woensdag 30 april 2008

De literaire beterweter #10

Peter Sloterdijk - Regels voor het mensenpark De in stilistisch opzicht briljante Sloterdijk hield in 1999 een lezing waarin hij pleitte voor het opstellen van een morele codex m.b.t. de gentechnologie. Het humanisme had zijn onmacht als temmer van bestialiserende tendenzen in de mens bewezen en in onze posthumanistische tijd zouden de filosofen de uitgelezen personen zijn om kritisch de tijdgeest aan te sturen. Sloterdijk, nooit te beroerd stevig te provoceren, sprak terminologisch over 'selecteren', 'telen' en 'mensenparken', ging te rade bij o.a. de verderfelijke Heidegger, en Nietzsche's Übermensch werd ook van stal gehaald. Een rel was geboren. Habermas regisseerde op de achtergrond de aanval op Sloterdijk en dat verleidde Sloterdijk tot een bruisende vernietigende open brief aan Habermas. In de Nederlandse vertaling zijn ook vele reacties op de lezing en op het debat opgenomen. Die laten zien dat Sloterdijk vaak de vinger op de zere plek legt en dat men in Duitsland nog altijd hypersensitief met het nationale verleden omgaat. Zo spreekt Sloterdijk in verband met Heidegger over 'de zozeer verduisterde jaren na 1945'. Heidegger ging door zijn fascistische flirt immers na de oorlog door een diep dal. Verschillende commentatoren zagen, door Habermas aangespoord, in de zinsnede - in het bijzonder in het woordje 'na' - echter aanleiding Auschwitz en Hitler erbij te halen. Wie de relcultuurachtige bijzaken niet zo serieus neemt, kan veel leren van Sloterdijk. De literaire kwaliteiten van de auteur maken Regels voor het mensenpark geweldig leesvoer, de inhoud is bovendien actueel, pregnant en interessant, en Sloterdijk heeft veel zinnigs te melden. [*****]
Fragment: 'het tijdperk van de hypermorele zonen van nationaal-socialistische vaders loopt gaandeweg ten einde. Een wat vrijere generatie rukt op. Voor haar betekent de traditionele cultuur van verdenking en beschuldiging niet meer zo veel. [...] Wie verbaast zich er eigenlijk over dat in deze situatie de oude mentaliteitsmachthebbers vóór de aflossing van de wacht nog eenmaal steigeren en hun schuld en hun onvrijheid met een laatste inspanning op het nageslacht proberen af te schuiven? Ze willen voor hun eigen hypermoraal een geweldig monument oprichten, en ze willen nog één keer, net als in de dagen dat geen dode dictator voor ons verzet veilig was, op fascistenjacht gaan.' [Uit de open brief aan Habermas]

J.M. Coetzee - Dagboek van een slecht jaar Coetzee heeft een essaybundel in een semi-romanvorm gegoten. De mini-essays van een oude man bestrijken het grootste deel van het verhaal. Allerhande onderwerpen passeren de revue: Guantánamo Bay, terrorisme, pedofilie, J.S. Bach. Daar doorheen verweven (of eigenlijk: daaronder) lopen twee verhaallijnen. In de ene beschrijft de man zijn omgang met een jonge, bloedmooie vrouw die zijn redactrice wordt. In de tweede is de vrouw aan het woord. Zij geeft haar kijk op de zaken en beschrijft de gemene praktijken van haar vriend. Die gispt de volgens hem ouderwetse meningen van de oude man en breekt in in diens computer. Het lezen wordt door de opmaak niet vergemakkelijkt. Het is steeds weer een gepuzzel om de drie verhalen enigszins simultaan te lezen. De essays zijn bijna zonder uitzondering boeiende verhandelingen waarin intelligente opmerkingen en tot nadenken stemmende meningen vervat zijn. De verhalende elementen gieten het geheel in een fictionele vorm. Door eerst de oude man en vervolgens de vrouw tussen hemzelf en de essays in te plaatsen, speelt Coetzee een slim metafictioneel spel, waardoor de meningen in de essays niet zonder meer aan de Zuid-Afrikaanse schrijver toe te schrijven zijn. [*****]
Fragment: 'In de tijd dat Polen door de communisten werd geregeerd waren er dissidenten die thuis avondcolleges gaven, die werkgroepen leidden over schrijvers en filosofen die van de officiële canon waren uitgesloten (zoals Plato). Er kwam geen geld aan te pas, al waren er misschien andere vormen van betaling. Wil de geest van de universiteit overleven, dan zal er misschien iets in deze trant moeten ontstaan in landen waar het tertiair onderwijs volstrekt ondergeschikt is gemaakt aan commerciële principes. Met andere woorden, de echte universiteit zal misschien naar de mensen thuis moeten verhuizen en titels moeten verlenen die uitsluitend zijn gebaseerd op de namen van de geleerden die de diploma's ondertekenen.'

Sofokles - Oidipous & Antigone Oidipous vraagt zich af waar toch die bode blijft die hij op pad heeft gestuurd en warempel: daar komt hij toevallig toch net aangerend. Dit procédé is inherent aan de Griekse tragedie en mag het leesplezier niet in de weg staan. Zoals miljoenen vóór mij ging ook ik namelijkoverstag voor Oidipous (Oidipous Rex). Ik las het in één ruk uit en vervolgens meteen nog een tweede keer. Het bekende verhaal van de jongeman die onbewust zijn vader vermoordt en met zijn moeder het bed deelt om aan de voorspelling van het orakel te ontkomen, is natuurlijk al geniaal. (Terzijde: en tevens een vroeg voorbeeld van 'intentieloze intentie'?) Sofokles blinkt daarnaast uit in de dialogen en ook de verkondigde wijsheden ('nooit iemand gelukkig noemen voordat hij de eindstreep van het leven gepasseerd is zonder pijn') zijn om te smullen. De dialoog tussen Oidipous en de blinder ziener Teiresias is qua opbouw en woordkeus (de vertaling is van G.Koolschijn) briljant. (OIDIPOUS: 'Ellendeling - ja, u zou zelfs een steen nog driftig maken - nooit spreekt u het [probleem van Oidipous] uit? U blijft zo koppig en onhandelbaar?' TEIRESIAS: 'U klaagt over mijn trots. De uwe ziet u niet, waarmee u leeft. Ik krijg de schuld.')
Antigone kon me iets minder bekoren, maar bevat dezelfde sterke dialogen en scherpe wijsheden. De botsing tussen staatkundige wet en religieuze wet wordt mooi verpersoonlijkt door de tragische Antigone die haar gesneuvelde broer een eervolle begrafenis wil geven, terwijl dat van staatswege verboden is. [***** Oidipous] [**** Antigone]
Fragment: [koor]: 'O, mensengeslachten, voor mij telt uw leven even zwaar als niets. Want wie, welk mens vindt meer van het geluk dan louter schijn en na de schijn de ondergang? Met uw beeld, uw lot voor ogen, het uwe, arme Oidipous, noem ik geen mens gelukkig.'

Phillipe Claudel - Grijze zielen Ingetogen vertelde geschiedenis over schuld, onschuld en het wijde grijze gebied daartussen. Plaats van handeling is een Frans dorpje ten tijde van WO I, waar een tienjarig meisje vermoord wordt gevonden. De daadwerkelijke oorlog blijft buiten het dorp, maar sijpelt onvermijdelijk de gemeenschap binnen. Hoewel de ingetogenheid soms omslaat in sloomheid, zorgt de informatie-uitstellende structuur er toch voor dat het verhaal spannend blijft. De climax is bovendien verrassend. [****]

Ilja Leonard Pfeijffer - Het grote baggerboek Was Pfeijffer stiekem P.Kouwes? Het taalgebruik van deze met roken gestopte, virtuoze Geenstijl-columnist doet sterk denken aan dat van een van de protagonisten van Pfeijffers roman. Bijv. in deze zin: 'Het was qua wat betreft de pornografische liefde allemaal soppietoppie, laat dat maar met een gerust hartje aan deze leutermans over.' De woorden zijn van een baggeraar die in 'Kamelistan' in bizarre situaties verzeild raakt. Om en om zijn hij en zijn gortdroge psychiater aan het woord. De combinatie werkt wonderwel. Leest als een trein. [****]

Paul Auster - De New York-trilogie Stond al eens links in de 'Leeslijst'. Toen was na de eerste twee novellen (Broze stad, Schimmen) de tijd op. Nog maar eens geleend om ook de derde (De gesloten kamer) te lezen en ik kon het niet laten de eerste twee opnieuw te lezen. Auster is een meester in het spelen met de grenzen tussen auteur, verteller en personages. En met de grenzen tussen de drie novellen. Intelligent proza, bij vlagen beklemmend, bij vlagen hilarisch. [****]

maandag 28 april 2008

Coetzee over pedofilie

In Dagboek van een slecht jaar van J.M. Coetzee (later deze week in 'De literaire beterweter') lopen op elke pagina drie verhaallijnen parallel. De bovenste verhaallijn bestaat uit korte essays over uiteenlopende politieke, maatschappelijke en culturele onderwerpen. Eén mini-essay spingt eruit. In 'Over pedofilie' staan enkele opvallende doch bijzonder interessante en tot nadenken aanzettende gedachten. Het essay opent als volgt:

'De huidige hysterie over seksuele handelingen met kinderen - niet alleen zulke handelingen op zichzelf maar fictieve afbeeldingen ervan in de vorm van zogenoemde 'kinderporno' - geeft aanleiding tot enkele vreemde tegenstrijdigheden. Toen Stanley Kubrick dertig jaar geleden Lolita verfilmde, omzeilde hij het - in die dagen nog betrekkelijk lichte - taboe door een actrice te nemen van wie iedereen wist dat ze geen kind was en die er slechts met moeite in een veranderd kon worden. Maar in het huidige klimaat zou die list niet werken: het feit (het fictieve feit, het idee) dat het fictionele personage een kind is, zou het gegeven aftroeven dat het beeld op het doek niet dat van een kind is. Wanneer het om seks met minderjarigen gaat, is de wet, met daarachter de blaffende publieke opinie, eenvoudig niet in de stemming voor subtiel onderscheid.'

Vervolgens wijst de verteller op een opvallende discrepantie in het gedrag van feministen. Progressief als zij waren, stelden zij zich inzake pornografie uitermate reactionair op. 'Zo heeft vandaag de dag, terwijl aan de ene kant de publieke media straffeloos de weg wijzen naar steeds grovere vormen van seksueel vertoon, aan de andere kant het esthetische argument dat kunst taboe aftroeft (kunst "transformeert" haar materiaal, zuivert het van zijn lelijkheid) en dat de kunstenaar daarom boven de wet moet staan, er ongenadig van langs gekregen.' Beelden van seks van volwassenen met kinderen '(dat wil zeggen, of met kinderen die kinderen speelden, of met acteurs van welke leeftijd dan ook die kinderen speelden) zouden verkrachtingen van echte kinderen in de hand werken en 'in de pornografie-industrie zoals die vandaag de dag bestaat [...] handelen vrouwen onder inherente dwang.'

Zo redenerend werpt de verteller een aantal bijzonder interessante hypothetische vragen op tafel:
'[1a] Zou er een verbod moeten komen op het in druk publiceren van een verhaal, een zelfverklaarde fictie, waarin een in voldoende mate tengere twintigjarige actrice voor de camera de rol speelt van een kind dat seks heeft met een volwassen man? [1b] Zo niet, waarom dan aandringen op het verbieden van een gefilmde versie van datzelfde verhaal, die niet meer is dan een overzetting van conventionele (verbale) in natuurlijke (fotografische) tekens?
[2] Hoe zit het met het tonen van kinderen die geen seks hebben met volwassenen maar met andere kinderen? De nieuwe rechtzinnigheid lijkt in te houden dat wat het beeld schuldig maakt niet het idee van seks tussen minderjarigen is (van wie velen een actief en zelfs lukraak seksleven hebben), noch de feitelijke seks, echt of gesimuleerd, tussen acteurs die minderjarig zijn, maar het feit dat er ergens een volwassen oog aanwezig is, hetzij achter de camera, hetzij in de verduisterde gehoorzaal. Of een door minderjarigen gemaakte en alleen aan minderjarigen getoonde film waarin minderjarige acteurs seksuele handelingen verrichten een overtreding van het taboe zou zijn, is een interessante vraag. Vermoedelijk niet. Toch werd niet lang geleden, in een Amerikaanse staat, een jongen van zeventien in de gevangenis gestopt, omdat hij seks had gehad met zijn vriendin van vijftien (hij was aangeklaagd door haar ouders). [...]'

Wat nu eerst vermeld moet worden is dat de essays in Dagboek van een slecht jaar met de hand geschreven zijn door een oude man die weg is van een schone jonge vrouw. Deze vrouw typt de stukken voor hem uit, haar vriend leest ze heimelijk en fulmineert in gesprekken met de vrouw tegen de oude man. Over wie er nu verantwoordelijk is voor de gedachtegang in het onderhavige essay valt aldus weinig eenduidigs te zeggen. Wat wel gesteld kan worden, is dat de reële schrijver Coetzee via deze essay-in-roman-vorm een controversieel thema op uitdagende wijze aan de orde stelt.

Laten we de hypothetische vragen eens nader beschouwen. Vragen [1a] en [1b] zijn interessant omdat ze verschillende niveau's van werkelijkheidsafbeelding laten zien. Het voorbeeld 1a behelst een verhaal waarin in een film een verhaal wordt opgevoerd. De filmversie van het verhaal hanteert dezelfde constructie. In die film wordt in een film een verhaal opgevoerd. Beide keren is er dus sprake van een verhaal-in-verhaal-in-verhaal, maar alleen in het tweede geval zal er voor een verbod gepleit worden. Dat toont bijv. aan dat Sloterdijk gelijkheeft wanneer hij stelt dat het schrift zijn positie als sociaal bindmiddel heeft moeten afstaan aan nieuwe media als televisie en internet. Maar is de implicatie dan dat schrijvers wel meer 'mogen' dan filmmakers?

Wat de tweede vraag betreft: dat 'vermoedelijk niet' lijkt een juist vermoeden. Een pornofilm uitsluitend dóór en uitsluitend vóór minderjarigen schijnt wettelijk te mogen. Zie hier. In de laatste zin die ik hierboven geciteerd heb, over de zaak van de zeventienjarige jongen die met zijn vijftienjarige vriendin seks had en daarop door haar ouders aangeklaagd werd, is het woordje 'Toch' misleidend omdat deze zin eigenlijk niet aansluit bij het voorgaande. Er is in deze zaak immers geen sprake van een film. Wat ontbreekt is de kwestie van vrijwilligheid. Het meisje heeft vermoedelijk niet onder dwang het bed gedeeld met haar vriendje. Maar waar moet dan de grens liggen? Als een minderjarig meisje vrijwillig met haar minderjarige vriendje seks heeft, wordt er dan een taboe overschreden? En als dat meisje vrijwillig met een meerderjarige partner gemeenschap heeft, wat is dan belangrijker: de vrije wil of de in moreel opzicht verwerpelijke praktijken van de man? Wie bepaalt deze verwerpelijkheid? De publieke opinie, ongetwijfeld, maar deze is veranderlijk. Is een verandering voorstelbaar? Is die überhaupt wenselijk, zoals de verteller lijkt te suggereren? Zo ja, in welke mate? Tot welke leeftijd bijvoorbeeld? En wat zegt de publieke opinie van een minderjarige jongen met een meerderjarige vrouw? Interessante vragen.

zondag 27 april 2008

[Play-offs] 2:Helmond uit

Na de moeizame 2-2 in de heenwedstrijd werd in de return in Helmond met 3-0 verloren. De vier overwinningen op rij in de laatste vier competitiewedstrijden bleken de prestatielimiet te zijn. In de play-offs bleek het kruit verschoten en toonde Helmond zich de sterkere ploeg. H.Sport mag het nu in de tweede ronde opnemen tegen De Graafschap.

De uitschakeling betekende dat Leon van Dalen en Revy Rosalia hun laatste wedstrijd voor TOP hebben gespeeld. Na afloop namen zij afscheid van de supporters. Van Dalen (147 competitiewedstrijden + 7 play-off-wedstrijden) en Rosalia (87 + 7) hebben lange tijd in Oss onder contract gestaan. Rosalia is slachtoffer van zijn multifunctionaliteit geworden. Hij past niet meer in het plaatje voor volgend seizoen. Van Dalen heeft zich een betrouwbare verdediger getoond. Vooral dit seizoen blonk hij uit als kopsterk slot op de deur. TOP wil met jongere spelers verder, waardoor er voor Van Dalen geen plaats meer is. Een opmerkelijk, voor mij zelfs onbegrijpelijk besluit. Van Dalen zal volgend seizoen node gemist worden, is mijn voorspelling.

Al met al een goed seizoen. De achtste plek in de eindrangschikking is boven verwachting en het voetbal was meestentijds vermakelijk en aanvallend. Quekel is nog erg wisselvallig, maar scoorde wel zestien goals. De Vogt keepte bij vlagen formidabel en werd dan ook terecht door de supporters tot speler v/h seizoen uitgeroepen. Van Engelen speelde zich in de basis, Kazlauskas begon aan een nieuwe carrière als aanvallende middenvelder en opportunistische stormramspits, en scoorde zeven keer. Van Erik van der Ven raakte ik persoonlijk zeer gecharmeerd, laten we hopen dat deze stofzuiger ook volgend seizoen de gaten mag dichtlopen op het middenveld. Ook Moutawakil mag van mij een contract krijgen. De buitenspeler maakte een uitstekende indruk sinds hij er in januari bijkwam.

Nu begint het lange wachten. Pas in augustus begint de koorts weer op te spelen. Hopelijk staan er in juli weer enkele mooie oefenduels gepland. Lekker in het zonnetje langs de lijn de nieuwe aanwas beoordelen en de kansen inschatten.



donderdag 24 april 2008

Retorica in de Sp!ts

Op het station neem ik nooit een gratis krantje aan van een van de krantjesuitdeelverslaafden. Niet omdat ik die mensen niet mag, maar omdat ik een krantje als Sp!ts nie bijster interessant vind. Dat Heath Ledger dood is breed uitgemeten wordt op de voorpagina, zegt genoeg. Soms lees ik weleens vluchtig een op een tafel liggend krantje door als ik tussen het studeren door wat ga eten. Dan vallen me de elke keer weer belabberde en tenenkrommende ingezonden brieven op. De strips worden overigens wél steeds leuker.

Vanochtend stond in de Sp!ts iets over proefdieren. Zowel de Stichting Informatie Dierproeven (hier:SID) als de Vereniging Proefdiervrij (hier:VP) mocht haar zegje doen. Een vergelijking van beide stukjes sterkte mij weer eens in de overtuiging dat het bij dierenactivisten vaak veel geschreeuw en weinig wol is, in retorische termen veel ethos (wijzen op de eigen kraam) en pathos (inspelen op gevoelens lezer), en weinig logos (feiten, logische redeneringen). Hieronder de beide stukken.

Allereerst de monoloog van de SID. Deze bestaat bijna geheel uit feitelijke informatie, uit logos. Ethos en pathos zijn vet gedrukt, het overige zie ik als logos. Cursief betekent mengvorm of twijfelgeval:

"Veel ziekten zijn nog niet goed te behandelen, zoals kanker, dementie of aids. Er wordt veel onderzoek gedaan om de oorzaken te achterhalen en effectieve en veilige behandelingen te ontwikkelen. Veel mensen zien daar het belang van in. Elke gedoneerde euro is een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, soms met proefdieren. Dierproeven zijn dus geen op zichzelf staand verschijnsel, maar altijd deel van wetenschappelijk - of veiligheidsonderzoek dat ook tests in een reageerbuisje omvat, onderzoek bij vrijwilligers en uiteindelijk bij patiënten.
Er zijn mensen die principieel bezwaar maken tegen dierproeven. Zij vinden dat mensen dieren nooit mogen gebruiken voor hun eigen doeleinden. Dat standpunt verdient respect. Anderen, waaronder alle overheden, vinden echter dat dierproeven onder strikte voorwaarden te rechtvaardigen zijn. De Wet op de dierproeven geeft heel precies aan onder welke doelen dat mag. Dat betreft vooral medisch en biologisch wetenschappelijk onderzoek en het testen van de veiligheid van geneesmiddelen en vaccins. Die laatste proeven zijn wettelijk verplicht terwijl proeven voor cosmetica al 10 jaar verboden zijn.
Voor elke dierproef is een positief advies nodig van de onafhankelijke Dier Experimenten Commissie. Die beoordeelt of het belang van de proef opweegt tegen het leed dat de dieren wordt aangedaan. Alle instellingen die dierproeven mogen doen, richten zich op de drie V's: vervangen, verminderen, verfijnen. Dus testen zonder dieren als het kan, met zo min mogelijk dieren en zo min mogelijk dierenleed. Ondertussen wordt er wereldwijd hard gezocht naar alternatieven zoals testen op celkweken of computersimulaties."


Dan de monoloog van de VP. Ook hier zijn de passages met overwegend ethos en pathos vetgedrukt:

"Elk jaar worden er honderdduizenden dieren opgeofferd in Nederlandse laboratoria. In 2005 werden er maar liefst 603.741 proeven op dieren uitgevoerd. Proefdiervrij vindt dit een onacceptabel hoog aantal. Als het aan ons ligt, gaat dit aantal zo snel mogelijk terug naar nul. Niet alleen ratten en muizen worden in dierproeven gebruikt, maar ook apen, konijnen, katten, honden, konijnen, cavia's, geiten, varkens, vogels, vissen, koeien en zelfs paarden. Er vinden proeven plaats voor de ontwikkeling van medicijnen, maar ook voor onderzoek naar voedseladditieven, zoals kleur- en smaakstoffen.
Het verbijsterende getal van ruim zeshonderdduizend betreft alleen de geregistreerde proeven. Het getal wordt veel hoger als we kijken naar het totaal aantal dieren dat hun leven in laboratoria moet slijten. Honderdduizenden dieren worden 'in voorraad' gehouden en nog vóór de proef gedood. Bijvoorbeeld omdat er dieren nodig zijn van één geslacht. Als er vrouwtjes nodig zijn voor een bepaalde dierproef, belanden de mannetjes in de afvalbak.
Ook Proefdiervrij is voor een goede gezondheid van mensen, voor een schoon milieu, voedselveiligheid, vaccins etc. Maar het is tijd voor proefdiervrije technieken. Er kan al huid worden nagemaakt, er is een kunstmaagdarmkanaal en er wordt zelfs al onderzoek gedaan met een virtuele mens! Proefdiervrij is de grootste organisatie in Nederland die specifiek opkomt voor de belangen van proefdieren en die streeft naar het vervangen van dierproeven door proefdiervrije technieken. Met originele, spraakmakende acties en voorlichting geeft Proefdiervrij een duidelijk signaal af aan politiek, bedrijfsleven en consumenten."

In het eerste stukje staan veel redeneringen en feiten, en maar enkele retorische trucjes. In de eerste vetgedrukte passage wordt ingespeeld op de lezer, in dit geval expliciet de tegenstander. In de tweede passage wordt een (allitererende) drieslag ingezet.
In het tweede stuk overheersen juist de vetgedrukte passages. In het begin gaat het vooral om subtiele woordjes ('opgeofferd', 'verbijsterend', enkele 'niet alleen...maar ook'-constructies). Ook in dit stuk wordt de tegenstander even naar de mond gepraat. 'Het is tijd voor...' wordt als feit vormgegeven maar is een particuliere mening. De voorbeelden die worden gegeven passen logisch niet echt in de redenering. Wat maakt een 'kunstmaagdarmkanaal' een geschikte vervanger van een proefdier? Het uitroepteken is vaak ook een aanwijzing voor camouflererend schreeuwen i.p.v. bedaard argumenteren. De laatste alinea is puur ethos. Dat 'duidelijk signaal' is bovendien inderdaad wel
erg duidelijk gebleken.

Wanneer ethos en pathos buiten beschouwing worden gelaten, blijkt - verbazingwekkend wellicht - dat men het nagenoeg met elkaar eens is. Het gebruik van proefdieren is ongewenst, de wetenschap is bezig met alternatieven en het aantal proefdieren zal steeds verder afnemen. Enige twistpunt lijkt te zijn dat de SID de door de VP genoemde voedseltoepassingen (bewust?) niet noemt, maar dat is na te trekken. Concluderend is het het beste om af te wachten, de wetenschap haar werk te laten doen en haar de tijd te geven met goede alternatieven te komen. Tot die tijd maken we dankbaar gebruik van medicijnen die door tests met proefdieren ontwikkeld zijn. Ook de activist zal dankbaar moeten zijn als hij genezen wordt door een op dieren getest geneesmiddel. (Die laatste zin is niet vrij van pathos)

[Play-offs] 1:Helmond thuis

Afgelopen dinsdagavond vond reeds de eerste wedstrijd in de play-offs plaats. Helmond Sport was te gast in Oss. Hoewel het bereiken van de play-offs voor TOP een overwacht succes is, leken de spelers bevangen door de zenuwen. Van het goed verzorgde veldspel van de laatste weken was in de eerste helft niets te zien. Spelmaker Zafarin werd dicht op de huid gezeten en topscorer Quekel zat in de tang bij de verwijfde Uneken.
In de tweede helft was alles anders. Met passie en strijd werd het vijandelijke doel bestormd. Dat resulteerde in de 1-0. Schoofs schoot een vrije trap op de keeper, Zafarin tikte in de rebound binnen. De grensrechter stond echter met de vlag omhoog en Dick Jol keurde de goal af. Onbegrijpelijk, de beelden tonen ondubbelzinnig aan dat Zafarin in geen velden of wegen in buitenspelpositie te zien is. Kazlauskas wel, maar die raakt de bal niet aan. Daarna braken de dolle vijf minuten aan. Höcher schiet de 0-1 binnen, meteen na de aftrap maakt Moutawakil 1-1, nauwelijks een minuut later schiet Van Leerdam Helmond weer op voorsprong: 1-2. Daar leek het bij te blijven. Een teleurstellende avond. In de werkelijk allerlaatste seconde van de wedstrijd schiet Kazlauskas echter snoeihard de 2-2 binnen. Crazy Charley, The Wizard of Oss, vliegt weer eens de hekken in. De hoop is terug in de harten van de TOPpers. Zaterdag a.s. volstaat een overwinning in Helmond. Bij een nederlaag of klein gelijkspel (0-0 of 1-1) is het over.
De prachtige grote foto's in het wedstrijdverslag wil ik u niet onthouden. Ze zijn gemaakt door Image XL. Zie HIER op foto 1 de sfeer voorafgaand aan de wedstrijd en op foto 2 Kazlauskas die de hekken in vliegt.
In het - particuliere - filmpje de beelden van de 2-2.

woensdag 23 april 2008

Encyclopedie van de somberheid (1)

1. Woordenboek

Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal: Somber: [1640 Fr. sombre] 1. weinig verlicht, weinig licht toelatend, m.n. m.betr.t. de daardoor op het gemoed gemaakte indruk.
Somberheid (v) 1. het somber-zijn syn. somberte 2. duisterheid m.betr.t. vooruitzichten --> somberling, somberman ... syn. pessimist

Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT): Somber: bnw. en bijw. Ontleend aan fr. sombre ... 2) Van personen, stemmingen, uitingen enz. Niet opgewekt, neerslachtig, vooral: de toekomst duister inziend of van zulk inzicht getuigend.

Ik vind de omschrijving van het WNT passender, hoofdzakelijk vanwege de toevoeging 'van zulk inzicht getuigend'. Het gaat inderdaad om inzicht. Met dat inzicht valt vervolgens nog best te leven. Somberheid staat daarmee de kwaliteit van leven niet per definitie in de weg. Er valt nog genoeg te lachen binnen de sombere toekomstvisie.

zondag 20 april 2008

Play-offs!!!

Wie had dat gedacht? In mijn prognose was ik nog erg optimisisch met een 12e plek voor TOP Oss. De voorspelling leek echter uit te gaan komen. Na een paar keer op een haar na een periodetitel te hebben misgelopen, leek het seizoen als een nachtkaars uit te gaan. Niets is minder waar. Door een eindsprint zonder precedent (vier overwinningen op rij) werd een mooie 8e plaats bereikt en daarmee een ticket voor de play-offs om promotie. Daarin is dinsdag a.s. Helmond Sport de tegenstander in Oss. De kaartjes zijn gelukkig binnen.

Vrijdag volstond een gelijkspel tegen FC Eindhoven. In een sfeervolle ambiance werd het echter 3-1. Op de tribunes was het feest en op het veld niet minder. Met de tweede keer nacompetitie in drie jaar kroont Hans de Koning zich tot succesvolste TOP-coach ooit. Wat een koning. Het bereiken van de play-offs roept herinneringen op aan twee jaar geleden toen NAC Breda pas in drie wedstrijden plus een verlenging erin slaagde TOP op de knieën te krijgen. Als we nu wederom de tweede ronde halen wacht De Graafschap.

Hieronder het tweede halfjaarverslag. Voor het eerste zie hier.

1. (11-04) RBC Roosendaal - TOP Oss 0-1
Dé wedstrijd van het seizoen. Voorlaatste speeldag, uit tegen de directe concurrent om de achtste plaats. Door een sterke collectieve prestatie en een schitterend uitgespeelde aanval dik verdiend gewonnen.
2. (11-01) TOP Oss - MVV 4-1MVV deed nog volop mee om de titel en spelers gingen twee keer alleen op de keeper af. De Vogt redde tweemaal. Vervolgens alle duivels ontbonden en de reserveduitsers overlopen.3. (18-04) TOP Oss - FC Eindhoven 3-1
Qua voetbal hoort deze veel lager, maar het kolkende stadion, de mooie doelpunten en het eindresultaat (play-offs) met bijbehorend feest maakten deze wedstrijd onvergetelijk.4. (08-02) sc Cambuur-Leeuwarden - TOP Oss 1-2
Kon me niet herinneren ooit in Leeuwarden drie punten gepakt te hebben. Dit seizoen volledig terecht eindelijk wél. Quekel was goudhaantje met twee treffers.
5. (28-03) BV Veendam - TOP Oss 0-2
Onverwachte overwinning in hoge noorden, voorkwam dat laatste drie wedstrijden om des keizers baard zouden zijn en leidde winning streak in. Na Cambuur ook tweede hoge-noorden-wedstrijd gewonnen. Of, zoals een supporter zei: 'die verre uitwedstrijden worden nog leuk ook wanneer je iedere keer 3 punten pakt.'
6. (18-02) FC Den Bosch - TOP Oss 1-1Na de thuisoverwinning wederom een goede prestatie tegen de rivalen. Bart van Hintum in de laatste minuut op de paal... Niettemin vier punten dit seizoen tegen Den Bosch en, nog leuker, vijf punten afgepakt van deze buren.7. (04-04) TOP Oss - Haarlem 4-1
Dikke overwinning tegen de rode lantaarndrager. Bij vlagen goed voetbal. Naast de vier goals nog meer dotten van kansen, had gemakkelijk 6-1 of 7-1 kunnen zijn.
8. (09-12) Helmond Sport - TOP Oss 0-1Weer een uitoverwinning, in totaal maarliefst zes dit seizoen. Tegen Helmond vlak voor tijd 0-1 door een strakke schuiver van Jacobs.9. (15-02) TOP Oss - FC Zwolle 2-4Bizarre wedstrijd. Eerst 0-1, dan volledig onterecht rode kaart en penalty tegen. De Vogt stopt die, maar na nog een rode kaart lijkt het met 9 man een verloren zaak. Toch wordt het wonderbaarlijk genoeg 2-1. Na rust lang volgehouden, maar in de slotfase toch moeten buigen.10. (01-02) TOP Oss - AGOVV Apeldoorn 2-0Solide zege, geen moment in de problemen gekomen.11. (14-12) TOP Oss - Fortuna Sittard 2-0Bevroren tenen, slechte wedstrijd. Twee goals in laatste kwartier, Kazlauskas weer eens de hekken in.12. (21-03) FC Volendam - TOP Oss 3-0Verloren van de kampioen, maar zeer goed gespeeld. Dat de keeper van Volendam tot man van de wedstrijd werd uitgeroepen, zegt genoeg.
13. (10-03) TOP Oss - Go Ahead Eagles 1-0
Matig voetbal, 0-0 leek het logische resultaat. In blessuretijd echter een machtige volley van Moutawakil:1-0.
14. (18-01) Stormvogels Telstar - TOP Oss 1-1
Om de periodetitel. Te zenuwachtig en te harde wind om goed te kunnen spelen. Laatste minuut officiële tijd 1-0 achter, minuut later toch nog gelijkspel.
15. (29-02) TOP Oss - FC Dordrecht 1-1
Vervelende wedstrijd, machteloos TOP Oss. Met een gelijkspel meer dan tevreden.16. (07-03) RKC Waalwijk - TOP Oss 3-0
Geen vuist kunnen maken.17. (22-02) FC Emmen - TOP Oss 2-1Het is en blijft 1-1, maar als op teletekst dan de stand in groen springt, wat 'afgelopen' beduidt, is het toch nog 2-1 geworden. Ik haat dat.
18. (21-12) ADO Den Haag - TOP Oss 5-1In de dichte mist een off-day.19. (14-03) TOP Oss - FC Omniworld 1-2
En wederom verloren van de club met de oerlelijke naam. Omni is een angstgegner geworden.
Dinsdag dus het toetje! Aanvang 20:00 uur, ik heb er zin an. Voor de liefhebbers hier nog twee filmpjes van afgelopen vrijdag:



donderdag 17 april 2008

De tweede dichterlijke bries in 's-Hertogenbosch

Woensdagavond vond in Den Bosch een nieuwe editie van Onbederflijk Vers plaats. Omdat ik andere (sportieve) verplichtingen had, moest ik na vijf successievelijke deelnames deze editie aan me voorbij laten gaan. Om kwart voor zes kreeg ik echter een telefoontje dat de tegenstander zich had afgemeld en toog ik alsnog in allerijl naar de binnenstad om met vier medestrijders drie rondes te doen.

Ronde 1 (Stadsbibliotheek)In de bieb was het net als vorig jaar erg druk. Nadat een scholier in iets te wijde broek een gedicht had mogen voorlezen, opende nestor Rutger Kopland het bal op even sympathieke als indrukwekkende wijze. Ingetogen anekdotische poëzie, voorgedragen met een melancholiek timbre. Kopland las tot mijn grote doch ingehouden vreugde ook het prachtige gedicht 'Abe Lenstra' over de wedstrijd Achilles-Heerenveen voor.
Na Kopland was het de beurt aan Jan Kleefstra. Die droeg een cd-speler in de hand en had zijn elektrische gitaar spelende broer Romke als begeleider bij zich. De sluw in de bibliotheek plaats genomen hebbende lokale daklozen verlieten de zaal. Ik was ook sceptisch uiteraard, maar onterecht, zo bleek. Kleefstra's melodieus voorgedragen gedichten gingen een welhaast perfecte symbiose aan met de pianoklanken die uit zijn speler kwamen. Het gitaarspel van Romke was niet minder dan schitterend. Zwevende, haast etherische muziek met een heerlijk sombere toon. Jan zette op de juiste momenten in met zintuiglijke, ritmische poëzie. Zelfs toen hij in het voor mij onverstaanbare Fries begon voor te dragen deed dat niets af aan de schoonheid van de voordracht. Alle klanken, zowel muzikaal als vocaal, raakten me. Ik was, kortom, onder de indruk.
Na de gebroeders Kleefstra moest de volgende dichter wel teleurstellen. De gedichten zelf verergerden dat effect. De dichteres, Jacoline de Heer, maakte geen indruk op me. Haar inleidende praatje voor elk gedicht, op zich een uitstekend procédé, verklaarden de gedichten in plaats van ze te introduceren. Dat ze ook nog begon over 'als je in de trein zit en de trein naast je begin te rijden en je denkt dat het je eigen trein is' deed mijn oordeel niet ombuigen richting het positieve, integendeel.

Ronde 2 (Artemis)Na de drukte in de bieb was het angstvallig leeg in Artemis. Ik ben erg gevoelig voor sfeer en de ambiance stemde me enigszins triestig. Ik moest steeds maar denken aan die arme dichters, inclusief de grote Robert Anker, die voor anderhalve paardenkop het podium bestegen. Gelukkig deden ze gewoon hun best en maakten er iets moois van. Wouter Steyaert, een jonge Vlaming, mocht openen. Zijn voordracht bestond voornamelijk uit zorgvuldig voorgelezen liefdespoëzie. Soms had ik moeite hem te volgen, soms ontwaarde ik een mooie metafoor.
Robert Anker - rijzige gestalte, donkere stem - is een door mij gewaardeerde dichter en hij stelde me niet teleur. Zijn introducties waren informatief genoeg om het luistergenot te vergroten zonder te veel bij voorbaat te onthullen. Ankers syntactisch gewrongen zinnen (prachtig poëtisch procédé) waren volop aanwezig, net als de verrassende woordcombinaties. De gedichten waren veelal treurig en geladen. Hoogtepunt was een gedicht over het sterven van Ankers vader. Het is dat het al muisstil was, anders was het dat wel geworden.
Baban, Irakese vluchteling, mocht afsluiten. De olijke kerel schroomde niet ons constant te vragen zijn bundel te kopen. Hij las ook een gedicht in het Arabisch voor, maar niet de vertaling ervan. Dan zouden we uit nieuwsgierigheid zijn bundel kopen... Baban vertelde dat hij op zijn vlucht nergens was aangehouden, behalve in Nederland. In Roosendaal stonden agenten met honden de trein op te wachten. Geloof me, Baban, dat is niet typisch Nederlands, het is typisch Roosendaals. Babans Nederlands was gebrekkig, maar dat leek geen invloed te hebben op zijn poëzie. Respect. (Terzijde: Baban sprak exact hetzelfde als het Draadstaaltypetje Saïd, wat de briljantie van de vertolker Van Koningsbrugge nog eens benadrukt).

Ronde 3: Keulse KarNa de kille leegte was er de warme drukte in de kroeg. Aan een tafeltje zat Jules Deelder een stickie te roken, de inleider introduceerde schreeuwend Kapitein Lafbek. Die opende verrassend sterk. Hij keek wellicht enigszins psychopathisch de zaal in - Ellen durfde niet terug te kijken - maar zijn poëzie was speels, vlot, wervelend. Echte voordrachtspoëzie ook. Het publiek waardeerde Lafbek enorm, regelmatig klonk een luid 'bravo!' of klapte men de handen stuk. Inmiddels waren ook de onvermijdelijke freaks gearriveerd, met bij deze editie o.a. een patiënt die minutenlang in een onmogelijke houding op de grond in zijn overvolle tas zat te graaien - zonder resultaat overigens. Ook de stadsgangster (met maffiaans staartje) liep binnen en pretendeerde Deelder te kennen. Die gunde hem niet meer dan een vluchtige knipoog.
Arnoud Rigter ging verder waar de Kapitein was geëindigd. Hij was gekleed, geschoeid, gekapt en gemanicuurd als een kraker en daar hebben we het niet zo op. Op zijn voordracht was echter niets aan te merken. Hij was erg druk, maar de taal bruiste. Ook de stadsgedichten - Rigter is stadsdichter van Eindhoven - deden het goed, deels omdat hij niet schroomde de lichtstad zo nu en dan belachelijk te maken. Trefzeker waren ook de oneliners waarmee Rigter strooide ('Mijn moeders eisprong was mijn privé-oerknal!'; en extreem treurig: 'Mijn tranen hebben tenminste elkaar nog...').
Jules Deelder mocht zorgen voor het slotakkoord. En hoe! Strak in het pak, Spartastropdas om, karakteristieke bril. Hij bladerde zijn vuistdikke verzamelbundel door op zoek naar iets geschikts ('Kutgedicht... kutgedicht... kutgedicht...'). Na wat kortere, humoristische rijmen en een lofzang op de jazz was het tijd voor het hoogtepunt: een opsomming van alles wat Deelder ergerde, wat weg, gedood, verbrand, verbannen of anderszins opgeruimd moet. Ruim tien minuten lang. In een moordend tempo. Rotterdams gekankert in optima forma. Op een gegeven moment schoot Deelder zelf ook even in de lach. Een litanie was het alleen in de opsomming, niet in de eentonigheid. Erg vermakelijk.

Na nog een drankje liepen we al podcastend naar het station. Deze editie vond ik erg goed. Een sterk deelnemersveld (naast Deelder, Kopland en Anker ook nog grote namen Vegter, Harmens, Hagar Peeters, Wigman en Gerlach) en ook het leeuwendeel van de onbekendere goden viel op in positieve zin. Dat is weleens anders geweest. Kortom, een welbestede avond!

dinsdag 15 april 2008

De literaire beterweter #9

Chinua Achebe - Things Fall Apart Dit boekje is niet alleen populair onder scholieren, ook de serieuze lezer en de professionele kritiek hebben het een prominente plaats in de angelsaksische canon toegekend. Achebe kaapte bovendien vorig jaar de tweede Man Booker International Prize weg onder de neus van o.a. Philip Roth, Rushdie, Fuentes, Mulisch en McEwan. Things Fall Apart schetst het traditionele leven in Afrika en hoe dat onder spanning kwam te staan door de komst van de eerste blanke missionarissen. Interessant zijn de antropologische beschrijvingen van culturele omgangsvormen, gebruiken en rituelen. Wat me tegenviel is de dosering van de stof. Vaak worden vele alinea's gewijd aan onbeduidende zaken, terwijl een belangrijke passage - die waarin de hoofdpersoon een fout maakt en verbannen wordt - in enkele zinnen wordt afgedaan. Vlot geschreven is het allemaal wel, wat mede verklaart waarom schoolbibliotheken het zo vaak uitlenen. Achebe beschrijft gedetailleerd zonder waardeoordelen te vellen. Zo wordt de Afrika-Europa-kwestie niet zwart-wit (zwart-blank) neergezet, maar is er ruimte voor nuance: de eerste blanke missionaris blijkt een schappelijke kerel die het helemaal niet zo kwaad voorheeft met de ongelovigen die hij komt bekeren. [***]
Fragment: When the rain finally came, it was in large, solid drops of frozen water which the people called 'the nuts of the water of heaven'. They were hard and painful on the body as they fell, yet young people ran about happily picking up the cold nuts and throwing them into their mouths to melt.

H.H. ter Balkt - Laaglandse hymnen I-III De drie afleveringen hymnen in één bundel. Ter Balkt schrijft een geschiedenis van de lage landen in sonnetten (met af en toe een andere versvorm). Het is wel specifiek Ter Balkts versie van die geschiedenis. Dat betekent beperkte ruimte voor canonieke historische gebeurtenissen en veel aandacht voor de 'kleine' geschiedenis, voor natuurtaferelen, voor beschrijvingen van kunstwerken. Een voorbeeld van de 'grote' geschiedenis is 'De slag bij Heiligerlee' ('diep in de Mookerhei rust de vrijheid ooit / gedolven uit de modder van Heiligerlee, in / de groene velden van Heiligerlee, vergeten / voorjaar toen de eerste van de broers viel // onder de groene takken van Heiligerlee.') De sonnetvorm doet meestentijds 'slechts' dienst als mal, in feite beoefent Ter Balkt het vrije vers binnen het sonnet, voorzover dat mogelijk is. Het is geen makkelijke poëzie, veel subtiliteiten springen pas bij herlezing in het oog. Soms is de dichter geëngageerd en dan spat de energie van het gedicht af, soms schildert hij met veel gevoel een vergeten of nooit gekend moment uit de nevelige historie van het vaderland. Een mooi aspect vind ik dat tijd en geschiedenis soms ook zelf onderwerp worden, bijv. in 'Ötziman op de Ötztaler alp', over een ingevroren neanderthaler die de door Ter Balkt beschreven eeuwen heeft kunnen overzien, of in 'Ontzettend oud polygoon journaal: 'Wat is een eeuw! De vogelkreet in de schemering, / de zweefvlucht van de kerkuil. Gelach, en ogen / - neergevallen en in stilte, wolken en bladeren // duldzaam ondergegaan'. Bemoedigend zijn de slotwoorden van 'Aan de verdoolden': 'jij in de storm / en jij onder zwijgen, ik lach als jij'. [****]
Fragment: Zo verscheurt soms 's nachts viervingerige hand / een schatkaart, en niemand die de ducaten vindt. / Alles vangt met stilte aan. Binnen de speldeknop / slaapt de cycloon. Gesponsord door een spokende // maan vloog de zee, rinkelend als bergbeklimmers, / hardbevroren, tegen de Himalaya, over de dijken, / paarden en daken als ruiters op haar getij, aan- / schouwd door helikopterwieken. Sneeuw en storm. [De watersnoodramp 1953]

Multatuli - Max Havelaar of de koffijveilingen der Nederlandsche handelsmaatschappy Deze canontopper moest ik voor een college (her)lezen. Dit gedaan hebbende wist ik weer precies wat ik er de eerste keer zo fantatisch aan vond en waarom ik me er desondanks zo weinig van kon herinneren. Om met het positieve te beginnen: het zijn de schitterende teksten van Batavus Droogstoppel, kleinburgerlijke huichelaar, die zo grandioos zijn. De eerste zes hoofdstukken, waarin Droogstoppel het woord heeft, heb ik weer afwisselend ademloos en luid lachend gelezen. Ik ben echt benieuwd hoevelen zich toentertijd in deze zelfgenoegzame, hypocriete figuur hebben herkend. Het saaie in deze roman herkende ik ook weer: het is het oeverloze gezever over de ambtelijke zaken en de bureaucratische molen tijdens de 'tafelgesprekken' dat zo vervelend is. De grote variëteit aan vormen, door 't Hart zo gelaakt, maakt het echter een immer energiek en vitaal boek. De parabel van de Japanschen steenhouwer is en blijft indrukwekkend, de ontknoping even abrupt als overweldigend. Met uitzondering van de tafelgesprekken verveelt het nergens, en dat is toch bijzonder voor een boek uit pm.1860. [****]
Fragment: Toen reciteerde Frits een ding dat van nonsens aan-één hing. Neen 't hing niet aan-een. Een jong mensch schreef aan zyn moeder, dat hy verliefd was geweest, en dat zyn meisje met een ander getrouwd was - waarin ze groot gelyk had, vind ik - dat hy echter, in weerwil hiervan, altyd veel van zyn moeder hield. Zyn deze laatste drie regels duidelyk of niet? Vindt ge dat er veel omslag noodig is, om dat te zeggen? Welnu, ik heb een broodje met kaas gegeten, daarna twee peren geschild, en ik was ruim half gereed met het orberen van de derde, voor Frits klaar was met die vertelling.

Horácio Quiroga - Verhalen van liefde, waanzin en dood Korte verhalen over vooral waanzin en dood van deze Uruguayaan die met Cortázar de aartsvader van het Spaans-Amerikaanse korte verhaal is. De verhalen die hier door Steenmeijer verzameld zijn, zijn zonder uitzondering spannend, beklemmend, zuiver van taal en beknopte stijl, en geven treffend de tropische hitte die tot waanzin en dood leidt weer. [****]

Harry Mulisch - Het theater, de brief en de waarheid Boekenweekgeschenk van 2000. Twee versies van het zelfde verhaal, de ondertitel is 'een tegenspraak'. De paradox is Mulisch wel toevertrouwd, zijn hele filosofie draait om dit wonderlijke begrip. De beperkte hoeveelheid bladzijden liet helaas weinig ruimte toe voor die typisch Mulischeske ideeën en observaties waar ik zo van houd. [***]

W.G. Sebald - Austerlitz Vlot geschreven proustiaanse roman over het oproepen en vertellen van de verloren tijd. Sebald maakt veelvuldig gebruik van foto's, wat het geheel een documentair karakter verleent. De algemene toon is sympathiek, mijmerend, berustend. Bij vlagen greep ik iets mee van de melancholieke, treurige stemming, maar zulke momenten waren (te) schaars. Mooiste passages zijn de typeringen van en overpeinzingen bij het voorbijtrekkende landschap vanuit een trein. Architectuur is een belangrijk motief en dat vond ik, helaas, erg saai. [***]

zaterdag 12 april 2008

Gedicht

De banaan in de werkelijkheid

hoe zwart was mijn dal?
de brandschatter van het galgenmaal -
ik pompte ijzer, ik oogstte staal

- je bent kwaadaardig!
ze vindt me aardig...
- je bent zwaarmoedig!
ze vindt me moedig...
- je ssst me te veel!
maar ik poog, ik poog elke dag!

(ik ssst, ik ssste, ik heb gessst)

een spons valt op de tegelvloer
in spitse scherven uiteen;
vleugel lam, ik kerker pennen, er
kruipen muizen in nissen van mijn zijn;
is visserslatijn een dode taal?

wenk voor een zin:
david hume die een partijtje biljart speelt

donderdag 10 april 2008

Pensées van Blaise Nkufo

De VI-rubriek 'Leven zonder voetbal' is altijd erg interessant. Markante personen uit het wereldje doen een boekje open over hun persoonlijke voorkeuren en ideeën. Blaise Nkufo heb ik altijd uitermate geschikt gevonden voor deze rubriek. Afgelopen woensdag was het zover: de filosoof, schaker en goaltjesdief was aan de beurt. Een bloemlezing.

Televisie Ik kijk graag naar zenders als Discovery Channel en National Geographic. Daar worden zaken als technologie en allerlei levensvormen behandeld. Je bent nooit te oud om te leren.
Boek/schrijver Ik hou van al mijn boeken en lees veel Afrikaanse literatuur. Een van mijn favorieten heet Désir d'Afrique, geschreven door Boniface Mongo-Mbousa (bestel). Wanneer ik kan, lees ik. Een van de sleutels naar geestelijke onafhankelijkheid.
Politiek We hebben een zwaar bestaan en het is goed te weten wat er zich allemaal in de wereld afspeelt. Politici hebben een bepaalde verantwoordelijkheid, maar dat geldt eigenlijk voor iedereen. Ik kan me voorstellen hoe moeilijk het is voor jongeren in deze tijd op te groeien. Vanaf het moment dat je wordt geboren staat vast dat je een opleiding moet volgen, geld moet verdienen en relaties moet onderhouden met vrienden, geliefden en familie; een struggle. De lijn tussen goed en slecht is flinterdun. Het belangrijkste is naar jezelf luisteren en niet naar de meningen van derden. Aan de andere kant leer je van gesprekken met verschillende soorten mensen. De vele problemen met de Marokkaanse gemeenschap in Nederland vallen mij op, evenals het feit dat Ayaan Hirsi Ali nu in Frankrijk woont.
Geen voetballer, dan... Ooit zou ik graag een eigen onderneming beginnen, gespecialiseerd in de im- en export tussen Afrika en Europa. Van wat voor producten weet ik nog niet precies. [...]
Leven na de dood Mocht het daadwerkelijk bestaan, dan hoop ik niet opnieuw geboren te worden. Ik wil geen tweede kans. Natuurlijk zijn er zaken waar ik spijt van heb, maar het verleden moet je laten rusten. Hoe je ook leeft, je lééft.
Kwaad om Racisme en pedofilie. [...]
Meest opmerkelijke nieuwsfeit Sla een krant open en je leest over de slechte wereldeconomie. Zoiets baart me enigszins zorgen. Hopelijk verbetert het, helemáál met het oog op mijn plannen voor een eigen bedrijf.

En wederom slaagt Blaise er niet in een filosoof te noemen. Maar niettemin: wat een koning. Tijd voor een aforismenbundel.

dinsdag 8 april 2008

Encyclopedie van de Somberheid (0)

0. Inleiding

Bij tijd en wijlen ben ik somber. Dan zie ik de toekomst vooral als een vage donkerte, dan zie ik de wereld als een uit de hand gelopen grap. Of ik voel meer dan anders de zinloosheid van alles en kijk naar de wereld met een droeviger gelaat dan normaal het geval is. En toch hoeft niemand zich dan zorgen te maken over mij. Somberheid moet namelijk nadrukkelijk onderscheiden worden van depressiviteit. En van lethargie. Ik waag zelfs te beweren dat somberheid een mooie, waardevolle stemming is. Recentelijk heb ik er eens over nagedacht en heb bedacht waarom dat zo is: er hangt niets vanaf. Somber is men niet 'om iets'. Niet vanwege een concrete situatie, een concreet probleem, of een concreet persoon. Somberheid is voor mij een meer algemene existentiële stemming. In sombere stemming ben ik me net even wat bewuster van de zinloosheid, van de toevalligheid van de aaneenschakeling van gebeurtenissen en non-gebeurtenissen die hebben geresulteerd in het hier en nu. Somberheid verschaft inzicht. Somberheid, hoe paradoxaal het wellicht ook mag klinken, laat me meer genieten. Van de natuur, van literatuur, van muziek. Somberheid mag samenhangen met pessimisme. Maar pessimisme komt dikwijls overeen met realisme.
Bovenstaande heeft mij ertoe gebracht het fenomeen 'somberheid' eens wat nader te beschouwen. In deze rubriek, met de enigszins pretentieuze titel Encyclopedie van de Somberheid, zal ik in korte, willekeurig gerangschikte hoofdstukjes steeds een aspect van de somberheid aan de orde stellen. Een gewaagd idee, maar een recente gebeurtenis heeft mij extra gemotiveerd. Uit een door vage buikklachten ingegeven buikecho is gebleken dat ik een flinke bult op mijn milt heb, een zgn. 'bijmilt' (kan geen kwaad). Nu ontdekte ik tot mijn niet geringe verbazing dat de milt van oudsher als 'de zetel der zwaarmoedigheid' wordt beschouwd. Een synoniem is 'spleen' en laat dat nou net ook een literair begrip zijn waarmee romantische somberheid wordt aangeduid. Dit kan geen toeval zijn...

zondag 6 april 2008

Vlaanderens Mooiste

De Ronde van Vlaanderen vind ik persoonlijk de mooiste klassieker van het jaar. 'Vlaanderens mooiste' springt eruit door de schitterende sfeer - als het wielermaffe Vlaanderen zich ooit afscheidt van Wallonië heeft het al een nationale feestdag - en door de zwaarte van de koers. Meer dan 250 kilometer lang, kasseistroken, steile puisten als de Bosberg en de Muur van Geraardsbergen, verraderlijke omstandigheden, Vlaamse wegen (smal, gevaarlijk). Hier worden de mannen van de jongens gescheiden. De Ronde van Vlaanderen betekent afzien, doodgaan, ballen hebben om te winnen.

Hoe gevaarlijk koersen in Vlaanderen is, werd vandaag weer bewezen. Angel Gómez kwam akelig ten val. Een typisch Vlaams obstakel + slecht zicht door de regen + een vermoeide Spanjaard = een paar botbreuken:


Stijn Devolder won vandaag verdiend na een mooie krachtinspanning. De show werd echter gestolen door Sebastian Langeveld. De pas 23-jarige Nederlander debuteerde met verve. Hij reed bijzonder sterk, demarreerde een aantal malen en was gezichtsbepalend in de finale waarin hij Devolder bijna wist bij te halen. Ook Niki Terpstra (straf optreden op de Muur) en Martijn Maaskant finishten voorin. In dit filmpje een sfeerimpressie van de doorkomst op de Muur (met op 0:25 in het lichtblauw Terpstra). Met zulk wielergek publiek moet het net een beetje minder pijn doen:

vrijdag 4 april 2008

(On)gezegden #2

Een rubriek over de zin en onzin van spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen in het hedendaagse tijdperk.
'Beledigende opmerkingen krijg je naar je hoofd geslingerd: "je mag er nog best wezen" - Hoezo? Als je minder mooi was geweest, had je dan op moeten flikkeren of zo?!' (T.Maassen)

1. Over smaak valt (niet) te twisten
Opmerkelijk: beide versies hoort men tegenwoordig bijna even vaak. Bij nader inzien wellicht niet zo heel vreemd. Of er nu wel of niet over te twisten valt, de essentie van de mededeling blijft gelijk: dat smaak persoonlijk is en consensus per definitie onmogelijk is. Wie zegt: 'over smaak valt niet te twisten', bedoelt: ieder heeft zijn of haar particuliere voorkeuren, overeenstemming is onmogelijk, die voorkeuren te betwisten is derhalve zinloos. Wie zegt: 'over smaak valt te twisten', bedoelt: ieder heeft zijn of haar particuliere voorkeuren, smaak is dus bij uitstek geschikt om over te redetwisten, doch daar blijft het bij want overeenstemming is en blijft onmogelijk.

2. Wie niet waagt, die niet wint
Dit gezegde kent in feite als perlocutionaire betekenis dat we actief moeten zijn, risico's moeten durven nemen om gelukkig te worden. Coldplay heeft er op X&Y nogal een handje van deze boodschap uit te dragen: 'How can you know it if you don't even try' [What If]; 'Where to, where do I go? If you never try, then you'll never know' [Speed of Sound]. De cruciale vraag is of deze houding evenzoveel geluk oplevert als ze ongeluk kan veroorzaken. Doug Heffernan [King of Queens] heeft ook een punt als hij een nare herinnering ophaalt: 'I learned something that day: If you don't try, you don't get hurt'. Het dilemma: word je uiteindelijk niet net zo verbitterd en ongelukkig wanneer je het er niet op waagt als wanneer je wel had gewaagd maar met averechts effect?

3. De klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt
Wieler Revue 8 (2002) doet bericht van het pas verschenen Le Tour de France op de PlayStation 2: 'Zo introduceerde de Tourorganisatie in samenwerking met de Konami Corporation, bekend van het befaamde pc-spelletje Playstation 2, een Tour de France computergame. Het spelletje kombineert een levensechte simulatie van de wedstrijd - waarbij de speler zich in de schoenen van een echte Tourrenner waant - met prachtige graphics, slow motion beelden en meer van al dat spul dat pc-spelletjes zo aantrekkelijk maakt.' Commentaar overbodig.

4. De Turk is op de kust
Zeer gedateerd spreekwoord, voortgekomen uit propagandamateriaal in de Gouden Eeuw. Waarom ik dit hier toch aanhaal, is een ervaring op Kos, afgelopen zomervakantie. Kos ligt namelijk tegen Turkije aan. Slechts een smalle strook zee scheidt de twee landen. Nu liggen de Grieken en de Turken elkaar niet zo en daarom was het geen verrassing (wel indrukwekkend) om enorme fregatten in het haventje van Kos-stad te zien liggen. De betekenis van het spreekwoord is 'er dreigt gevaar'. Aangezien het in Nederland praktisch verdwenen is, kan het met gemak naar Kos verplaatst worden.

5. De waarheid ligt in het midden/De gulden middenweg
Of de afleidingen 'middenman'/ 'the man in the middle'. Zoals gezegd is het midden een (te) veilige schijnpositie voor mensen die niet willen kiezen, die iedereen tevreden willen houden. De gulden middenweg is de weg van Daarheen naar Weer Terug. Peter de Génestet verwoordt het, semi-fictief, perfect: '[...] zo'n middenman krijgt dan eens klop van de ene, en dan eens van de andere kant, maar het blijft een modderaar. Wil men een man zijn, dan moet men partij kiezen, en niet op en neer sukkelen tussen twee vuren.' [Mathijsen - De geest van...*] In het midden bevindt zich het vertouwde: 'I'm just a creature of habit/ In a complicated world.' [Bee Gees - Man In The Middle] en de buitenwereld is een bedreiging: 'When you've got the mind of a man in the middle/ life is just a big fat riddle' [Limp Bizkit - Lonely World]. Een vlucht uit het midden, maar naar welke kant? Zie 2.

* Marita Mathijsen - De geest van de dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers. Amsterdam 1990, p.51-59.

dinsdag 1 april 2008

De literaire beterweter #8

De literaire beterweter kent vanaf heden een licht gewijzigde opzet. Ik bespreek zes boeken per aflevering. Drie boeken wat uitgebreider en drie op de oude, korte manier.

Marjolijn Februari - De literaire kring Februari is m.i. terecht genomineerd voor de Libris. Ze schetst een geloofwaardig beeld van de Nederlandse elite. Vooral de patserige Randolf Pellikaan is een treffend personage. De manier waarop hij en de andere leden van een literaire kring in een landelijk dorp in het leven staan is mooi uitgewerkt. Van de gedachtenwereld van de meeste karakters wordt de lezer gedetailleerd in kennis gesteld. De uiteenlopende karakters, van bikkelhard tot altruïstisch, botsen in theorie, maar de praktijk laat zien dat draaien, smeren en de andere kant opkijken schering en inslag zijn om de sociabiliteit te handhaven. Ik vond de plot bovendien spannend genoeg om steeds maar door te willen lezen. Omdat er van een daadwerkelijke ontknoping geen sprake is, blijft het slot enigszins in het luchtledige hangen, maar dat is niet storend. Februari is ethica en de beste passages in De literaire kring zijn dan ook de contemplatieve waarin de verteller filosofeert over ethiek en moraal, en dan met name de Nederlandse variant. Bladzijden lang wordt de Nederlandse mentaliteit genadeloos afgeserveerd. Ik moest daarbij, tegen mijn wil in, veelvuldig erkennen dat de verteller een juist beeld schetst. De literaire kring daagde me daarmee op een bepaalde manier uit tot inzicht en dat verdient een pluim. [*****]
Fragment: Dit tijdperk kende een fascinatie voor officiële terroristen en voor karikaturale moordenaars die verkleed als stripfiguren met messen op hun slachtoffers instaken of een bom onder een trein legden. Maar al die onopvallende burgers konden rustig doormoorden; de verpleegsters en artsen die niet kwamen opdagen bij doodzieke kinderen in asielzoekerscentra, de gezinsvoogden die niet reageerden op telefoontjes van overspannen vaders met moordneigingen, de artsen die wegens onverenigbare humeuren in het team hun patiënten lieten doodbloeden in de operatiekamer [...] [85]

Harry Mulisch - De procedure Die Harry hè. Dan heb je bijna zijn gehele oeuvre gelezen, dan denk je dat je al zijn trekjes en eigenaardigheden kent, en dan weet hij je toch weer te verrassen. De procedure is een machtig boek met vele gezichten. Ik cirkelde er al lezend omheen, bekeek het met verbazing, met bewondering toch ook, en werd onherroepelijk naar het centrum getrokken. Vele gezichten impliceert ook meerdere gevoelens. Niet alles vind ik uiteindelijk even geslaagd. De procedure vertelt de belevenissen van Victor Werker, schepper van een eobiont, een levend wezen uit dode materie. In brieven aan zijn doodgeboren kindje (een dood wezen uit levende materie...) vertelt hij in het tweede deel zijn levensverhaal. De brieven zijn niet zelden ontroerend en bevatten weer enkele schitterende ideeën, helemaal des Mulisch': 'Uiteindelijk is alles natuurlijk zinloos. [...] Zelfs als het leven zin heeft, dan nog kun je volhouden dat het zinloos is, want wat heeft het voor zin dat het zin heeft?' Spijker. Kop. Ik overweeg dit als levensmotto te gaan gebruiken. Het derde deel is helaas van een mindere kwaliteit. De plot is dan bij vlagen erg gezocht, erg oppervlakkig ook. De eerste helft van het boek is echter geweldig, met als absoluut hoogtepunt de novelle-in-de-roman over rabbi Löw die in 1592 in Praag een golem creëert. Deze vijftig bladzijden zijn van een wonderbaarlijke schoonheid en heb ik ademloos gelezen. Bijzonder interessant is de beschrijving van de bijeenkomst in de Burcht van Rudolf II waar o.a. Giordano Bruno, Johannes Kepler en Cornelis Drebbel bijeen zijn. Schitterend gedaan; jammer van het laatste deel. [****]
Fragment: Als de mens in zijn laatste ogenblik in een flits zijn hele leven aan zich voorbij ziet trekken - van het krak waarmee zijn navelstreng werd doorgeknipt tot en met dat laatste ogenblik - dan komt hij aan het slot daarvan weer uit bij die flits en dan ziet hij dus wederom zijn hele leven in een flits aan zich voorbij trekken, en wederom, en wederom - een oneindig aantal keren, zodat hij zijn dood nooit bereikt... [301]

A.F.Th. - De Movo Tapes Van der Heijdens cyclus Homo Duplex dreigt een megalomaner project te gaan worden dan het bij voorbaat al was. Werkend aan deel 1 en 2 ontstond deel 0: De Movo Tapes. De proloog bij de cyclus De Tandeloze Tijd was zo'n 100 pagina's lang, deze proloog ruim 700... Het grootste probleem bij dit boek vind ik de afwezigheid van een apotheose. De twee verhaallijnen werken toe naar een treffen, letterlijk en figuurlijk, namelijk een veldslag tussen, impliciet, Ajax- ('Adam', 'De Pit') en Feyenoordhooligans ('Erdam', 'De Teil'). De knokpartij vindt echter, na 700 pagina's wachten, aan het eind nog steeds niet plaats (pas in de novelle Mim, naar verluidt). Dat is teleurstellend omdat De Movo Tapes zo alleen met enige moeite als een losstaand deel gelezen kan worden, waar dat met de delen van De Tandeloze Tijd zonder problemen mogelijk was. Door Van der Heijdens meesterlijke stijl, taalvindingrijkeid en beeldende kracht is het lezen desalniettemin verre van een kwelling. In de ene verhaallijn lezen we de transcripties van de door Tibbolt 'Movo' Satinck ingesproken bandjes. Deze gespleten persoonlijkheid komt zo nu en dan met aardige, verrassende inzichten en opmerkingen, maar is meestentijds een notoire zeurneus. In de andere verhaallijn geeft de verteller QX-Q-8 (uit alles blijkt dat het om de veelzijdige god Apollo gaat) commentaar op de bandjes en vertelt hij de geschiedenis van Tonnis Mombarg, begenadigd voetbaltalent, die door het spelen in een paar pornofilms zijn carrière kan vergeten en leider van de harde kern van Erdam wordt. Deze plotlijn is wel boeiend en voortreffelijk uitgewerkt. De naam 'Tibbolt' brengt me nog op een kritiekpunt: de namen. Van der Heijden is een meester in het bedenken van tergende roepnamen. Konden in De Tandeloze Tijd namen als Flix en Thjum door de beugel i.c.m. die heerlijk welluidende naam Albert Egberts, daar trakteert A.F.Th. ons in De Movo Tapes op draken als Tibbolt, Ulbine, Niertje, Oops... [***]
Fragment: Rouwverwerking is de vermaling van tragiek. De Stichting Correlatie: voor al uw tragische brokjes en scherfjes... Al die stervensbegeleiding en nazorg heeft de Grote Tragiek weggevaagd... op z'n minst doen versplinteren... Maar alle scherven bij elkaar maken zelfs niet die ene gebroken spiegel. Te weinig, in elk geval, om iemand voor het ongeluk geboren te doen worden. Het verneukeratieve van tragiek bij partjes en beetjes is dat het ons au fond niet minder tragisch maakt. [472]

Jan Francken - Het einde van Johan van Oldenbarnevelt Invoelbaar verslag van de laatste maanden van de patriot met 't stokske. Omdat Francken, als knecht van Oldenbarnevelt, constant bij zijn heer is, komen we niets te weten over de motieven voor diens opsluiting. Het verhaal is zo naast ontroerend ook beklemmend en raadselachtig. Vakkundige hertaling van Th. Rosenboom. [****]

Jonathan Safran Foer - Alles is verlicht Speelse, veelzijdige debuutroman die ik nog eens in de originele taal wil lezen om de finesses van het gebrekkige Engels van de sympathieke Oekraïense tolk werkelijk te beleven. De episoden over de geschiedenis van het dorpje Trachimbrod vond ik de hoogtepunten uit deze roman, sprookjesachtig en tragikomisch als ze zijn. De 'held' Jonathan Safran Foer is een verwaande, verwende kapitalist. Respect voor de schrijver dat hij zo een personage met identieke naam heeft durven neerzetten. [****]

Bart Koubaa - Het gebied van Nevski Omdat hij door het ijs is gezakt, kampt de ikfiguur met een taalstoornis. Hij vertelt honderduit, zonder coherent en begrijpbaar te zijn. Dat maakt zorgvuldig, geduldig lezen noodzakelijk. De monologen ontsporen soms haast onmerkbaar. Ondanks deze subtiliteit en het humoristische karakter blijft deze roman toch in de schaduw van Lucht staan. [***]