donderdag 28 februari 2008

Try

Om nog maar eens terug te komen op muziek van vrouwelijke artiesten: ook tegenwoordig maken vrouwen nog muziek. Maarten wees al op de creaties van Natasha Bedingfield. Ik wil een lans breken voor Nelly Furtado, voor één specifieke clip van Furtado welteverstaan.

De Canadees-Portugese Furtado brak in 2001 door met het frivole, pakkende 'I'm like a bird'. Gewoon een 'leuk' liedje, uitermate geschikt om door te breken (vergelijk 'Dromen zijn bedrog' van Marco Borsato de Jonge), maar nog geen kunst. Wat later verschenen o.a. de uitstekend te pruimen liedjes 'Força' - één van de leukste EK- of WK-themaliedjes - en 'In God's Hands'. De recente nieuwlichterij met Timbaland kan me gestolen worden, al is 'Say it Right' wel erg mooi.

Het al wat oudere werk ga ik steeds meer waarderen. Laatst zag ik bijvoorbeeld weer eens de clip van 'Try', naar mijn zeer bescheiden mening Furtado's mooiste liedje. En verreweg de mooiste video, want daar gaat het hier om. De clip is van een wonderbaarlijke schoonheid. Sprookjesachtig en magisch, maar tevens folkloristisch en grauw realistisch. Het nummer staat dan ook niet voor niets op het album Folklore. In de clip wordt qua kleding, interieur, werkzaamheden, natuur enz. sterk gerefereerd aan de Portugese traditie. Vooral de uitbeelding van de armoede en ontbering en van de natuurscènes in de buitenlucht zijn prachtig en ontroerend. Ik zou bijna van kunst willen spreken.

zondag 24 februari 2008

Literatuurgeschiedenis

Wie tegenwoordig Nederlands gaat studeren mag zich gelukkig prijzen dat hij de beschikking heeft over nu al monumentale delen van een groots opgezette literatuurgeschiedenis. In Stemmen op schrift van Frits van Oostrom, Het gevleugelde woord van Herman Pleij, Altijd weer vogels die nesten beginnen van Hugo Brems en, binnenkort, Een nieuw vaderland voor de muzen van Karel Porteman vindt de aankomende student alles wat hij wil weten over het wel en wee van onze vaderlandse literatuur. En dan staan er nog vier delen op stapel.

Toen ik een paar jaar geleden aan mijn studie begon, stond de nieuwe literatuurgeschiedenis nog maar net in de steigers. Wij hadden dan ook geen beschikking over zo'n meerdelig overzicht. En toch kijk ik met terug genegenheid naar de twee handboeken die mij ingewijd hebben in de literatuur: Geschiedenis van de literatuur in Nederland 1885-1985 van Ton Anbeek en Nederlandse literatuur: een geschiedenis van een breed schrijverscollectief. De Anbeek las erg lekker weg en was geen moment vervelend. Hoewel het boek duidelijk zijn beperkingen had, vervulde het prima zijn functie als inleider in de literatuur van een bepaalde tijd en vooral als aanwijzer van de verandering in poëticale opvattingen.

De NLG is en blijft een juweel. De hoofdredactie koos ervoor, onder invloed van de postmoderne tijdgeest, geen continu verhaal meer te presenteren, maar een fragmentarische dwarsdoorsnede te geven d.m.v. 150 gebeurtenissen en hun context door specialisten te laten beschrijven. Het literatuuronderwijs begon in het eerste jaar merkwaardig genoeg met 1916 en het lezen van hoofdstukken 105 (over Theo van Doesburg) en 106 (met de lumineuze titel 'Paul van Ostaijen wijkt uit naar Berlijn') uit de NLG moet de literatuursnaar in mij geraakt hebben. Dat was nog eens reuze interessant! De in een koortsige bui gekregen ingeving die veel te dure, vuistdikke NLG met zijn 150 essays aan te schaffen ben ik nog steeds dankbaar.

Ik kijk de NLG nog regelmatig in en niet alleen omdat het boek zo lekker ruikt. De hoofdstuktitels zijn door hun evocatieve beschrijving en formulering in de onvoltooid tegenwoordige tijd erg aansprekend en soms zelfs spannend. Soms krijg je daardoor het gevoel even aanwezig te zijn op de betreffende dag en dat werkt, met name bij de gebeurtenissen van heel lang geleden, erg enthousiasmerend. Mijn favorieten qua titel:

2. 1174: Hendrik van Veldeke wordt de werktekst van zijn eigen 'Eneas'-roman ontstolen
12. 14 mei 1364: De graaf van Blois bezoekt een zoldertheater in Dordrecht
14. Tussen 1377 en 1381: Geert Grote schrijft aan Ruusbroec dat hij als een vrek op boeken aast
43. 16 januari 1643: Uit naam van Frederik Hendrik stuurt Huygens een zilveren kan en schotel aan Hooft als dank voor de 'Neederlandsche histoorien'
45. Najaar 1649: Jan Six van Chandelier overnacht in Toulouse
50. Oudejaarsavond 1675: Cornelia van der Veer schaduwt Katharina Lescailje als deze van het huis van haar vriendin Sara de Canjoncle naar dat van haar zuster gaat
68. November 1787: Een bode van het Haagse dichtgenootschap 'Kunstliefde spaart geen vlijt' bezoekt het honorair lid Willem Bilderdijk om twee jaar achterstallige contributie te vorderen
92. 15 mei 1880: Kloos ontmoet Perk in de Kalverstraat
112. 15 december 1931: E. du Perron en M. Nijhoff gaan op de vuist
139. 30 mei 1969: Frank Martinus Arion redt in Willemstad een kostbare voorraad boeken

donderdag 21 februari 2008

Gedicht

Geen haar (een snaar)

en zo reis ik door de stilte
waar het koud is en zo zwart als nacht;
galactisch puin en tussen brokken ijs
raak ik verspreid (dissémination?) en
dusdanig desolaat -

het was zo snel gegaan de flits
die 't is maar ook geen weten van te gaan;
een laatste tik (de uiterste seconde?)
het vuur en weg de woorden
loze leegte in

nu tokkelt licht en wenkt
het wetteloze punt van loodzwaar nul;
een tijd is hier afwezig loopt niet om
- dat in dit (elegante?) universum mijn ik
mij voorgoed ontdoken is

dinsdag 19 februari 2008

[N64]: Banjo-Kazooie

Vorig jaar besprak ik a.d.h.v. de top 25 van een zelfgemaakte lijst de muziek uit mijn jeugd. Dit jaar een tweede serie in de categorie 'wenken voor een toekomstige biograaf' met als onderwerp de Nintendo 64-games. Met welke spellen bracht ik menige regenachtige middag (maar ook als de zon scheen) op mijn kamertje door? Geen toplijst deze keer, maar in chronologische volgorde en in interviewvorm. In aflevering 2: Banjo-Kazooie.

Waarom heb je dit spel ooit gekocht?
Na weken FIFA 64 wilden we een nieuw spel spelen. Toen zagen we op tv een reclame waarin dit spel gepromoot werd. Het zag er fantastisch uit en hé, er werd reclame voor gemaakt, dus dan moest het wel goed zijn. De spaarpotten werden aangesproken en Banjo-Kazooie werd ons eerste serieuze spel.
Banjo-Kazooie, stond dat niet op nummer één in de top 5 N64-games?
Dat is correct.
Meteen het tweede (en eerste serieuze) spel als all time favorite?
Ja, waarbij het één niet los van het ander gezien kan worden. Juist omdát Banjo-Kazooie het eerste goede spel was dat ik speelde, heeft het een speciale betekenis. Het zette als het ware een standaard en ieder mens verlangt altijd terug naar een aanvangssituatie.
Hoe dat zo?
De structuren en ervaringen uit je vroegste jeugd, je vroegste herinneringen, functioneren als norm voor 'hoe het altijd zou moeten zijn'.
Het zal wel. Vertel eens iets meer over het spel.
Luilakken Banjo de beer en Kazooie de vogel slapen weer eens een gat in de dag als buiten hun huisje de lieftallige Tooty ontvoerd wordt door Gruntilda de heks. Banjo en Kazooie trekken erop uit om Tooty te redden. Daarbij krijgen ze hulp van de weinig energieke mol Bottles. Wat het spel o.a. zo leuk maakt is de samenwerking tussen Banjo en Kazooie die een veelvoud aan mogelijkheden oplevert w.b. bewegen, aanvallen, verdedigen enz. Dat alles staat of valt natuurlijk bij de besturing.
En hoe is die besturing?
Die zit uitstekend in elkaar. De knoppen reageren goed waardoor je snel van tactiek kunt wisselen en je je ook in redelijk tempo kunt vootbewegen. Kazooie zit altijd in Banjo's rugzak. Dat betekent dat je nooit een van de twee los bestuurt maar ze altijd samen onder je hoede hebt. Zo kun je lopen met Banjo, waarbij Kazooie in de rugzak blijft, of met Kazooie, waarbij Banjo op de rug genomen wordt. Met Banjo kun je zwemmen, met Kazooie vliegen. Banjo doet koprollen en vuistvechten, Kazooie snavelpikken en eieren spugen, enz. enz.
Valt er genoeg te beleven tijdens de queeste?
Nou en of. Elk van de negen uitgestrekte werelden bevat tien 'opdrachten' die een puzzelstukje opleveren. Je hebt die puzzelstukjes nodig om de volgende wereld te openen. Je hebt steeds meer puzzelstukjes nodig om door te kunnen gaan. Daarnaast moet je ook voldoende muzieknoten verzameld hebben om überhaupt toegang te krijgen tot nieuwe kamers in Gruntilda's Lair waar de ingangen naar de werelden zich bevinden. In elke wereld zijn honderd muzieknoten te vinden. Alsof dat nog niet genoeg is zitten in elke wereld nog vijf Jinjo's (snoezige wezentjes) verstopt en zijn er honinggraten en rode en gouden veren te vinden. De werelden moeten dus volledig uitgekamd worden om alles te vinden.
Zijn ze ook leuk om te doorkruisen?
Elke wereld heeft een prachtig uitgewerkt thema. Piramides, sfinxen en drijfzand in Gobi's Valley; een kerstboom, cadeautjes en een gigantische sneeuwman in Freezeezy Peak; warenhuizen, machinekamers en een enorm schip in Rusty Bucket Bay, enz. Elke wereld is door de thematiek, muziek en figuren een sfeervolle aangelegenheid.
Wat maakt het spel nu zo bijzonder?
De 'eeuwige momenten'. Het spel barst van schitterende verrassende momenten die je altijd bijblijven. Als je bijv. boven op de enorme sneeuwman in Freezeezy Peak bent aangekomen staat daar een slee waarmee je een legendarische rush naar beneden maakt. Ook de vele mini-games en de typische humor - Kazooie is een meester in het afzeiken van gesprekspartners - dragen bij aan de algehele kwaliteit.
Klinkt goed. Nog extra's?
Jazeker. De hippe sjamaan Mumbo Jumbo kan Banjo veranderen in een dier. Dan speel je ineens met een walrus, met een krokodil of met een bij. Bovendien is er voor je aan het eindgevecht mag beginnen nog een heerlijk verslavend bordspel waarbij je kennis van het spel waarin je dan inmiddels vele fantastische uren hebt verwijld, op de proef wordt gesteld.
Een perfecte besturing, levendige karakters, sfeervolle werelden, humor en vele extra's, lange levensduur, origineel en inventief... Ik ga het spel ook spelen.
Juist!

zaterdag 16 februari 2008

Fenomenologie van de seizoensmens

Lentemens
Dit type ontplooit zich optimaal in de oplevende omgeving van flora en fauna. Wanneer bloemknoppen ontluiken en twijgen uitlopen, drieste kalveren en schuchtere lammeren hun schroom overwinnen en het leven ontmoeten, dan voelt de lentemens zijn bloed stromen en kijkt hij vooruit. De combinatie van koele, bedauwde ochtenden en voorzichtig-warme, aangename middagen is de hemel voor de lentemens. Dit type is in de lente te herkennen aan vitaliteit, liefdeshunkering en de omarming van het recupererende leven in woord en daad. Winter en zomer vormen twee extremen waarin de lentemens niet geheel gedijt, de herfst is als de agressor die het leven vernietigt.

Zomermens
Dit type weet zich snel aan te passen aan de lome hitte en het ontregelde dagelijkse levensritme. De zomermens hult zich bij hoge temperaturen in zo min mogelijk kleding en koestert zich in de tintelende stralen van onze brandende ster. Zomer is voor de zomermens synoniem met vrijheid en ontdekking, onthaasting en beleving. Dit type vermijdt de schaduw en verblijft het liefst buitenshuis met zonnebril en strandtas of op terras, genietend van de 'zomervibe' en van de lange, zwoele avonden en broeierige, luide nachten. De zomermens is te herkennen aan het drie seizoenen lang expliciet uitspreken van het verlangen naar de zomer. Dit type gedoogt de lente, maar hekelt de herfst en veracht de doodse winter. Zomermensen zijn een veel voorkomende soort.

Herfstmens
Dit type is niet zelden behept met een romantische inborst alsmede een sterk intuïtief besef van vergankelijkheid. Belangrijk is dat de herfstmens de neergang van leven die de herfst aanduidt niet verwerpt, maar juist omarmt en erin zwelgt. Dit type aanschouwt óf lethargisch en melancholisch vanachter het raam de gestaag neerdalende regen en spiralend vallende bladeren óf begeeft zich opgewekt en actief midden in de onstuimig tekeergaande natuur om de terugtrekking van het leven te ervaren. De herfstmens heeft geen pertinente hekel aan lente, zomer of winter, maar voelt zich bij geen van deze drie seizoenen betrokken.

Wintermens
Dit type voelt zich sterk verwant met de staat van de natuur in de winter wanneer flora en fauna geduchtig wachten op de sprong naar 't leven. De wintermens ervaart de van vrieskou bezwangerde lucht als helend en ondergaat de schoonheid van besneeuwde landschappen en bevroren waters als een genot. De windstille, heldere dagen met een krachteloze oranjerode zon die kenmerkend zijn voor de winter komen de wintermens als ideaal voor. Dit type beschouwt de paradoxale situatie van schilderachtige idylle en kale doodsheid als in ware overeenstemming met de levensgang. De herfst wordt gedoogd, maar gelaakt om zijn vervaarlijke windstoten en megalomane regenbuien. De wintermens haat de verstikkende benauwdheid en zweterige, broeierige omstandigheden die de zomerse koperen ploert verspreidt.

dinsdag 12 februari 2008

Superste supergroup

Toen Tom DeLonge Blink 182 verliet, formeerde hij Angels & Airwaves. Naast DeLonge gingen ook David Kennedy (Box Car Racer), Atom Willard (Offspring), Matt Wachter (30 Seconds To Mars) en Ryan Sinn (Distillers) deel uit maken van de band. Zo ontstond wat in het Engels een supergroup wordt genoemd. In zo'n groep spelen muzikanten die zelf al eerder individueel of in een andere band hun sporen hebben verdiend. Enkele beroemde voorbeelden van supergroups uit de popgeschiedenis:

Derek and the Dominos
o.a. Eric Clapton (Yardbirds), Duane Allman (Allman Brothers Band) en Jim Gordon (Byrds)

Emerson, Lake & Palmer
Keith Emerson (Nice), Greg Lake (King Crimson), Carl Palmer (Atomic Rooster)

Crosby, Stills, Nash & Young
David Crosby (Byrds), Stephen Stills (Buffalo Springfield), Graham Nash (Hollies), Neil Young (Buffalo Springfield)

Mike and the Mechanics
o.a. Mike Rutherford (Genesis), Paul Carrack (Ace), Paul Young (Sad Café)

Velvet Revolver
Scott Weiland (Stone Temple Pilots), Slash, Duff McKagan en Matt Sorum (allen Guns 'n Roses), Dave Kushner (Wasted Youth)

Allemaal bands met een interessante combinatie van muzikanten. Verreweg de beste supergroup vind ik echter The Traveling Wilburys. Bob Dylan (solo), George Harrison (Beatles), Jeff Lynne (Electric Light Orchestra), Roy Orbison (solo) en Tom Petty (Tom Petty & Heartbrakers) in één groep: dat moet wel steengoede muziek opleveren. Het verhaal van de samenkomst is genoegzaam bekend: George Harrison moest nog snel een B-kantje voor zijn single 'This is Love' maken, maar hij had moeite inspiratie te vinden. Tijdens een etentje met Jeff Lynne kwam de problematiek toevallig ter sprake. Nog toevalliger kwam Roy Orbison net langs. Orbison schoof aan, van het een kwam het ander, en de drie besloten samen dat B-kantje te gaan maken. De opnames stonden gepland in de studio van Bob Dylan. Die zag het trio aan en besloot vrolijk mee te gaan doen. Harrison had eerder zijn gitaar in Tom Petty's huis laten staan, ging hem ophalen en kwam met gitaar én Petty terug. Het kwintet fabriceerde vervolgens 'Handle With Care'. Een genie bij de platenmaatschappij van Harrison had meteen door dat het te goed was om niet als volwaardig nummer uitgebracht te worden.

Een album werd vervaardigd: Traveling Wilburys Vol. 1. De leden presenteerden zich als broers (Dylan, Harrison, Lynne, Orbison en Petty heetten resp. Lucky, Nelson, Otis, Lefty en Charlie T. jr. Wilbury). Het album werd uitstekend ontvangen door pers en publiek. Toen een tweede album in de maak was liet God op onbarmhartige wijze blijken geen verstand van muziek te hebben. Eerst stierf Roy Orbison op 6 december 1988 op bezoek bij zijn moeder aan een hartaanval. Hij was 52 jaar. De overige bandleden benaderden na een periode van rouw Del Shannon als vervanger. Die schoot zich echter op 8 februari 1990 door het hoofd. Shannon was 55 jaar. Het tweede album verscheen toch: Traveling Wilburys Vol. 3. Met '3' i.p.v. '2' liet men blijken dat volume 2 voor de originele bezetting bedoeld was. Dylan, Harrison, Lynne en Petty hadden hun namen veranderd in resp. Boo, Spike, Clayton en Muddy Wilbury. In de jaren negentig werd steeds gespeculeerd over een nieuw album, maar het neersteken van Harrison en wat later diens dood door kanker, maakte dat definitief onmogelijk.

Wat rest zijn twee cd's. Vooral Vol. 1 is een pareltje. Het album bewijst wat een samenwerking van topmuzikanten voor moois kan opleveren. Vanaf de eerste klanken is te horen dat hier vakmannen aan de slag zijn die welhaast perfect in elkaar zittende liedjes weten te fabriceren. 'Handle With Care' toont bijv. hoe elk van de leden door de eigen kenmerkende inbreng het lied tot een synthese van hoog niveau maakt. Persoonlijke favoriet is The End Of The Line. Ik houd normaliter niet echt van vrolijke muziek, maar van dit lied word ik altijd rustig en tevreden. 'It's allright... Every day is just one day'. De clip werd opgenomen na Orbisons dood. In de video wordt hem een prachtig eerbetoon gegeven in de gedeelten waarin hij zingt. De Traveling Wilburys is voor mij door de prachtige liedjes en de kameraadschappelijke sfeer die de leden uitstralen de absolute supergroup. Allmusic denkt er ook zo over:
'There never was a supergroup more super than the Traveling Wilburys. They had
Jeff Lynne, the leader of ELO; they had Roy Orbison, the best pop singer of the
'60s; they had Tom Petty, the best roots rocker this side of Bruce Springsteen;
they had a Beatle and Bob Dylan, for crying out loud! It's impossible to picture
a supergroup with a stronger pedigree than that (all that's missing is a Rolling
Stone), but in another sense it's hard to call the Wilburys a true supergroup,
since they arrived nearly two decades after the all-star craze of the '70s
peaked, and they never had the self-important air of nearly all the other
supergroups. That, of course, was the key to their charm: they were a group of
friends...
'
Amen.

zondag 10 februari 2008

Kafkaësk

Vanaf morgen begin ik aan een nieuw hoofdstuk. Na een half jaar reguliere master Nederlandse Letterkunde stap ik morgen over naar de onderzoeksmaster Letterkunde & Literatuurwetenschap. Dat wil zeggen: ik ga participeren in het programma. Officieel sta ik nl. nog niet ingeschreven. Daarvoor moeten - uiteraard - eerst nog schimmige formulieren ingevuld en ingeleverd worden. Alle noties zijn daarbij van toepassing: kastje naar de muur, in twee/drie/viervoud, woud van papieren enz. Kortom: kafkaësk. Een zeer juist begrip. Kafka beschrijft in Het proces het universele thema van de verstikkende bureaucratie. Er zijn - meen ik - maar drie dingen die universeel zijn in dit ondermaanse: liefde, haat en bureaucratie. Kafka is een meester in het op ongeëvenaarde wijze beschrijven van het laatste. Alleen al daarom zou iedereen Het proces moeten lezen, in het bezit moeten hebben, ervan moeten houden.

Weinig boezemt mij zoveel angst in als balies (de hedendaagse kanselarijen van Kafka), formulieren en nog meer formulieren. Ik begrijp ze niet, ik word er analfabetisch van, ik krijg er angstaanvallen van. Of ten minste Spaanse benauwdheid. Ze zijn een hel voor passieve mensen als ik. Wie actief is, kent veel actie in zijn leven. Wie daarentegen passief is, kent niet veel passie in zijn leven. Passiviteit is vooral een mentaal probleem. Ik doel niet alleen op luiheid (die in feite een natuurkundige wet is: lichamen in rust hebben de neiging in rust te blijven), maar ook op onvermogen tot daadkracht. Gebrek aan daadkracht is kenmerkend voor twijfelende, tobbende figuren. Passiviteit openbaart zich in mijn geval niet in het werk zelf (studeren bijv. doe ik met veel energie en interesse), maar in alle shit eromheen, zoals genoemde administratieve rompslomp.

Bureaucratische wirwar kan het beste ontrafeld worden door overal meteen achteraan te gaan en het gewoon te doen. Maar dat valt niet altijd mee. Gelukkig mag ik komende week avast vol aan de slag met het programma, met de inhoud. Ik zal het ontzettend druk krijgen, maar daar schrik ik niet voor terug. 'Van werken ga je niet dood', zei Jan Visser altijd. Jan Visser die overigens vorige week gestorven is. Maar hij was al 90, dan mag dat. Of er tijd over blijft om te bloggen? Daar maak ik wel tijd voor, daarvoor vind ik het veel te leuk. Een druk bestaan houdt het bloed ook stromende. 'The motion keeps my heart running,' zingt Keane. Maar The Killers weten het het sterkst te verwoorden. Na de te lange ontstentenis van een ondertitel fungeert vanaf heden dan ook een regel uit 'Change your mind' als ondertitel van dit blog.

zaterdag 9 februari 2008

Een week later

We zijn een week verder sinds de uitzending van Peter R. de Vries waarin een drugsgebruikende Joran v/d Sloot tegenover infiltrant Patrick v/d Eem uit de doeken doet wat er nu precies gebeurd is op de avond dat Natalee Holloway verdween. Hoewel De Vries aankondigde 'de spannendste verborgen camera-actie ooit' te hebben uitgevoerd, vielen de resultaten toch enigszins tegen.

Joran legde weliswaar meermaals een bekentenis af, maar onderdelen van zijn verhaal bleken meteen te falsificeren en dat werpt meteen de vraag op wat er wel waar is van zijn verhaal. Joran zegt de hele bekentenis verzonnen te hebben en geeft daarmee toe voor de zoveelste keer in de hele zaak gelogen te hebben. Dat zet zijn hele bekentenis onvermijdelijk op losse schroeven. Wanneer iemand zegt dat hij liegt, liegt hij alleen als hij niet liegt en liegt hij niet als hij liegt. De leugenaarsparadox doet zijn werk. Zie ook HIER.

Wat wel duidelijk geworden is, is dat die twee arme negers door Joran voor zijn karretje zijn gespannen. Ze hebben hun handen in het vuur gestoken voor hun stapmaatje, maar die bleek het alleen te doen om de indruk die een Honda Civic op Amerikaanse studentes maakt en spreekt nu denigrerend en hooghartig over hen. Ook is duidelijk geworden dat de moeder Beth een paranoïde, naïeve, niet sporende Amerikaanse is ('Look what they've done to our country'). Maar dat wisten we eigenlijk al. De slotscène waarin De Vries haar de beelden toont was het slechtste gedeelte van de aflevering, maar het was wel heerlijk om te zien hoe de beelden haar minstens duidelijk maakten dat Natalee (stomdronken, slutty behaviour) niet de maagdelijke geheelonthoudster was die zij Amerika wilde doen geloven.

Er is wel één iemand op wie ik nu enorm neerkijk: papa Paul. Meneer de advocaat en toekomstige rechter heeft geen schone handen, vermoed ik. Hij smokkelde waarschijnlijk al een telefoon de cel van Joran in en is alleen maar bezig met het scoren van schadevergoedingen van alles en iedereen. Joran is naar eigen zeggen vanaf het strand naar huis gelopen. Volgens De Vries is de loopafstand veel langer. Opvallend daarbij is dat Jorans moeder op de bewuste avond in Nederland verbleef. Ik zou de hypothese dat Pa v/d Sloot de taxichauffeur is geweest toch eens serieus onderzoeken. Ik vertrouw die man niet.

De uitzending heeft i.i.g. een enorme mediahype gegenereerd. Stuitend waren de moraalridders, Joris Goedbloeds en Hanneke Groentemannen van Nederland die over elkaar heen buitelden om hun beklag te doen over hoe die arme verwarde puber van een Joran nu als in de Middeleeuwen publiekelijk aan de schandpaal zou worden genageld en over wat een schandalige vertoning de uitzending wel niet was. Word wakker, het is SBS 6! Negeer de Story-achtige schreeuwerige aankleding, focus op de inhoud. 'Serieuze' politieteams slagen er jarenlang niet in de zaak op te lossen en een 'burgerjournalist' komt met nieuwe aanwijzingen. Doe daar je voordeel mee i.p.v. je gal te spuien over Peter wie-denkt-hij-wel-niet-wie-hij-is de Vries. Het doet me denken aan de zonderling die op zijn zolderkamertje dat eeuwenoude wiskundige probleem oplost, maar door wiskundigen vakkundig uit de schijnwerpers wordt gehouden omdat hij zijn ontdekking buiten de gebaande paden van de academische wereld deed.

vrijdag 8 februari 2008

Gedicht

Veeg

men ziet eenzaam in het weiland:
stramme boom waaromheen het gras de scharen weert

maar zie liever de allenige koe
herkauwend aan de slootkant
glurend over de rand van de pagina

de koe
buigt over de slootrand ziet een andere koe in het water
denkt een brede stroom is beter dan een smalle sloot

de koe
gras en koebloempjes uit de aarde tongend
kijkt elke dag naar dezelfde sloot
naar de wolken in het water de strepen
aan de hemel - witte vegen zwarte kabels

kikkervisje

de koe is zichzelf een gedicht
de koe is
is niet de dichter maar het gedicht

kijkt wel maar ziet niet dat
daar in de verte de trein met achter het raam de ikfiguur

woensdag 6 februari 2008

(On)gezegden

Een rubriek over de zin en onzin van spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen in het hedendaagse tijdperk.
'Beledigende opmerkingen krijg je naar je hoofd geslingerd: "je mag er nog best wezen" - Hoezo? Als je minder mooi was geweest, had je dan op moeten flikkeren of zo?!' (T.Maassen)

1. De brutalen hebben de halve wereld
Als dat werkelijk zo is, dan betekent dat dat de niet-brutalen altijd nog de andere helft van de wereld hebben en lijkt er mij in feite niet zo gek veel aan de hand.

2. Stille waters hebben diepe gronden
Niet alleen een mooi gezegde door het beeldende karakter en dat prachtige meervoud 'waters', maar ook nog eens erg waar. De stille waters zijn de doemdichters, de metafysica-filosofen. Maar ook de morbide moordenaars en de vileine verkrachters: buurvrouw: 'hij was altijd zo'n onopvallende man'. Vergeet ook niet de student: 'Toen [hij] klein was heette hij altijd: zulk een heel lieve, zoete jongen! Stille waters hebben diepe gronden. Men peinze hier eens ernstig over na!' [Klikspaan - Studentenschetsen]

3. Mens sana in corpore sano
Letterlijk aan den lijve ondervonden. Ik had altijd pijntjes, onverklaarbare pijntjes. Steken in de onderbuik, in het scheenbeen, een gloeiend hete, tintelende voet. Niet leuk, hypochonder die ik ben. Sinds ik op advies van de huisarts aan krachttraining doe, heb ik er weinig last meer van. Balanceerde ik volgens deze BMI-cirkel met mijn 1 m. 73 en 55 kg lange tijd op de grens van 'gezond' en 'te licht', momenteel ben ik met mijn 60 kg op 'gezond gewicht'. Uitstekende uitdrukking dus. Vertaling van H.K. Poot: 'een gezonde ziel in een welvarend lyf' [Poot - Gedichten]. Nieuwe vertaling: een energiek esprit in een blakende body.

4. I know why the caged bird sings
En iedereen weet het. Tot uitdrukking verworden zinnetje uit een gedicht van Dunbar. In dat gedicht is de verklaring voor de gekooide vogel die ondanks zijn gevangeschap erop los zingt dat hij zich naar Hemelse vrijheid zingt: 'It is not a carol of joy or glee/ But a prayer that he sends from his heart's deep core/ But a plea, that upward to Heaven he flings -/ I know why the caged bird sings. Ik zie ook een andere betekenis. De gekooide vogel kan niks, maar hoeft en wil ook niks. Iedereen wil weleens in volledige staat van passiviteit verkeren. Simpelweg gezegd worden wat te doen en zonder nadenken de taak uitvoeren. Zonder morren het zangzaad accepteren en het verplichte wijsje fluiten. Geen initiatief, vrede met de apathie: that's why the caged bird sings.

5. Een goede buur is beter dan een verre vriend
Waarom? Omdat de buur op zondagochtend op de koffie komt als je op je gemak met je krantje van je enige vrije morgen wil genieten? Omdat je bij de buur op verjaardag moet terwijl je daar verder niemand kent? Omdat je altijd post voor de buur in jouw brievenbus vindt? De verre vriend is in de hedendaagse digitale communicatiewereld een dichtbije verre vriend. Een vriend met wie je contact opneemt als het je uitkomt (lees: aan wie je een mailtje terug stuurt als het je uitkomt). We hebben e-mail: 'een goede buur is beter dan een verre vriend' gaat niet meer op. Ook: we hebben de webcam: 'uit het oog uit, het hart' gaat niet meer op. We draaien de deur op slot voor de goedige buur en verwelkomen digitaal de verre vriend. You've got mail. Virus detected?

Een mooie dag (voor de dood)

Er is niets waar ik op wacht
morgen blijft het nacht
ik overdacht m'n zorgen en de wereld
en alle keren dat ik wakker lag
ik besloot: wat een mooie dag, wat een mooie dag
...
voor de dood
(uit: Bløf - Mooie dag)

Onlangs hoorde ik op de radio een DJ na de laatste klanken van Bløfs 'Mooie dag' zeggen: 'Wat een mooi liedje is dat toch, alleen dat "voor de dood" aan het eind is wel erg vreemd.' Erg vreemd? Pardon, maar dan heb je dus helemaal niks van het lied begrepen. De DJ veronderstelt blijkbaar dat 'Mooie dag' een liedje met een positieve sfeer is. Dat die 'mooie dag' uit de titel écht een goede, leuke, prachtige, mooie zomerdag is. Een dag om nooit te vergeten. En 's avonds gaan we vredig slapen en morgen gezond weer op.

Door 'voor de dood' pas helemaal aan het eind van het lied te zingen, zet Bløf de luisteraar die het lied voor de eerst keer beluistert wellicht op het verkeerde been. Hij heeft het hele lied 'wat een mooie dag, wat een mooie dag' gehoord en bij het scheiden van de markt is daar ineens de toevoeging 'voor de dood'. Als men echter goed luistert, hoort men dat er het hele nummer een man aan het woord is die besluit dat het tijd is om te sterven. Dat blijkt al uit het refrein (zie boven) en ook uit de prachtige regel 'de onzin en de noodzaak, ze naderen de grens', die in interpreteer als: de onzin die het leven is en de noodzaak die de dood is raken elkaar spoedig in het stervensmoment.

Ik vind 'Mooie dag' met afstand het beste nummer van Bløf. De Zeeuwen worden geroemd om hun teksten, een professor in Nijmegen stelt zelfs openlijk de vraag of we ze ook als poëzie moeten beschouwen. Dat is wellicht een brug te ver, maar de tekst van 'Mooie dag' is in ieder geval erg bijzonder. Dat zo'n DJ - die het lied overigens al vele malen gehoord moet hebben en dus niet op het verkeerde been kan zijn gezet - zo'n ridicule opmerking de ether in slingert zegt m.i. meer over de betreffende plaatjesdraaier dan over het lied.

maandag 4 februari 2008

Over de UB, deel twee

Vanochtend trof ik in 'De Verdieping' (etage -1) van de universiteitsbibliotheek (UB) in Nijmegen op de tafel waar ik altijd pleeg te studeren een bedrukt vel papier (A4) aan. Eerst dacht ik aan een simpele mededeling, maar na bestudering was ik danig in de war. Hieronder de tekst zoals ik die op het vel papier aantrof:

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dit is EEN STILTE GEBIED

- NIET OVERLEGGEN -
- NIET FLUISTEREN -
- NIET TELEFONEREN -

JE KUNT HIERVOOR NAAR HET BIBLIOGRAFISCH
CENTRUM = BEGANE GROND


JASSEN EN TASSEN HOREN IN DE KLUISJES

ETEN EN DRINKEN IN DE LOUNGE


GAARNE MEDEWERKING

HET IS ERG ONRUSTIG/VEEL KLACHTEN

MEDEWERKERS De Verdieping
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Optie A - Het is een gedicht. Subtiel wordt hier op de lezer ingespeeld. Typografische elementen springen in het oog en hebben een beklemmende uitwerking. Het wit dat de spatie tussen 'STILTE' en 'GEBIED' oplevert, zorgt voor een pauze in het leestempo en geeft zo op een iconische wijze extra betekenis aan het woord 'stilte'. Het in kapitalen afgedrukte 'STILTE GEBIED' bewerkstelligt bovendien een paradoxaal effect door de tegenstelling tussen de betekenis van 'stilte' en de schreeuwerige grootte van de letters. De gelijkschakeling van 'BIBLIOGRAFISCH CENTRUM' en 'BEGANE GROND' heeft ook een ontregelend effect: de lezer visualiseert druk telefonerende en fluisterende studenten in het bibliografisch centrum. De voorvoorlaatste en de voorlaatste regel laten door hun telegramstijl en dreigende toon de lezer in verwarring en angst achter. Vooral de voorlaatste regel ('HET IS ERG ONRUSTIG/VEEL KLACHTEN') doen de lezer paranoïde op zoek gaan naar microfoontjes, cameraatjes en achter boekenrekken verdekt opgesteld staande AIVD'ers. Het kleiner worden van de letters in de laatste regel geeft extra betekenis aan 'Verdieping'. Bij het gecentreerde 'MEDEWERKERS De Verdieping' ziet de lezer wraakzuchtige cipiers voor zich die vanuit hun centrale punt alles in de gaten hebben. De typografie van het hele gedicht, ten slotte, doet denken aan Van Ostaijens 'Boem Paukeslag'.

Optie B - Het is een mededeling. Een kopietje gaat naar SOS (Signalering Onjuist Spatiegebruik) om 'STILTE GEBIED' te nomineren voor de verkiezing van de 'onjuiste spatie van 2008'. De medewerkers van 'De Verdieping' worden verplicht op een cursus gezet bij het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen, alwaar een sympathieke medewerkster hen zal bijscholen.
Optie A of Optie B? U zegt het maar.

zondag 3 februari 2008

[N64]: FIFA 64

Vorig jaar besprak ik a.d.h.v. de top 25 van een zelfgemaakte lijst de muziek uit mijn jeugd. Dit jaar een tweede serie in de categorie 'wenken voor een toekomstige biograaf' met als onderwerp de Nintendo 64-games. Met welke spellen bracht ik menige regenachtige middag (maar ook als de zon scheen) op mijn kamertje door? Geen toplijst deze keer, maar in chronologische volgorde en in interviewvorm. In aflevering 1: FIFA 64.


Het begon met FIFA 64?
Jazeker. Het moet ergens in 1997 zijn geweest toen ik bij mijn toenmalige beste vriend de Super Nintendo (SNES) ontdekte. Ik had nooit videogames gespeeld, alleen Commander Keen en F1 op de PC. Toen ik bij mijn kameraad een voetbalspelletje speelde op de SNES, was ik verkocht en wilde ik voor Sinterklaas ook zo'n apparaat.
Maar het werd de Nintendo 64?
Toen mijn moeder navraag deed bij de moeder van genoemd vriendje vertelde die dat de SNES al verouderd was en dat de opvolger al verschenen was: de Nintendo 64 met spellen in 3D! Zo werden mijn broertje en ik op pakjesavond verblijd met dat toen nog vreemde apparaat dat zou uitgroeien tot huisdier.
Toe maar.
Oké, tot rijke bron van vele uren plezier dan.
Fifa 64 dus. EA brengt elk jaar een nieuwe FIFA op de markt, inmiddels al FIFA 08. Zo terugrekenend stamt het spel al uit -
Nee, dat is een onjuiste redenering. FIFA 64 verscheen in 1997, niet in 1964. Nintendo wilde blijkbaar tegelijk met de lancering van de 64 een FIFA-spel beschikbaar hebben. Een paar maanden voor Sinterklaas was de 'reguliere' FIFA 98 al verschenen, maar mijn ouders kozen helaas voor FIFA 64. Mijn neefje was er jaren later overigens ook nog heilig van overtuigd dat ik de allereerste FIFA uit 1964 in mijn bezit had.
Waarom helaas?
Nou, FIFA 64 bleek nogal een boutspel tegenover FIFA 98.
Aï...
Maar dat neem ik mijn ouders niet kwalijk. Bovendien hadden we uit onwetendheid aanvankelijk best veel plezier met FIFA 64. Ik herinner me dat we in de eerste dagen koortsachtig met Oranje in wedstrijden van 10 minuten de groepsfase van het WK probeerden te overleven. De eerste overwinning was 1-0 tegen Marokko, dat weet ik nog goed.
Maar later kwam de kater?
Tsja, als je ouder wordt en meer spellen speelt, dan kom je er achter dat dat eerste spel toch eigenlijk erg slecht gemaakt was. Je hoort mij niet klagen over het ontbreken van een introfilmpje en de Nederlandse competitie, maar over de gameplay daarentegen is genoeg negatiefs te melden.
Vertel.
Het schieten was een hel. Als je eindelijk goed voor het doel stond en je drukte op de schietknop (B), dan kon je gerust je controller wegleggen, een krantje pakken en op je dooie akkertje het toilet met een bezoek vereren. Als je dan terug kwam geslenterd werd er op het scherm eindelijk eens op doel geschoten. De C-knoppen reageerden al helemaal niet.
Een trage reactiesnelheid van het spel dus.
Dat kun je wel zeggen ja. Ander dieptepunt waren de animaties. Vooral het 'feestje' na een doelpunt was bedroevend. Als je scoorde, sprintten je spelers als antilopen terug naar eigen helft, waar ze als zombies met glazige ogen naar de zijlijn gingen gaan staren. Ook de 'tactiek' was lachwekkend. Je kon een speler aanvallender of verdedigender zetten op briljante wijze: door hem een millimeter naar voren of achteren te slepen... In de wedstrijd merkte je er overigens geen bal van.
Betekende deze FIFA nog wat in de ontwikkeling van de serie?
Ik vermoed van niet. Stokpaardje van EA was 'PIP', 'Picture in Picture'. Het kwam erop neer dat in de hoek van het scherm het spel vanuit een ander camerastandpunt te zien was. Maar dat schermpje was zo belachelijk klein... En wie kijkt er nu überhaupt op twee verschillende schermen in het heetst van de strijd?
Nog positieve punten?
Het legendarische commentaar van John Motson en Andy Gray (Ooohh, be kind!). En de herinnering aan de eerste dagen van authentieke verwondering en spelplezier met mijn broertje.

zaterdag 2 februari 2008

Versnipperde notities

Beweging

Ik zou best met geestverwanten een nieuwe beweging willen beginnen, een nieuwe stroming in de literatuur. De tijd is echter ongunstig. Dan doel ik niet op de vermeende pluriformiteit en anything goes-mentaliteit die het einde van de literatuurgeschiedenis betekenen en een nieuwe beweging daarmee unzeitgemäss maken. Ik doel simpelweg op de getalsmatige onmogelijkheid. De Tachtigers zijn bekend, de Vijftigers zeker, de Zestigers ook nog wel, maar hoe moet onze stroming dan genoemd worden? De Nullers? Er is geen parallelle benaming voor het eerste decennium van een nieuwe eeuw. En wachten tot het volgende decennium levert geen verbeterde kansen op. De Tieners? Onmogelijk. De Twintigers, dat zou ultiem zijn. Niet alleen de juiste benaming, maar ook nog één met een jeugdige connotatie. De Tachtigers leefden wat dat betreft in de verkeerde tijd. Men ziet geen jeugdige schrijvers en dichters voor zich bij een tachtiger, eerder de stokoude Van Deyssel. Wij Twintigers zouden eeuwig jong zijn en blijven. Helaas ben ik van 1986. Zo iets toevalligs en onbenulligs als het jaar van geboorte ontzegt mij daarmee de toegang tot de literatuurgeschiedenis.

Carnaval

- Waarom houd je niet van carnaval?
- Wie als kind gebeten is door een hond, zal later nooit een hond als huisvriend nemen.

Vrije wil

Jean-Paul Sartre eat your heart out:
‘De misdaadstatistieken laten zien dat de man die denkt dat hij zijn vrouw
vermoordt omdat zij hem bedrogen heeft, in feite niets anders doet dan gevolg
geven aan een collectieve wet volgens welke hij het aantal moorden vermeld in
een statistisch rapport moet volmaken.’ (Oorlog en Vrede, p.815)
Ook: de verkiezingsuitslagen laten zien dat de man die denkt dat hij door te stemmen de uitslag van de verkiezingen beïnvloedt, in feite niets anders doet dan gevolg geven aan een collectieve wet volgens welke hij de uitslag vermeld in de ochtendlijke peilingen moet volmaken.

vrijdag 1 februari 2008

Held

Is het een hoax of komt er binnen afzienbare tijd een Peter R. de Vries action figure op de markt? Zondagavond weten we het...