donderdag 29 december 2016

Poubelle en de Brusselse nomenklatoera

Toen in augustus de longlist voor de ECI Literatuurprijs bekend werd gemaakt, reageerde menigeen verbaasd dat Poubelle van Pieter Waterdrinker er niet op stond. Eindelijk was er weer eens een Grote Roman verschenen, die bovendien zeer gunstige kritieken had gekregen, en nu stond het boek niet eens op de groslijst. Het argument dat zoiets een altijd subjectieve keuze van een jury betreft ging niet op, want dat is pas het geval bij de shortlist - een longlist is veeleer een overzicht van wat er het voorbije jaar aan belangwekkends is verschenen.
   Jeroen Vullings (VN) schreef zelfs dat de jury zich hiermee diskwalificeerde. Als boekbespreker voor de Nieuwsshow heeft hij de roman nu in elk geval wel kunnen voordragen voor de verkiezing van het beste boek van 2016, en hij doet dat met een vibrerende formulering: 'Af en toe gebeurt het: iemand waagt zich aan de grote roman over onze tijd. In de handen van de meer-meer-meer-schrijver Pieter Waterdrinker, met zijn sanguinisch Russisch gemoed, zijn hermansiaans wereldbeeld en zijn breugheliaanse pen leidt dat tot een onweerstaanbaar pandemonium, waarin bevallige inslechte vrouwen en principeloze profiteurs hun hitsige reidans volvoeren in het Wilde Oosten.'
   In Poubelle wordt met romaneske middelen het falen van de EU-politiek en bij uitbreiding het failliet van de huidige elite genadeloos blootgelegd. Hoofdpersoon van dit vuistdikke epos (544 blz.) is Wessel Stols, Europarlementariër namens de sociaaldemocraten en daarnaast gevierd columnist van een gerespecteerd dagblad. Hij reist af naar Oekraïne wanneer daar de opstand uitbreekt, speecht op het Maidan-plein en raakt zo betrokken bij de oorlog in het oosten van het land.
   De decadentie van het Europees Parlement wordt haarfijn beschreven. Als Wessel in Brussel aankomt wordt hij daar 'door één van de auto's met chauffeur, waarvan de Europese instellingen er een hele vloot op nahielden om de afgevaardigden als vorsten te behandelen, opgewacht'. De gang van zaken in de Brusselse paleizen wordt in een serie sprekende voorbeelden getoond. 'Meteen was Wessel Stols weer volledig opgenomen in de Europese bijenkorf, waarvan de honingraten ononderbroken dropen van de honing die op bijna Bijbelse wijze, als bij de wonderbaarlijke vermenigvuldiging, voortdurend opnieuw werd aangevuld. Hij tekende de presentielijst voor zijn dagvergoeding van driehonderd euro, nam de lift, marcheerde door de gangen. In een zaaltje met naargeestig tl-licht woonde hij een matig bezochte commissievergadering Financiën bij die al na tien minuten door de Duitse voorzitter werd afgebroken en verplaatst naar volgende week.'
   Wessel wéét dat hij acteur is in een beschamende vertoning, dat hij deel uitmaakt 'van een moloch die er vooral was om zichzelf in stand te houden'. Hij schetst het financiële walhalla, met de talloze vergoedingen, declaraties en allerhande potjes waaruit onbekommerd gesnoept wordt. 'Van alleen al wat hij aan kilometervergoeding kreeg moesten doorsnee gezinnen in Alkmaar, Bologna of Boedapest een maand zien rond te komen.' Hij noemt de EU dan ook 'dit geldverslindende circus, waar je als parlementariër bij plenaire zittingen hooguit twee minuten mocht spreken je vooral moest stemmen - stemmen in naam van het volk dat je amper vertegenwoordigde, wat het democratisch gehalte tot een farce maakte en waarvoor je nog eens vorstelijk werd betaald ook'. De parlementariërs menen echter dat ze er recht op hebben. 'Recht op het geld, de luxereizen, de diners, de verkwisting, de privileges.'
   Waterdrinker gebruikt vaak religieus getinte beeldspraak om te laten zien dat dat Europese project tot een van de werkelijkheid losgezongen ideologie is verworden, voortgestuwd door geloofsfanaten: 'Het bijna religieuze doel van een groot en verenigd Europa, waarvan zij de hogepriesters waren, heiligde de middelen.' 'Niemand had hem gemist; nooit werd je hier gemist. De helft van de fractie was sowieso voortdurend op pad. Als discipelen de geloofsbelijdenis voor verdere harmonisering van de glastuinbouw, een lager suikergehalte in chocolade, veiligere paperclips en voor überhaupt meer politieke invloed van Brussel, tot in de verste uithoeken van de unie uitdragend.'
   Maar het is niet alleen blinde geloofsovertuiging, het is ook een decadente omgeving waar zelfverrijking en zedenbederf de klok slaan: 'Of ze verbleven in hun buitenhuis, met hun gezin, alleen, dan wel met een minnaar of maîtresse. Bij voorkeur ergens in het diepe zuiden van Europa [...]. Alleen al daarom wilde het gros van de parlementsleden de zuidelijke landen met alle geweld bij de Europese Muntunie houden: vanwege hun buitenhuizen in een streek waar met euro's kon worden betaald.' De decadentie wordt ook in ogenschijnlijk onbeduidende details uitgeserveerd: 'Vanuit een ooghoek zag Wessel Stols hoe een mede-Europarlementariër, een Tsjech met een buik als een biervat, zich met een witblond fotomodel zedig nestelde in een hoek van de zaak.'
   Behalve als een religie wordt het Europese project ook vergeleken met het communisme, die vorige postreligieuze religie. 'Wat was de Europese Commissie anders dan een kapitalistische verschijningsvorm van het aloude Politburo, waarin een kleine technocratische elite de dienst uitmaakte? Zoals de nomenklatoera destijds amper nog in het communisme geloofde, maar tot op het laatst met hun families bleef profiteren van de privileges, zo werd de ritedans rondom het gouden kalf van de euro in Brussel en in Straatsburg iedere dag opnieuw uitgevoerd. Wie dwars lag, wie de geloofsbelijdenis in twijfel trok, wie het spel wilde verstoren, belandde op de zwarte lijst en werd behandeld als dissident.'
   Wanneer Oekraïne zich terugtrekt uit het Oostelijk Partnerschap en er protesten uitbreken, wordt Wessel namens de partij naar Kiev gestuurd. Op het Maidan-plein spreekt hij de betogers toe, zoals in werkelijkheid figuren als Verhofstadt, Van Baalen en Jacques Monasch dat deden. De verschrikkelijke gevolgen van die onverkwikkelijke daad kennen we maar al te goed: de annexatie van de Krim, een bloedige burgeroorlog en de ramp met de MH17.
   Na die laatste gebeurtenis is Wessel ten einde raad, wordt hij verteerd door schuldgevoel. 'Stel dat hij zich nooit voor het karretje van zijn fractie in Brussel had laten spannen, stel dat hij nooit op dat afschuwelijke koude plein in Kiev had gestaan, om de massa op te zwepen, op te zadelen met louter valse beloftes, door uitsluitend de rechten van de ene partij te verdedigen, die van de andere daarmee automatisch schofferend, was dan die opstand überhaupt wel ontaard in een bloedbad?'
   Hij denkt terug aan meneer Braunkoffer, zijn leraar Duits op het gymnasium in Haarlem. Deze Auschwitz-overlevende had zijn leerlingen ingewreven dat iedereen die in de oorlog niets had gedaan of zich alleen maar aan de kleine collaboratie - als machinist of als wisselbediener of zelfs als restauratiejuffrouw op de stations waar de treinen passeerden - hadden overgegeven, medeschuldig was aan de massamoord. 'Een ketting bestaat uit schakels, en altijd is iedere schakel van belang, iedere schakel' - die woorden van Braunkoffer achtervolgen hem nu.
   'Iedere schakel was belangrijk. Zonder schakels was er geen ketting. Was hij door zijn optreden, door zijn handelen dat louter ingegeven was door egoïstische motieven, waarbij hij geen moment had gedacht aan het lot van de arme Oekraïense boer, maar zuiver aan zijn eigen lot, aan zijn eigen positie binnen Brussel [...] niet mede schuldig aan het ontketenen van de oorlog in het oosten van Oekraïne? En daarmee uiteindelijk ook aan die gruwelijke vliegramp? Al was het maar voor een fractie, een stofkorrel, een nanostofkorrel van deze absurde werkelijkheid?'
   Het neerhalen van de MH17 was ongetwijfeld geen opzet geweest, maar 'het was een ongeluk geweest in een keten van gebeurtenissen, begonnen op het plein in Kiev, de stad waar hij zich had laten fêteren'. In de krant leest hij hoe zijn opvolger als columnist de premier prijst, die had beloofd dat de onderste steen boven zou komen, ook wat betreft de vraag waarom de ambassademedewerkers in Kiev niet hadden gewaarschuwd dat het veel te gevaarlijk was voor dat vliegtuig om daar te vliegen.
   Maar Wessel weet het antwoord: 'omdat ze louter bezig waren met hun carrière, met hun volgende post waar ze hopelijk wel een zwembad hadden. Omdat ze zelfs nu, nu Nederlanders, hun landgenoten, leden van het volk dat hen op goudgerande vliegende tapijten had uitgezonden, in stukken vlees, botten bloed uiteengereten tussen het koren en de zonnebloemen lagen, niet meteen naar het rampgebied afreisden, omdat het procedureel niet mocht, omdat het te gevaarlijk was.'
   Hij ziet de premier, de 'weglachpremier', op tv 'in diepe rouw namens de BV Nederland'. 'Was hij, Wessel Stols, dan de enige in dit land die zich mede schuldig voelde? Die besefte dat hij als paladijn van Europa misschien onvoorzichtig was geweest, roekeloos, de onvoorzichtige roekeloze arrogantie die Brussel zich decennialang vanuit de bladgouden torens had gemeend te kunnen permitteren?' Wessel bezwijkt onder zijn schuldgevoel - er zijn overigens meer spoken uit zijn verleden die hem belagen - en hij maakt een eind aan zijn leven.
   In een interview noemde de auteur de 'schakel'-redenering een gedachte-experiment, en dat is precies wat fictie vermag. In werkelijkheid gaan de betrokkenen immers allesbehalve gebukt onder schuldgevoel. De weglachpremier marchandeert op schandelijke wijze met de uitslag van het Oekraïne-referendum en de oorlogshitsers van de Maidan zitten nog op hun post, het Brusselse evangelie nog fanatieker predikend. Met Poubelle schreef Pieter Waterdrinker zonder twijfel de imposantste roman van 2016. 

zondag 25 december 2016

Zeven dagen lang (307)

19 t/m 25 december

MAANDAG (On)bekend
Er is een onbekende toneeltekst van Mulisch opgedoken, melden de media: 'Het twaalfde huis van monsieur Zimbalist'. Dat klopt niet helemaal. Dat wil zeggen: het was bekend dat Mulisch ooit een tekst schreef met deze titel, dat had hij namelijk zelf al uit de doeken gedaan in De toekomst van gisteren (1972). We schrijven het jaar 1952, en volgens Mulisch vindt men 'de angst en frustratie van die dagen het zuiverst terug in De schandalen van Vestdijk.' 
'Zelf begon ik aan een toneelstuk: Het twaalfde huis van Monsieur Zimbalist. Mijn Zimbalist was een onmetelijk rijke luciferkoning à la de legendarische Ivar Kreuger; overal ter wereld had hij villa's, flats, bungalows, waar iedere dag ontbijt, lunch, diner en souper opgediend moesten worden, voor het geval hij plotseling mocht opdagen. De butler en de huishoudster van zijn twaalfde huis, waar mijn stuk zich zou afspelen, hadden hem nooit gezien' etc.
Toen Mulisch nog aan het stuk schreef 'verscheen Becketts En attendant Godot, en ik staakte het werk aan mijn stuk, liever dan de indruk te wekken een epigoon te zijn. Natuurlijk had ik mij niet moeten laten intimideren, maar ik liet mij intimideren, in plaats van het op te vatten als een teken, dat ik op het goede spoor zat.' (p. 50-51)
Op 24 januari wordt het stuk door acteurs voorgelezen.

DINSDAG Kerstmuziek (I)
Kelly Clarkson, '4 Carats' (2013)

WOENSDAG Zwartkijker
21 december. Over een half jaar worden de dagen alweer korter. (aldus Kurt Mulisch)

DONDERDAG Eerbied
Christophe Vekeman schrijft in De Morgen: 'Naar aanleiding van de 27ste aflevering van het Groot Dictee der Nederlandse Taal [...] noemde schrijfster Saskia de Coster in De Morgen spelling "niet belangrijk", "niet de essentie, eerder een vernislaag of hinderlijke bijkomstigheid". Nu kennen we Saskia natuurlijk inmiddels een beetje, [...] het erge is, helaas, dat zij niet alleen blijkt te staan. Hans Bennis, directeur der Nederlandse Taalunie, haast zich in elk geval haar bij te treden en doet er zelfs nog een schepje bovenop: "Als taalkundige zou ik durven te stellen dat het niet slecht zou zijn om spellingregels gewoon af te schaffen." Dat is zijn mening dus. Mijn mening is dat die minkukel op staande voet, om de dringendst mogelijke redenen, dient te worden ontslagen, en ik bedoel daarmee dus: vandaag nog.'
Juist. Alleen wordt Bennis pas per 1 februari 2017 directeur van de Taalunie. Zo snel werd zelfs Theo van Gogh nooit ontslagen...

VRIJDAG Well, that escalated quickly

ZATERDAG Kerstmuziek (II)
Paul Simon, 'Getting Ready for Christmas Day' (2010)

ZONDAG Met Sjaak Swart als Ebenezer Scrooge
Twaalfde column voor Staantribune online: 'Swart. Een kerstvertelling in proza'.

zondag 18 december 2016

Zeven dagen lang (306)

12 t/m 18 december

MAANDAG De hoofdstad
Wim Pijbes van het Rijksmuseum gooide een steen in de vijver door te stellen dat Amsterdam 'vies, vuig en te vol' is.
Ik werk er nu een paar maanden en kan hem geen ongelijk geven. Het probleem met het vuilnis is ook dat het lijkt of maar de helft van de mensen de vuilniszakken aan de straatkant zet, de andere helft flikkert alles gewoon los ernaast, alsof ze ze ter plekke leegschudden en dan de pleiterik maken.

DINSDAG Kerstmuziek (I)

WOENSDAG Vijand
Enge tendens: het Nieuwe McCarthyisme, oftewel de naar hysterie en paranoia neigende angst voor de Russen. Poetin is een onberekenbare autocraat, maar hij heeft echt wel wat belangrijkers te doen dan de verkiezingen in Nederland beïnvloeden.

DONDERDAG Seedorf
Clarence Seedorf: 'Zonder vooroordelen was ik nu recordinternational'. Zonder eigenwijs karakter en die belachelijke eis om alleen op '10' te willen spelen, zal hij bedoelen.

VRIJDAG Kerstmuziek (II)
The Beach Boys, 'Christmas Day' (1964)

ZATERDAG Bijlage
'Het gaat niet om de artikeltjes in dat verdrag, maar om het mechanisme dat in werking wordt gezet. Het opensplijten van een grensland, waardoor een enorm geopolitiek conflict nog verder explodeert in de komende jaren. Dat is heel onverstandig.
Als je daar een bijlagetje bij doet, verandert dat niets aan het verdrag. Ik zou nog respect voor Rutte kunnen opbrengen als hij had gezegd. "Ik ben de minister-president. Het is een raadgevend referendum. En ik luister er niet naar. Punt." Als je dan per se wil ratificeren, doe het dan als een vent. Ik vind dit een ontzettend flauwe truc.'
Thierry Baudet over de ratificatie van het associatieakkoord

ZONDAG Son of a carpenter
Leo Blokhuis sprak bij WNL op Zondag over smaakvolle kerstmuziek en noemde daarbij ook 'Christmas Must Be Tonight' (1975) van The Band, geweigerd door de platenmaatschappij en pas op het restjesalbum Islands (1977) verschenen. Het nummer staat ook op de compilatie An Americana Christmas (2014), waar bijvoorbeeld ook bovenstaande parel van Corb Lund op staat. Een aanrader!

zondag 11 december 2016

Zeven dagen lang (305)

5 t/m 11 december

MAANDAG Uitsluiting
'Internationalisering raast door de academia. Na het onderzoek en de masterstudies worden nu zelfs bacheloropleidingen aan het Engels onderworpen. Het leidt tot uitsluiting en een eenzijdige blik op ons land en de wereld. Er loopt een diepe kloof in de samenleving tussen kosmopolieten en de rest. De universiteit moet deze kloof bestuderen in plaats van vergroten.'
Lees dit belangrijke opiniestuk van Josse de Voogd in Folia

DINSDAG Kerstmuziek
Herb Alpert & The Tijuana Brass, 'The Bell That Couldn't Jingle' (1968)

WOENSDAG Discriminatie
Opnieuw een puike Brief van de dag in het Algemeen Dagblad. En opmerkelijk: net als de vorige komt ook deze uit Leerdam.

DONDERDAG Feyenoord-Fenerbahçe 0-1
Enorme blunder van Rick Karsdorp. Mijn theorie: Fenerbahçe speelde in een zwart shirt. De parterrevakken - op ooghoogte vanaf het veld - waren afgedekt met zwart zeildoek. Ik denk dat Rick door dat zwart op zwart die speler eenvoudigweg over het hoofd zag.
En dat allemaal omdat zo'n eikel van een scheidsrechter per se in een geel shirtje wil fluiten.

VRIJDAG Halfhartig
Wilders wordt door de rechtbank schuldig bevonden maar hij krijgt geen straf opgelegd.
Wel boos worden maar niet bestraffen: inderdaad D66-rechters.

ZATERDAG Badr-Rico
Waarom bericht Teletekst p. 101 - betrouwbaar baken van echt belangrijk nieuws - over het 'gevecht' tussen die misselijke criminele psychopaat en die andere tokkie? Is dan niets meer heilig?

ZONDAG Held
Frank Heinen doet bij Studio Voetbal zijn item over voetbalkunstenaar Dennis Bergkamp geheel via (bewerkte) gedichten van Kopland, Van Ostaijen, Kouwenaar en Gezelle. Mooi!

dinsdag 6 december 2016

Santa Sufjan Day

Vandaag is het 6 december, het traditionele begin van de Kerstperiode. 6 december is ook 'Santa Sufjan Day', naar de grote Sufjan Stevens, schepper van tien juweeltjes van cd's met in totaal honderd kerstliedjes die vanaf vandaag weer een maand lang gedraaid mogen worden.
  Honderd is niet helemaal correct, want in feite maakte Stevens er minstens honderd en een. In 2007 schreef hij een wedstrijd uit, de 'Sufjan Stevens Xmas Xchange Contest', waarbij de maker van het mooiste kerstliedje de publicatierechten van een niet eerdere uitgebrachte Song of Christmas van Stevens won. Alec Duffy was de gelukkige met zijn nummer 'Everyday Is Christmas' en hij kreeg de rechten in handen van een liedje met de titel 'The Lonely Man of Winter'.
  Duffy besloot het nummer niet verder te verspreiden, bijvoorbeeld door het op internet te zetten of er een verkoopbare vinyl-single van te persen. In plaats daarvan organiseerde hij met de componist Dave Malloy luistersessies en petit comité bij hen thuis in Brooklyn, New York. Op internet hebben een aantal bloggers verslag gedaan van zo'n luistersessie. Hieruit zijn een aantal kenmerken van het nummer af te leiden.
  Zo schrijft een blogger: 'We listened to 3 minutes and 13 seconds of lush layered melancholy lyrics of wintry solitude. We were fortunate enough to get a second listen to swap headphones. A discussion about what we thought about the song followed. I distinctly remembered the line "driving to Denver" and wanting the track for my very own.' Er is ook een plaatje van het artwork te zien: een tekening met de tekst 'Christmas sucks' en daaronder '(just kidding)'.
  Een andere blogger vergelijkt de toon van 'The Lonely Man of Winter' met 'Casimir Pulaski Day' van het album Illinois, een van de ontroerendste nummers ooit gemaakt: 'Immediately, the looped guitar intro of "The Lonely Man of Winter" sent chills down my spine. I could almost imagine him building the loops by himself to produce the song. Because I generally prefer the more somber Sufjan pieces like "Casimir Pulaski Day," the melancholy lyrics of this holiday song seemed to deliberately cater to my tastes. The song ended with a beautifully haunting piano coda, reminding me of my recent reconnection with the instrument. Clocking in at 3:11, "The Lonely Man of Winter" ended before I knew it.'
  Somber, melancholiek, winters - dat zijn de associaties die het liedje bij praktisch alle bloggers opriep. Weer een ander wijst op de sleigh bells, die het ook een warme gloed geven: 'I liked it quite a lot. Sad Christmas songs are more my kind of thing than happy ones. This one was pretty melancholy. Sleigh bells entered at one point to give the thing a slightly festive feel. In general, it left an odd mixture of warmth and chill inside me.'
  De laatste keer dat er zo'n sessie werd georganiseerd was naar verluidt in 2010. Sindsdien is er niets meer van vernomen. Iemand die in 2013 nog mailde naar Duffy kreeg een een automatic reply dat de sessies 'on hiatus' waren. Op internet uitten velen hun woede en onbegrip. Zo schrijft iemand op Reddit het 'pretty disrespectful and selfish' te vinden: 'the way they handled it was kind of the most obnoxious thing ever. I get irrationally mad every time I remember this song exists...'
  Toch verleent de manier waarop eerst Stevens en later Duffy en Malloy 'The Lonely Man of Winter' hebben 'uitgebracht' het nummer ook een voor deze tijd zeer bijzonder karakter. De filosoof Thijs Lijster verwijst in het essay 'Voor iedereen, van niemand', opgenomen in zijn boek De grote vlucht inwaarts (2016), naar Walter Benjamins klassieke tekst 'Das Kunstwerk im Zeitalter seiner technischen Reproduzierbarkeit' (1936), over de gevolgen van indertijd nieuwe media als fotografie en film voor de esthetische ervaring van een kunstwerk.
  Deze media hebben de reproduceerbaarheid van een kunstwerk enorm vergroot en daarmee de unieke esthetische ervaring in tijd en plaats, en de 'aura' van het unieke kunstwerk, tenietgedaan: 'De vraag naar exclusiviteit en originaliteit wordt betekenisloos: in het geval van fotografie, bijvoorbeeld, is het absurd te beweren dat de ene afdruk "authentieker" is dan de andere'. De 'cultuswaarde' van een kunstwerk is met de doorbraak van massamedia verdwenen: 'lag bij het traditionele kunstwerk de nadruk op verzinking en contemplatie, en een contact met het "hogere", daar wordt het technisch reproduceerbare kunstwerk eerst en vooral "verstrooid" ondergaan.'
  Het is zeer interessant om te zien dat menige gelukkige beluisteraar van 'The Lonely Man of Winter' verwijst naar de impact van exclusiviteit op zijn of haar luisterervaring. De blogger Matt Lipstein noemt de uniciteit zelfs het meest ontroerende aspect: 'It was really moving to know that we would only hear the song at that place and in that moment, and then we would never hear it again, probably. It really brought a different consciousness to the act of listening to a song.' Het is dan ook vooral de esthetische ervaring van het eenmalige luisteren dat hem zal bijblijven, meer nog dan de uniciteit van het lied zelf: 'The song was beautiful and tender, as many Sufjan songs are, but the experience is probably what will stay with me more than the actual song.'
  Lijsters essay gaat onder meer over het mogelijke einde van intellectueel eigendom door actuele ontwikkelingen in de technologie. Sufjan Stevens nam daarin een bijzondere stap: hij droeg het eigendomsrecht van een van zijn liedjes over aan een fan, aan een consument, en bovendien zonder eerst zelf het nummer te hebben gepubliceerd. De nieuwe eigenaar koos er vervolgens voor het kunstwerk niet te reproduceren, hij hief de reproduceerbaarheid ervan zelfs - tijdelijk? - op en bracht het terug tot de unieke ervaring van de rituele, bijna religieuze opvoering.
  Intussen moeten wij gewone stervelingen het dus misschien wel voorgoed zonder 'The Lonely Man of Winter' doen. Gelukkig zijn er nog honderd andere Songs of Christmas van de maestro die wel vrij toegankelijk zijn. Alhoewel: alleen tussen 6 december en 6 januari. Niet zo exclusief als 'The Lonely Man of Winter', maar het komt een beetje in de buurt.

zondag 4 december 2016

Zeven dagen lang (304)

28 november t/m 4 december

MAANDAG Gezond boerenverstand
Brief van de dag in het Algemeen Dagblad vandaag, maar hij mag ook best Brief van het jaar zijn:

DINSDAG Muziek
Johnny Hates Jazz, 'Turn Back the Clock' (1987)

WOENSDAG Tribunecultuur
Elfde column voor Staantribune online: 'Een trap na'.

DONDERDAG Terlouw (I)
Van de befaamde campagnespot met Van Mierlo wordt altijd gezegd dat het feit dat hij de kiezer rechtstreeks in de camera aankijkt zo revolutionair was. Interessant dat dit ook precies is wat Terlouw deed in De wereld draait door.

VRIJDAG Hinkstapsprinter
De NS kondigt aan dat er meer sprinters per uur gaan rijden op mijn traject, maar dat beschouw ik niet bepaald als een verbetering, integendeel. Het komt nu al veel te vaak voor dat je vertraging oploopt omdat de intercity achter een onpasseerbare sprinter aansukkelt die op elk godverlaten stationnetje stopt.

ZATERDAG Terlouw (II)
'Vroeger, toen je nog gewoon mocht roken, las ik een cartoon op de binnenkant van een pakje Rizla. Er stond een file, maar één mannetje had de oplossing. Hij stak zijn hoofd uit het raam en schreeuwde: "File? Niks file. Ik tel tot drie, en dan gaan we allemaal tegelijk 160 rijden!" Destijds lachten we daar om, maar vandaag zou dat mannetje dus 23 seconden applaus krijgen.'
Jonathan van het Reve in column de Volkskrant over de 'beschaafde populist' Terlouw

ZONDAG Buitenhof
Tom van der Lee van GroenLinks gooit de volledige populistische revolte op het conto van de economie. Dat is er zeker een belangrijke component van - zie de rust belt states in de VS -, maar het is voor een belangrijk deel ook een cultureel verhaal: verlies van eigenheid en identiteit in tijden van globalisering en immigratie. Dat heeft René Cuperus veel beter in de smiezen.
Sinds Klaver, met zijn 'economisme', er de leiding heeft is het bij GroenLinks weer louter economie wat de klok slaat - alsof ze terug willen keren naar de marxistische wortels van de partij.

donderdag 1 december 2016

Den vaderland Terlouwe

Nog geen uur nadat een geëmotioneerde Jan Terlouw in De wereld draait door een monoloog tot de kijker had gericht kreeg ik al reacties uit Engeland. Het zegt iets over de enorme impact van Terlouws woorden, en tegelijk toont het aan dat zijn nostalgie om touwtjes door brievenbussen heimwee is naar een veilige, besloten wereld die een totaal andere is dan de huidige geglobaliseerde open wereld van razendsnelle telecommunicatie.
  Terlouw (1931) beschreef een door de welvaart verbeterde maar ook ten negatieve veranderde wereld. Vroeger hingen mensen touwtjes door de voordeur, zodat de buurtkinderen overal naar binnen konden. Nu heerst het wantrouwen. Mensen vertrouwen de politiek niet meer en de regering vertrouwt haar burgers niet meer. Bovendien vernietigen we in hoog tempo het milieu, getuige bijvoorbeeld de plastic 'soep' in de oceanen.
  Hoe welgemeend en inspirerend het pleidooi ook was, ik kreeg er ergens ook ontzettende jeuk van. Want daar zat niet alleen de aimabele kinderboekenschrijver Jan Terlouw, daar zat ook een kopstuk van D66.
  Zoals al door Bart Nijman opgemerkt stelde Terlouw alleen de diagnose maar bleef hij weg van de oorzaken: 'Waaróm hangt dat touwtje niet meer uit de brievenbus? Waaróm spelen kinderen niet bij elkaar thuis? Waaróm is een handdruk niet meer genoeg?'
  Het pleidooi om terug te keren naar de jaren vijftig had ook van Wilders kunnen komen. Die had de oorzaken wel geweten, 'die zou zijn vertelling vermoedelijk aanvullen met het argument dat het touwtje verdwenen is omdat er een deur naar links een Marokkaans gezin woont met twee criminele tienerzoons, en omdat er drie deuren naar rechts zes Somaliërs met een uitkering en een qat-verslaving wonen.' Een simplistische generalisering en 'een constatering die op zichzelf niets oplost', maar tenminste wel 'een openingszet', aldus Nijman.
  Wat Terlouw in feite betreurde is dat de maatschappij geen samenleving in de letterlijk zin van het woord meer is. Maar juist dat, die afbraak van het sociale bindweefsel, is bij uitstek een effect van de ontwikkelingen die D66 mede heeft vormgegeven.
  Sinds pakweg 1968 is het 'postmoderne' denken overal in doorgedrongen: het is een term die verwijst naar het einde van de grote verbindende verhalen, van gedeelde, collectief beleefde waarden en waarheden. Alles werd geïndividualiseerd en weggerelativeerd. Taboes verdwenen, gezagsverhoudingen ook. Het bracht veel goeds maar het maakte ook veel kapot.
  Thatcher zei: there is no such thing as society. De overheid trok zich terug, de vrije markt nam het over, privatisering werd het toverwoord.
  Eerder dit jaar haalde Terlouw in een interview met de Volkskrant nog hard uit naar het neoliberalisme. Nooit woei er echter in Nederland een neoliberalere wind dan ten tijde van de paarse kabinetten-Kok (1994-2002). Al die jaren zat D66 in de regering.
  Naast het gezin en de gemeenschap is ook de derde traditionele sfeer van geborgenheid, de natiestaat, sinds het midden van de vorige eeuw voortdurend en doelbewust ondermijnd. Ook hier liep en loopt D66 voorop, de partij schroomt niet de soevereiniteit van Nederland te ontmantelen en per onderdeel aan Brussel over te dragen. Ook dat grijpt diep in op de bestaanszekerheid van mensen, op hun vertrouwen in de politiek.
  D66 is ooit opgericht om een einde te maken aan 'de ondoorzichtigheid', 'de tanende invloed van de kiezers', 'de ontoereikendheid van de politieke spelregels', 'de verstarring van het partijenstelsel', aan 'altijd maar weer hetzelfde gezeur en geharrewar' - zoals het heette in de befaamde campagnespot met Van Mierlo uit 1967. Niets is er van over, de partij is onder Pechtold de kampioen van het volksverlakkende geharrewar geworden.
  Theodor Holman schreef het een maand geleden in zijn column: 'Als er één partij verantwoordelijk gesteld moet worden voor groeiend cynisme, dan is het D66. Als er één partij het wantrouwen in de democratie heeft gevoed, dan is het D66.'
  Holman gaf het voorbeeld van het Oekraïne-referendum, waarbij Ruttes schandelijke gelieg en getalm gefaciliteerd wordt door D66: 'Het volk zei nee, de VVD ja, en Pechtold geeft Rutte een opkontje; democratie is mooi maar vooral om er onder elkaar over te praten, het moet niet zo zijn dat we moeten luisteren naar het volk.'
  Je kunt er vergif op innemen dat D66 het momentum nu gaat uitbuiten en de hoogbejaarde coryfee gaat inzetten voor campagnedoeleinden. Terlouw wordt zelf een touwtje door de brievenbus, van de deur naar het Torentje welteverstaan, waar Pechtold straks slinks aan gaat lopen trekken.