donderdag 31 januari 2013

Lezen, lezen, lezen #32

Auke Kok, De verrader. Leven en dood van Anton van der Waals (2005) [1995], 364 blz. (*****)
Nederlands grootste landverrader in de Tweede Wereldoorlog was Anton van der Waals. Tientallen verzetsstrijders werden door deze meedogenloze Rotterdammer in de armen van de bezetter gedreven. Auke Kok heeft het levensverhaal van Van der Waals als een spannende roman op papier gezet. Dat is niet eens zozeer het resultaat van zijn insteek, een chronologische vertelling van de levensfeiten leidt automatisch tot zo'n verhaal. Want wat een man en wat een leven! Met kosmische bluf, de nodige slinksheid en een stevige portie geluk wist Van der Waals zich in de bezettingstijd op te werken tot de belangrijkste 'V-Mann' van de Duitsers. Hij werd een belangrijke pion in het 'Englandspiel', de controle van de Duitse contraspionage over geallieerde geheime zenders, waardoor vele geheim agenten meteen na landing gevangen konden worden genomen. Als 'Ringeltaube' van SD-commandant Schreieder wist Van der Waals in vele verzetsgroepen te infiltreren, onder diverse schuilnamen, het vertrouwen van de verzetsstrijders te winnen, om ze vervolgens een voor een over te dragen aan zijn baas.
Tussen al die jongensboekachtige verhalen door vergeet Kok weleens op de rem te trappen en te zoeken naar een verklaring, naar een overzicht, naar een analyse. Hij doet dat eigenlijk maar één keer: 'Hadden al die [...] verzetsmensen beter kunnen weten? Waarop was het vertrouwen, casu quo wantrouwen in Van der Waals eigenlijk gebaseerd?' Ook Kok heeft geen echt antwoord en gooit het op de totale chaos die de oorlog was: 'Zekerheden bestonden in oorlogstijd niet; beweringen lieten zich in zeer beperkte mate natrekken. Er was geen vrijheid van informatie - Nederland lag in een permanente mist waarin iedereen zich op de tast een weg moest banen. Men viel daardoor terug op algemene inzichten. De scheidslijn tussen goedkeuren en afkeuren liet zich nauwelijks rationaliseren.' Van der Waals' pose van 'de zwijgende agent op de achtergrond' kon op twee manieren worden uitgelegd: 'dat hij iets verborg' of 'dat hij zich als een echte, want verstandige spion opstelde'. In 'het schimmenrijk van de oorlog' gold dan: 'Het was maar wat men geloven wilde.' Na zijn arrestatie beriep Van der Waals zich op een Britse spion, ene Verhagen, van wie hij alle instructies zou hebben ontvangen. Het verhaal van Van der Waals inspireerde W.F. Hermans voor zijn roman De donkere kamer van Damokles. Kok verwijst daar impliciet naar in deze alinea: 'Het aanhoudende onvermogen om het bestaan van de Britse geheim agent aan te tonen, hing als een zwaard van Damocles boven Van der Waals' hoofd. Talloze keren had hij inmiddels beweerd dat Verhagen een legitimatie-foto had overlegd, maar in de donkere kamer van het onderzoek bleef diens beeltenis onzichtbaar.' Kort voor zijn executie gaf Van der Waals toe dat Verhagen een verzinsel was.
Van diezelfde W.F. Hermans staat op de achterflap een aanprijzing: 'Ik begon aan De verrader op een middag om halfvier. Zonder in staat te zijn geweest een tussentijds slaapje te doen, had ik het de volgende morgen om halfzes uit.' Ik was niet in de gelegenheid een nacht door te halen, maar ik las het op twee zondagmiddagen, ademloos en met bonzend hart. Het is vooral die mist van onwetendheid waarin alles zich voltrok die, vanuit het perspectief van vandaag, met al onze moderne communicatiemiddelen, zo oubollig en primitief, ja: zo puur en onbedorven aandoet. Toch stemt dat ook tot nadenken: dit is dus wat er uiteindelijk van die oorlog overblijft, een razend spannend verhaal over helden en boeven, spionnen en infiltranten.

Nop Maas - Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven, 3: De late jaren (1975-2006) (2012), 783 blz. (***)
Na de eerste twee delen van Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven (2009, 2010) moesten we wat langer wachten op deel drie omdat Reves laatste partner Joop 'matroos Vos' Schafthuizen publicatie enige tijd tegen wist te houden. Deel één vond ik geweldig, deel twee al een stuk minder boeiend. In het derde en laatste deel beschrijft Maas de 'late jaren' van Reve: 1975-2006. Net als in het tweede deel heeft Maas zich hoofdzakelijk toegelegd op het aan elkaar schrijven van de vele lange briefcitaten van Reve. Toch treedt hij in dit deel ook af en toe met enig tromgeroffel naar de voorgrond, bijvoorbeeld in de interjectie 'terecht' in deze zin: 'Hanny Michaelis beschouwde Bezorgde ouders - terecht - als een meesterwerk.' Ook Mulisch is daarbij weer schietschijf. Vergat Maas in deel 1 al heel freudiaans Mulisch in het register op te nemen en verloor hij in deel 2 zijn beheersing bij de bespreking van de Reve-Mulisch-polemiek, in deel 3 laakt hij eerst Mulisch' ironische reactie op Reves overlijden - hij was nu De Grote Eén - om vervolgens diens wél piëteitsvolle reactie dat Schafthuizen Reve in zijn nadagen goed had verzorgd smalend af te doen als de opmerking van een 'deskundige'. Kortom: het is ook nooit goed.
Aan het begin van hoofdstuk 14 vindt er een merkwaardige breuk in de vertelling plaats als Maas ineens in de ik-vorm begint te schrijven: 'Samen met mijn partner Joep Jaspers bracht ik een aantal weekends door in Machelen, bij welke gelegenheden Joop Schafthuizen zijn gastvrijheid en royaliteit telkenmale demonstreerde.' Diezelfde Schafthuizen heeft dit deel niettemin behoorlijk versjteert: als schrijversweduwnaar mocht hij schrappen wat hem niet aanstond; drie sterretjes markeren de tekstplaatsen waar deze censuur heeft plaatsgevonden. De matroos heeft daarbij rare keuzes gemaakt. Veelal gaat het om geldbedragen die geschrapt zijn, terwijl schokkende mededelingen over bijvoorbeeld zijn pedofiele neigingen zijn blijven staan. (Zie hierover mijn uitgebreide bespreking op textualscholarship.nl) Ik heb getracht qua primaire literatuur van Reve 'mee te lezen' met de biografie, maar dat viel voor de laatste twee delen niet erg mee, zo vervelend waren bijvoorbeeld boeken als Lieve jongens en Moeder en zoon. Meer en meer vrees ik dat Reve na Nader tot U (1966) weinig beklijvends meer heeft geschreven. De interessantste stukken gaan in dit deel dan ook niet over de boeken van Reve maar over zijn publieke manifestatie en zijn katholicisme, waarover Reve nog wel af en toe wat zinnigs te melden had. Verder is het weer een aaneenschakeling van drank, ruzie en onvermogen. Hoewel Maas misschien beter de laatste 45 jaar in één deel had kunnen beschrijven, was er toch iets weemoedigs bij het omslaan van de laatste bladzijde: door die minutieuze levensbeschrijving word je als lezer enorm met je neus op het feit van de vluchtigheid van het leven gedrukt.

Arnon Grunberg - Voetnoot. Eerste verzameling (2012), 144 blz. (**)
Sinds 29 maart 2010 schrijft Arnon Grunberg elke dag een kleine column op de voorpagina van de Volkskrant, onder de koepeltitel 'Voetnoot'. Deze 'eerste verzameling' is feitelijk een bloemlezing uit de voetnoten die tussen maart 2010 en november 2011 in de krant zijn verschenen. De selectie is gemaakt door Bob Polak, die bijna wekelijks is te vinden op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied. Polaks keuze is niet altijd even gelukkig. Nu is het natuurlijk op zich al een hele prestatie om elke dag een column in te leveren. Om dan elke dag iets zinnigs of scherpzinnigs te zeggen over een actueel onderwerp is bijkans onmogelijk. Op zulke dagen schrijft Grunberg iets over zijn moeder. Het voordeel van bloemlezen is dat zulke marginalia weggelaten kunnen worden. Polak heeft echter toch een flink aantal van die wezenloze stukjes in deze verzameling opgenomen. Uit zijn verantwoording wordt niet echt duidelijk waarom. De criteria van Polak: 'Tijdloos is het sleutelwoord, kwaliteit het kenmerk, schaamte de constante.' Die constante blijkt te schuilen in een merkwaardige historische parallel. De ouders van Grunberg kwamen in de jaren dertig naar Nederland maar kregen pas in de jaren vijftig de Nederlandse nationaliteit. 'In de tussentijd', schrijft Polak, werden zij 'aan hun lot overgelaten en dat lot lag in de onderduik en in deportatie naar Westerbork en Auschwitz. Zo gaan wij hier met asielzoekers om. Toen en nu. Niets veranderd.' Helaas licht Polak niet toe wie 'wij' dan tegenwoordig allemaal naar Westerbork en Auschwitz deporteren.
Polak heeft Grunberg ook een vragenlijst voorgelegd met een aantal meerkeuzevragen, onder meer over zijn werkwijze, onderwerpen, voorbeelden, et cetera. Op de vraag over welk onderwerp hij de meeste lezersreacties heeft ontvangen antwoordt Grunberg: 'Anders, namelijk: Marc-Marie Huijbregts'. In de betreffende voetnoot reageerde Grunberg op de Zomergasten-aflevering waarin een huilende Huijbregts vertelde hoe zijn vader hem aan het sterfbed van zijn moeder twee dagen lang straal negeerde. Grunberg verbindt dit echter moedwillig met een andere opmerking van Huijbregts in dat programma: dat zijn vader hem niet grappig vindt, en schrijft dan: 'Mijn sympathie voor de vader van de heer Huijbregts nam met de minuut toe.' Het is feitelijk de enige column die ophefmakend genoemd kan worden. Verder zijn het vooral typische Grunberg-teksten: vol onlogische overgangen, inwisselbare aforismen en quasi-diepzinnigheid.

maandag 28 januari 2013

Avondje kakelen

Om 18.05 stapte ik vanavond de trein in om naar huis te gaan. Een maandagavond in het verschiet als alle andere maandagavonden. Dat veranderde toen twee meisjes naast en tegenover me plaatsnamen en ik de een opgewonden tegen de ander hoorde zeggen: 'Heb je het net gelezen op nu.nl? De koningin komt met een aankondiging, om zeven uur.'

Ik wist nog van niks, maar dit kon maar één ding betekenen: de vorstin gaat haar aftreden bekendmaken. Of eigenlijk twee dingen: Beatrix stopt ermee én de televisieprogrammering is vanavond totaal anders dan gepland.

Gedurende de treinreis van vijf kwartier had ik mooi de tijd om me eens te verplaatsen in al die redacties, programmamakers en zendercoördinatoren die nu onder hoogspanning moesten staan om de juiste gasten naar de studio's te dirigeren. Bellen, mailen, sms'en. Taxi's regelen, teksten voorbereiden, beeldcompilaties samenstellen. Alle verloven ingetrokken.

Wie zou ik zo dadelijk op mijn scherm zien? Er zou ongetwijfeld een blik koningshuiskenners worden opengetrokken. Een aantal historici, (ex-)politici, enkele staatsrechtdeskundigen wellicht. En natuurlijk de hele avond door een onophoudelijke herhaling van actuele en historische beelden: de time loop van het grote nieuws dat na een kwartier al geen nieuws meer is.

Wat volgde was even vermakelijk als vermoeiend. Teletekst had de eindredactie geschrapt, met grappige foutjes tot gevolg: Rutte zou zijn bewondering hebben uitgesproken voor de koningin 'die ons land meer dan 30 jaar met grote inzet heeft gereageerd'. Astrid Kersseboom kondigde filmpjes aan die niet werden ingestart en dan ineens toch weer wel. Sfeerbeelden uit huiskamers, cafés en bij tankstations. Enkele van de vierentwintig republikeinen die ons land telt voor de microfoon.

Bij de buren van de VARA was het feest: Matthijs was omringd door een tiental gasten tegelijk. Prem moest zelfs op een verhoogd krukje zitten omdat er aan tafel geen plaats meer was. Alleen al de aanblik van de gasten werkte depressiebevorderend. De mislukte wonderpuber Sywert van Lienden. De aalgladde activist Ramsey Nasr. En Jan Mulder, die in Oost-Groningen woont maar wonderwel binnen een halfuur in Amsterdam was.

Mulder schijnt dan ook vaak met een plastic tasje heen en weer te lopen voor het raam van de studio, waarna ze hem uit medelijden maar naar binnen roepen. Daarom is hij er ook zo vaak. Ik voor mij moest vooral denken aan al die gasten die op het laatste moment waren afgebeld. Eindelijk bij De wereld draait door. Finest hour, fifteen minutes of fame. Maar helaas. Gelukkig ging Voetbal International wel gewoon door. Derksen was weer in vorm.

Bij de NOS wisten ze inmiddels van gekkigheid ook niet meer wat ze moesten doen. Hirsch Ballin en Wim Kok werden onder het stof vandaan gehaald, een verslaggeefster ging de stemming peilen bij een bridgeclub: 'U heeft het over schoppen, maar het moet eigenlijk over koningen gaan', en de sociale mediageneratie toonde maar weer eens haar schrijnende gebrek aan vindingrijkheid met tenenkrommende hashtags als 'Tabeatrix' en 'Trixit'. Ook een vieze kraker mocht triomfantelijk herinneringen ophalen aan 1980. Nu is er een kraakverbod, dus die ellende blijft ons dit jaar gelukkig bespaard. Toch?

Pauw en Witteman mochten de kas opmaken. Herman Pleij, Erica Terpstra, Youri Albrecht, meester Sjuul Paradijs. Zelfs Job Cohen - wie kent 'm nog - was uitgenodigd. Zo passeerde er op deze avond al gauw een talking headje of vijftig, zestig de revue. Een kippenhok van kakelende kenners en blatende zwatelaars. Een kakofonie van meninkjes, emotietjes en anekdotetjes. Waarlijk een historische avond: saai, repetitief en grotendeels inhoudsloos. Precies wat de geschiedenis is.

zaterdag 26 januari 2013

Zeven dagen lang (147)

20 t/m 26 januari

ZONDAG Wintersport
Commentator bij Willem II-ADO Den Haag: 'Haemhouts, koud in het veld en nu al bijna een doelpunt.'
Volgens mij staat vandaag iedere speler koud in het veld.

MAANDAG Winter(on)klaar
Dat je als forens er niet op moet rekenen probleemloos op je werk te raken als het een paar graden vriest weet ik inmiddels wel. Maar aan dit soort ongein kan ik maar niet wennen:
Je staat op een bomvol perron te wachten op een trein die om 07.59 uur moet vertrekken. 07.59 uur nadert en de borden melden geen vertraging. 07.59 uur passeert en ineens verschijnt daar de mededeling '+ 20 minuten'. Dat is om gek van te worden. Alsof ze niet eerder weten dat die trein met vertraging onderweg is.
Het is hetzelfde als een kind een snoepje aanbieden en dan net wanneer het de zoetigheid wil pakken je hand terugtrekken en zeggen: 'nee, nee, ga eerst maar even 20 minuten buiten in de kou staan en kom dan maar terug. Misschien heb ik het snoepje dan nog, misschien ook niet.'

DINSDAG Wintersprookje
Bradford City naar de finale van de League Cup! Lang geleden dat ik zo hartstochtelijk gejuicht heb als bij die 1-1 van James Hanson. The Telegraph schrijft: 'The League Two club’s remarkable journey to the Capital One Cup final is a timely tonic for fans disillusioned by the ever-growing gulf between rich and poor.' En zo is het maar net!
Ik heb bovendien altijd al een zwak gehad voor Bradford City sinds ze tussen 1999 en 2001 twee seizoenen in de Premier League speelden, zoals al die kleine clubs die even op het hoogste niveau hebben mogen acteren op de een of andere manier mijn sympathie hebben: Barnsley, Crystal Palace, Watford, Hull City. En Bradford City dus, misschien nog wel iets meer dan de anderen, vanwege die heerlijke naam natuurlijk, maar ook het shirt en het stadion, en de tragische recente historie: binnen tien jaar van de Premier League naar de onderste regionen van League Two, het vierde niveau.
Daarom is dit succes ze zo gegund. Met in één moeite door het meest kippenvel veroorzakende, vochtige ogen teweegbrengende moment van het jaar: Held Gary Jones.

WOENSDAG Winterauteur
Teletekst meldt dat de 'schrijfster Julia Burgers-Drost' dood is en wijdt er een volledige pagina aan. Het blijkt te gaan om een protestants-christelijke schrijfster. Dat zijn de ware bestsellerauteurs. Haar bekendste titel is 'Wachten op de Oogst'. En 'ze schreef vooral in de winter'. Het is vooral de combinatie van de twee die het 'm doet.

DONDERDAG P& W
De gespleten tong Gerard 'Al Qaeda bestaat niet' Spong is natuurlijk tegen het publiceren van beelden van verdachten in de opsporingsfase van een onderzoek, zoals nu met de Eindhovense kopschoppers is gebeurd.
Het betreft hier echter beelden van de misdaad zelf. Dat lijkt me op geen enkele manier iets om tegen te zijn. Iedereen die de beelden ziet promoveert in feite tot getuige van de misdaad, en hoe meer getuigen hoe beter, nietwaar. Het wordt pas penibel als mensen vervolgens op hun sociale mediaprofielen in het wilde weg met namen en rugnummers gaan strooien.

VRIJDAG Holzmichel
Simeon ten Holt zou gisteren 90 zijn geworden. Ten Holt, ook een soort Julia Burgers-Drost: nooit van gehoord, en dan ineens een bekendheidspiek na het overlijden als gevolg van een pr-kruistocht van een kleine maar vasthoudende schare fanatici.

ZATERDAG U bent handelswaar
'Als ik vijftien webpagina’s heb openstaan in mijn browser en alle cookies, trackers en andere spionagebestandjes eraf gooi, en instel dat ik alle[e]n cookies accepteer van sites die ik bezoek, dan heb ik er binnen een minuut weer tientallen terug, veelal afkomstig van bedrijven waar ik nooit online langs ben gegaan. Defensieve browserinstellingen worden moeiteloos omzeild door Google, Facebook, Chartbeat en andere handelaren in uw voorkeuren.'
Marc Chavannes gaat in zijn lezenswaardige column in op die rare 'toestemming voor cookies'-mededelingen die tegenwoordig te pas en te onpas verschijnen als je naar een website gaat.

donderdag 24 januari 2013

Elvis Peeters - Dinsdag

Elvis Peeters - Dinsdag. Podium, 2012, 171 blz.

Dinsdag beschrijft een dag uit het leven van een weduwnaar in een uithoek van Brussel. Hij staat op, kleedt zich aan, ontbijt, scheert zich. Hij doet wat boodschappen, drinkt een paar pinten, eet warm tussen de middag. Hij zoekt een weide om lange grashalmen af te snijden die hij als stro tussen de binten van het dak wil steken. Hij staat in zijn tuin, doet een dutje, rookt sigaretten. En intussen mijmert hij over zijn voorbije leven.

Het lijken niet de meest voor de hand liggende ingrediënten voor een provocerende, en verontrustende roman, toch de twee epitheta die vaak gebruikt werden om Peeters' eerste twee romans mee te typeren. De ontelbaren (2005) liet zien hoe breidelloze massa-immigratie een samenleving dermate kan ontwrichten dat een geweldsexplosie het gevolg is. Wij (2009) was een schokkende roman over acht jongeren die hun leven in vrijheid, welvaart en zorgeloosheid niet als een voorrecht maar als vervelend ervaren en vervolgens ontsporen in bandeloosheid en daarbij een gebrek aan moreel en ethisch besef tentoonspreiden.

Het relaas van een peinzende bejaarde en zijn dagelijkse beslommeringen lijkt zoals gezegd niet direct aan te sluiten op de twee dystopische voorgangers. Toch biedt het levensverhaal van de man genoeg stof voor een ontregelende leeservaring. Op jonge leeftijd verkrachtte hij een buurmeisje, waarna hij naar de Congo werd gestuurd. Daar raakte hij als huurling volledig van god los en werd geweld zijn tweede natuur. Weer terug gaat hij als vrachtwagenchauffeur aan de slag, in welke hoedanigheid hij al gauw de waar die hij moet vervoeren achterover begint te drukken.

Dinsdag zit vrij ingenieus in elkaar, de herinneringen passeren niet chronologisch de revue: zo komt het Congo-gedeelte pas na het vrachtwagenverhaal. De gebeurtenissen in het vertelheden worden uiterst omzichtig en met veel aandacht voor details verteld: 'De dag begint, denkt hij en hij schuift de dekens van zich af, een beheerste handeling, traag zoals alles wat hij doet.' Het tot rust gekomen leven van de oude man contrasteert fraai met zijn turbulente memoires: 'Ik wilde niet de richting van de geschiedenis bepalen, maar wel die van de kogels.'

Rode draad in zijn terugblik op de afgelegde weg is een algeheel gebrek aan wroeging. Nergens heeft hij spijt van, schuldgevoel is niet aan hem besteed. Op de verkrachting kijkt hij verbazingwekkend emotieloos terug: 'Martha kon daar bij de hazelaars aan het kanaal geneukt worden. En je doet het of je doet het niet, daar moet je achteraf niet over zeuren. Op zich is een mens niet meer waard dan een kat.' Om daar quasifilosofisch aan toe te voegen: 'Het zijn de verhoudingen tot elkaar en het gefilosofeer daarover die de mens zijn betekenis geven.'

Het schokeffect van Dinsdag zou dus moeten zitten in het gegeven dat we ook hier weer op een personage stuiten dat geen enkele verantwoordelijkheid voelt voor zijn gruweldaden. Werkte dat in De ontelbaren en Wij nog goed omdat die romans aansloten bij actuele thema's en collectieve angstbeelden, in Dinsdag blijft het de problematiek van een eenling. Daar komt nog bovenop dat ik soms de indruk kreeg met een onbetrouwbare verteller te maken te hebben, bijvoorbeeld bij dit citaat: 'Af en toe dwaalt hij, dwaalt hij af, denkt dingen die hij had willen doen alsof hij ze werkelijk gedaan heeft. En op andere dagen corrigeert hij het weer zoals het geweest moet zijn. Hij doet geen mens kwaad met zijn herinneringen.'

Dingen die hij had willen doen alsof hij ze werkelijk gedaan had. Hebben we hier te maken met een personage dat er lustig op los fantaseert? Een oude man die niet kan terugkijken op een bruisend leven en daarom op sommige lege dagen een surrogaatverleden bij elkaar fabuleert? Bijvoorbeeld op dinsdag. En op woensdag zal hij het allemaal weer corrigeren. Als deze roman Woensdag had geheten was hij een stuk saaier geweest...

*****

dinsdag 22 januari 2013

Nederland niet meer zo tolerant? Gelukkig maar...

Een verzuchting die je de laatste jaren vaak hoort, is dat Nederland een imagoprobleem heeft. Vooral vaderlandse intellectuelen met vrienden in het buitenland rapporteren te pas en te onpas dat die vrienden hun, niet zelden 'teleurgesteld' of 'vertwijfeld', vragen wat er toch met ons land aan de hand is: we stonden altijd bekend als het tolerantste volk ter wereld, maar daar is weinig meer van over.

Ik weet niet of het waar is dat Nederland niet meer de tolerantiekampioen is, maar als dat inderdaad zo is, dan lijkt me dat eerder een compliment dan een zwaktebod.

Tolerantie is namelijk bij uitstek iets dat pas gedijt bij de juiste dosis, bij een goede balans tussen wat wel en wat niet getolereerd wordt, en geen kwestie van hoe meer, hoe beter. Een samenleving waarin alles getolereerd wordt zal namelijk binnen de kortste keren verworden tot een vrijstaat waar regels en wetten papieren tijgers zijn, het gezag zelfs geen symbolische functie meer heeft en normen en waarden ten prooi vallen aan verval, verloedering en verwildering.

Het imago van tolerante natie verkreeg Nederland in een vorig leven, in de Gouden Eeuw, toen de Republiek  uitgroeide tot vrijhaven voor handelaars en ondernemers en vrijplaats voor wetenschappers, kunstenaars en intellectuelen. Grote geesten uit heel Europa trokken naar de vrijzinnige Republiek. Natuurlijk zijn er talloze nuanceringen en bijstellingen van dit beeld te geven, maar het tolerante Nederland is sindsdien spreekwoordelijk geworden.

Die tolerantie viel echter zo op omdat ze afstak tegen de situatie in omringende landen, ze gedijde juist in een omgeving waar repressie en intolerantie de norm waren. In een gesloten samenleving is méér tolerantie dan inderdaad nastrevenswaardig. Nu we echter alweer enige tijd in een open samenleving leven is juist de behoefte aan grenzen groter geworden, omdat die open samenleving blijkbaar zélf zo langzamerhand op haar grenzen is gestuit.

De visie op 'gedogen' is een goede graadmeter. In een samenleving die zich nog aan het openen is, is het aantrekkelijk om elementen die dat proces verstoren of vertragen niet te onderdrukken of te vervolgen, maar oogluikend toe te staan, te gedogen, om zo de algehele voortgang te waarborgen. De trend is echter dat gedogen steeds meer als onwenselijk wordt gezien, als oorzaak voor bepaalde feilen van de open samenleving, in plaats van als voorwaarde voor haar functioneren.

Ik geloof niet dat zulke veranderingen primair een top-down kwestie zijn: van beleidsmaatregelen die van bovenaf aan de samenleving worden opgelegd, maar veeleer bottom-up, van onderaf zich in de samenleving nestelen. Niet het veranderen van regels en wetten bepaalt het maatschappelijke klimaat, maar veranderingen in perceptie van het maatschappelijke klimaat leiden uiteindelijk tot het verscherpen cq. losser maken van die regels en wetten.

Aan politici wordt dan ook veel te veel invloed toegekend. Geert Wilders is natuurlijk het pregnantste voorbeeld. Hoe vaak hoor je niet dat de PVV-leider als oorzaak van intolerantie, verruwing en tweedeling wordt weggezet? Terwijl zijn succes eerder het - logische - gevolg is van die ontwikkelingen, van een van onderaf ontstane nieuwe maatschappelijke constellatie.

Politici lopen altijd achter de feiten aan. Zij die dat beseffen en een scherp oog hebben voor die feiten, zijn de beste politici. Dat heeft niets te maken met klakkeloos doen wat 'het volk' wil, maar met aanvoelen wat de mensen dwars zit, en daar dan betere maatregelen voor bedenken dan de maatregelen die die mensen voor ogen staan.

Intolerantie is nooit goed, maar dat betekent niet dat tolerantie zaligmakend is. Een tolerante samenleving is een samenleving die voortdurend met zichzelf onderhandelt waar de grenzen van de tolerantie liggen.

zaterdag 19 januari 2013

Zeven dagen lang (146)

13 t/m 19 januari

ZONDAG 'Fire that idiot!'
Gezien: de documentaire The Four Year Plan op Eredivisie Live, over de opkomst van Queens Park Rangers na de overname door Flavio Briatore in 2007. Wat een proleet, die Briatore! Aan de lopende band trainers ontslaan, namen van supporters eisen die om zijn vertrek scanderen, en als QPR dan afstevent op de titel wéér de trainer willen ontslaan omdat ze een keer gelijkspelen...
Deze documentaire laat indringend zien hoe groot de verderfelijke invloed is van het grote geld op het Engelse voetbal, en hoe zwaar de liefhebbers en romantici het te verduren hebben.
(Update 19-1, 14.18 uur: Het kan nog idioter: Southampton heeft Nigel Adkins ontslagen! De manager die twee seizoenen op rij met Southampton wist te promoveren en nu op een alleszins verdienstelijke 15de plek staat in de Premier League is aan de kant geschoven door de Italiaanse eigenaar. Schande! De spelers zijn begrijpelijkerwijs ook boos.)

MAANDAG Volksgezondheid
Matthijs die zijn gast Maarten Ducrot afkapt wanneer die de limiet van vijftien seconden om iets uit te leggen overschrijdt, Jan Mulder die als enige nog gelooft in een complot tegen Lance Armstrong (of doet alsof), het honderdvierendertigste rockbandje dat jubelend wordt aangekondigd als the next best thing, Mulder die live de pijn van een bevalling moet ondergaan... Ja, ja, De Wereld Draait Door is weer begonnen.
En voor later deze week staat alweer aangekondigd: Bart van Loo, een totale zot die ooit tien minuten lang als een speedverslaafde zat te razen over Franse chansons en sindsdien niet op de zwarte lijst is gezet maar nu al voor de vierde keer mag aanschuiven.
Ik ga dit seizoen maar niet te vaak kijken, anders draai ik nog door.

DINSDAG Brammetjes
De naam 'Bram' is gestegen van de 16de naar de 2de plaats in de lijst met populaire babynamen.
Dat zal toch niet door Bram de Moszko komen?
Of is het toch de verpletterende indruk die de nieuwe GroenLinks-leider Bram van Ojik op jonge ouders heeft gemaakt?

WOENSDAG Voornemen
Er bestaat een boek getiteld: Madame Bovary's Ovaries. A Darwinian Look at Literature (2005).
Ik ga er ook zo een schrijven: Homerus' Homeruns. Baseball in Classical Antiquity.

DONDERDAG Veel succes
Jeroen Dijsselbloem is de enige kandidaat voor het voorzitterschap van de 'eurogroep'.
Als je in deze tijden de enige kandidaat bent voor een vacature, dan zegt dat volgens mij genoeg over de aantrekkelijkheid van de functie...

VRIJDAG Failra
Op het spoor is een 'plaat' van een Fyra-trein gevonden.
Waarschijnlijk betreft het de plaat voor de kop van de politici en topmannen die de invoering van dit gedrocht op hun geweten hebben.

ZATERDAG 'Dat stadion ga je toch ook niet omkantelen'
Morgen de klassieker Ajax-Feyenoord!
Ter voorbereiding: Rotterdamse joden.

woensdag 16 januari 2013

Europa: vooruit of achteruit

De huidige Europese crisis is behalve een economische, financiële crisis ook een politieke, bestuurlijke of zelfs existentiële crisis: het Europese project staat aan de rand van een afgrond. Er moet nu gekozen worden: vooruit of achteruit. Teruggaan is onze eer te na en zou betekenen dat we het onderweg verzamelde weer moeten inleveren; de vraag is bovendien of omkeren überhaupt nog mogelijk is. Vooruitgaan vergt een sprong, een leap of faith, zonder enige garantie dat we de overkant van de kloof halen; bovendien is de weg aan de overzijde in het duister gehuld. Teruggaan willen of kunnen we niet, en vooruitgaan willen of durven we niet. En dus blijven we staan waar we staan, meer en meer elkaar in de weg zittend, verzwakkend, de uitputting nabij.

I
Twee vorig jaar verschenen boeken bepleiten niettemin een van beide opties. In Pro Europa dus tegen de EU noemt Thierry Baudet het Europese project 'fundamenteel instabiel': de aard van het project vereist dat het uiteindelijk zal moeten uitmonden in een eenheidsstaat. Een 'Verenigde Staten van Europa' is echter niet levensvatbaar omdat de onderlinge verschillen tussen de staten veel te groot zijn. Ergo: 'als de EU onvermijdelijk in federalisme uitmondt, en federalisme onhaalbaar is, dan moet de conclusie zijn dat de EU op een dood spoor zit. Dan moeten we niet voortmodderen, en ook geen sprong voorwaarts willen maken. Dan moeten we op zoek naar een uitgang.'

Baudet heeft behalve het aanwijzen van de uitgang nog twee dingen te doen: hij moet allereerst aantonen dat de EU inderdáád onvermijdelijk in federalisme uitmondt en vervolgens beargumenteren dat dat federalisme onwerkbaar is. Hiertoe maakt hij eerst een onderscheid tussen drie manieren waarop staten zich tot elkaar kunnen verhouden: intergouvernementeel (vrijwillige samenwerking tussen landen op basis van unanimiteit), supranationaal (samenwerking met daarnaast een centrale instelling die afzonderlijke staten bepalingen kan opleggen) en federaal (staten vormen tezamen een nieuwe staat die de kerntaken beheert). De EU is nu nog een supranationaal verbond van staten.

Kan de EU supranationaal blijven? Baudet meent van niet, want supranationalisme dwingt in de praktijk tot federalisme: 'Overgedragen bevoegdheden hebben steeds weer nieuwe bevoegdheden nodig om te blijven werken.' Open grenzen vereisen op den duur centraal immigratie- en veiligheidsbeleid en een Europees OM
en sociaal vangnet. De EU als één wereldpolitiek blok vereist een gezamenlijk leger, één ministerie van BuZa, EU-ambassades en één zetel voor Europa in de Veiligheidsraad. Een gezamenlijke munt vereist centraal begrotingstoezicht en één ministerie van Financiën dat alle nationale plannen beoordeelt en er het laatste woord over heeft. En om dit alles onder controle te houden is er een overkoepelende staatsstructuur nodig, met een parlement, een oppositie en een senaat: dan hebben we een federatie.

Is zo'n federatie levensvatbaar, 'is het realistisch?' Baudet meent op alle punten van niet. De uiteenlopende visie op immigratie in de verschillende landen maakt een gedeelde immigratiepolitiek een utopie. Ook ontbreekt 'een Europees nationaal gevoel'. De sociale solidariteit die door open grenzen wordt afgedwongen is bovendien volstrekt onbetaalbaar. Verder ontbreekt legitimiteit onder de bevolking, want wie controleert de machthebbers in Brussel? 'Zeker niet het Europese "publieke debat" en de Europese "democratie". Die bestaan namelijk niet.' Neem daarbij de enorme verschillen in taal, historie, politieke cultuur en ethiek tussen de verschillende naties en het mag duidelijk zijn: 'een politiek-bestuurlijke eenheid wordt Europa simpelweg niet. Nu niet. Over honderd jaar niet. Nooit.'

Baudet pleit daarom voor intergouvernementele samenwerking: 'terug naar vrijhandel en samenwerking op basis van nationale soevereiniteit.' Hij wil allereerst een verbond vormen met Groot-Brittannië, en eventueel ook Denemarken, Finland en Duitsland. Hij wil uit de Schengenzone, afbouw van Brusselse regelgeving, opheffing van het Europees Parlement en ten slotte van de euro, die als grote nadelen heeft een centraal vastgestelde rente, die voor de ene helft van de landen te hoog is en voor de andere te laag, en de onmogelijkheid voor landen hun eigen tekorten te financieren door eigen obligaties op te kopen. De terugkeer naar de nationale munten moet derhalve serieus onderzocht worden. Dat is nogal wat, zo beseft ook Baudet. Maar: 'de keuze is die tussen een geordende, geleidelijke afbouw, en een chaotische, plotselinge, wellicht zelfs gewelddadige explosie.' Want dat laatste is wat Baudet voorziet bij afgedwongen federalisering: oorlog.

II
De sprong voorwaarts is waar Guy Verhofstadt en Daniel Cohn-Bendit voor kiezen met hun manifest Voor Europa! Nu moet ik bekennen dat de achtergrond van de twee auteurs het mij al moeilijk maakt geestdriftig te worden voor hun boodschap. Alleen al de naam Cohn-Bendit maakt mij hels. Cohn-Bendit was namelijk een van de leiders van de studentenopstand in mei '68. Hij is er dus mede verantwoordelijk voor dat de hele zaak toen aan het schijten is gebracht en wil nu wéér een totale omverwerping van de bestaande structuren. Een oproerkraaier die het niet kan laten. Verhofstadt is de laatste jaren vooral in het nieuws als de angstvisioenen verspreidende eurofiel die met dubieuze rekenmethoden meer geld uit de zakken van de burgers wil kloppen om het peperdure Europese project te financieren.

De tekst zelf kan mijn scepsis niet wegnemen. Het manifest, dat het eerste deel van het boek bestrijkt, is een afschuwelijk stuk proza. Barstensvol noodkreten, visioenen en vermaningen. Alles in de gebiedende wijs, rijkelijk gelardeerd met uitroeptekens, waardoor de gebiedende wijs een bevelende wijs wordt. En nergens ook maar het begin van een argument. Veel interessanter is het tweede deel, waarin Cohn-Bendit en Verhofstadt geïnterviewd worden door Jean Quatremer, een Franse journalist die met serieuze tegenwerpingen komt en de heren zo dwingt hun pleidooi toe te lichten.

Ze bedienen zich soms echter van merkwaardige methoden om bezwaren op te heffen. Zo willen ze om een Europese identiteit af te dwingen een Europees paspoort invoeren waarop niet meer zoals nu naar een bepaalde staat wordt verwezen. Op de tegenwerping dat dat impliceert dat iedere Europese burger straks in elke nationale verkiezing mee kan gaan stemmen antwoorden ze doodleuk dat dat ook is wat ze willen: 'Wat zijn de Fransen? Dat zijn de Europeanen die op het Franse grondgebied wonen. We stellen een nieuwe interpretatie van het begrip nationaliteit voor.' De natiestaten zijn het resultaat van een eeuwenlang vormings- en wortelingsproces. Alsof je dat even in één beweging kunt opheffen met een nieuwe definiëring.

Cohn-Bendit brengt allerlei hoogdravende idealen, historische referenties en panoramische vergelijkingen in het geweer, maar wie ze goed leest ontwaart de dictator achter de woorden: 'Toen Marx zich de vraag van de burgerlijke revolutie stelde, oordeelde hij dat zij geen noodzakelijke stap vormde om de proletarische revolutie mogelijk te maken. Voor hem betrof het een historisch proces. Dezelfde redenering kan perfect op het ontstaan van de Gemeenschap worden toegepast.' Oftewel: draagvlak onder de burgers voor een revolutionaire Europese eenwording is niet nodig, want het is toch een historisch proces dat we maar te ondergaan hebben. Het is allemaal van een grenzeloze hoogmoedswaanzin en een stuitende arrogantie.

Die Cohn-Bendit is sowieso een gluiperig mannetje. Hij scheldt op de populisten die met de stem van het volk spreken. Het is een ongelooflijke gotspe. Met zijn Mei '68 heeft hij nota bene aan de wieg gestaan van de individualisering van de maatschappij, van de morele verloedering, van het verdwijnen van de hiërarchiën! Maar nu heeft hij geen goed woord over voor de politici die hier het logische resultaat van zijn en schakelt populisten gelijk met nationaalsocialisten: 'Hele volkeren, met name het Joodse, werden [in de vorige eeuw] haast uitgeroeid. Wie wil dat opnieuw zien gebeuren? De populisten zullen het natuurlijk ontkennen, maar wij zien hen aan het werk waar ze aan de macht komen. Vroeg of laat leidt het nationalisme, omhangen met moderne trekjes, tot precies dezelfde tragedies. Wij zouden wel heel naïef zijn om iets anders te denken.' Dus als u niet voor het Europese project bent, dan hebt u de volgende holocaust op uw geweten.

Eurosceptici worden zonder meer weggezet als reactionairen: 'Het euroscepticisme is een reactionaire houding die de burgers schade berokkent, want de eurosceptici willen de burgers aan hun lot overlaten', oreert Cohn-Bendit, en Verhofstadt voegt daar nog aan toe: 'De eurosceptici willen ons terug laten vallen op het systeem van natiestaten dat in Europa overduidelijk mislukt is.' Volgens mij is Nederland een mooi voorbeeld van het succes van een natiestaat, waar 'nationalisme de kracht is die democratie mogelijk maakt', in de woorden van Baudet. Hier komt mijns inziens dan ook de eurofiele aap uit de mouw: Guy Verhofstadt komt uit België, een land dat er al meer dan 180 jaar niet in slaagt een natiestaat te worden. Hij heeft dus niets te verliezen bij het opheffen van de natiestaten. En Cohn-Bendit is als beroepsanarchist sowieso tegen elke vorm van autoriteit.

III
Baudet onderbouwt zijn bezwaren met voorbeelden uit de recente geschiedenis, met écht bewijs dus, terwijl Verhofstadt en Cohn-Bendit alleen maar visioenen oproepen van wat er allemaal fout zal gaan als we niet kiezen voor een federaal Europa. Zo wijst Baudet op de krankzinnige beslissing van Spanje een generaal pardon te verlenen aan 700 000 illegale immigranten, die daarmee automatisch het recht verwierven vrijelijk door de EU te reizen, wat een zware wissel trekt op de andere landen. Hier kan alleen een centraal immigratiebeleid voor sturing zorgen.

Cohn-Bendit en Verhofstadt jagen feitelijk een utopie na - dat geven ze zelf ook toe -, omdat ze menen dat de natiestaat aan de wieg stond van de gruwelijke wereldoorlogen. Maar het waren juist de utopisten binnen die natiestaten, zij die niet genoeg hadden aan de grenzen van hun natiestaat en een nieuw wereldrijk wilden afdwingen die voor het bloedvergieten hebben gezorgd. Baudet: 'Nationalisme leidt niet tot oorlog. Imperialisme leidt tot oorlog. De ambitie om een Europees rijk te vestigen leidt tot oorlog. De ambitie om verschillende volkeren in een keurslijf te persen leidt tot oorlog. Het is de Europese eenwording, kortom, die leidt tot oorlog.'

Duidelijk moge zijn dat ik Baudet volg in zijn probleemstelling. Zijn uitweg overtuigt echter niet. De terugkeer naar de gulden bijvoorbeeld, dat lijkt me echt een gepasseerd station, hoe wenselijk ook. Ook heeft hij een idee dat ik prachtig vind, maar dat me tevens onuitvoerbaar lijkt en dat behoorlijk in de kosten kan gaan lopen: het 'moet zichtbaar worden op ieders loonstrookje hoeveel geld er naar Brussel gaat. [...] Zodat mensen zich nog meer bewust worden van wat er gaande is.' Een schitterend initiatief, maar als zoiets al in concrete bedragen uit te rekenen valt, dan weegt de overhead niet op tegen de misstand die ermee aangekaart wordt.

Eigenlijk hebben Baudet en Cohn-Bendit & Verhofstadt een gelijke visie op de afgelegde weg naar de kloof: ondoordacht, ondemocratisch, onvermijdelijk leidend tot één consequentie: het supranationale verbond moet een federatie worden om te kunnen werken en de huidige impasse te doorbreken. Het grote verschil is dat Baudet dat onmogelijk en vooral onwenselijk acht terwijl Cohn-Bendit en Verhofstadt dat wel als wenselijk zien (niet eens zozeer mogelijk, want ook zij onderkennen min of meer dat het een gok is, omdat elk precedent ontbreekt). Allen weten dat we op een punt zijn beland waarop we beseffen dat het zo niet verder kan, maar niemand weet hoe het dan wel verder moet. Wilde denkers als Cohn-Bendit en Verhofstadt zeggen: als toch niemand het weet, laten we dan maar iets revolutionairs doen, behoudende denkers als Baudet zeggen: tot hier en niet verder, terug naar waar we vandaan kwamen.

Ik vrees echter dat we al te ver zijn doorgeschoten om nog terug te kunnen. Baudets beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald is een mooi devies, maar weinig waard als we omkeren en achter ons een even groot ravijn aantreffen als voor ons. De politieke leiders hebben ons de laatste decennia een weg in gemanoeuvreerd die niet alleen doodlopend bleek te zijn, maar die ook omkeren zo goed als onmogelijk heeft gemaakt. We kunnen geen kant op. En intussen borrelt en gist de onvrede...


Thierry Baudet - Pro Europa dus tegen de EU. 2012, 93 blz.
Daniel Cohn-Bendit & Guy Verhofstadt - Voor Europa! Een manifest. 2012, 155 blz.

zaterdag 12 januari 2013

Zeven dagen lang (145)

6 t/m 12 januari

ZONDAG Alomtegenwoordig
Als iemand aangewezen is het boekje Hoe begin ik een mediaoffensief? te schrijven, dan is het wel Wim Pijbes. Je kunt deze dagen de tv niet aanzetten of Wim is aan het woord.

MAANDAG I could see your breath lead where you were going to
Ditisstefan nam terecht The King Is Dead van The Decemberists op in zijn 'Kanon' van 2012. De 'June Hymn' was zijn favoriete nummer. Mede in verband met de tijd van het jaar wil ik ook de 'January Hymn' onder de aandacht brengen, hier in een goede live uitvoering.

DINSDAG Genieten
Bradford City-Aston Villa 3-1! Schitterende overwinning van een vierdedivisionist tegen een Premier League-club. Hartverwarmende bekerstunts, ze bestaan nog!

WOENSDAG Vestdijk (II)
Eerder stak ik al eens de loftrompet over de manier waarop Simon Vestdijk in een paar regels een personage kon neerzetten. In Kind tussen vier vrouwen kwam ik weer zo'n verbluffend dodelijke passage tegen:
'De loensende Kees Vlaming, te slap haast om te lopen, suf als een wiegelied, maar die toch nooit geplaagd werd, omdat hij er zich niets van aan zou trekken; zijn ogen stonden in zijn gezicht, alsof er linksboven hem zich een heel grote man over hem heen boog, die hij te vriend houden moest.'

DONDERDAG Toneel
Het Amerikaanse televisieprogramma 60 Minutes is de laatste tijd vaak in het nieuws omdat er belangrijke getuigenissen of openhartige bekentenissen in worden gedaan, bijvoorbeeld rond de dopingzaak-Armstrong. Het moet dan ook een hoog aangeschreven journalistiek programma zijn. De flarden die ik zie geven me echter de indruk dat het een door en door nep programma is. Die suffe schemerlampen op de achtergrond, interviewer en geïnterviewde die nooit tegelijk in beeld zijn en bovendien hun tekst altijd foutloos en zonder haperen uitspreken. Alsof het allemaal in scène is gezet.

VRIJDAG AGOVV
AGOVV Apeldoorn definitief uit de competitie genomen. Na Haarlem en RBC Roosendaal alweer de derde profclub in een paar jaar tijd die op de fles gaat. Ook aan deze club zijn herinneringen verbonden.
AGOVV trad toe tot de eerste divisie in het seizoen 2003-2004. De allereerste wedstrijd was op 15 augustus 2003 thuis tegen uitgerekend TOP Oss. Mijn angst - zul je zien dat we verliezen tegen de debutant - werd bijna bewaarheid: de in het betaald voetbal debuterende piepjonge Klaas-Jan Huntelaar zette de Apeldoorners al vroeg op 1-0, maar in de slotfase wisten Danny Guijt en de lange Marinus Dijkhuizen de score nog in Oss' voordeel om te buigen: 1-2.
Die wedstrijd was qua debutanten sowieso bijzonder, want een wat slungelig ogende linksbenige middenvelder die van het tweede van RBC was overgenomen maakte er zijn debuut voor TOP Oss: Marcel van der Sloot viel in voor Viktor Arnarsson.
Diezelfde Van der Sloot was een kleine drie jaar later een van de doelpuntenmakers in de eerste play-offwedstrijd tegen AGOVV (3-0). Een eigen doelpunt van keeper Raimond van der Gouw en een klutsbal van Dave Zafarin zorgden verder voor een kolkend stadion. Het feest werd in de return dunnetjes overgedaan: 0-2. De inderhaast in elkaar geschroefde noodtribune kon de feestende bezoekers niet dragen en ineens kukelde men massaal voorover het veld op, het historisch moment voor menig TOP-supporter.
Ook in de derde herinnering speelt Van der Sloot een hoofdrol. Een seizoen later - promotie naar de eredivisie was ternauwernood misgelopen in een thriller over drie bedrijven tegen NAC - ging het een stuk minder. Thuis tegen rode lantaarndrager AGOVV stond het na tien minuten 0-2, een zwarte avond tekende zich af. Maar nauwelijks vijf minuten later stond het 3-2, door een onvervalste hattrick van Van der Sloot: in de twaalfde, veertiende en zeventiende minuut vond hij het net.
Tot slot heb ik ook Dries Mertens en Nacer Chadli in het Apeldoornse blauw hun eerste schreden op de Nederlandse velden zien zetten. Vooral Mertens herinner ik me nog goed: AGOVV bakte er die avond weinig van, maar dat die kleine ver zou gaan komen, dat was overduidelijk.

ZATERDAG 't Kan verkeren
Mijlpaaltje! Woensdag werd bekend dat pastoor Harm Schilder foto's van kerkverlaters in het portaal van zijn Emmaüsparochie wil ophangen. Het is nu zaterdag en Inez Weski is nog steeds niet op tv geweest om erover te klagen! Zal wel komen doordat die kerkverlaters geen zware criminelen zijn...

donderdag 10 januari 2013

De verhuftering van Theo Maassen

Een bericht over Theo Maassen. U denkt nu: dat zal wel over dat akkefietje gaan waarmee de cabaretier deze week in het nieuws was. Aanleiding was een fragment uit Maassens laatste voorstelling Met alle respect, op 29 december door de VARA uitgezonden: 'Als een hond vals is, dan krijgt die een spuitje. Als een politicus vals is, dan krijgt die persoonsbeveiliging. Ik ben voor de vrijheid van meningsuiting. Maar ik ben tegen persoonsbeveiliging: misschien dat mensen dan net even iets langer nadenken voordat ze iets gaan zeggen.'

Het rechtsige weblog Dagelijkse Standaard lichtte de passage uit de voorstelling en kapittelde Maassen in felle bewoordingen, waarna een kettingreactie ontstond, iedereen er een mening over had en Maassen zich bij Pauw & Witteman moest komen verdedigen. Toch wilde ik het niet over dit incident hebben, maar over een ander aspect van Met alle respect dat me nogal frappeerde. De actualiteit gooide dus roet in het eten, maar omdat wat ik wil aankaarten er wel zijdelings mee te maken heeft gooi ik het nu toch maar online, ook al is de storm nog niet helemaal gaan liggen.

Ik ben namelijk op een merkwaardige paradox gestuit bij Theo Maassen, een paradox die zich bij nader inzien al in eerdere shows aankondigde, maar die nu in Met alle respect pas echt tot uitdrukking is gekomen. Het betreft de paradox dat Maassen gaandeweg zijn carrière meer en meer is gaan argumenteren, pleiten, strijden voor normen en waarden, voor intermenselijke communicatie, voor een sociaal reveil, terwijl hij zelf zo'n beetje de meest antisociale persoon is die er bestaat, en daarmee de regelrechte tegenpool is van hetgeen hij als ideaal ontvouwt.

Theo Maassen noemt zichzelf in Met alle respect misschien wel de laatste persoon die nog andere mensen groet. Hij is echter ook de laatste persoon die nog geen computer heeft, wat toch iets is waarmee een mens zich tegenwoordig volledig buiten de sociale orde plaatst.
Hij is getrouwd en heeft een dochtertje, maar hij weigert met hen in één huis te gaan wonen en blijft liever op zichzelf.
Dat dochtertje noopte hem wel eindelijk eens zijn schoonouders te ontmoeten - de enige grootouders die het kind nog heeft -, want voorheen zorgde hij altijd dat hij weg was als de ouders van zijn vriendin langskwamen!
Bovendien spreekt hij in zijn programma wel kwaad van deze mensen.
Er zijn natuurlijk ook de talrijke incidenten met theaterpubliek, zoals de aanranding van een vrouwelijke bezoeker en het vernielen van een fotocamera.

Steeds hekelt Theo Maassen de verloedering van de omgangsvormen in Nederland, en steeds blijkt hij vervolgens zelf een exponent te zijn van die tsunami van hufters.

Dit is allemaal zo paradoxaal, dat ik gaandeweg de voorstelling steeds meer in verwarring raakte en mijn toevlucht nam tot de veronderstelling dat Maassen daar toch niet alleen maar als zichzelf op het podium stond, maar een aantal afsplitsingen van zichzelf stond te spelen: de sociaal bewogen Theo Maassen tegenover de asociale Theo Maassen. Hij speelt in zijn voorstelling dan een spel met die persona's, en trekt beide posities in het belachelijke.

Dat lijkt op wat Maassen deze week ter verdediging inbracht: hij repte van een 'stijlfiguur': een hyperbool, en zou daar op het podium niet als zichzelf staan maar een typetje spelen, namelijk 'een dictator'. De moeilijkheid is echter dat Maassen de afgelopen jaren ook regelmatig in allerlei praatprogramma's is aangeschoven om zijn mening te ventileren over maatschappelijke thema's. Daar zit hij niet als een creatie, niet als een typetje, maar honderd procent als zichzelf, tenminste daar mogen we toch van uitgaan. In die programma's verkondigt hij echter meningen en opinies die niet afwijken van hetgeen hij op de planken te berde brengt.

Dat Maassen nu zegt dat we zijn gewraakte uitspraken in Met alle respect niet serieus moeten nemen kan betekenen dat hij een evenwichtskunstenaar is die een precair spel speelt met ironie. Het kan ook betekenen dat zijn kritische visie op de samenleving niets waard is, dat het allemaal maar een spel is. Dat zou een bittere teleurstelling zijn.

maandag 7 januari 2013

Anton Valens - Het boek Ont

Anton Valens - Het boek Ont. Augustus, 2012, 352 blz.

Vis (2009) van Valens was een ontwapenende novelle. Een lichtvoetig verteld verhaal over vijf weerbarstige mannen op een boomkorkotter. Diezelfde speelsheid kenmerkt Valens' jongste roman, Het boek Ont. Hoofdpersoon is Isebrand Schut, een Groninger die is ontslagen als callcentermedewerker omdat hij te meegaand was met de bellers. Niettemin bewoont hij een appartement met uitzicht op de A-kerk. Op de eerste bladzijde kijkt hij uit het raam naar de kerk terwijl een noodweer over de stad trekt. Anton Valens trekt zijn stijlregister meteen volledig open:

'Het onweerde en een sluierdichte plasregen sloeg en beukte op het kerklichaam. Hij hoorde het geruis, dat razendsnel aanzwol. Verticale rivieren stroomden langs de muren, verzamelden zich in goten en raasden verder de diepte in. De goten overstroomden, de regenpijpen spuwden het uit maar konden de toevloed niet aan. [...] De takken van de kastanjes wierpen zwiepende schaduwen in het schijnwerperlicht waarmee de toren in de avonduren van onderaf enigszins weeïg werd bestreken.'

Deze beschrijving bevat een keur aan stilistisch moois: krachtig binnenrijm ('wierpen zwiepende'), poëtische alliteraties ('schaduwen ... schijnwerperlicht'), maar ook opvallende maar rake beeldtaal ('sluierdicht') en gedurfde woordkeus ('weeïg'; 'bestreken' in plaats van 'beschenen'). Valens is echter nog niet klaar:

'Gebiologeerd keek Isebrand naar het geweld waarmee de wolk die boven Groningen hing de kerk probeerde te verdrinken. Het huis van God wordt ontleed door het hemelwater, dacht hij, en doofde de sigaret. Horizontaal, verticaal, diagonaal en zigzaggend, onder luid, multidimensioneel geklater tekenden de watervorken het lichaam van de kerk uit, en wasten het in het voorbijgaan schoon van dode bladeren, aangewaaid roet en duivendrek. Met "multidimensioneel" bedoelde Isebrand dat er op het een en hetzelfde moment een groot aantal afzonderlijke klaterbronnen en bellen te onderscheiden was, tegen een fond van windstoten en paniekerig gedruppel. Maar hij vond "multidimensioneel" ook een prettig, ritmisch woord.'

Valens haalt hier een even merkwaardig als vernuftig trucje uit met het perspectief. Zijn hoofdpersoon wordt in de derde persoon beschreven, en daarbij krijgen we af en toe rechtstreeks een inkijkje in diens gedachten ('dacht hij'). Wanneer dan de beschrijving van het tafereel verder gaat lijkt het of de verteller weer aan het woord is ('Horizontaal' t/m 'duivendrek'). Maar in de volgende zin blijkt dan dat die beschrijving evenwel nog steeds letterlijk Isebrands gedachten verwoordde en dat de verteller nu pas weer het woord neemt, concreet om Isebrands woordkeus te verklaren ('bedoelde Isebrand').

Dit frivole gegoochel met perspectief en stijl kenmerkt de schrijver Anton Valens en maakt hem tot een zeer oorspronkelijke en aantrekkelijke literaire stem. Zo kan hij een nieuw hoofdstuk beginnen met een zorgvuldig gecomponeerde, zich over vele regels uitrollende volzin vol neologismen en archaïsmen, om even verderop ineens de vaart erin te zetten met snelle, korte, soms zelfs schier onaffe zinnetjes of dialoog.

Dit wil ik het 'schoolschriftsyndroom' noemen: als je vroeger op school in een nieuw schrift begon, dan schreef je aanvankelijk altijd heel netjes, maar al gauw verwerd het weer tot dezelfde kliederboel als altijd. Het verschil is alleen dat de tekst in die schriftjes daardoor lelijk en warrig werd, terwijl Valens' schriftuur er juist extreem vitaal en kleurrijk van wordt.

Isebrand heeft moeite zich sociaal te handhaven, onder meer door enkele fobieën. Zo durft hij mensen op straat niet te groeten en heeft hij - best herkenbaar - administratieangst, die zich uit in onvermogen brieven te openen. Daarom heeft Isebrand Man&Post opgericht, een 'zelfhulpgroep' waarin men elkaars brieven opent en de eventuele schok gezamenlijk opvangt. Deze groep bestaat uit een hilarische verzameling steuntrekkende Groningse sneukezen.

Zo is daar bijvoorbeeld Sylvio, die door Valens in een paar treffende pennenstreken ongenadig mooi wordt neergezet: hij 'had twee dochtertjes bij een "reuzenvrouw" in Stadskanaal, met wie hij uit "ethische overwegingen" geen contact onderhield. Hij droeg een vermiljoenrood trainingsjasje met de opdruk CCCP. Hij sprak over 't algemeen langzaam en met een vrij sterk Groninger accent.'

De levens van de voortmodderende kerels, en vooral dat van Isebrand, worden opgeschrikt door de komst van Cor Meckering, een pochende organisatieadviseur met veel geld die de zelfhulpgroep goed kan gebruiken als postadres voor zijn schimmige bedrijfje. Meckering werkt aan een boek over het voorvoegsel 'ont', waarover hij gepassioneerd kan vertellen. Hij is een soort Berend Willem Hietbrink, de hilarische morosoof die in alle woorden een Nederlandse oorsprong wist te 'ontdekken' (justitie komt van juist-is-ie - dat werk).

Meckering maakt een overdonderende entree in de roman. Hij deed me in de verte denken aan Diederik Dembeck uit Bert Natters Begeerte heeft ons aangeraakt, ook al zo'n markante Groninger. Meckering dooft na verloop van tijd echter een beetje uit, zoals de plot als geheel maar mondjesmaat vordert. Isebrand krijgt een baantje als beheerder in een ondergronds openbaar toilet. Zijn baas is Ebel Formsma, een regionalist die ijvert voor Groningse autonomie. Dit politieke aspect van de roman is bijzonder boeiend, zoals er ook een aanklacht tegen de invoering van de euro en de aanbestedingspolitiek van Brussel in verpakt zit.

De verteller-protagonist van Vis was een tobber die niet veel van zijn leven maakte, maar in de kombuis wel Werumeus Buning las. Ook Isebrand heeft veel meer in zijn mars dan zijn armetierige bestaan doet vermoeden. Hij schrijft een artikel over de shockpunker GG Allin, een inzichtelijk en uitstekend geschreven artikel. Zijn moeder, kunsthistorica, maakt er echter gehakt van, en Isebrand is weer terug bij af.

'Er was veel gebeurd en tegelijk vrijwel niets', bedenkt Isebrand aan het eind van het boek. Nee, Het boek Ont is niet echt een plot driven roman te noemen. Maar wat maakt het uit? De lezer mag zich driehonderdvijftig bladzijden lang laven aan de spetterende stijl van Anton Valens.

*****

zaterdag 5 januari 2013

Zeven dagen lang (144)

30 december 2012 t/m 5 januari 2013

ZONDAG Top 2000 (IV)
'Roy Orbison singing for the lonely, hey that's me and I want you only... Don't turn me home again, I just can't face myself alone again...' (Bruce Springsteen - 'Thunder Road'; #409)

MAANDAG Top 2000 (V)
'I don't need to fight, to prove I'm right, I don't need to be forgiven...' (The Who - 'Baba O'Riley'; #137)

DINSDAG Happy (end) new year
Er is weer veel ophef over de Nieuwjaarsrecepties die diverse gemeenten organiseren. In deze tijd van crisis en bezuinigingen zouden zulke fuiven ongepast zijn.
Amsterdam en 's-Hertogenbosch hebben de party daarom maar afgelast en besparen daarmee volgens binnenlandsbestuur.nl respectievelijk 200 000 euro en 35 000 euro.
Bizarre bedragen. Waarom zijn die recepties zo duur?? Welke kostenposten zijn daar in godsnaam mee gemoeid? Het kan toch niet alleen de catering zijn. Nee, daar moeten bijzondere strippers op de schaduwbegroting hebben gestaan...

WOENSDAG Thumbs up
Up (2009) van Disney/Pixar is een schitterende film. De scène waarin het ouder worden van Carl en Ellie onder stemmige muziek wordt verbeeld, is adembenemend mooi.
'Ja, de man die dit heeft gemaakt, heeft het gezien. Geloofd zij zijn naam', om Frits van Egters te citeren.

DONDERDAG The Hobbit: An Unexpected Journey
In de ondertiteling is 'a warm hearth' - een warme haard - vertaald als 'een warm hart'. En dan moet je nog anderhalf uur.

VRIJDAG Het socialisme als rancuneleer
Gerard Depardieu emigreert uit Frankrijk vanwege de voorgenomen belastingmaatregelen van François Hollande: het toptarief wordt 75% als het aan Hollande ligt.
75%!
Nivelleren is een feest, zei Hans Spekman. Maak daar voor Hollande maar van: Nivelleren is een slachtfeest.

ZATERDAG Ik was toe aan vakantie, jij ook
Doe Maar staat op #2 in de Album Top 100 met de registratie van het Symphonica in Rosso-concert.
In zijn comment bij De Vliegende Panters in de Cabaret top 100 linkte 'ditisstefan' naar 'een geniaal nummer' van de Panters. Dat lied, 'Niemand', is inderdaad geniaal: een treffende Doe Maar-parodie, of beter: van de hele Nederpop-hausse.

donderdag 3 januari 2013

De twee Nederlanden

Op dinsdagochtend 2 november 2004 nestelde ik me met een boterhammetje hagelslag en een glaasje melk voor de tv. Na een paar seconden floepte het scherm aan en las ik boven in beeld de mededeling: 'nu extra journaal op Nederland 1'. Ik herinner me het nog als de dag van gisteren: onmiddellijk beseffend dat er groot nieuws was drukte ik in grote opwinding op de teletekstknop. Daar verscheen in chocoladeletters: THEO VAN GOGH VERMOORD. Ik was geschokt.

Op woensdagmiddag 2 januari 2013 genoot ik van de magische film Up op SBS6, toen bovenin ineens de mededeling verscheen: 'nu extra uitzending Shownieuws'. De rolprent werd ruw onderbroken. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Want het was gisteren.

In beeld verscheen presentator Beau van Erven Dorens. Een gebroken mens. Zijn gezicht verried totale radeloosheid. Met een grafstem bracht hij de gruwelijke onheilstijding: Rafael en Sylvie waren uit elkaar. Ik was niet geschokt.

Duider van dienst was Evert Santegoeds, professionele roddelmiep uit Helmond. Er waren allerlei geruchten, zeverde Evert, om vervolgens een sluitend verhaal te vertellen. Er was al langer sprake van een huwelijkscrisis. Rafael had Sylvie geslagen op oudejaarsavond. Het was nu definitief over. Tegenover Bild hadden de twee hun verhaal gedaan.

Van alles toverde Evert tevoorschijn. De column van Sylvie voor de Grazia van volgende week, waarin Sylvie prematuur verslag deed van een geslaagde oudejaarsviering. De diepere oorzaak van de breuk zou zijn dat Rafael naast de marmeren toiletpot had geplast met ene Nikki Plessen. (Voor een impressie van de vertellende Evert, zie deze oude cartoon.) Ook werden diverse deskundigen aan het woord gelaten. Hans II Kraay, telefonisch. En ook twee 'imagodeskundigen', van wie er een Sulco van Relnicht heette, of zoiets.

We zagen actuele beelden: Sylvie, die met 'mevrouw Boulahrouz' een broodje ging kopen, een mega size zonnebril op het dichtgeplamuurde gezicht en achtervolgd door cameraploegen. Alsof 'mevrouw Boulahrouz' niet zelf even naar Bäcker Bernhard kon rijden, zodat Sylvie binnen had kunnen blijven.

Ik wilde steeds wegzappen, maar op de een of andere manier moest ik blijven kijken naar deze extra uitzending. Met stijgende verbazing. Steeds bleef ik de mogelijkheid open houden dat dit allemaal een grap was, een slechte parodie op een 'echt' extra journaal. Een tweede mislukte poging van Beau de cabaretier uit te hangen. Dat hij midden in de zoveelste braakneiging van Evert in de lach zou schieten en zou zeggen: 'Sorry mensen, laten we ophouden met deze poppenkast, terug naar wat werkelijk belangrijk is.' Maar neen.

Zo was ik uiteindelijk alsnóg net zo geschokt als toen in 2004, maar dit keer niet door de gebeurtenis zelf, maar door het surrealistische karakter van de uitzending. De volstrekte vanzelfsprekendheid waarmee SBS6 dit nieuwtje tot een headline bombardeerde, een extra uitzending waard. Het stramien van de duider in de studio, de deskundige, de geïnterviewden, de herhalingen van het nieuws zelf, de beelden van vroeger, als ware het een necrologie: het was allemaal 2 november 2004 all over again, maar nu geen maatschappij-ontwrichtende moord maar een scheiding van een voetballer en zijn ook van tv bekende vrouw.

Het is goed te beseffen dat dit voor veel 'gewone', anonieme mensen de wereld van alledag is. SBS6 voldoet simpelweg aan de vraag van de kijker, en de gemiddelde SBS-kijker leeft blijkbaar in een werkelijkheid waarin de huwelijksperikelen van de Van der Vaartjes een extra journaal rechtvaardigen. Misschien wel meer dan een moord van een militante moslim op een dikke cineast.

Dat heeft niets met domheid te maken. Het zijn simpelweg twee gescheiden werelden, twee parallelle universa, met ieder hun eigen bewoners met hun specifieke interesses en desinteresses. Het zijn de twee Nederlanden.