DONDERDAG Overstap-overpeinzing
Vanaf het perron van station Roosendaal kijk ik altijd met enige weemoed en met spijt naar het stadion van RBC. In het altijd winderige Roosendaal zijn de witte vlaggen op het dak van het stadion gewoon blijven wapperen, de enige beweging die er nog viel waar te nemen. Maar elke week zijn de vlaggen er slechter aan toe. Sommige zijn gerafeld, sommige gescheurd. Enkele vlaggen zijn reeds volledig gesneuveld. Zo zullen ze allemaal, een voor een, het onderspit delven. Als ook de laatste vlag zijn strijd heeft verloren is het stadion, en daarmee RBC, definitief ter ziele, voorgoed verstild verleden.

VRIJDAG Gedichtje
Schoolklas gered uit drijfzand
Dat had
nog heel wat
voeten in de aarde

ZATERDAG Tip
Programma dat ik nu al enkele zaterdagen 'per ongeluk' heb gekeken, maar dat verrassend goed is: De Slag Om Nederland van Teun van de Keuken (VPRO), een programma 'dat Nederland terug wil geven aan de Nederlanders' door misstanden in de publieke ruimte aan de kaak te stellen. Met heel slimme cameravoering en montage. Zo wordt bijvoorbeeld ook getoond hoe bij geïnterviewde politici, bestuurders en andere bobo's het microfoontje wordt opgespeld. Maakt ze op de een of andere manier meteen een stuk minder onaantastbaar. Zie

donderdag 26 april 2012

Akkoordje

Adriaan van Dis pleitte deze week voor politiek optimisme, voor een inspirerend verhaal om de crisis te lijf te gaan, om het huidige chagrijn te bezweren. Gek genoeg kreeg ik de afgelopen dagen zo nu en dan - heel kort - zo’n gevoel van geestdrift wanneer ik de politieke berichtgeving las. Er waren op verschillende plekken in het gebouw van de Tweede Kamer gesprekken op gang gekomen, zo heette het. Partijen en politici van uiteenlopende pluimage zochten toenadering tot elkaar. Men bezocht elkaars werkkamer, er was plots volop activiteit.

Het had wel wat weg van zo’n versneld afgespeelde opname van een stuk natuur aan het begin van de lente. Na de bewegingloze, levenloze leegte begint de grond plotseling te bewegen en in mum van tijd schiet er op allerlei plaatsen fris en dartel leven omhoog. Kortom, er zat weer schot in de zaak. En Jan Kees de Jager was de zon die het allemaal mogelijk maakte. De minister van Financiën wist in razend tempo de neuzen de juiste kant op te krijgen en heden avond lag er al een principeakkoord van vijf partijen.

CDA, VVD, D66, GroenLinks en CU dus. Geen PvdA – en terecht ook. Riep Samsom immers niet heel stoer dat het kabinet niet op zijn steun hoefde te rekenen als het mis mocht gaan met de gedoogconstructie? Het was gedaan met het aan een meerderheid helpen van kabinetsplannen, aldus Samsom, zelfs al kwamen die overeen met de eigen politieke agenda van de sociaaldemocraten. Nu is het dan zover en is hij beledigd dat hij niet mee mag praten. Diederik speelde de voorbije dagen overal de mooie jongen die het allemaal wel zou gaan oplossen. In het landsbelang, zei hij er nog bij. Maar dat landsbelang moet het niet van Diederiks bijdrage hebben, gelukkig maar.

Wilders is de machtigste man van het land, riep menigeen de laatste twee jaar. Hij en niemand anders zou aan de touwtjes trekken, een opinie die altijd ferm werd tegengesproken door premier Rutte. Een blik op de plannen die nu op tafel liggen laat zien hoe groot de invloed van Wilders inderdaad was. Hypotheekrente, pensioenleeftijd, ontslagrecht, alle punten die tot voor kort hete hangijzers waren waaraan men zich maar niet durfde te branden worden nu ijzers die men smeedt nu ze heet zijn.

De ad hoc coalitie is op het eerste gezicht een merkwaardig kwintet, maar bij nader inzien toch weer niet. VVD, D66 en GL is een voor de hand liggend triumviraat: de drie liberale partijen bijeen. Ook CDA en CU is een logische combinatie: de verzamelde confessionelen - minus SGP. Maar liberalen met confessionelen lijkt een problematisch verbond, op 'ethisch' terrein liggen ze immers mijlenver uiteen. Maar juist op sociaal-economisch terrein zijn er grote raakvlakken, zeker sinds het CDA de neoliberale weg is ingeslagen onder Lubbers, later geïntensiveerd door Balkenende.

En precies die economie is de spil van de huidige situatie. Alles draait om die Brusselse eis van 3%, alle beslissingen liggen op het vlak van de portemonnee. Zo kan het prima gebeuren dat de homohaters van CU de handen ineenslaan (no pun intended) met emancipatiepartij D66. Waar VVD en D66 juist op het ethische vlak weer veel beter passen bij PvdA en SP, daar kunnen ze het over de poen nooit eens worden. Socialisme en liberalisme gaan perfect samen op het ethische vlak, maar op sociaal-economisch terrein zijn ze als water en vuur.

Het noodlijdende GroenLinks heeft zich nu bliksemsnel naar de macht gewurmd. Extra heffing op fossiele brandstoffen, minder bezuinigen op natuur, ontwikkelingshulp en cultuur, lage BTW voor zonnepanelen, 200 miljoen extra voor 'verduurzaming' van de economie: van de politieke chaos maken zij geniepig gebruik om plannen waar ze al vele jaren lang tevergeefs voor ijveren er in twee dagen door te drukken; dat is wel een parlementaire enquête waard. Het wordt ook interessant om te zien wat D66 nu gaat doen. Niemand weet immers waar D66 voor staat, aangezien Pechtold zich de laatste jaren fulltime met de Wildersbestrijding heeft beziggehouden.

Deze Brussel-coalitie lijkt nu te triomferen, maar in september kan alles weer anders zijn. Als de burger immers merkt dat dit saneringsbeleid een gat in zijn bankrekening slaat- en dat zal hij gauw genoeg merken -, dan zullen Samsom en Roemer de eersten zijn om in dit gat te springen. En Wilders? Schrijf hem niet te vroeg af. Hij heeft nu even de tijd om te hergroeperen en op adem te komen. Zijn verhaal wordt er bovendien niet zwakker op: bezuinigingen op ontwikkelingshulp teruggedraaid en de hardwerkende burger wordt gepakt! etc. Dat de 'eurofiele' partijen nu zegevieren wil niet zeggen dat de anti-Europastemming het onderspit delft, integendeel. Het wordt een hete zomer.

dinsdag 24 april 2012

De toekomst van teletekst

Afgelopen week verdween Ceefax van de buis. De Britse teletekst was al langer niet meer te bekijken vanuit Nederland, maar sinds donderdag moeten ook de Britten zelf het zonder de legendarische BBC-service stellen. Ceefax was bij de lancering op 23 september 1974 wereldwijd de allereerste teletekst. Belangrijkste redenen van verdwijning zijn naar verluidt de overgang van analoge naar digitale televisie en de opkomst van internet.

De dood van Ceefax leidde tot vele weemoedige reacties. Met name onder voetbalfans had teletekst een welhaast mythische status. In het pre-internettijdperk was teletekst de snelste en gemakkelijkste manier om de actuele standen en statistieken te volgen. 'Who remembers watching West Ham on Teletext?', twitterde een Engelsman donderdag, eraan toevoegend: 'Hard to imagine the kids of today doing it though'. Twee weken geleden, in Oxford, raadpleegde ook ik voor de laatste keer Ceefax. Championship: Southampton-Reading 1-3; League Two: Barnet-Hereford United 1-1; Conference: Fleetwood Town-Lincoln City 2-2.

Een mooie ode aan Ceefax verscheen op het prachtblog Doing the 116. Dit blog wordt volgeschreven door een generatiegenoot, dat maak ik op uit het feit dat hij zijn nostalgie situeert in de eerste helft van de jaren negentig. Thuiskomen uit school en meteen teletekst aan, live de tussenstanden volgen, de ranglijsten uitentreuren bestuderen, enzovoort. En dan: 'Ik kende die standen dan ook uit mijn hoofd en gevoelsmatig horen clubs te spelen in de divisie waar ik ze begin jaren negentig in zag.'

Deze zin bezorgde me een gigantische schok van geestdrift. Zó is het inderdaad. Gevoelsmatig horen clubs te spelen in de divisie waarin ze speelden toen ik ze begin jaren negentig leerde kennen. De voorliefde voor en weerzin en tegen bepaalde clubs is dikwijls moeilijk rationeel te verklaren. Maar dat verlangen naar een terugkeer naar de oorsprong, die hunkering naar de onschuldige tijd van pure geestdrift, dat is inderdaad de voornaamste - grotendeels onbewuste - reden achter de op het oog onverklaarbare sympathieën en antipathieën.

De reacties hadden zoals gezegd vooral een nostalgische insteek. Afkeuring of woede waren nauwelijks te bespeuren, alsof iedereen - al dan niet stilzwijgend - wel kon instemmen met het einde van het instituut. Internet heeft immers alles sneller, mooier, actueler en interactiever gemaakt, zo lijkt de teneur te zijn. Toch kan ik dat niet inzien. Juist tegenover de ongebreideldheid van het internet heeft teletekst zijn unieke functie van beknoptheid, degelijkheid en betrouwbaarheid. Zelfs op een site als nu.nl, dat toch een strenge voorselectie uit de overvloed aan nieuws aanbiedt, is de neiging tot verzuipen al te groot. Die negen nieuwskoppen op teletekst pagina 101 zijn onaantastbaar. Maar misschien ben ik daarmee nog typisch zo iemand die nog net uit het pre-internettijdperk stamt.

In 2010, bij het 30-jarig bestaan van de Nederlandse teletekst, voorspelde NOS-eindredacteur Dik Verkuil dat teletekst zeker nog wel vijf jaar zou blijven bestaan en misschien nog langer. Hij bracht het als een optimistische gedachte, maar toch vrees ik met grote vreze. Ik merk nu al dat teletekst en een digitaal signaal moeilijk samengaan. Op veel tv's is het karakteristieke 'lopen' langs de pagina's als teletekst op weg is naar de gezochte pagina al niet meer zichtbaar - het zoeken gebeurt op de achtergrond en men moet maar hopen dat de bewuste pagina op enig moment verschijnt. Het moment dat de zoeker voorbij de gezochte pagina ging en je dus wist dat de pagina 'blauw' was, is daarmee verdwenen. Daarnaast valt regelmatig de helft van de pagina weg of loopt een pagina vast, te merken aan het 'stilstaan' van de tijd rechts bovenin beeld.

Reeds geheel en al verdwenen lijkt de fantastische 'update'-functie. Je bevond je op een pagina met tussenstanden - zeg 650 (ooit de pagina van de eredivisiestanden) - en drukte op de 'update'-knop op de afstandbediening. Teletekst verdween en het beeld versprong naar de reguliere uitzending, maar op de achtergrond bleef teletekst actief. Zodra er iets veranderde op pagina 650, zodra er dus ergens gescoord was, verscheen linksboven in beeld het cijfer '650'. Dan volgden enige seconden van intense spanning: wie zou er gescoord hebben? Hopelijk... Toch niet... En met een druk op de 'update'-knop sprong de pagina weer tevoorschijn en was de vraag beantwoord.

Het is vandaag de dag politiek 'in' om fiks te willen bezuinigen op de publieke omroep. Laten we hopen dat teletekst nog even gespaard blijft.

zaterdag 21 april 2012

Zes dagen lang (108)

16 t/m 21 april

MAANDAG Baaldag
Vandaag geprobeerd een trein in elkaar te slaan. Verloren.

DINSDAG DWDD
Voor de Graham Norton Show hoef je niet thuis te blijven - gesteld dat je dat al zou willen -, iedere uitzending komt zo'n beetje integraal voorbij in de DWDD-rubriek 'De tv draait door'.

WOENSDAG Chelsea-Barcelona
Na Pepe en Ola Toivonen is Didier Drogba na vanavond de derde genomineerde voor de titel Meest irritante voetballer van het moment. Wat een kloothommel.

DONDERDAG Wasbeer
Wat is toch het geheim van het succes van Racoon, vraag ik me weleens af.
Vandaag hoorde ik 'Don't Give Up the Fight' op de radio en ik denk het nu te weten: de zanger probeert heel hard Paul McCartney na te doen. En komt een heel eind, dat moet gezegd.

VRIJDAG Opbellen
Als er weer eens iemand de nieuwste, met talrijke geavanceerde toeters en bellen uitgeruste mobiele telefoon heeft gekocht, dan is altijd de standaardgrap: Kun je er ook mee bellen?
Maar dat lijkt nu zelfs een serieuze vraag te gaan worden, blijkens een advertentie van Hi: 'Wie belt er nou nog?'

ZATERDAG Overleg Catshuis mislukt
Wat een treurigheid. Wegloper Wilders die de nationale held acteert, Verhagen die via twitter wel durft wat hij voor de microfoons niet durft, Rutte die er zogenaamd niks van snapt. En niet te vergeten de oppositiepartijen die als aasgieren op het stoffelijke overschot duiken. PvdA, SP, GroenLinks, ze kunnen juichkreten nauwelijks onderdrukken en hebben de mond al vol van nieuwe verkiezingen, Samsom voorop. De enige partij die fatsoenlijk en weldoordacht reageert is de ChristenUnie. Slob: 'Laten we met z'n allen eerst een goede crisisaanpak voor het komende jaar realiseren, en dan kunnen we daarna rustig bekijken wanneer er verkiezingen moeten komen.'

vrijdag 20 april 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: Fortuyn en 'het' populisme

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Onlosmakelijk verbonden met Pim Fortuyn is het populisme. Sinds Fortuyn is populisme niet meer weg te denken, het is alomtegenwoordig als verschijningsvorm én als twistpunt, in de politiek, in de wetenschap en niet in de laatste plaats in de publieke ruimte. Met Fortuyn lijkt het populisme zich dus definitief gevestigd te hebben als nationaal gespreksonderwerp. Zoals ik ergens - ik ben helaas vergeten waar - een recensent zag opmerken: Het debat over het populisme is populairder dan het populisme zelf.

Populisme is met name als term, als dé term om het onderliggende, diffuse fenomeen te benoemen een succes. Want het fenomeen zelf bestaat natuurlijk al langer. Joost Zwagerman beschouwde Leefbaar Nederland al ogenblikkelijk als 'revival van de Boerenpartij, met die types uit de wereld van de truckers. Cabaretpartij!' (Algemeen Dagblad, 25-01-2002) Wie de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek doorzoekt op het trefwoord 'populisme' ziet dat van de 68 gevonden publicaties er maar liefst 43 na 2002 zijn verschenen. Van de 25 oudere publicaties zijn er bovendien slechts twee Nederlandstalig, waarvan er een ook nog handelt over populisme in Zuid-Amerika.

Het eerste belangwekkende boek na 6 mei 2002 was De uitdaging van het populisme (2003) van Arie van der Zwan. Volgens deze PvdA-ideoloog was met Fortuyn de derde fase van het populisme aangebroken. De eerste golf was het neoliberale bewind van Thatcher en Reagan geweest, de tweede fase werd gedomineerd door de 'Derde Weg' die onder meer in Engeland als redding van het socialisme werd gebombardeerd. Beide vormen appelleerden aan de genegeerde noden van de lagere middenklasse. Het gemediatiseerde populisme van Berlusconi en Fortuyn nu zou naadloos in die traditie passen. In een interview over zijn boek (de Volkskrant, 12-04-2003) definieert Van der Zwan populisme heel mooi als 'een correctie op hetgeen de politiek heeft laten liggen'.

Noemenswaardig is een bijdrage uit Duitsland. Daar verscheen, ook in 2003, van Frank Eckardt Pim Fortuyn und die Niederlande. Populismus als Reaktion auf die Globalisierung. Eckardt doet een interessante poging het revolutiekarakter van de 'Fortuyn-shock' te nuanceren door hem in een politieke traditie te plaatsen. Daarbij verwijst hij allereerst naar boer Koekoek als Fortuyns voorloper, maar opvallend genoeg ook naar 'die AOV von Nijpels', het Algemeen Ouderen Verbond onder leiding van Jet Nijpels. Een derde voorganger is volgens Eckardt Frits Bolkestein, wiens pleidooi: 'Großbritannien und die USA müssten den Niederlanden helfen, gegen die deutsche Dominanz anzukämpfen' als een populistisch idee wordt voorgesteld. Ook in hun zelfpositionering als intellectueel die niettemin oog heeft voor de noden van het volk ziet Eckardt - terecht - een overeenkomst. Waarom wist Fortuyn dan wel de massa te overtuigen en Bolkestein niet? 'Fortuyn hingegen nutzte seinen Ruf als Intellektueller, ohne in der Blasiertheit Bolkesteins gefangen zu sein.'

Een boek dat een bijzonder boeiende invalshoek heeft die evenwel teleurstellend uitgewerkt wordt is het kloeke In de greep van de angst. De Europese sociaal-democratie en het rechtspopulisme (2005) van Rinke van den Brink. In dit boek wordt Fortuyn vergeleken met populistische bewegingen in België, Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Zweden. De auteur is expert in het fenomeen extreem-rechts en die achtergrond vertroebelt echter de blik op de eigenheid van het populisme. In plaats van dat Fortuyn reliëf krijgt tegen figuren als De Winter, Le Pen en Haider probeert Van den Brink hem juist geforceerd in dit rijtje in te kapselen, vanzelfsprekend met dat even nietszeggende als clichématige woord 'poldervariant'.

In de tweede helft van de voorbije tien jaar worden Fortuyn en populisme vaker losgekoppeld en wordt de aandacht verlegd naar hedendaagse verschijningsvormen als Verdonk en Wilders. In David van Reybroucks mooie Pleidooi voor populisme (2008) komt Fortuyn niet of nauwelijks voor. En Populisme als politiek drijfzand van Anton Zijderveld is weliswaar een begeesterd pleidooi tégen populisme, maar over Fortuyn is Zijderveld relatief mild. Fortuyn kon 'lachen zonder uit te lachen', iets wat van Verdonk en vooral Wilders niet gezegd kan worden. En de verdienste van Fortuyn is voorts dat hij problemen benoemde die voor boosheid zorgden onder brede lagen van de bevolking maar door de politieke elite genegeerd werden. Toch ziet Zijderveld het populisme als een heilloze weg.

In 2011 was er een ware hausse in studies en essays over het populisme. Het volk bestaat niet. Leiderschap en populisme in de mediademocratie van Dick Pels, Moeten wij van elkaar houden? Het populisme ontleed van Bas Heijne en Paniek in de polder. Populisme en polytiek in Nederland van Jos de Mul zijn de prominentste publicaties. Heijne heeft de mosterd duidelijk bij Pels gehaald, dat wil zeggen de Pels van De geest van Pim (2003). Heijnes opvatting dat met de 'felle, geschokte afwijzing' van het populisme 'het kind met het badwater [werd] weggegooid' is regelrecht in de lijn van Pels.

Heijne vult 'het nieuwe populisme' in als een verhaal 'over identiteit en gemeenschap in tijden van globalisering en immigratie', 'twee fenomenen die de progressieve politiek nooit goed in een verhaal heeft weten te vatten'. Hij meent dat het populisme bij uitstek een 'onredelijk' fenomeen is en dus niet, zoals Van Reybrouck denkt, op een rationele manier tegemoet kan worden getreden. Heijne meent dat de geloofsartikelen van de Verlichting in de handen van de progressieve elite tot dogma's verwerden die tot zelfgenoegzaamheid en hypocrisie bij die elite leidden. De excessen van globalisering en immigratie 'pasten eenvoudig niet in het progressieve wereldbeeld'. Het populisme ziet Heijne dan ook als een tegenbeweging binnen de Moderniteit: 'Individu en ratio aan de ene kant, gemeenschap en gevoel aan de andere'. Beide vormen van moderniteit moeten worden aanvaard én idealiter verenigd.

Jos de Mul tot slot pleit voor een terugkeer naar het oer-Nederlandse polderen, maar zonder het populisme daarmee af te serveren. In zijn optimistische betoog wordt de opkomst van Fortuyn verklaard met behulp van massapsychologie en met een beroep op Slavoj Zizek - in zekere zin de populist onder de hedendaagse filosofen. Volgens De Mul is de paradox van Fortuyn dat zijn kiezers stemden op 'een leider wiens leefwijze, belangen en opvattingen voor een belangrijk deel ingingen tegen die van henzelf'. Zijn verklaring is dat Fortuyn 'de eeuwige terugkeer van de oervader' symboliseert. De moord was dan ook onvermijdelijk, want de oervader wordt altijd gedood door zijn zonen. Zijn zonen? En Volkertje dan? Fortuyn werd al gedood toen hij bij Leefbaar Nederland werd afgezet, aldus De Mul. De echte moord was '"slechts" een (barbaarse) herbevestiging van de symbolische moord die reeds had plaatsgevonden'.

Of hiermee de conclusie moet zijn dat men over het onderwerp 'Fortuyn en het populisme' na tien jaar wel is uitgeschreven of juist dat men er nog lang niet over is uitgeschreven laat ik maar in het midden...

dinsdag 17 april 2012

De dubbele moraal van de advocaten van Robert M.

De Nederlandhatende Nederlander is een typisch Nederlands fenomeen. Vaak zijn het geëmigreerde schrijvers die er last van hebben. Weggaan uit Nederland en dan lustig blijven schieten op alles wat scheef en slecht is in het vaderland, het is een bekende reflex. Maar ook binnenlandse opiniemakers lijden niet zelden aan die weg-met-ons-mentaliteit. Hun kritische stukjes en tekstjes zijn niet geschreven vanuit de hoop of verwachting iets bij te dragen aan de aanpak van de gesignaleerde misstand. Want wat je haat zie je het liefst kapotgaan.

Toch heb je soms zo'n dag dat een verbijsterend nieuwsbericht je van de weeromstuit een vleugje begrip doet voelen voor de Nederlandhatende Nederlander. Gisteren was zo'n dag, met het bericht dat de advocaten van Robert M. vrijwel algehele vrijspraak voor hun cliënt eisen. Dan houdt toch alles op, als je dat leest. Een man die nota bene zijn gruweldaden bekend heeft willen vrijpleiten, dat heeft niets meer met het bewaken van een eerlijke, objectieve rechtsgang, de primaire taak van een advocaat, te maken. Een advocaat behartigt de belangen van een van de partijen, is dus per definitie partijdig, maar die partijdigheid komt tegenwoordig neer op competitie, op zoveel mogelijk proberen te scoren, met als hoogste doel vrijspraak.

Een voorbeeld: de advocaten wijzen erop dat M. altijd netjes heeft meegewerkt aan het onderzoek. Dat zou dan een reden zijn voor strafvermindering. Dit is omgekeerde logica. Een verdachte die niet meewerkt, die het onderzoek frustreert, die komt in aanmerking voor strafverzwaring. Maar de norm kan toch niet zijn dat een verdachte die wél meewerkt, die zich dus gedraagt zoals het hoort, daarvoor beloond wordt met strafvermindering, dat normaal gedrag als het ware een aftrekpost wordt op zijn gepleegde misdaden, in plaats van dat hij simpelweg strafverzwaring voorkomt door de rechtsgang niet te obstrueren.

Nog een voorbeeld: de advocaten menen dat M. ook strafvermindering verdient omdat politici en bestuurders hun mening hebben gegeven over de zaak. Daarmee wordt vooral gedoeld op Wilders, die twitterde dat M. nooit meer vrij mocht komen. Tegelijk wordt Wilders te pas en te onpas naar voren geschoven als iemand die de rechtstaat in gevaar brengt met zijn kritiek op rechters. Als dat zo is, dan zouden uitspraken van Wilders toch juist geen invloed mogen hebben op de rechtsgang, op de strafbepaling? Dan zouden de advocaten er toch bij de rechter op moeten aandringen de uitlatingen van de heer Wilders te negeren, ze niet van invloed te laten zijn op de uitspraak. Maar ze willen er juist weer voor beloond worden.

Dus als Wilders schreeuwt om maximale straf voor een verdachte, dan wordt die uitspraak als onzinnig en als een gevaar voor de rechtstaat weggezet. Maar als een advocaat strafvermindering voor de betreffende verdachte uit het vuur wil slepen, dan wordt diezelfde uitspraak als argument hiervoor gebruikt, en is de uitspraak dus blijkbaar plotseling wel relevant genoeg om bij de bepaling van de straf te laten meewegen.

Dat Wilders' ideeën over de rechterlijke macht aan de fundamenten van de trias politica raken, wil ik best geloven. Discussie hierover is dan ook relevant en nodig. Maar ik heb het idee dat ook elke genuanceerd kritische benadering van rechters of advocaten meteen uit haar context wordt gerukt en als een aanval op de rechtstaat wordt voorgesteld. Dat je aan de stoelpoten van de rechtstaat zaagt, dat soort metaforiek. Dat je niet weet waar je over praat als je geen juridische achtergrond hebt. Alsof verbijstering over de eis van deze advocaten automatisch impliceert dat je voor de doodstraf bent en voor een terugkeer naar het feodale oog om oog, tand om tand.

Terwijl smeulende maatschappelijke onrust door een gapende kloof tussen de juridische werkelijkheid en de common sense van de publieke opinie mij toch veel gevaarlijker en ontwrichtender voor de rechtstaat lijkt dan een geprononceerde mening van een politicus of een columnist. De dubbele moraal van de advocaten van Robert M. zal die kloof niet dichten, integendeel.

zondag 15 april 2012

Zeven Acht dagen lang (107)

8 t/m 15 april

ZONDAG Pasen
Spyridon Louis, winnaar van de eerste Olympische marathon (1896), ververste zich onderweg volgens Wikipedia met 'wijn, melk, bier, paaseieren en sinaasappelsap'.
Die paaseieren vond ik aanvankelijk nog een niveautje curieuzer dan dat bier, maar de betreffende marathon vond al op 10 april plaats. Vandaar.

MAANDAG Campina bepaalt
'Nu verdwijnt de koe uit ons landschap. Er groeit een generatie op die de koe alleen nog ziet als een door runderpest getroffen dier in de grijper van een hijskraan of als biefstuk op het bord. [...] Hebt u weleens de kans gekregen een koe recht in de ogen te kijken? [...] Dan bent u ouder dan veertig, op z'n minst.' Dat schreef Henk Hofland in 2004 (De kronieken van S. Montag, 2010, p. 279).
Anno 2012 is er echter de 'Campina Open Boerderijdag'. Vandaag gingen overal de koeien voor het eerst dit jaar de wei in. Blijkbaar bepaalt de Campina dus ook dat al. En de mensen stonden achter dranghekken toe te kijken.
De koe is nog niet uit het landschap verdwenen. Maar de boerderij is definitief verworden tot een toeristische attractie.

DINSDAG Nee, nog niet dood
Zoggel feliciteert vandaag Leo Vroman met zijn 97ste verjaardag.

WOENSDAG Londen
De Piccadilly Line eindigt (northbound) op station Cockfosters.
Er is een Facebookpagina 'Only immature American tourists find "Cockfosters" funny'. Voeg daar maar aan toe: 'and (at least) one Dutchman'.

DONDERDAG Oxford (I)
Drie dagen in Oxford voor een congres. Eerste hoogtepunt: echte verse koffie, in een machtig apparaat met vier glazen koffiekannen.

VRIJDAG Oxford (II)
Culinair hoogtepunt: Hertfordshire Beef. Draadjesvlees op z'n Engels.

ZATERDAG Oxford (III)
Verkeersbordje: 'Jesus' linksaf.

ZONDAG Weer thuis
Dan denk je een aangename week overzees te hebben gehad, kom je thuis, zijn er intussen twee speeldagen geweest en blijkt Ajax kampioen te zijn geworden. Dan geldt dus met terugwerkende kracht: een desastreuze week.

woensdag 11 april 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: Lezen, lezen, lezen #28: drie thrillers

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Rond de uitreiking van de AKO-literatuurprijs in oktober 2003 sprak Sander Pleij (De Groene Amsterdammer) zijn verbazing uit over het feit dat de politieke schokgolf die Fortuyn had veroorzaakt nauwelijks sporen had nagelaten in de recentste literatuur. Inderdaad was (en is) literaire verwerking van de turbulente gebeurtenissen grotendeels uitgebleven. Wél als de kippen erbij waren drie misdaadauteurs, die binnen een jaar na de moord hun Fortuyn-thriller uitbrachten.

Bert van der Veer - De koning van Nederland. True fiction (2002), 240 blz.
De eerste was Bert van der Veer. De man die we tegenwoordig kennen als het hautaine zelfbenoemde televisiegenie van Nederland. In de jaren tachtig had Van der Veer al een paar thrillers voor uitgeverij Bruna geschreven. Een krappe drie maanden (!) na de moord op Fortuyn verscheen bij Vassallucci reeds zijn 240 pagina's tellende De koning van Nederland. Ondertitel: 'True fiction'. De term 'Faction' was blijkbaar niet voorhanden. Van der Veer gooit het op de complottheorie die ook na 2002 nog eindeloos is blijven rondzingen: Fortuyn is vermoord door de CIA, want hij wilde het JSF-project stopzetten. En Herben zit ook in het complot. Volkert van der G. heet hier merkwaardigerwijs Thorwald van der H. en is een vooruitgeschoven pion van de CIA zonder dat hij dat weet. Een hele stoet bekenden trekt voorbij, van Harry Mens tot Berlusconi en van de paus tot Katja Schuurman. Van der Veer heeft zich kunnen uitleven in de beschrijvingen van de televisieoptredens van Fortuyn. Hij etaleert hier duidelijk zijn kennis van het metier, waardoor deze 'true' gedeelten nog het aardigst zijn om te lezen. De 'fiction'-verhaallijn over het complot is flinterdun, pas tegen het eind komt er enige suspense in De koning van Nederland.

Tomas Ross - De zesde mei (2003), 296 blz.
Ongeveer een jaar na de moord verscheen De zesde mei van misschien wel Nederlands bekendste misdaadschrijver, Tomas Ross. Ook Ross heeft gekozen voor een flinke dosis realisme aangelengd met een complottheorie. Hier is het de Binnenlandse Veiligheidsdienst die vuile handen heeft. Volkert - hier wel gewoon Volkert geheten - is opnieuw eerder een marionet dan een alleen opererende moordenaar. Wel heeft Ross enkele fictieve personages gecreëerd en vallen er meer doden. De nooit opgeloste moord op milieuambtenaar Chris van der Werken - waarbij de Vereniging Milieu Offensief mogelijk een rol heeft gespeeld - krijgt bijzondere aandacht. Toch ontkomt ook Ross wat mij betreft niet aan enkele clichés van het genre, zoals karikaturale personages en een ongeloofwaardig perspectief. Zo is de persfotograaf Jim de typische verbitterde journalist en wanneer we de gedachten van Fortuyn en Wim Kok gepresenteerd krijgen gebeurt dit op vrijwel dezelfde hyperactieve, smeuïge toon. De zesde mei wordt na een taaie eerste helft gelukkig wel iets spannender naar het einde toe, maar een echte pageturner wordt het nooit.

René Appel - Doorgeschoten (2003), 296 blz.
Doorgeschoten van René Appel verscheen gelijktijdig met De zesde mei en is opvallend genoeg precies even dik. De aanpak van Appel verschilt echter van die van Ross en Van der Veer. Doorgeschoten is meer een sleutelroman, die bovendien hier en daar behoorlijk van de werkelijkheid afwijkt. De hoofdpersoon is niet Pim Fortuyn maar Tom Hordijk, een biseksuele blonde krullenbol, leider van de Echt Nederlandse Partij (ENP). De Volkert heet hier Ronald Arends en is lid van het Politiek Actie Front (PAF). De moord is in Doorgeschoten niet de climax van het verhaal; hij vindt al halverwege plaats. De focus ligt in het tweede deel op de reacties, de afwikkeling en het ontrafelen van de motieven en achtergronden van de moordenaar. Ook hier blijken er meer mensen en instanties aan de touwtjes te hebben getrokken. In dit tweede deel ontwikkelt Doorgeschoten zich meer tot een psychologische thriller, veel verfijnder dan de oppervlakkige thrillers van Van der Veer en Ross. Appel schrijft ook beter, van de drie thrillers maakt de zijne de meeste aanspraak op het predikaat 'literair'.

zaterdag 7 april 2012

Zeven dagen lang (106)

1 t/m 7 april

ZONDAG Hi Ha Hondenlul
Nieuwe held: Marten de Roon (Sparta), die gloedvol vertelt over zijn favoriete boek: Karakter van Bordewijk. En zie ik daar ook W.F. Hermans liggen? Chapeau.
Maar aan de andere kant, zoals Henk Spaan na het item terecht opmerkt: Marten, als je het wilt redden in de voetballerij zul je toch echt De ontvoering van Alfred Heineken moeten gaan lezen...

MAANDAG Lijstje
'Hoe nationalistisch zijn jullie eigenlijk? Jullie kiezen voor Europa? Goed, dan wil ik dat u eerlijk uw mening geeft over de volgende voorstellen:
1.Het Nederlands elftal wordt afgeschaft en verboden.
2.De Nederlandse literatuur wordt afgeschaft en verboden.
3.We krijgen een Finse gouverneur.
4.Amsterdam krijgt een Albanese burgemeester.
5.De oorspronkelijke Hollander is verplicht Esperanto te spreken.
6.De koningin treedt af en wordt manager van supermarkt Napoli.
7.Schiphol wordt ontmanteld en overgebracht naar Sicilië.
8.Het Concertgebouw Orkest mag alleen nog doedelzakmuziek spelen.
9.Men spreekt nu van Ortschaft Nordrhein.
10.We krijgen weer een Spaanse koning.'
(Jan Tetteroo, De lieveling van de zee, 2007, p. 147-148)

DINSDAG CL: Barcelona-Milan
Jan van Halst: 'Ik geef deze wedstrijd een 7.'
Ik geef Jan van Halst een 4.

WOENSDAG CL: Chelsea-Benfica
Tom Egberts: 'Sorry Youri, ik moet je even onderbreken.'
Dat is bij Youri Mulder geen kunst. Youri maakt nooit een zin af. Youri onderbreekt zichzelf constant.

DONDERDAG Tricky when you're feeling low
Inmiddels flink op weg: de 'top 25' van Ditisstefan. Een mooie, persoonlijke serie. Op #21 Sea Sew van Lisa Hannigan. Ik zette deze week toevallig weer eens de CD van de Somberheid op, waarop 'Pistachio' van Hannigan staat, een schitterend nummer.

VRIJDAG Gotspe van de week
Ilja Leonard Pfeijffer in zijn NRCnext-column over het Volkskrant-verhaal dat Wilders het vertrek van Leers heeft geëist:
'Ik ken de parlementaire journalisten van de Volkskrant niet persoonlijk, maar ik weet hoe de journalistiek werkt. Die jongens schrijven heus niet zomaar iets op. Een scoop van een dergelijk formaat wordt gecheckt en gedubbelcheckt en wordt alleen gepubliceerd als er 100 procent zekerheid is over de juistheid.'
Hoe krijgt-ie het uit zijn toetsenbord?! De Volkskrant heeft zich als kwaliteitskrant volslagen belachelijk gemaakt met twee onvervalste verkiezingshoaxes. Eerst in 2006 de 'onthulling' van vermeende martelpraktijken in Afghanistan en in 2010 de 'berekening' dat de koopkracht bij links zou stijgen en bij rechts dalen. Het eerste bleek volledig uit de duim gezogen en het tweede moest ook gerectificeerd worden. Twee keer een geval van ordinaire kiezersmanipulatie vlak voor de verkiezingen. 'Die jongens schrijven heus niet zomaar iets op', nee nee...

ZATERDAG City
Noel Gallagher bij Football Focus over Mario Balotelli: 'He wants to be a gangsta rapper, but he's not, so he plays gangsta football instead.' Zelden zo'n adequate typering gehoord.

vrijdag 6 april 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: Fortuyn, Leers en de illegalen

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) is de minst te benijden bewindsman van het huidige kabinet. Niet alleen is hij binnen de coalitie een marionet van gedoogpartner PVV, hij moet zich ook buiten die samenwerking soms machteloos en zinloos voelen. Om iets aan de binnenlandse immigratiewetgeving te veranderen moet hij op Europees niveau gaan lobbyen. En als hij eindelijk daadkracht wil tonen met zijn illegalenbeleid liggen de ondergeschikte burgemeesters weer dwars. Naast hem, boven hem, onder hem, van alle kanten wordt Leers tegengewerkt.

'Waarom verdedigt Leers niet gewoon het kabinetsbeleid? Waarom zegt hij niet: "[...] Dat kun je onplezierig vinden, maar het is wel exact het beleid dat we nu eenmaal via een democratische meerderheid hebben gekozen. Dit is wat de meeste Nederlanders willen. Zoals we ook bij meerderheid besloten om die Afghaan uit Giessenlanden met een enkeltje op het vliegtuig te zetten, en geen beleid laten bepalen door mensen die dreigen met zelfmoord. Dat kan wat worden, als we elke vervelende beleidsmaatregel gaan intrekken zodra een of andere gek met zelfmoord dreigt! [...] Als u dat niet bevalt, dan moet u mij wegstemmen en met ander beleid komen, en anders voor eeuwig zwijgen."' Aldus Christiaan Weijts in een even confronterende als realistische column.

Een strenger immigratie- en integratiebeleid wordt over het algemeen als een erfenis van Fortuyn beschouwd. Fortuyn agendeerde 'de multiculturele samenleving' op de politieke agenda, tot op de dag van vandaag een veelbesproken onderwerp en katalysator van veel retoriek en emotie maar ook van politieke betrokkenheid van de burger. De immigratieparagraaf van Wilders en de PVV is niet denkbaar zonder het voorwerk van Fortuyn, maar Wilders vult zijn stokpaardjes 'islamisering' en 'massa-immigratie' toch veel radicaler in.

De PVV wil een permanente immigratiestop uit islamitische landen en criminele moslims hun Nederlanderschap ontnemen en ze het liefst 'terug' sturen. Van Fortuyn is de bekende uitspraak dat de Marokkaanse 'rotjongens' ons probleem zijn, 'daar kunnen we koning Hassan niet mee opschepen'. Dat was in hetzelfde Volkskrant-interview waarin hij de islam een 'achterlijke cultuur' noemde, nog dezelfde dag op Radio 1 gecorrigeerd tot 'achterlopend', wat precies hetzelfde betekent maar een andere gevoelswaarde heeft. Die correctie lijkt het collectieve geheugen overigens niet gehaald te hebben.

In Fortuyn-Wilders-vergelijkingen is meestal een belangrijk argument ten gunste van Fortuyn diens opvatting over illegalen. Fortuyn zou voor een generaal pardon zijn geweest. Inderdaad pleitte Fortuyn op 3 mei 2002 - drie dagen voor zijn dood - in een interview in de GPD-bladen voor een verblijfsvergunning voor illegalen die langer dan vijf jaar in Nederland waren en de Nederlandse taal beheersten. Deze ruimhartige opstelling moet echter wel in de context van de verkiezingen worden gezien.

In De puinhopen van acht jaar Paars (2002) - het officieuze LPF-verkiezingsprogramma - is er namelijk geen woord over te vinden. En in De islamisering van onze cultuur (heruitgave uit 2002 van Tegen de islamisering van onze cultuur uit 1997) schrijft Fortuyn (p. 99): 'De zorgwekkende problematiek van de hier illegaal verblijvende buitenlanders moet hier ondertussen geheel buiten beschouwing blijven. Het kwantitatieve en kwalitatieve inzicht in deze problematiek ontbreekt ons ten enen male.'

Het generaal pardon lijkt dan ook eerder een campagne-gerelateerd idee van Fortuyn te zijn geweest. In het betreffende interview maakt hij daar zelfs geen geheim van: 'Het is een deal: een streng beleid én een generaal pardon. [...] Het is gelijk oversteken. Blijft het asielbeleid bij het oude, dan geen generaal pardon.' Fortuyns generaal pardon was dus premature ruilhandel, een vorm van onderhandelen vóór de verkiezingen.

De LPF werd na de verkiezingen overigens wel in de problemen gebracht door Fortuyns overhaaste idee. Herben wilde een generaal pardon voor alle illegalen, maar dat zou niet alleen van toepassing zijn op maar liefst 100 000 illegalen in plaats van de door Fortuyn beoogde 6000, maar ook een gigantische aanzuigende werking hebben. Alle partijen - tot GroenLinks aan toe - spraken schande van het LPF-voorstel en ook LPF-stemmers reageerden woedend; hiervoor hadden ze niet op de LPF gestemd. Herben perkte daarop rap het pardon in tot uitgeprocedeerde asielzoekers die Nederlands spraken, werkten en geen strafblad hadden. Ook de terminologie zorgde voor verwarring. Een illegaal is niet per se hetzelfde als een uitgeprocedeerde asielzoeker - hij kan ook nooit een asielaanvraag hebben ingediend. Bovendien speelde toen de kwestie van de zgn. 'witte' illegalen - vreemdelingen zonder verblijfsvergunning maar mét sofinummer en belastingafdracht.

Gerd Leers moet nu volgens kabinetsbeleid 4800 illegalen oppakken. PvdA-burgemeesters als Wolfsen (Utrecht), Els Boot (Giessenlanden) en Van der Laan (Amsterdam) weigeren evenwel hun medewerking. De Telegraaf toonde echter aan dat onder PvdA-staatssecretaris Albayrak méér illegalen zijn opgepakt dan het kabinet-Rutte van plan is (10% meer). Het zijn verwarrende tijden. Helemaal voor Arend Jan Boekestijn: 'De ene dag wordt Fortuyn geeerd, de volgende dag is het geen probleem meer dat er illegalen zijn. NL is geen serieus land'.

woensdag 4 april 2012

Herinneringen van 15 gram

Vroeger als je op vakantie ging maakte je altijd een keuze uit je cd's. Je kon ze niet allemaal meenemen. In de rugzak was er naast de tijdschriften en het boek, de discman, de gameboy color en de nog overvolle snoepzak maar plaats voor zeg een tiental cd's. Batterijen gingen in het voorvakje, telefoonopladers bestonden nog niet want niemand had een mobieltje.

De uitverkoren cd's hadden hun toegang tot de rugzak verdiend. Op basis van zorgvuldige overwegingen hadden ze de schifting overleefd. De verwachtingsvolle spanning op de heenreis, het afwisselend opwindende en trage ritme op de plaats van bestemming, de voorziene contacten aldaar en de daaruit voortvloeiende emoties, de gelaten stemming op de terugreis: cd's werden op geschiktheid geselecteerd. Niet zelden bleken de juiste cd's thuis te zijn achtergebleven.

De iPod heeft de muziekcollectie onpersoonlijker gemaakt. Er hoeft niet meer gekozen te worden, alle cd's kunnen mee, altijd en overal. Dat is alleen in theorie een verbetering van de situatie van de voorheen thuisgelaten cd. Die werd weliswaar aan de kant geschoven, maar niet onbarmhartig. Pas na door de handen te zijn gegaan, te zijn bekeken, gewikt en gewogen. Die cd's gaan nu wél mee op de iPod, maar niet meer als cd - hoogstens als afglans ervan. Bovendien leiden ze er vaak een kwijnend bestaan. Zelfs stof verzamelen zit er niet in, want stof heeft geen vat op immateriële zaken.

Wanneer ik nog eens zo'n cd van vroeger beluister - ze hebben een eigen label op de iPod - dan merk ik dat er niet alleen herinneringen verbonden zijn aan de liedjes, aan de muziek zelf, maar ook aan het fysieke object, dat 15 gram lichte doosje. Hoe moet dat met cd's die nu uitkomen en direct hun iPod-bestaan beginnen? Die onmiddellijk hun fysieke aanwezigheid inruilen voor een digitaal bestaan?

Van veel cd's weet ik wonderbaarlijk genoeg nog precies waar ik ze de eerste keer beluisterde. Results May Vary bij een vriend op zijn kamer. Enema of the State vlak voordat ik moest gaan voetballen. Hopes and Fears aan de tuintafel. Ik was net gezakt voor mijn rijexamen, maar de instructeur ging op vakantie; er lag een hele zomermaand voor me. Box Car Racer kwam aan op zaterdagochtend, onverwacht vroeg. Ik lag nog in bed. Beneden klepperde de brievenbus, er landde iets op de mat. Ik stormde naar beneden en woog het bordeauxrode object in mijn handen. Domweg gelukkig in pyjama.

maandag 2 april 2012

Gerry van der List - Altijd november

Gerry van der List - Altijd november, Prometheus (2011), 204 blz.

Altijd november, het romandebuut van Elsevier-journalist Gerry van der List, is opgedragen aan 'Henk en Ingrid'. Peter van Rijswijk, hoofdpersoon van de roman, is dan ook een 'boze blanke man' die stevig tekeergaat tegen de verloedering van de maatschappij. In de literaire kritiek werd zelfs gesproken van een rechts-geëngageerde roman.

Van Rijswijk is een no-nonsense Rotterdammer die niet gehinderd door politiek correcte denkbeelden de toestanden in Nederland en de wereld van trefzeker commentaar voorziet. Spil van zijn cynische levenshouding is het 'vroeger was het beter'-gevoel, nostalgie naar een onschuldiger tijd toen 'je je zelfs in de grote stad verbonden kon voelen met je buurtgenoten', een knagend gevoel van gemis en vergankelijkheid. Van Rijswijks moeder verwoordt de verandering: 'Ze hebben veel te veel van die islamieten binnengelaten.'

Zelf is Van Rijswijk nog net niet zo uitgesproken en voelt hij zich wat ongemakkelijk bij de boude formulering van zijn moeder, maar zij is als bewoonster van Rotterdam-Zuid wel ervaringsdeskundige bij uitstek en heeft in die zin het meest recht van spreken. Van Rijswijk moet toegeven dat er niets tegen de tirade van zijn moeder is in te brengen. Hij leeft nu ongevraagd 'in het multiculturele Nederland waar hij zich nooit thuis zal kunnen voelen'.

In de 'Verantwoording' bekent Van der List dat hij 'min of meer uit gemakzucht' passages uit eerder door hem gepubliceerde journalistieke stukken heeft gebruikt die hij 'redelijk geslaagd' vond. Altijd november staat inderdaad bol van de scherp geformuleerde, vaak geestige observaties, opinies en typeringen van mensen en fenomenen. Via Van Rijswijk debiteert de auteur aan de lopende band tegendraadse meningen over duizend-en-een onderwerpen. Een willekeurige greep: Amsterdamse taxichauffeurs, Frasier, Ronald Reagan, literaire thrillers, The Bridges of Madison County, vinexwijken (positief!), Neil Diamond, de hoffelijkheid van Amerikanen, tuinkabouters, Sparta, stewardessen vroeger en nu, het maatschappelijke nut van prostituees, de doodstraf, de conducteurs van de Nederlandse Spoorwegen, de sociologie, het stationsplein van Leiden. En dus de multiculturele samenleving.

Problematisch is in dat licht dat reeds bij aanvang van de roman Van Rijswijks vriendin Ellen hem in de steek heeft gelaten voor een Marokkaan. We kunnen dus niet beoordelen of zijn afkeer van moslims niet in laatste instantie steeds weer is terug te voeren op rancune van particuliere aard, hoe weldoordacht en 'objectief' zijn denkbeelden ook zijn. Hoe dan ook, Altijd november is zeker geen gemelijke roman vol ondubbelzinnig xenofobe uitlatingen, daar heeft Van Rijswijk te veel zelfspot voor. Zijn vooroordelen dienen eerder om gesprekspartners (en de lezer) te provoceren of op de kast te jagen en zijn kwetsbaarheid en eenzaamheid te maskeren.

Dat maakt het des te vreemder dat de Koninklijke Bibliotheek - die toch pretendeert alle Nederlandse publicaties in haar catalogus op te nemen - Altijd november niet in de collectie heeft. Werken we nog steeds met een Index van verboden boeken? Zit er daar een medewerker met iets minder relativeringsvermogen dan Van Rijswijk / Van der List?

In zijn beschrijving van niet bij naam genoemde personen is Van der List vaak dodelijk. De psychopaat Andreas Kinneging komt erin voor als 'de hooghartige Tocqueville-supporter op de juridische faculteit die onvermoeibaar voor ouderwetse deugden als huwelijkstrouw had gepleit, maar de moeder van zijn kinderen meteen had gedumpt toen een sexy Pakistaanse schrijfster iets met hem wilde beginnen'. In 'een dikke kerel met lang vies vettig haar die doorging voor het plaatselijke literaire genie' van Leiden herkennen we moeiteloos Ilja Leonard Pfeijffer. En de Sparta-trainer, 'een rare Limburger met wild draaiende ogen', is helemaal Wiljan Vloet.

Ook in typeringen van categorieën mensen is Altijd november niet zelden meesterlijk trefzeker. Een intellectueel is iemand die in de bioscoop blijft zitten tot na de aftiteling. Personen die menen dat andere culturen een 'verrijking' voor de Nederlandse cultuur zijn zijn nooit in staat duidelijk te maken waaruit die verrijking dan bestaat. De jeugd van tegenwoordig weigert 'zich af te vragen of het misschien niet onbeleefd was om voortdurend met een mobiele telefoon of BlackBerry in de weer te zijn als iemand een verhaal zat te vertellen.'

Van der List heeft zijn roman echter zo vol gestopt met 'opinie' dat die meer essayistische invalshoek het romaneske, verhalende aspect van het boek helemaal overwoekert. Van Rijswijk is het vehikel voor maatschappijkritiek maar komt zelf nauwelijks tot leven, maakt geen ontwikkeling door, toch een voorwaarde om een geloofwaardige geëngageerde roman te krijgen die meer is dan een met een laagje fictie overgoten opiniestuk.

Curieus is dat Van der List dit zelf ook beseft lijkt te hebben. Regelmatig is sprake van een roman die Van Rijswijk al zijn hele leven wil schrijven. Een vriendin zegt ergens tegen hem: 'Je moet niet al je ideeën en vooroordelen die je tijdens je leven hebt opgespaard, tegelijkertijd in een eerste roman proberen te stoppen.' Een van de vele voorbeelden van zelfspot in de roman of toch een krampachtige poging de kritiek voor te zijn?

*****