donderdag 1 december 2016

Den vaderland Terlouwe

Nog geen uur nadat een geëmotioneerde Jan Terlouw in De wereld draait door een monoloog tot de kijker had gericht kreeg ik al reacties uit Engeland. Het zegt iets over de enorme impact van Terlouws woorden, en tegelijk toont het aan dat zijn nostalgie om touwtjes door brievenbussen heimwee is naar een veilige, besloten wereld die een totaal andere is dan de huidige geglobaliseerde open wereld van razendsnelle telecommunicatie.
  Terlouw (1931) beschreef een door de welvaart verbeterde maar ook ten negatieve veranderde wereld. Vroeger hingen mensen touwtjes door de voordeur, zodat de buurtkinderen overal naar binnen konden. Nu heerst het wantrouwen. Mensen vertrouwen de politiek niet meer en de regering vertrouwt haar burgers niet meer. Bovendien vernietigen we in hoog tempo het milieu, getuige bijvoorbeeld de plastic 'soep' in de oceanen.
  Hoe welgemeend en inspirerend het pleidooi ook was, ik kreeg er ergens ook ontzettende jeuk van. Want daar zat niet alleen de aimabele kinderboekenschrijver Jan Terlouw, daar zat ook een kopstuk van D66.
  Zoals al door Bart Nijman opgemerkt stelde Terlouw alleen de diagnose maar bleef hij weg van de oorzaken: 'Waaróm hangt dat touwtje niet meer uit de brievenbus? Waaróm spelen kinderen niet bij elkaar thuis? Waaróm is een handdruk niet meer genoeg?'
  Het pleidooi om terug te keren naar de jaren vijftig had ook van Wilders kunnen komen. Die had de oorzaken wel geweten, 'die zou zijn vertelling vermoedelijk aanvullen met het argument dat het touwtje verdwenen is omdat er een deur naar links een Marokkaans gezin woont met twee criminele tienerzoons, en omdat er drie deuren naar rechts zes Somaliërs met een uitkering en een qat-verslaving wonen.' Een simplistische generalisering en 'een constatering die op zichzelf niets oplost', maar tenminste wel 'een openingszet', aldus Nijman.
  Wat Terlouw in feite betreurde is dat de maatschappij geen samenleving in de letterlijk zin van het woord meer is. Maar juist dat, die afbraak van het sociale bindweefsel, is bij uitstek een effect van de ontwikkelingen die D66 mede heeft vormgegeven.
  Sinds pakweg 1968 is het 'postmoderne' denken overal in doorgedrongen: het is een term die verwijst naar het einde van de grote verbindende verhalen, van gedeelde, collectief beleefde waarden en waarheden. Alles werd geïndividualiseerd en weggerelativeerd. Taboes verdwenen, gezagsverhoudingen ook. Het bracht veel goeds maar het maakte ook veel kapot.
  Thatcher zei: there is no such thing as society. De overheid trok zich terug, de vrije markt nam het over, privatisering werd het toverwoord.
  Eerder dit jaar haalde Terlouw in een interview met de Volkskrant nog hard uit naar het neoliberalisme. Nooit woei er echter in Nederland een neoliberalere wind dan ten tijde van de paarse kabinetten-Kok (1994-2002). Al die jaren zat D66 in de regering.
  Naast het gezin en de gemeenschap is ook de derde traditionele sfeer van geborgenheid, de natiestaat, sinds het midden van de vorige eeuw voortdurend en doelbewust ondermijnd. Ook hier liep en loopt D66 voorop, de partij schroomt niet de soevereiniteit van Nederland te ontmantelen en per onderdeel aan Brussel over te dragen. Ook dat grijpt diep in op de bestaanszekerheid van mensen, op hun vertrouwen in de politiek.
  D66 is ooit opgericht om een einde te maken aan 'de ondoorzichtigheid', 'de tanende invloed van de kiezers', 'de ontoereikendheid van de politieke spelregels', 'de verstarring van het partijenstelsel', aan 'altijd maar weer hetzelfde gezeur en geharrewar' - zoals het heette in de befaamde campagnespot met Van Mierlo uit 1967. Niets is er van over, de partij is onder Pechtold de kampioen van het volksverlakkende geharrewar geworden.
  Theodor Holman schreef het een maand geleden in zijn column: 'Als er één partij verantwoordelijk gesteld moet worden voor groeiend cynisme, dan is het D66. Als er één partij het wantrouwen in de democratie heeft gevoed, dan is het D66.'
  Holman gaf het voorbeeld van het Oekraïne-referendum, waarbij Ruttes schandelijke gelieg en getalm gefaciliteerd wordt door D66: 'Het volk zei nee, de VVD ja, en Pechtold geeft Rutte een opkontje; democratie is mooi maar vooral om er onder elkaar over te praten, het moet niet zo zijn dat we moeten luisteren naar het volk.'
  Je kunt er vergif op innemen dat D66 het momentum nu gaat uitbuiten en de hoogbejaarde coryfee gaat inzetten voor campagnedoeleinden. Terlouw wordt zelf een touwtje door de brievenbus, van de deur naar het Torentje welteverstaan, waar Pechtold straks slinks aan gaat lopen trekken.

Geen opmerkingen: