Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.
Minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) is de minst te benijden bewindsman van het huidige kabinet. Niet alleen is hij binnen de coalitie een marionet van gedoogpartner PVV, hij moet zich ook buiten die samenwerking soms machteloos en zinloos voelen. Om iets aan de binnenlandse immigratiewetgeving te veranderen moet hij op Europees niveau gaan lobbyen. En als hij eindelijk daadkracht wil tonen met zijn illegalenbeleid liggen de ondergeschikte burgemeesters weer dwars. Naast hem, boven hem, onder hem, van alle kanten wordt Leers tegengewerkt.
'Waarom verdedigt Leers niet gewoon het kabinetsbeleid? Waarom zegt hij niet: "[...] Dat kun je onplezierig vinden, maar het is wel exact het beleid dat we nu eenmaal via een democratische meerderheid hebben gekozen. Dit is wat de meeste Nederlanders willen. Zoals we ook bij meerderheid besloten om die Afghaan uit Giessenlanden met een enkeltje op het vliegtuig te zetten, en geen beleid laten bepalen door mensen die dreigen met zelfmoord. Dat kan wat worden, als we elke vervelende beleidsmaatregel gaan intrekken zodra een of andere gek met zelfmoord dreigt! [...] Als u dat niet bevalt, dan moet u mij wegstemmen en met ander beleid komen, en anders voor eeuwig zwijgen."' Aldus Christiaan Weijts in een even confronterende als realistische column.
Een strenger immigratie- en integratiebeleid wordt over het algemeen als een erfenis van Fortuyn beschouwd. Fortuyn agendeerde 'de multiculturele samenleving' op de politieke agenda, tot op de dag van vandaag een veelbesproken onderwerp en katalysator van veel retoriek en emotie maar ook van politieke betrokkenheid van de burger. De immigratieparagraaf van Wilders en de PVV is niet denkbaar zonder het voorwerk van Fortuyn, maar Wilders vult zijn stokpaardjes 'islamisering' en 'massa-immigratie' toch veel radicaler in.
De PVV wil een permanente immigratiestop uit islamitische landen en criminele moslims hun Nederlanderschap ontnemen en ze het liefst 'terug' sturen. Van Fortuyn is de bekende uitspraak dat de Marokkaanse 'rotjongens' ons probleem zijn, 'daar kunnen we koning Hassan niet mee opschepen'. Dat was in hetzelfde Volkskrant-interview waarin hij de islam een 'achterlijke cultuur' noemde, nog dezelfde dag op Radio 1 gecorrigeerd tot 'achterlopend', wat precies hetzelfde betekent maar een andere gevoelswaarde heeft. Die correctie lijkt het collectieve geheugen overigens niet gehaald te hebben.
In Fortuyn-Wilders-vergelijkingen is meestal een belangrijk argument ten gunste van Fortuyn diens opvatting over illegalen. Fortuyn zou voor een generaal pardon zijn geweest. Inderdaad pleitte Fortuyn op 3 mei 2002 - drie dagen voor zijn dood - in een interview in de GPD-bladen voor een verblijfsvergunning voor illegalen die langer dan vijf jaar in Nederland waren en de Nederlandse taal beheersten. Deze ruimhartige opstelling moet echter wel in de context van de verkiezingen worden gezien.
In De puinhopen van acht jaar Paars (2002) - het officieuze LPF-verkiezingsprogramma - is er namelijk geen woord over te vinden. En in De islamisering van onze cultuur (heruitgave uit 2002 van Tegen de islamisering van onze cultuur uit 1997) schrijft Fortuyn (p. 99): 'De zorgwekkende problematiek van de hier illegaal verblijvende buitenlanders moet hier ondertussen geheel buiten beschouwing blijven. Het kwantitatieve en kwalitatieve inzicht in deze problematiek ontbreekt ons ten enen male.'
Het generaal pardon lijkt dan ook eerder een campagne-gerelateerd idee van Fortuyn te zijn geweest. In het betreffende interview maakt hij daar zelfs geen geheim van: 'Het is een deal: een streng beleid én een generaal pardon. [...] Het is gelijk oversteken. Blijft het asielbeleid bij het oude, dan geen generaal pardon.' Fortuyns generaal pardon was dus premature ruilhandel, een vorm van onderhandelen vóór de verkiezingen.
De LPF werd na de verkiezingen overigens wel in de problemen gebracht door Fortuyns overhaaste idee. Herben wilde een generaal pardon voor alle illegalen, maar dat zou niet alleen van toepassing zijn op maar liefst 100 000 illegalen in plaats van de door Fortuyn beoogde 6000, maar ook een gigantische aanzuigende werking hebben. Alle partijen - tot GroenLinks aan toe - spraken schande van het LPF-voorstel en ook LPF-stemmers reageerden woedend; hiervoor hadden ze niet op de LPF gestemd. Herben perkte daarop rap het pardon in tot uitgeprocedeerde asielzoekers die Nederlands spraken, werkten en geen strafblad hadden. Ook de terminologie zorgde voor verwarring. Een illegaal is niet per se hetzelfde als een uitgeprocedeerde asielzoeker - hij kan ook nooit een asielaanvraag hebben ingediend. Bovendien speelde toen de kwestie van de zgn. 'witte' illegalen - vreemdelingen zonder verblijfsvergunning maar mét sofinummer en belastingafdracht.
Gerd Leers moet nu volgens kabinetsbeleid 4800 illegalen oppakken. PvdA-burgemeesters als Wolfsen (Utrecht), Els Boot (Giessenlanden) en Van der Laan (Amsterdam) weigeren evenwel hun medewerking. De Telegraaf toonde echter aan dat onder PvdA-staatssecretaris Albayrak méér illegalen zijn opgepakt dan het kabinet-Rutte van plan is (10% meer). Het zijn verwarrende tijden. Helemaal voor Arend Jan Boekestijn: 'De ene dag wordt Fortuyn geeerd, de volgende dag is het geen probleem meer dat er illegalen zijn. NL is geen serieus land'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten