maandag 30 december 2013

De waarschijnlijk eerste en meteen ook maar definitieve S. Vestdijk-roman Top 52

In 2013 las ik de 52 romans van Simon Vestdijk. Het hele jaar door lag er een op mijn nachtkastje. Ik kan het niemand aanraden. Dat wil zeggen: ik kan iedereen aanraden eens te proberen de 52 romans van Vestdijk te lezen, maar doe er dan bij voorkeur iets langer over. 13 612 bladzijden telt de uitgave in de reeks Verzamelde Romans (1978-1985). Dat aantal op een jaar tijd verwerken is een klassiek gevalletje overkill. Zeker aan het eind had ik het wel gezien, al was daar ook debet aan dat de parels vooral in de eerste helft te vinden zijn.

Ik ga altijd voor maximaal 30 pagina's per avond/nacht, maar daarmee haal je het niet in een jaar. En dat was de opzet, want ik heb meer te doen en vooral te lezen. Daarom heb ik af en toe gesmokkeld door in de trein meters te maken of werken die ik al gelezen had niet meer te herlezen. Dat laatste gold voor vijf romans. Acht had ik er in totaal al gelezen, maar van De kellner en de levenden en Ivoren wachters wilde ik zeker nog een keer genieten en De filosoof en de sluipmoordenaar had ik ooit zo vluchtig en ongeconcentreerd doorgewerkt dat ik er nul komma nul van onthouden had en herlezing dus geboden was - niet tot mijn spijt, zoals zal blijken.

Waarom in godsnaam de 52 romans van Vestdijk lezen!? schreeuwt u nu misschien al twee alinea's lang naar het scherm. Heel kort: omdat ik een oeuvrelezer van Maarten 't Hart ben. Ik geef toe dat dat de zaak er niet bepaald helderder op maakt. Het zit zo: in 1996 publiceerde de montere Maassluizer samen met Hugo Brandt Corstius - curieus genoeg consequent als 'H. Br. Corstius' aangeduid - het boek Het gebergte. De tweeënvijftig romans van S. Vestdijk, waarin de twee alleslezers om de beurt een roman bespreken. Ik bedacht dat het weinig zin heeft om al die beschouwingen te lezen als je de romans waarover ze gaan zelf niet gelezen hebt. Vandaar. Iedereen gaat op zijn eigen manier zijn ondergang tegemoet.

Hoe kan ik, aan het eind van het jaar gekomen, dit project beter besluiten dan met een Top 52? Toevalligerwijs kunnen we de 52 romans van dit gebergte exact gelijkmatig verdelen over vier categorieën - ja, dat is echt puur toeval, menschen - van telkens dertien romans: 13 Meesterwerken Die Iedereen Moet Lezen; 13 Nog Altijd Zeer Lezenswaardige Romans; 13 Matige Dan Wel Teleurstellende Werken Die Men Gerust Zonder Schuldgevoel Ongelezen Kan Laten; 13 Draken Die Bij Nader Inzien Verspilling Van Tijd, (Geld) En Nachtrust Zijn.

De pieken
1) De kellner en de levenden
Geniale explosie van enorme verbeeldingskracht. Deze imposante roman over het Laatste Oordeel is spannend, amusant en aan het eind zelfs diep ontroerend.
2) De held van Temesa
Derde 'Griekse roman', en wat voor een! Met een zwier en nonchalance geschreven alsof S. er 2500 jaar geleden zelf bij was. Grandioos epos met overdonderend slot.
3) Het glinsterend pantser
Eerste roman na een drie jaar durende depressie. De eerste bladzijden behoren tot het mooiste wat Vestdijk geschreven heeft. Melancholiek, berustend, wonderschoon.
4) De filosoof en de sluipmoordenaar
Alleen in de eerste alinea wordt een gebeurtenis beschreven, de rest bestaat praktisch uit gesprekken. En toch bloedstollend! Vakmanschap, meesterschap.
5) Ierse nachten
Beeldend, zintuiglijk, bruisend werk over doodarme Ierse plattelandsbewoners en hun sociale strijd tegen de Engelse landadel. Tintelende roman.
6) Puriteinen en piraten
Tweede piratenroman na Rumeiland; deze is veel levendiger, lichtvoetiger en lezenswaardiger. Een knotsgekke avonturenroman voor volwassenen.
7) Ivoren wachters
Indrukwekkend gecomponeerde roman over wraak, superioriteit en machtsverhoudingen. Must read voor neerlandici en leraren Nederlands.
8) Surrogaten voor Murk Tuinstra
De magistrale 8-delige Anton Wachter-cyclus moet natuurlijk vertegenwoordigd zijn in het bovenste kwart. Deze tweede in de reeks is door de sfeertekening de beste.
9) De rimpels van Esther Ornstein
Eigenlijk bestaat die cyclus uit twee keer vier romans. Binnen het tweede viertal is dit de beste. Als Ornstein haar intrede doet veert alles op: taal, plot, geest.
10) De vuuraanbidders
Knappe historische roman rond de Tachtigjarige Oorlog, alleen door de omvang al gedenkwaardig. Alle romans van 't Hart gaan hier in wezen op terug.
11) De vijf roeiers
Tweede Ierse roman, even beeldrijk en gedenkwaardig als Ierse nachten, alleen wat minder realistisch en met een wat flets einde.
12) Pastorale 1943
Traditioneel gelezen als ridiculisering van het verzet, maar in de eerste plaats een indringende roman over het alledaagse geharrewar in bezet Nederland.
13) De koperen tuin
Intense, invoelende roman over de wording annex loutering van Nol Rieske; wel wat onevenwichtig en ook zeurderig hier en daar, maar toch een hoge piek.

De cols
14) Sint Sebastiaan
De eerste Anton Wachter. Bedwelmend van stijl, bij vlagen ontroerend in de even koele als indringende schildering van een sensitief jongetje.
15) Een moderne Antonius
Een merkwaardig boek. Een hoogst merkwaardig boek. De visioenen zijn grootser en meeslepender dan die in Fré. Bovendien een indrukwekkend, Bordewijkiaans begin.
16) De nadagen van Pilatus
Amusant werk over een schitterend in de verf gezette keizer Caligula en de eerste christenen, onder wie een smaakvolle bijfiguur, de 'worst etende Boter'.
17) De beker van de min
Anton Wachter is in Wachter-5 van tobbende Friese scholier gepromoveerd tot brutale student die in Amsterdam achter de meiden aangaat...
18) De vrije vogel en zijn kooien
...en daar in Wachter-6 onverschrokken mee voortgaat. Het zijn echter vooral de beschrijvingen van het studentenleven die indruk maken.
19) Aktaion onder de sterren
Eerste Griekse roman, minder beklijvend dan Temesa. Eerste gedeelte vrij log en levenloos, maar over de helft krijgt het ineens vaart, suspense en zelfs wat ziel.
20) Terug tot Ina Damman
Dé klassieker in de Wachtercyclus; mist evenwel de hardheid van Murk omdat alle aandacht uitgaat naar een suffe kalverliefde die voor ons niet echt meer invoelbaar is.
21) Else Böhler, Duits dienstmeisje
Al in 1934 portretteerde Vestdijk nazi-Duitsland messcherp. Met een merkwaardig middendeel over voyeurisme, een hoofdmotief in dit oeuvre.
22) Het vijfde zegel
Intellectuele en al te complexe roman over El Greco die vooral een machteloos ontzag afdwingt maar toch ook enkele gedenkwaardige filmische passages bevat.
23) Kind tussen vier vrouwen
Afgewezen eersteling, 800 blz. Wachter, later in stukken gehakt. Spontaner, maar daardoor ook ongerichter en oeverlozer, met idioterieën als notenbalken.
24) Open boek 
Vervolg op Het glinsterend pantser in de Slingeland-trilogie. Ontbeert de wijze trant van eerstgenoemde, maar heeft met butler John Dethmers prachtig personage.
25) De onmogelijke moord
Schrijver logeert in hotel in de hoop een roman te kunnen schrijven over wat hij meemaakt, maar feit en fictie bestoken elkaar; geweldige achtervolgingsscène.
26) Zo de ouden zongen...
Niet onaardig. Het deed me sterk aan De koperen tuin denken, en dat deed het 't Hart ook, zo las ik nadien; ik ben toch niet helemaal gek. Meesterlijke opening.

De heuvels
27) Meneer Visser's hellevaart
Volgens Br. Corstius 'de komischte Vestdijk', maar dan toch eerder in de zin van doldriest dan grappig. Enorme droompassage aan het eind is teveel van het goede.
28) De filmheld en het gidsmeisje
Wordt terecht niet hoog aangeschreven, maar ik kreeg gaandeweg wel enige sympathie voor de vermakelijke hoofdpersoon, de drukke dwaas Fritz Belluno.
29) De andere school
Vierde en laatste deel van het eerste Wachter-kwartet. Overgangswerk, beetje een allegaartje van losse draadjes, onaffe eindjes, onbeduidende geschiedenisjes.
30) De laatste kans
Ook in achtste en laatste deel van de Wachter-cyclus probeert Anton het bij de meisjes; een ervan heet Hetie Mossel. Cyclus als geheel natuurlijk een aanrader.
31) Een huisbewaarder
Typische in het heden spelende Vestdijk over onpeilbaar oppervlakkige burgerlui. Gelukkig is de protagonist hier nog wel de moeite van het aanhoren waard.
32) Een alpenroman
In feite nogal een duffe driestuiverroman over een halfslachtige lesbische relatie, maar toch wist de auteur constant mijn aandacht erbij te houden.
33) De arme Heinrich
Slotdeel in de Slingeland-trilogie. Decor is verplaatst naar de Alpen, wat de roman niet ten goede komt. Setting is toch wel erg belangrijk voor sfeer.
34) De ziener
De wat bleke strapatsen van de voyeur Pieter Le Roy die aan de haal gaat met de onschuldige vriendschap tussen een lerares en een leerling.
35) De leeuw en zijn huid
'Het vorige hoofdstuk is rijkelijk lang geworden.' (p. 277) Zeg maar gerust: het hele werk. Venetiaanse roman, lijkt in zijn soort op Mulisch' Diamant, ook qua niveau.
36) De hôtelier doet niet meer mee
Net als De leeuw hierboven een late historische roman, dit keer rond Napoleon. De late zijn evenzeer vakwerk als de vroege, maar duizend keer bloedelozer.
37) Het schandaal der Blauwbaarden
Nog maar eens roman waarin spookverschijningen een kardinale rol spelen. Heeft het karakter van een speurtocht, maar wel een wat labbekakkerige.
38) Bericht uit het hiernamaals
'Een verwarrend verhaal,' vindt Br. Corstius, die het evenwel de hemel in prijst als 'filosofische vertelling'. Ik vond het vooral een verwarrend verhaal.
39) Rumeiland
Ik zal wel weer tegendraads zijn, maar ik vind Puriteinen toch echt vele malen beter dan deze te volgestopte en daardoor wat steriele Jamaica-roman.

De molshopen
40) Juffrouw Lot
Het eerste deel is verrassend direct en onopgesmukt van stijl en beschrijving, maar daarna zakt het als een plumpudding in elkaar.
41) De zwarte ruiter
Het kortste werk van de 52, maar niet alleen door de omvang een niemendalletje. Vaag verhaal, tamelijk krankzinnige verwikkelingen.
42) De redding van Fré Bolderhey
Traditioneel een klassieker, maar op de oogverblindende openingspagina na zijn de visioenen van de schizofrene Eddie Wesseling van een tergend effectbejag.
43) Bevrijdingsfeest
Tweede verzetsroman maar zonder het indringende van Pastorale. Personages niet van vlees en bloed en daardoor een temerig werkje.
44) Het genadeschot
Buschauffeur blikt terug op oorlogsverleden. Oorlogsverleden blijkt veel minder te pruimen dan buschauffeursheden.
45) Vijf vadem diep
Mooie titel - naar Shakespeare -, maar dan ben ik wel uitgepraat qua positieve predicaten. In veel late romans verliest Vestdijk de controle over de stof.
46) De dokter en het lichte meisje
De seksuele escapades van een arts en een hoer. Zal heus in 1951 schandaal hebben gewekt, maar wij lezen vooral een warrige, onsamenhangende geschiedenis.
47) Het proces van Meester Eckhart
Laatste roman uit de lange reeks. Met krap 100 blz. lekker kort, maar ook onvoldragen, nogal saai en allesbehalve memorabel.
48) De verminkte Apollo
Tweede Griekse roman; veel te moeilijk en daardoor onleesbaar. Lichtpuntje in de duisternis is het orgiastische slot, maar tegen die tijd ben je het al beu.
49) Het verboden bacchanaal
Voorlaatste roman; had ook al niet meer gehoeven. Je leest over een stel mensen, maar ze laten je volkomen koud. Jeukverwekkend hyperactief geblaat.
50) De schandalen
Het slot is weer goed, verder een zouteloze, tempoloze miskleun. Moest me tijdens de lectuur steeds met automishandeling wakker houden.
51) Op afbetaling
Absoluut onmogelijk in deze roman te komen, alsof er oorspronkelijk nog een heel deel aan vooraf ging dat je moet kennen om het te kunnen volgen. Prut.
52) Het spook en de schaduw
Krankzinnig werk vol spoken en geesten, eindeloos gelul tussen irritante personages en een verhaal dat geen moment boeiend wordt.

In algemene zin raak je door het jaar heen toch meer en meer bevangen door een peilloze verbazing over de productie van deze schrijver. Hij begon relatief laat in zijn leven met publiceren, pas na zijn dertigste, en overleed al op 72-jarige leeftijd. Daarbinnen waren er bovendien onproductieve perioden van depressiviteit. Naast deze 52 romans - en bepaald geen inwisselbare, dertien-in-een-dozijn wegwerplectuur! - schreef hij ook nog twee romans samen met iemand anders, drie onvoltooide romans, 57 novellen en verhalen, 33 essaybundels, 24 dichtbundels, briefwisselingen en vele, vele ongebundelde artikelen. Waanzin. Heb je je net weer door een vuistdik, complex, exuberant werk geworsteld, lees je in de datering dat Vestdijk alles in krap twee maanden heeft geschreven.

Je wordt al gauw afgeschrikt door zo'n oeuvre, en veel romans zijn ook niet (meer) te pruimen, maar noem maar eens een andere schrijver die meer dan tien meesterwerken op zijn naam heeft staan. Overigens is een curieus trekje van Vestdijk dat hij - in tegenstelling tot de meeste schrijvers - vaak pas aan het eind van een roman op stoom komt. 't Hart constateert dan ook terecht: 'Bij hem is doorgaans het slot een apotheose, blijken zijn romans juist altijd dank zij het slot als het ware met terugwerkende kracht aangrijpend te zijn.' Zo sluit ik ook graag af: gedurende het jaar was het niet altijd even leuk om te doen, maar met terugwerkende kracht was het een aangrijpend leesproject.

zaterdag 28 december 2013

Zeven dagen lang (194)

22 t/m 28 december

ZONDAG Frits
22 december: De avonden begint weer. Dit jaar vallen de dagen precies samen met die in de roman: daar is de eerste dag een zondag, wij lezers/zeloten slaan het boek nu ook op zondag open.
De laatste keer dat dit het geval was, was in 2002. Na verschijning van de roman in 1947 gebeurde het voor het eerst in 1957 en sindsdien in 1963, 1968, 1974, 1985, 1991 en 1996. Er zit dus een ritme in van 6-5-6-11 jaar. We hebben net de periode van 11 jaar achter de rug (van 2002 naar 2013). De volgende keer dat het voorkomt zal dus over 6 jaar moeten zijn, in 2019.
'...het is niet onopgemerkt gebleven.' (Frits van Egters)

MAANDAG Xyzert
Sywert van Lienden, rugzakstudent op druivensuiker. De nationale wijshapper neemt deel aan De slimste mens. 'Wat weet hij allemaal over de Achterhoek?' is de vraagstelling. En wat weet Seabert over de Achterhoek? Dat die in Overijssel ligt...
Dat krijg je ervan, als je al te lang in Amsterdam tussen de bedaagde elite bivakkeert, dan ga je geloven dat Nederland ergens bij Hilversum ophoudt.

DINSDAG Kerstavond
Acteur die in elke The Santa Claus-achtige film of serie lijkt te spelen: Judge Reinhold. En steeds zou men in de aftiteling kunnen volstaan met de rolomschrijving Lame guy in ugly sweater.

WOENSDAG Kerstmis (I)
Geen sneeuw, wel een woeste wind. Daarom geven wij het woord nu aan A. Roland Holst:
'Al wordt het buiten nergens wit en stil,
het maakt den ingekeerde geen verschil
als tegen Kerstmis maar binnen zijn ogen,
de stilte langzaamaan weer sneeuwen wil.'

DONDERDAG Kerstmis (II)
Antoine Bodar heeft werkelijk een prachtige inleiding geschreven op de door hem samengestelde bloemlezing Kerstverhalen (2013, Uitgeverij Meinema - Zoetermeer; voorbeeldig uitgegeven). Hij raakt daarin zeer precies de kern van wat Kerstmis is:
'Het Kerstfeest is het gedenken van onze ongereptheid van weleer en van onze onschuld eens, onze eerlijkheid en onze trouw als kinderen toen in onze jeugd.
Kerstmis is het feest voor kinderen en voor kinderlijken en voor hen die de kinderlijkheid als enige levensvisie, als enige kijk op het leven zouden willen omhelzen en terugverdienen. Een vergeefs heimwee dat alleen uiting kan worden van verlangen naar God in Zijn barmhartigheid, in Zijn vergeving, in Zijn eeuwigheid - ver over de dood van elk van ons heen.' (p. 11)
Overigens vinden we even daarvoor een opmerkelijke passage: 'En wie is die God in den hoge, voor Wie de engelen eerst zongen alvorens aan ons vrede op aarde te wensen? Zijn wij dat dan niet zelf? Zijn wij ons zelf niet genoeg - afzonderlijk en gezamenlijk? Zo ziet het uit. Denkt u ook zo veel aan het leven vóór de dood? Ik ook. Wat daarna gebeurt of niet gebeurt, is eenvoudigweg zaak van afwachten.' (p. 9) De eschatologie lijkt hier vrijwel geheel te verdwijnen achter een humanistisch-theologisch perspectief.

VRIJDAG Top 2000 (I)
Het Top 2000-café is dit jaar de onschuld voorbij. Voor het eerst wordt het overspoeld door mensen die er niet voor de muziek en het evenement zijn, maar louter om zelf op tv te komen en die daartoe de hele tijd als idioten voor de camera's staan te springen. Met als voorlopig dieptepunt een patser die iets te veel tijd in de sportschool doorbrengt, zo'n eikel die altijd zijn borstspieren wil showen en daarom steevast een shirt met extreem laag uitgesneden v-hals draagt. Ook in de winter. We bidden voor een mooie longontsteking.

ZATERDAG Top 2000 (II)
Fascinerend, die statistiekjes onder in beeld. Je gaat vanzelf allerlei rare verbanden leggen. De meest stemmers op 'The Living Years' van Mike & The Mechanics (volume op 12!) komen uit Limburg. Heeft de verweesde samenleving er daar inderdaad het diepst in gehakt en komt dat op deze manier tot uiting?

vrijdag 27 december 2013

Domweg gelukkig bij Accrington Stanley

Vandaag ontsloeg Vincent Tan, de puissant rijke Maleisische eigenaar van Cardiff City, manager Malky Mackay. Sinds zijn komst veranderde Tan de clubkleuren van de Bluebirds van blauw naar rood, probeerde hij de clubnaam te veranderen in Cardiff Dragons omdat dat een Aziatische markt zou kunnen aanboren, verving hij de vogel in het logo alvast door een draak, en liet hij Mackay per e-mail weten dat hij moest opstappen, anders zou hij hem ontslaan. De Schot, populair bij spelers en fans, weigerde resoluut en werd afgelopen zaterdag bij Liverpool-Cardiff City hartstochtelijk toegezongen door uit- én thuispubliek. Tan liet het allemaal koud en vandaag kreeg Mackay dus de zak.

In 2003 maakte Tom Egbers de onsterfelijke documentaire That Final Day, over de degradatiestrijd in League Two, het vierde en laagste niveau van het Engelse profvoetbal. Swansea City en Exeter City vochten verwoed tegen degradatie. In de documentaire werden supporters gevolgd die met hart en ziel de doodsstrijd van hun club beleefden. De documentaire sloeg in menige huiskamer in Nederland in als een bom. Tot op de dag van vandaag kennen beide clubs - vooral Swansea - relatief veel Nederlandse fans als gevolg van deze indrukwekkende docu. Vooral de gepassioneerde, authentieke voetbalbeleving van de fans was hartverwarmend en kwam als geroepen in een tijd dat het grote geld zijn corrumperende invloed tentoon begon te spreiden.

In mijn bespreking van Kick & Rush van Tom van Hulsen schreef ik dat het jammer was dat de auteur maar weinig aandacht besteedde aan de marginale clubs uit de lower leagues. Jammer, maar wel begrijpelijk uit verkoopoogpunt. De massa is nu eenmaal vooral geïnteresseerd in de Premier League-reuzen en heeft weinig belangstelling voor het wel en wee van pakweg een Shrewsbury Town of een Stockport County. Joris van de Wier liep tegen dezelfde commerciële eis aan toen hij zijn boek Terraces & Floodlights bij een uitgever trachtte onder te brengen. Men was wel geïnteresseerd, maar wenste meer hoofdstukken over Chelsea, Manchester United, Liverpool, and the like.

Van de Wier bezoekt sinds januari 2004 wedstrijden in heel Groot-Brittannië. Bijna 200 heeft hij er al bijgewoond. Onlangs voltooide hij de '92', een begrip onder vinckers, zoals de groundhoppers ook wel genoemd worden: van alle 92 clubs uit de vier Engelse profdivisies heeft hij minstens één thuiswedstrijd bezocht. Op zijn site doet hij verslag van zijn trips en op zijn blog schrijft hij over de meest uiteenlopende onderwerpen die het Britse voetbal betreffen. Steeds toont hij zich daarbij een volbloed romanticus: het gaat hem om de sfeer, de cultuur, de verhalen, kortom: om de ware Engelse voetbalbeleving. Hij zal de eerste zijn om het te bagatelliseren, maar met zijn schrijfsels is hij een hedendaagse Robin Hood in de kruistocht tegen schaamteloze satans als Tan.

In Terraces & Floodlights, een selectie van 40 bezochte wedstrijden, moest de aandacht dan ook vooral uitgaan naar kleinere clubs waar de supporter nog geen nummer is, naar weggezakte traditieclubs, naar minder bekende maar daardoor niet minder beladen streekderby's, naar stokoude grounds met wankele maar nog fier overeind staande tribunes, liefst klassieke terraces met crush barriers, en beschenen door floodlights die nog niet gesloopt zijn om plaats te maken voor zo'n kille betonnen all seater met de verlichting in het dak verwerkt. Hij besloot het boek daarom dapper in eigen beheer uit te geven.

Dat is een wijze beslissing geweest. Zonder de bemoeienis van uitgevers en verkoopjongens ademt Terraces & Floodlights honderd procent de sfeer van zijn site en blog. Het is daardoor ook wel een beetje een boek voor insiders, vol jargon, niet alleen Engelstalig voetbaljargon (vincken, turnstiles, casuals) maar ook het particuliere jargon dat de schrijver kenmerkt en waaraan hij te allen tijde te herkennen is ('rouwmoment', 'homo-erotisch', 'kanaliseren', 'naar mannetje', 'meesteres Lucrezia' en zelfs een keer het intrigerende woord 'hobbykostend'). Vooraf was ik wel een beetje sceptisch over de eigenheid van het boek: zou het meer zijn dan simpelweg een bundeling van de op zichzelf al zeer lezenswaardige verslagen die hij op zijn site plaatst?

Die vrees bleek gelukkig ongegrond. Het boek is wel degelijk een afgerond geheel. Het leest als de Bildung van een vincker: van de ietwat bleue, naïeve liefhebber die zich in de begintijd vergaapt aan de stadions en de mensen, via de steeds handiger en routineuzer door Albion trekkende Engelandvaarder die zelfs voor de meest beladen derby's kaarten weet te regelen, tot de doorgewinterde groundhopper die bij een zorgvuldig uitgekiende gelegenheid de '92' volmaakt. Terraces & Floodlights is bovendien meer dan een best of. Van de Wier laat ook wedstrijden, clubs en stadions de revue passeren die hem weinig deden of die nogal tegenvielen.

Zo zijn we getuige van een knetterende derby tussen Blackburn Rovers en Burnley, de memorabele bekerwedstrijd Luton Town-Liverpool en een sensationele play off-ontmoeting tussen Rochdale en Darlington, maar ook van een doodsaaie pot in een ijskoud en leeg stadion tussen Notts County en Hereford United, het 'waardeloze schouwspel' bij Hartlepool United-Northampton Town en de tamme ambiance bij Manchester City-Manchester United. Ook bezoekt hij stadions die op de nominatie staan gesloopt te worden en vertelt hij met invoelbare pijn over verdwenen stadions die hij nooit in levenden lijve heeft mogen aanschouwen.

Het boek bestaat als gezegd uit 40 hoofdstukken over 40 wedstrijden, maar wie vooral 40 wedstrijdverslagen verwacht komt van een koude kermis thuis. De wedstrijden zijn bijzaak, het gaat Van de Wier om de club, het stadion, de stad, de geschiedenis, alles in de breedst denkbare zin. Een gemiddeld hoofdstuk bestaat uit twintig alinea's van 15 regels en vaak gaat alleen de laatste alinea over de wedstrijd zelf. Op dat moment weten we alles over de historie, de prijzenkast (of vaker het vergaarde stof daarin), de eigenaardigheden van de desbetreffende clubs, alsmede van de stad, de regio en de politieke, economische en sociale context. Alles even helder, boeiend en deskundig, geen moment te wijdlopig of niet ter zake doende. Elk hoofdstuk besluit met een 'Afterwards' waarin wordt beschreven hoe het de clubs sinds de visite van Van de Wier is vergaan en met een quizvraag. Die zijn veelal aartsmoeilijk, zelfs voor vaste volgers.

Van de Wier heeft duidelijk een voorkeur voor derby's, van bekende als Sheffield Wednesday-Sheffield United en Manchester City-Manchester United tot onbekendere als Bournemouth-Southampton en Swindon Town-Oxford United. Via een historische situering maakt hij inzichtelijk waarom wat voor voor buitenstaanders vaak nietszeggende ontmoetingen tussen marginale clubs zijn voor de betrokkenen zelf tweekampen vol haat en nijd zijn, bijvoorbeeld in het geval van Mansfield Town-Chesterfield, dat door de mijnwerkersstakingen onder Thatcher een zeer gevoelige burenruzie is geworden. Zelfs in het geschiedenisonderwijs op de middelbare school zou zo'n hoofdstuk niet misstaan, durf ik te beweren. Terraces & Floodlights is dus naast een voetbalboek ook een heerlijk boek over geschiedenis en cultuur van Engeland. In het 'voetballandschap' uit de ondertitel moet de nadruk misschien zelfs wel meer op 'landschap' liggen dan op 'voetbal', letterlijk zelfs, want we worden meegevoerd naar de stranden van Bournemouth, de akkers rond Norwich en Ipswich en de groene heuvels van East Lancashire.

Wonderschoon is ook het hoofdstuk over Macclesfield Town-Leeds United, waarin het tragische levensverhaal van Joy Division-zanger Ian Curtis, afkomstig uit naargeestig Macclesfield, verweven wordt met de geschiedenis van de plaatselijke club. Of de heerlijke anekdote over Fred Davies, de coracle man van Shrewsbury Town die de ballen die vanuit stadion Gay Meadow in de aangrenzende rivier de Severn werden geschoten met een gammel bootje uit het water moest opvissen. Ooit keerde hij niet terug en men vreesde het ergste, maar toen Davies uren later ineens opdook bleek hij in de dichte mist achter een zwaan aan te hebben gezeten waarvan hij dacht dat het de bal was. Zulke fascinerende anekdotes vind je in Terraces & Floodlights in overvloed.

Van alles en nog wat passeert zo de revue: dat Sir Arthur Conan Doyle ooit onder de lat stond bij een van de voorlopers van Portsmouth; dat het gebied tussen Peterborough en Boston is ingepolderd door een Nederlander en daarom de naam 'Parts of Holland' draagt; dat de bijnaam van Wycombe Wanderers The Chairboys luidt omdat de hele economie van High Wycombe op de stoelenindustrie leunde; dat de gewelddadige rivaliteit tussen Millwall en West Ham United geworteld is in het milieu van ruige dokwerkers waaruit beide clubs ontsproten zijn; dat Stevenage door het grote aantal tokkies dat er woont ook wel Chavenage wordt genoemd; dat zowel een Engelse tak van Al-Qaeda als het hoofdkwartier van de English Defense League in Luton gevestigd is; dat Nottingham Forest ooit het rood als clubkleur koos ter ere van Giuseppe Garibaldi en zijn roodhemden om zich zo af te zetten tegen het 'elitaire' Notts County; dat 'Bringing coal to Newcastle' de Engelse variant is op ons 'water naar de zee dragen', enzovoort, enzovoort, en zo verder.

Terraces & Floodlights is ook enorm grappig. Het is maar goed dat ik erg zuinig wilde zijn op dit boek en het daarom niet in de trein heb gelezen, want menigmaal barstte ik in een luid schaterlachen uit na weer een droogkomische anekdote, vergelijking of observatie. Werken de vaak doldrieste belevenissen van Van de Wier en zijn mede-vinckers al op de lachspieren, hij doet daar vaak nog een schepje bovenop met zijn scherpe, zo nu en dan alle registers open trekkende en daardoor onverwachte vergelijkingen. Over de lelijkheid van de stad Swindon in een verder mooie regio: 'Het is als een puist op het perfecte gezicht van Doutzen Kroes.' En over de knusheid van Luton Towns Kenilworth Road: 'De ruimte tussen je eigen stoeltje en dat van de buurmannen naast en voor je is zo klein dat je Roel van Velzen moet heten om daar goed te kunnen zitten.'

De auteur is een Tilburger en die lui hebben niet alleen humor maar ook een gezonde dosis zelfspot, zoals de fans van Willem II vaak genoeg bewijzen. Van de Wier vormt daarop geen uitzondering, bijvoorbeeld als hij beschrijft hoe hij de nacht voor de bekendmaking van de fixtures van het nieuwe seizoen meestal niet kan slapen en zelfs de volgende dag vrij neemt van zijn werk om maar niets te hoeven missen: 'Het klinkt allemaal vrij Man Bijt Hond-achtig, en dat is het misschien ook wel, maar voor mij is het een van de mooiste dagen van het jaar.' Of na de pot bij Notts County: 'In de auto werd flink geklaagd over de wedstrijd en vooral de kou. Laffe kantoormannetjes als wij kunnen daar niet meer zo goed tegen.'

Een nadeel van publicatie in eigen beheer is dat er geen geld was om foto's in het boek op te nemen. Ter compensatie heeft Van de Wier op de flankerende website per hoofdstuk enige foto's geplaatst. Het werkt bijzonder aardig om om de zoveel hoofdstukken even naar de computer te lopen en de beelden die je je tijdens het lezen van het gebeurde hebt gevormd te toetsen aan de foto's. In het hoofdstuk over Rushden & Diamonds-Barnet wordt op hilarische wijze verhaald van een supporter van de uitclub, 'een zwarte, mongoloïde hindoedwerg die erg op soulzanger James Brown lijkt' en daarom 'James Down' wordt genoemd, die een individuele pitch invasion onderneemt. Als je hem dan vervolgens op de foto ziet kom je niet meer bij.

Maar het sterkste punt is toch wel dat Van de Wier met zijn boek een monument heeft neergezet voor de authentieke voetbalbeleving - en bij uitbreiding voor het niet meeheulen met de massa. Je wordt als voetbalromanticus vaak met de nek aangekeken, of toch op zijn minst enigszins meewarig als wereldvreemd weggezet, maar op volstrekt geloofwaardige wijze weet Van de Wier die buitenstaanderspositie te verheffen tot toevluchtsoord voor het klein geluk. Bijvoorbeeld in zijn verslag van een bezoek aan Accrington Stanley:

'Als je tegen een crush barrier hangt, het zwerk boven de Pennines langzaam donker ziet kleuren en je de herfst ruikt, word je vanzelf erg gelukkig. Op een gewone vrijdagavond stond ik gewoon bij Accrington Stanley een potje voetbal te kijken. Accrington Stanley, die naam moet je eens hardop zeggen. Engelser kan een naam bijna niet. Normale mensen zitten op vrijdagavond talentenshows te kijken. Ik besefte dat tijdens die wedstrijd in Accrington en was ineens volkomen gelukkig.'

Niet als een zombie naar The Voice of Holland kijken omdat iedereen dat doet, maar domweg gelukkig op een terrace in de Crown Ground van Accrington Stanley staan: Joris van de Wier is een zielsverwant.

Zoals in 2004 bij 50 jaar betaald voetbal in Nederland de must read niet de 'officiële' publicatie was, het steriele koffietafelboek 50 jaar betaald voetbal. De complete geschiedenis van Matty Verkamman en Frans van den Nieuwenhof, maar een meer obscure uitgave, het melancholische Verdwenen maar niet vergeten. 50 jaar betaald voetbal van Martijn Schwillens, zo overtreft ook Terraces & Floodlights alle 'serieuze' boekpublicaties van vaderlandse bodem over Engels voetbal. Ik zou het nog sterker wil stellen: het sportboek maakt recentelijk een hausse mee door het succes van VI's eigen boekentak, maar het beste exemplaar van de populatie is dit zelfstandig uitgegeven juweeltje.

Met That Final Day werd in 2003 iets losgewoeld in menig voetbalvolger met een beginnende identiteitscrisis. Een hunkering, een verlangen, een zoektocht naar de pure passie van weleer. Een vriendelijke maar verbeten rebellie tegen de verwording van de belangrijkste bijzaak van het leven tot een speeltje van de commercie en de nouveaux riches. Het is dan ook volkomen juist dat uitgerekend Tom Egbers - belangeloos! - het voorwoord heeft geschreven. Een machtig mooi voorwoord, van iemand die het snapt en die dus precies de kern van dit boek weet te treffen: sfeer wordt niet bepaald door succes, maar door 'alles wat de wedstrijd omgeeft', tot aan de 'ontroerende kansloosheid' van een immer ploeterende club toe. Van de Wiers blog is onder volgers uitgegroeid tot 'een anker, een richtpunt, een bijna heilig medium.'

'Bij deze,' besluit Egbers, 'draag ik de heer Joris van de Wier, vanwege zijn verdiensten voor de internationale verspreiding van zuiver voetbalgeluk dat zijn oorsprong heeft op de Britse velden, voor als Member of the British Empire (MBE).' Graag zet ik, mocht het de Queen kunnen vermurwen, hierbij vol overgave mijn handtekening onder deze voordracht.

Joris van de Wier - Terraces & Floodlights. Een reis door het Engelse voetballandschap | eigen beheer | 2013 | 264 blz. 

maandag 23 december 2013

38 graden? Kerstmuziek!

Kerstmis nadert en buiten giert de wind om het huis en slaat de regen tegen de ruiten. Op zeker krijgen we geen witte Kerst dit jaar, en dat terwijl de Kerstvakantie wat mij betreft inmiddels de enige periode in het jaar is dat het buiten even wit mag zijn. Straks in februari zal het wel weer gaan sneeuwen, als we weer met de trein naar ons werk moeten.

De witte Kerst is sowieso eerder uitzondering dan regel; ik schreef er eerder al eens over. Zes telde het KNMI er in de twintigste eeuw. Deze eeuw staat de teller op twee: 2009 en 2010, toen het vooral in de aanloop naar Kerstmis gigantisch sneeuwde. Voor het eerst in honderd jaar twee jaar achtereen een witte Kerst, zeer uitzonderlijk dus. Ik herinner me ze beide nog als de dag van gisteren. Beide keren deed ik een verwoede poging thuis te geraken vanuit België.

Vooral die eerste keer was een ware helletocht. De ene trein nog stampvoller dan de andere. De gezichten van de mensen, ik zie ze nog haarscherp voor me. Wonderlijk. Vreemd genoeg krijgt die barre tocht, hoe verder hij weg komt te liggen in het verleden, meer en meer de trekken van een episch avontuur, terwijl ik op de bewuste avond zelf toch vooral ongerust, oncomfortabel en regelmatig de wanhoop nabij was. Maar aan het eind was daar het ouderhuis: licht, warmte, geborgenheid. De herinnering aan de ontberingen onderweg slijt, door de goede afloop beklijft vooral het verhaal.

In de evergreens die dezer dagen weer uit de boxen schallen is de witte Kerst een kernthema. Om te beginnen natuurlijk in Bing Crosby's onsterfelijke 'White Christmas', waarin de besneeuwde wereld in de context van de zoektocht naar de verloren tijd wordt bezongen:

I'm dreaming of a white Christmas
Just like the ones we used to know.

Sneeuw, een witte Kerst, ze figureren vaak als het afwezige, als verlangen, in de tijd (herinnering) dan wel in ruimte (het sneeuwt niet).

Dana's tranentrekker 'It's gonna be a cold, cold, Christmas':

According to the radio
Warmer weather's on the way
The chances are we won't be getting snow.

Queens 'Thank God It's Christmas':

Let's hope the snow will
Make this Christmas right.

Voorts in de klassieker 'Holly Jolly Christmas' - een heerlijke versie staat op Sufjan Stevens deeltje IX -:

Have a holly jolly Christmas
It's the best time of the year
Well, I don't know if there'll be snow
But have a cup of cheer.

En Slade's 'Merry Christmas Everybody': 'Are you hoping that the snow will start to fall?' Dat kunnen we dan maar beter niet doen, want als we met ons sleetje op onze bek gaan zijn we de pisang: 'When you land on your head then you've been slayed.' Ook in de recente aanwinsten is het een terugkerend motief. In Coldplays niet onaardige 'Christmas Lights' bijvoorbeeld:

Still waiting for the snow to fall
Doesn't really feel like Christmas at all.

En Marco Borsato heeft ook een kerstplaat gemaakt, heel inventief 'Kerstmis' getiteld:

He hééé
Hoeehuuuuhh
Hoeehuuuuhh
Het is kerstfeest!
Hoeehuuuuhh
Het is kerstfeest!

Dankjewel, Marco, voor deze als altijd weer bijzonder waardevolle bijdrage. Lul.

En als er dan wel sneeuw ligt, als het dan inderdaad sneeuwt met Kerstmis? Dan blijkt het opeens helegaar zo leuk niet meer. Het mooiste voorbeeld is 'Let It Snow! Let It Snow! Let It Snow!', bijvoorbeeld in de versie van Andy Williams. Dit lied ga ik steeds mooier vinden, het is precies raak:

The weather outside is frightful
But the fire is so delightful
And since we've no place to go
Let is snow! Let it snow! Let it snow!

It doesn't show signs of stopping
And I've bought some corn for popping
The lights are turned way down low
Let It Snow! Let It Snow! Let It Snow!

Dat is zeer scherp gezien. Als het dan eenmaal sneeuwt, dan kunnen we maar beter lekker binnen zitten. Toch blijkt dat 'The weather outside is frightful' een bijzondere betekenis te hebben. Het nummer is in 1945 namelijk geschreven in juli, op een van de heetste dagen van het jaar! Dat wil zeggen: all over the internets staat juli, maar Philip Furia en Michael Lasser noemen in hun America's Songs: The Stories Behind the Songs of Broadway, Hollywood and Tin Pan Ally (2006) augustus:

'One very hot day in August 1945, waiting at a red light at the corner of Hollywood and Vine, Sammy Cahn said: "Why don't we go to the beach?" Jule Styne replied, "Why don't we write a winter song?" They drove the few blocks to the Morris Music Company where Cahn used a spare typewriter to write a dummy lyric and Styne sat at a nearby desk jotting notes on paper. Later, at Styne's house, they polished up what would be their newest hit.' (p. 208-209)

Zo werkt dat dus. De warmste Kerstmis hadden we in 1974, met 12 graden op beide dagen. Dit jaar lijkt het niet veel kouder te worden, dus ik denk dat ik maar eens The Next Big Kersthit ga neerpennen dit jaar. Met Marco Borsato als referentiepunt is falen uitgesloten.

zaterdag 21 december 2013

Zeven dagen lang (193)

15 t/m 21 december

ZONDAG WK Darts begonnen
Yes, Barney door, 3-0, netjes.

MAANDAG Woonakkoord
Adri Duivesteijn is zo'n typische stropdasloze socialist die zogenaamde 'principiële bezwaren' heeft, daar een hoop kouwe drukte over maakt, maar als puntje straks bij paaltje komt zal ook Adri gewoon zijn krabbel plaatsen en zal hij net zo weinig tussen zijn benen blijken te hebben hangen als om zijn nek.

DINSDAG Hulde
De Irritantste BN'er in een reclame is dit jaar Maarten van der Weijden. Zelden was een prijs zo terecht. De zwemmer die we ons toch vooral hadden willen blijven herinneren als de Olympische held van 2008, is nu een halve krankzinnige die met het schuim op zijn bek een aantal zinnen in de camera staat te blaffen.

WOENSDAG Maastricht (I)
Terwijl de gemeenteraad van Maastricht de positie van burgemeester Onno Hoes ter discussie stelt, hebben hooligans van MVV Maastricht het op het terrein van JVC Cuijk voorzien op hun eigen trainer Tini Ruijs. Een van de ventjes roept 'vieze flikker!'
Mij dunkt heeft hij net de verkeerde van de twee voor zich.

DONDERDAG 101
Twee headlines onder elkaar op teletekstpagina 101:
'SP: plunderpensioenpot-politiek'
'Ariel-wasbuiltjes uit de schappen'
Dan weet je zeker dat de redactie inmiddels aan de kerstborrel is begonnen. Zonde trouwens dat Het Woord van het Jaar al is gekozen, anders had die SP'er zeker kans gemaakt. Wel jammer van dat koppelteken.

VRIJDAG Maastricht (II)
Onno Hoes mag blijven, maar Tini Ruijs stapt op.
Mij dunkt blijft hier net de verkeerde van de twee in functie.

ZATERDAG Op de radio
Bing Crosby: 'I'm dreaming of a white Christmas...' O jee, WHITE Christmas. Het is dat Matthijs en Jeroen & Paul ook winterstop hebben, anders waren we de komende tijd bedolven onder het kerstmis = racisme-debat, met een schreeuwende Prem, een jankende Anousha Nzume en Wim Daniëls die ons komt vertellen hoe racistisch dit lied wel niet is.
Overigens lijkt me dat dé oplossing voor Sinterklaas volgend jaar: DWDD en P&W even met vakantie sturen tot het is overgewaaid.

maandag 16 december 2013

Fenomenologie van de koopzondagse mens

De evolutietheorie gaat ervan uit dat de meest intelligente 
soort overleeft. Nou, dan moet je eens op koopzondag in 
de binnenstad gaan kijken. Dan zie je opeens het verschil 
tussen de evolutietheorie en de evolutiepraktijk...
(Theo Maassen)

Nu ook het traditioneel katholieke zuiden voor de jarenlange campagne van de goddeloze parlementariërs die zich de Democraten van het jaar 66 noemen is gezwicht en het voortaan elke zondag koopzondag is, zien wij de gehersenspoelde horden wekelijks hutje-mutje en voetje voor voetje door onze gekwelde historische binnensteden schuifelen, op zoek naar nog een veertiende en vijftiende paar schoene.

Geestelijke bezinning en reflectie delven het onderspit tegen ongebreideld materialisme en hebzucht. Een fenomeen even fascinerend als beangstigend. De door strenge ballotage verkozen leden van HET FENOMENOLOGISCH GENOOTSCHAP zijn daarom weer bij elkaar geroepen: Fenomenologen in den lande, verenigt u! klonk het wijd en zijd.

Zij hebben na degelijk en zorgvuldig veldwerk een kernaspect van de problematiek van de koopzondagse mens in kaart gebracht, alsmede enige aanbevelingen opgesteld. De portee van de problematiek luidt: De koopzondagse mens kan kopen, maar slechts weinigen kunnen lopen.

Uit het Rapport:
"Wij menen de massa koopzondagse mensen te moeten beschouwen als verkeersdeelnemers in een niet aflatend drukke verkeersstroom. Zij begeven zich immers op de openbare weg. In dat licht constateren wij een aantal ernstige gebreken in het loopgedrag van de koopzondagse mens, die wij hieronder per type opsommen naar analogie van de automobilist:
1) De doelloosheid: per auto begeeft men zich in de regel de weg op met een duidelijk reisdoel en meestentijds ook een duidelijk idee van de route naar dat doel toe voor ogen. De koopzondagse mens echter zwerft richtingloos door de straten, links en rechts speurend naar het paradijs. Hij is als een automobilist in een drukke straat die naar een niet-bestaand huisnummer zoekt.
2) De tempowisselingen: het looptempo van de koopzondagse mens is onderhevig aan de meest onvoorspelbare tempowisselingen, terwijl zijn standaardtempo dat van een reumatieke schildpad is. De koopzondagse mens is als een automobilist die dertig rijdt op de snelweg.
3) Het stoppen-en-optrekken: soms houdt de koopzondagse mens even halt. Bijvoorbeeld om enige woorden over 'schoene' uit te spreken in de richting van zijn koopzondagse medemens. Niet zelden komt het voor dat hij zijn gesjok hervat, juist op het moment dat een tussen het koopzondagse volk verzeild geraakt persoon, onderweg naar kerk, natuurgebied, museum of ontspanningsvereniging, hem inhaalt. Deze persoon wordt hierdoor gedwongen zich tegen de looprichting in te blijven bewegen, wat levensgevaarlijke situaties kan veroorzaken. Deze koopzondagse mens is als een automobilist die extra gas geeft wanneer hij wordt ingehaald.
4) Het stilstaan: leden van het genootschap rapporteren ook ernstiger gevallen van stilstaan: de koopzondagse mens die volledig en langdurig stilstaat in de mensenmassa. Schrijnendste geval: na het verlaten van een winkel pontificaal voor de ingang op zijn elf en dertigst gaan staan dubben waar nu heen. De koopzondagse mens is als een automobilist die een kruispunt op rijdt en dan nog moet beslissen rechtdoor, rechtsaf dan wel linksaf te slaan.
5) Het gooi-en-smijtwerk: als gevolg van het filelopen dat koopzondags binnenstadbezoek in de praktijk is, wordt de koopzondagse mens gedwongen tot het bevechten, behouden en betwisten van zijn positie in de massa: koopzondag is een survival of the fittest. Dit leidt steevast tot gooi-en-smijtwerk, bots-en-beukgedrag en duw-en-trek-situaties. De koopzondagse mens is als een afsnijder in een snelwegfile.  
[...]"

Aanbeveling 1: een loopbewijs
"Teneinde bovenstaande hinder terug te dringen pleiten wij voor een LOOPBEWIJS, naar analogie met het rijbewijs en - mutatis mutandis - het fietsdiploma. Natuurlijk, men leert het lopen op natuurlijke wijze, maar zulks geldt tevens voor het fietsen en het autorijden: na enig vallen en opstaan verwerft men op redelijk korte termijn de basiscapaciteiten van het zich voortbewegen per rijwiel respectievelijk het besturen van een automobiel. Maar de grote opgave is leren hoe zich in het verkeer te gedragen. Daartoe legt men een fietsexamen af in de vijfde of zesde klas (thans geheten groep 7 en 8) en later een autorijexamen, mogelijk zodra men de leeftijd der volwassenen heeft bereikt. Bij beide gelegenheden is het voortbewegen van het voertuig reeds gesneden koek; het examineren geschiedt vooral met het oog op het vlot, veilig en verantwoord deel uitmaken van het drukke verkeer. In dat licht is het wonderlijk dat men niet op vergelijkbare wijze geëxamineerd wordt op het lopen in en met mensenmassa's."
Aanbeveling 2: pelotonlopen
"Voorts adviseren wij wielrenners met hardnekkige pelotonangst zich in het pelotonrijden te bekwamen middels een intensief programma pelotonlopen in een massa koopzondagse mensen. Immers, in zo'n massa is het een uitdaging om te blijven lopen zonder snelheid te verliezen, zonder ingehaald te worden, ja zelfs om niet in de spreekwoordelijke remmen te moeten knijpen. Steeds is het zaak het juiste gaatje te herkennen om bliksemsnel in te duiken, terwijl links en rechts kwakken worden uitgedeeld en het serieuze ellebogenwerk een onmisbare vaardigheid blijkt. Laat onze Robert Gesink een paar dagen per jaar koopzondags pelotonlopen en hij zal er in juli nooit meer bij liggen als de helft van het peloton naar het asfalt gaat."

Het GENOOTSCHAP wil tot slot de urgentie van zijn rapport onderstrepen met een liedtekst van het door één zijner leden zeer gewaardeerde variétégezelschap "De Vliegende Panters":

De normen zijn verdwenen, de waarden zijn vervaagd.
Op zondag naar de winkel, dat is toch godgeklaagd!
Wij zeggen u: de mensheid, die graaft zijn eigen graf.
De wereld is een tijdbom, en die gaat bijna af.
En vraagt u nu aan ons: hoe kon het zo ontaarden?
Da's de teloorgang van de christelijke waarden.

AMEN

zaterdag 14 december 2013

Zeven dagen lang (192)

8 t/m 14 december

ZONDAG Cold Fact
Gisteren bij Pieter van Os het complete oeuvre van Rodriguez op de kop getikt. Inclusief de soundtrack van de docu, want daar staan enkele nummers op die niet op de twee studioalbums staan. En Rodriguez komt hard: 'Winter's asleep at my window / Cold wind waits at my door.'

MAANDAG Zegels
Achterop een vel PostNL-decemberzegels staat een prijsvraag. Men kan onder meer een iPad en een reistas met het motief van de oude PTT-postzakken winnen. Hoe wrang ironisch... een apparaat dat ervoor zorgt dat steeds minder mensen nog echte kerstkaarten versturen en een tas die ons er pijnlijk aan herinnert dat de tijd dat de post nog een respectabel staatsbedrijf was voorgoed voorbij is.

DINSDAG Relativeren
Zuid-Afrikanen vinden het niet erg dat ze vele uren in de regen in de rij moeten staan voor Mandela, want 'Mandela moest 27 jaar wachten'.
En ik vind een kwartier wachten op een vertraagde trein al ten hemel schreiend. En dan noodgedwongen op de trap in het halletje moeten zitten met achter je de eerste klas halfleeg. Over apartheid gesproken.

WOENSDAG History should not be tampered with
Maar weer eens een #AMF-berichtje - ook ik heb zo mijn idealisme:
Gelieve allemaal de petitie te tekenen tegen de naamsverandering van het bijna honderdjarige Hull City in het afgrijselijke Hull Tigers. Er moet een grens worden gesteld aan wat de nieuwe rijken zich kunnen permitteren!

DONDERDAG Alexander (I)
DWDD blijft talking head Alexander Klöpping hardnekkig aanduiden (TT, p. 294) met het niet-bestaande woord 'entrepeneur'.
Ik lees trouwens dat hij geboren is in Oss. Kan deze 'entrepeneur' niet een paar ton investeren in de plaatselijke FC?

VRIJDAG Letterlijk
John de Mol heeft ruzie met Sanoma over SBS6. De Finnen zouden volgens hem te weinig investeren in de zender. De Mol: 'Sanoma staat letterlijk in brand.'
Tja, John, zou je dan niet beter de brandweer bellen in plaats van olie op het vuur te gooien...??

ZATERDAG Alexander (II)
Alexander Pechtold is door het EenVandaag-jongerenpanel (12 t/m 24 jaar) gekozen tot Politicus van het Jaar.
Wikipedia, lemma Kiesgerechtigde: 'In 2006 gingen er stemmen op om de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar te verlagen, om zo de jongeren meer bij de politiek te betrekken. Politicus Alexander Pechtold (D66) zet zich hier voor in.'
Corruptie, mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.

donderdag 12 december 2013

Niels 't Hooft - De verdwijners

Niels 't Hooft - De verdwijners. Atlas Contact (2013), 222 blz.

Niels 't Hooft schreef met Toiletten (2003) en Sneeuwdorp (2005) twee lezenswaardige romans waarin de fascinatie van de auteur voor videogames op melancholische, sympathieke wijze verwerkt was. Acht jaar heeft het vervolgens geduurd voor 't Hooft met zijn derde roman kwam. Die is dan ook heel anders dan de eerste twee. In De verdwijners wordt de aandacht verlegd naar de geniepige gigant van het digitale tijdperk, Google. De roman, die zeer goed in elkaar zit, is veel grimmiger van toon.

De wereld in De verdwijners is een 'dystopie', een in de nabije toekomst gesitueerde samenleving die op haar ondergang afstevent. Google is de brenger van de onheilstijding: 'Vijf jaar geleden had Google een precieze berekening onthuld van het moment waarop de mensheid met te veel zou zijn, de natuurlijk hulpbronnen uitgeput raakten en er een allesverwoestende oorlog uitbarstte.' Deze 'eindsom' heeft het dagelijkse leven in zijn greep.

Interessant aspect is dat op een heldere manier diepgang wordt gezocht door de bedoelingen die Google zou kunnen hebben met deze 'eindsom' in essayistische passages te overdenken: 'Waarom had 's werelds machtigste informatiebedrijf zo'n deprimerende boodschap naar buiten gebracht?' Is het de ultieme consequentie van het oorspronkelijke ideaal alle informatie voor iedereen beschikbaar te maken of zijn er toch commerciële belangen mee gemoeid? De opinie van de meeste mensen neigt naar het eerste: 'De algehele consensus was dat Google de wereld een gunst had gedaan met de eindsom: als de wereld verging, dan moesten we dat weten.'

Mensen zijn zelfs bereid zich gratis in te zetten voor het bedrijf. Dat geldt niet voor Randy, Lua en Erhardt. Zij werken ook als enquêteurs voor Google maar doen dit werk, vanuit uiteenlopende drijfveren, louter als dekmantel voor duistere praktijken. Ze spelen dubbelspel met Google, 'de enquêteurs werkten er tegelijk voor en tegen'. Ze verdienen veel geld met het laten verdwijnen van mensen die daar zelf om vragen. Het aantal suïcidalen is sinds de bekendmaking van de eindsom immers fors toegenomen. De vierde protagonist is het meisje Marthe, wier zus Isobel vermist is. Marthe vermoedt dat de geheime handel en wandel van de enquêteurs daar iets mee te maken heeft. Als zij zich bij hen voegt, wordt stukje bij beetje onthuld wat er werkelijk aan de hand is.

Het verhaal wordt afwisselend vanuit het perspectief van de vier personages beschreven. Allen kampen zij zo met hun eigen problemen. Marthe is depressief, Randy, de idealist, raakt zijn optimisme kwijt, Lua, de seksverslaafde, vindt seks niet langer bevredigend en Erhardt, de denker, wordt paranoïde.

Steeds is er de uiteindelijke vraag naar de zin van het leven. Zin in een wereld beheerst door de eindsom en zin überhaupt. Lua bedenkt dat haar emotieloze seksverslaving een symptoom is van het einde: 'Er was geen endgame: het grote evolutiespel vlakte af, emmerde voort en bloedde dood.' Seks was ooit bedoeld voor reproductie en evolutionaire groei, maar nu restte alleen nog verveling. 'De eindsom zorgde hoogstens voor een nuanceverschil. Het voelde iets anders, maar eigenlijk was er al decennialang geen wezenlijke zin des levens meer geweest.'

De interessantste hoofdstukken zijn die over Randy en Erhardt. Randy doet aan 'urban farming', het terugveroveren van de publieke ruimte door op grote hoogte, buiten het zicht van de alom aanwezige camera's, de natuur weer te laten bloeien. Hij kan alleen radicaal te werk gaan, want de expertise is verdwenen. Wetenschappers zijn wegbezuinigd, 'geridiculiseerde genieën in een anti-intellectueel tijdperk.' Dat de woekerende vegetatie het beton doet splijten en zo voor vele doden kan zorgen, brengt Marthe ertoe hem een 'ecoterrorist' te noemen, maar Randy ziet het anders: 'Of je terrorist of vrijheidsstrijder bent is afhankelijk van wie de oorlog wint.'

Zoals Randy's vegetatie gebouwen doet instorten, zo weten destructieve hackers Erhardts digitale omgeving te ondermijnen: 'ondanks al zijn beveiligingsinspanningen was iemand erin geslaagd toegang te krijgen tot zijn bestanden. Het ene moment zaten er haarscheurtjes in het beton, het volgende moment lag het gebouw in puin.' Deze, misschien wat al te expliciete parallel met Randy's weerwerk wijst op een dubbele dynamiek: het humane, het menselijke en het commerciële, het onethische zijn in een constante guerrillastrijd verwikkeld.

Erhardt denkt veelvuldig na over ethiek en moraal van de vergooglede samenleving, hij gelooft dat de eindsom alleen onafwendbaar is omdat dat Google zo uitkomt. 'Net als andere multinationals was Google een zakelijke entiteit geworden die alleen nog wilde groeien. En dat was gevaarlijk, want groei was onverschillig, zonder ethisch besef, corrumperend zelfs.' Vooral Googles invloed op overheden baart hem zorgen. Google is in staat via 'emotiemapping', 'tekstmining' etc. snel informatie 'te verzamelen, categoriseren, filteren en verwerken': 'Google ging zo hard op hun datastreams dat je het beter folteren dan filteren kon noemen, maar het werkte: dat werden info, info werd kennis, kennis werd een verhaal.' Overheden daarentegen hebben volledige toegang tot privacygevoelige informatie maar weten die vrijheid niet effectief te benutten. Toch zullen 'op termijn [...] Googles slimme filters en de harde data van de overheid samenkomen'.

Er wordt dus veel nagedacht over humaniteit in een gedigitaliseerde wereld. 'Overal waren mensen de terneergeslagen tijdgeest en hun erbarmelijke levens beu, en besloten ze eruit te stappen, op weg naar de spiegelwereld. Maar het verlies van een individueel leven is tragiek, de dood van duizenden is statistiek.' Erg aardig is dat 't Hooft soms gebruikt maakt van de metaforiek van de videogame om ideeën te verwoorden: de mensen die eruit stappen nemen 'een escape'; een stoot hormonen wordt een 'neurotransmitter free-for-all' genoemd.

De verdwijners treedt enigszins in de voetsporen van Houellebecq: 'Een harpoengeweer [...] is een aanzienlijke bondgenoot' luidt een knipoog naar een veelgeciteerde zin uit De wereld als markt en strijd. De achterflap situeert het verhaal in 2018. Dit strookt met de verwijzing naar 'De grote aanslag, bijna twintig jaar geleden', die dan op 9/11 zou slaan; 'bijna twintig jaar' is concreet zeventien jaar.

Toch had ik even een Battus-momentje: kan De verdwijners als een moderne Nineteen Eighty-Four begrepen worden? De frase zou dan moeten verwijzen naar de grote aanslag die we in werkelijkheid, goddank, nog niet gehad hebben maar die in de romanwereld inmiddels wel heeft plaatsgevonden, 'bijna twintig jaar geleden'. Stel, de roman speelt in 2031, 'bijna twintig jaar' geleden slaat dan, als we weer uitgaan van concreet zeventien jaar geleden, op 2014. Waarom 2031? Orwell bedacht 1984 als omkering van 1948, jaar waarin hij de roman (grotendeels) schreef. 2031 is de omkering van 2013. Bovendien is 84 min 48 = 36, terwijl 31 min 13 = 18, precies de helft van 36, wat weer prima aansluit bij het adagium dat het leven vandaag de dag tweemaal zo snel gaat als vroeger.

Afijn, tot zover mijn Battus-momentje. Overeind blijft dat De verdwijners een hoogst actuele, tot nadenken stemmende en daarmee relevante roman is. Enige dagen nadat ik het boek had uitgelezen, kreeg ik een nieuwsbericht onder ogen waarin Google-kopstuk Scott Huffman aankondigt de mogelijkheid te onderzoeken een microchip in het hoofd van mensen te planten om de zoekfunctionaliteit te vergroten. Ik bedoel maar.

De verdwijners is echter meer dan een ideeënroman. De passage waarin Erhardt ziet dat zijn telefoon gehackt wordt en hij wanhopig probeert dit te onderbreken, is bloedstollend. Het slot is indrukwekkend, de laatste zinnen meesterlijk. Randy zegt ergens: 'Wij zijn de laatste generatie, de zoektocht naar betekenis zit erop. Het is tijd om conclusies te trekken. Misschien moet ik er een boek over schrijven. Alhoewel, wie leest zoiets nog?' 't Hooft verdient in elk geval een groot publiek.

zaterdag 7 december 2013

Zeven dagen lang (191)

1 t/m 7 december

ZONDAG Jupiler League
De toetreding van de beloftenteams is een wanhoopspoging van de KNVB om het steeds verder decimerend aantal betaaldvoetbalclubs op peil te houden. Tussen 1955 en 1957 telde Nederland maar liefst 80 (semi-)profclubs. Zelfs in dorpen als Brunssum, Koog aan de Zaan en Oldenzaal werd betaald voetbal gespeeld. In een ideale wereld zou dat nog steeds de situatie zijn, zodat ons land net als het beloofde land Engeland vier profdivisies zou tellen. Met heerlijke affiches als Rigtersbleek-Zwartemeer, Emma-Wilhelmina, en Velox-Xerxes... Maar Nederland is Engeland niet, en de wereld niet ideaal.

MAANDAG Dijk
Professor G. Buelens legde in een college voor 'Universiteit van Nederland' uit waarom Nico Dijkshoorn geen dichter is. Dat werd her en der aangevochten, de definitie van de hooggeleerde van wat een gedicht is zou te rigide zijn.
Maar het probleem zit niet in de invulling van 'dichter' of 'gedicht' maar van 'Nico Dijkshoorn'. De Dijkshoorn van DWDD is inderdaad geen dichter, daar zal iedereen het mee eens zijn, mag ik hopen. Hij leest er verhalen voor, columns, commentaren. Het onder pseudoniem P. Kouwes gepubliceerde werk is wél poëzie, in de traditie van Barbarber. Het poëtisch alledaagse, het alledaagse poëtisch.

DINSDAG Storm (I)
Pakjesavond wordt stormachtig, meldt de NOS. Heel 'toevallig' dat het net in de Stemweek van de Top 2000 gaat stormen. Daar zit Frits Spits natuurlijk weer achter, die 'Avond' van Boudewijn de Groot ('Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker / Want binnen is het warm en licht en goed') op #1 probeert te krijgen.

WOENSDAG Slinks
Heel slinks is de treinverbinding Den Haag-Brussel weer opgeheven. Al de hele week rijden er 'minder' [lees: geen] treinen 'door beperkingen in de materieelinzet'. Een reden die helemaal geen reden is: er rijden geen treinen omdat we geen treinen laten rijden, dat staat er feitelijk. Het is een grof schandaal, en de media laten het gewoon passeren.

DONDERDAG Storm (II)
Opmerkelijk feitje in een nieuwsbericht op Nu.nl over de storm: 'Nederland is het enige land in Europa waar burgers en bedrijven zich nog niet of nauwelijks tegen een overstroming kunnen verzekeren.'
Erg raar, gezien onze ligging aan zee en onze geschiedenis met watersnood. Je verwacht het eerder van Zwitserland, of Oostenrijk of zo. Alsof Japan het enige land is waar je je niet tegen aardbevingen kunt verzekeren.

VRIJDAG Loting
Krankzinnig dat België groepshoofd is bij de WK-loting en Nederland niet. Oranje is als enige land ter wereld ongeslagen in 2013 en behaalde 28 punten in 10 wedstrijden. België heeft na jaren ellende een keer één goede kwalificatieserie afgewerkt, tegen lammen en blinden, maar behaalde 26 punten uit 10 wedstrijden. De FIFA laat vriendschappelijke wedstrijden veel te zwaar meewegen. Als je oefent tegen toplanden (Nederland-Italië 1-1; Portugal-Nederland 1-1) word je daar klaarblijkelijk zelf de dupe van.

ZATERDAG Edje
Een mooie 'Nederlandse' aflevering van Final Score. Eerst jubel over de 0-2 van Leroy Fer bij West Bromwich Albion-Norwich City. Daarna Garth 'ik reageer extra overdreven op goals die de kijker thuis toch niet kan zien' Crooks die door het dolle heen is als Oussama Assaidi de 3-2 scoort bij Stoke City-Chelsea. Maar het hoogtepunt verschijnt even later onder in beeld in de live ticker: '83. Sent off: Edgar Davids (Barnet), second bookable offence'.

vrijdag 6 december 2013

Mijn herinneringen aan EK- en WK-lotingen

Al van jongs af aan ben ik fan van lotingen. Ik knutselde als jongen zelf met papier en schaar lootjes in elkaar om lotingen te verrichten voor zelfbedachte landen- én clubtoernooien. Grote voordeel was dat ik nadien ook zelf de uitslagen naar eigen inzicht kon invullen.

Lotingen creëren iets uit niets. Eerst is er niks, dat wil zeggen: alleen losse materie, namen zonder structuur, zonder verband. Met een paar simpele handelingen wordt er iets geschapen, ontstaan verbindingen, ontstaat realiteit. Wij leven in een onophoudelijk nu, maar een loting maakt de toekomst opeens zichtbaar, tastbaar. Het is een magische handeling.

Het mooiste moment van een loting is kort voor het daadwerkelijk begint, als de ballen de bakken in gaan. Alles is nog mogelijk, maagdelijk, en hoop en vrees zijn de twee polen waartussen de hoogspanning vonkt. Als het eerste papiertje uit het eerste balletje is gekomen, is er iets onomkeerbaars in gang gezet.

Gek genoeg heb ik nauwelijks herinneringen aan EK- en WK-lotingen uit het verleden. Heb ik er wel op tv gezien; werden ze wel live uitgezonden? De loting voor het WK van 2006 moet op een vrijdag in 2005 hebben plaatsgevonden, want ik weet nog dat ik moest zaalvoetballen en er bij het inschieten iemand de zaal binnenkwam die opgewonden riep dat we met Argentinië, Servië & Montenegro en Ivoorkust loodzwaar hadden geloot.

Ik lees nu dat de lotingen praktisch altijd op een vrijdagavond in december zijn verricht. Dat verklaart een boel. Vrijdagavond, dat was altijd óf zelf voetballen, óf naar het stadion. En meteen herinner ik me weer iets: de loting voor Euro 2012, december 2011. In de bus naar Tilburg, Willem II-uit. Op diverse 'smartphones' werd de loting gevolgd. Denemarken! Dat is te doen... Portugal! De moeilijkste uit pot 3... Als Duitsland er nu maar niet bij komt... Duitsland, ja hoor!

Deze week zond het Sportjournaal een schitterende compilatie uit van eerdere lotingen, toen het gesjoemel niet van de lucht was. Een nog jonge Joseph Blatter die bij de loting voor het WK '82 met de microfoons open schaamteloos sommeert een balletje terug te stoppen omdat de gelote openingswedstrijd de FIFA niet bevalt. Sophia Loren die bij de loting voor het WK '90 met twee handen in de ballenbak roert met het tempo van een jarige job die vol weerzin en walging haar cadeau uit een ludiek bedoelde pot drab moet vissen.

Dit jaar ging ik het dan eindelijk meemaken. Lege agenda, geen plannen 's avonds. De uitzending begon dan wel al om half vijf, maar de daadwerkelijke loting zou pas tegen zessen aanvangen, zodat ik niet eens eerder weg hoefde van het werk. Bovendien had VI.nl deze week een programmaatje waarmee je zelf alvast de loting kon verrichten. We werden weer kind. Ik lootte Nederland bij België. Dat beloofde weinig goeds, men verricht zulke magische handelingen nooit ongestraft.

Maar toen besloot een levensmoe persoon het loten niet langer af te wachten en voor de trein te springen, ergens tussen Gouda en Utrecht. Terwijl in Brazilië de landen over de groepen werden verdeeld, stond ik weg te waaien op een kil station. Eenmaal thuis - de show was net afgesloten - vond ik op YouTube de registratie al terug: een uitzending van de Russische Sport 1 (Cпорт 1). Onderin verscheen ogenschijnlijk dubieuze reclame, maar volgens Google Translate viel het mee: 'een ruime keuze aan banden en velgen.'

Nederland kwam bij Spanje in de groep. De Russische commentatoren leken zich te verkneukelen. Rusland zelf kwam als 32ste en laatste land uit het balletje. Het belandde zo bij België in de poule. Conclusie: als ik wel gewoon via de NOS had kunnen kijken, was nu niet Rusland maar Nederland bij België ingedeeld geweest.

zondag 1 december 2013

Zwartboek FOX - Jupiler League (4)

'Jupiler League 2.0' wordt het heel vooruitstrevend genoemd: de Eerste Divisie vanaf het seizoen 2013-2014. Omdat er na enkele faillissementen nog maar 16 clubs over waren, besloot de KNVB in zee te gaan met het FOX van de lugubere poenschepper Rupert Murdoch. FOX heeft de clubs een flinke kapitaalinjectie gegeven, maar de vraag is tegen welke prijs. Een vereiste was de toetreding van de beloftenteams van Ajax, PSV en FC Twente. Zeggenschap over fundamentele zaken als speelschema's, spelregels en competitiviteit zijn uit handen gegeven. 'Een enorme impuls' en een 'verrassend kijkspektakel', blies Jelle Beuker, operationeel directeur van de coöperatie Eerste Divisie, pal voor de aftrap van het seizoen hoog van de toren over de inbreng van FOX. Er werden nog wel wat 'kinderziektes' voorspeld en men dekte zich her en der in door te wijzen op het 'pilot'-karakter van de nieuwe opzet. Maar dat weerhoudt ons er natuurlijk niet van de nieuwe realiteit extra kritisch te volgen. Maand na maand.

November

Zie ook deel (1): augustus, deel (2): september en deel (3): oktober

25) Fons Groenendijk profileert zich steeds meer als Mister Jupiler League 2.0. Beter gezegd: Groenendijk is het gezicht geworden van alles wat er mis is met de nieuwe competitieopzet. Vorige maand rapporteerden we al dat de Jong Ajax-coach nadrukkelijk de media opzocht om zijn beklag te doen over het feit dat er in interlandweekends gewoon gevoetbald wordt in de Jupiler League terwijl zijn halve selectie met de nationale (jeugd)elftallen op pad is. De tegenstander treft dan een nóg jeugdiger jeugdteam en dat zou weer niet eerlijk zijn voor de andere opponenten die wél tegen een Jong Ajax op volle oorlogssterkte moesten aantreden. 'Competitievervalsing', zo huichelde Fons. Dat hij pas in het geweer kwam toen hij wedstrijd na wedstrijd verloor en vooral dat we hem nooit over oneerlijkheid hebben horen klagen toen hij over spelers als Cillessen, Hoesen en Blind mocht beschikken, dat vertellen we er even bij om alles in het juiste perspectief te zien.
Op 12 november wist Fons zelfs tot het grotemensen-sportjournaal in Nieuwsuur door te dringen met de weeklacht dat hij de vorige avond tegen De Graafschap (1-2) 'een bataljon' aan spelers had moeten missen en op 'A-junioren' aangewezen was geweest. Dat Kenneth Vermeer en Tobias Sana meededen zei hij er niet bij. Bovendien leert de wedstrijdopstelling dat er slechts één A-junior in de basis stond (Wang Chengkuai), en dat alleen maar omdat de vaste basisspeler El Hasnaoui kort voor aanvang ziek afhaakte. Opvallend is verder dat het interlandweekend pas het weekend daarna gepland stond (15-19 november). Op 17 november deden Lerin Duarte en Danny Hoesen mee tegen Sparta. Om 'ritme op te doen'. Jong Ajax won met 2-1. Fons Groenendijk: 'Deze zege hadden we echt even nodig. De jongens van de A-selectie waren vandaag echt van toegevoegde waarde.'

26) Een dag na Groenendijks jeremiade hing Jelle Beuker, directeur van de coöperatie Eerste Divisie, al aan de lijn bij de Wegener-kranten: 'De Eerste Divisie zal volgend seizoen stilliggen tijdens interlandperiodes', zo wist Beuker te melden. 'De beloftenteams van FC Twente, PSV en Ajax missen tijdens interlandperiodes te veel spelers.' Fons Groenendijk heeft volgens Beuker dan ook gelijk als hij stelt dat hij 'met interlands grote problemen heeft om een representatief elftal op de been te krijgen.'
Het is toch te gek voor woorden. Al het hele seizoen wordt er massaal over twee grote misstanden geklaagd ('zaterdagmiddag half vijf' en dat de beloftenteams zonder vaste selectie spelen en te pas en te onpas grote spelers uit het eerste laten meedoen), maar dan is de enige reactie dat het 'een pilot' is en dat we niet zo moeten zeuren en het een kans moeten geven, maar zo'n Groenendijk jengelt als een klein kind dat hij een paar keer per seizoen spelers moet missen en Beuker willigt meteen alle eisen in.

27) Volgend seizoen dus geen competitie meer wanneer de nationale elftallen in actie komen. Dat er in de Jupiler League wel gewoon wordt gevoetbald in die vreselijke interlandweekends, als Oranje in een stadion vol teletoeters een of ander onbeduidend vriendschappelijk potje afwerkt, is nu juist een van de positieve kanten van de League. Gelukkig had FOX op 17 november dan ook het programma laten aanpassen: waar normaliter op zondag om 12.30 uur, 14.30 uur en 16.30 uur de kijker een eredivisiewedstrijd wordt voorgeschoteld, daar werden nu drie Jupiler-wedstrijden op die tijdstippen ingepland: 12.30 uur Jong Ajax-Sparta, 14.30 uur MVV-Volendam en 16.30 uur Telstar-FC Oss. Tóch voetbal op tv, afkickverschijnselen afgewend, én extra exposure voor de Jupiler League!
Quod non. Géén van de drie wedstrijden werd uitgezonden. Ten eerste: waarom in godsnaam niet, als er verder geen enkele wedstrijd gespeeld wordt (de interlands werden op vrijdag/zaterdag en dinsdag afgewerkt)? En ten tweede: waarom dan tóch die wedstrijden op verschillende tijdstippen laten aanvangen? Kun je op zondagavond nog op en neer naar Velsen.

28) We krijgen langzamerhand medestanders uit de gevestigde media aan onze zijde. Sjoerd Mossou, AD-columnist, velde op 13 november een vernietigend oordeel in de column 'Zelfs Sierd de Vos kan de Jupiler League niet redden':
De steevast 'koekoek'-roepende commentator strooit met kostelijke anekdotes, dwarse observaties en absurde feiten, maar de werkelijkheid is hard: 'Maandagavond keken precies 92 mensen in het Jan Louwers Stadion naar de wedstrijd tussen Jong PSV en MVV. Zestig vaders, moeders, ooms en tantes hadden een kaartje gekocht. Vijfentwintig die-hards uit Maastricht bevolkten het uitvak - en op de perstribune zaten zeven journalisten, wanhopig naar hun vrouw sms'end dat ze bijna naar huis kwamen.
De totale recette van de wedstrijd, zo twitterde Rik Elfrink van het Eindhovens Dagblad maandag, bedroeg exact 325 euro. De entreekaartjes waren in de aanbieding die avond.
Het is het failliet van de Jupiler League in één alleszeggende rekensom gevangen. Steeds wanneer Marcel Brands of Joop Munsterman u uitlegt dat de nieuwe opzet van onze eerste divisie heus heel goed is voor "de weerstand van jonge spelers", hoeft u alleen de recette van Jong PSV-MVV maar te onthouden (325 euro). Daarna schakelt u vlug over naar een andere zender.'
Mossou is ongemeen hard in zijn bewoordingen: 'De zogenoemde Jupiler League 2.0 is een farce van onvoorstelbare omvang geworden. Toeschouwers blijven massaal weg, de kijkcijfers zijn ontluisterend en de competitievervalsing is zo flagrant, dat ze er in Kazachstan, Oezbekistan of Thailand schande van zouden spreken. [...] Uiteraard, ook ik snap best dat het in de oude Jupiler League ook geen feest was. Er moest iets veranderen. Logisch. Prima. Maar over dit plan is zó slecht nagedacht, dat ik voorstel om de bedenkers met terugwerkende kracht aan een alcohol- en drugscontrole te onderwerpen.' Daar is geen woord Chinees bij.
Ook Johan Derksen ging los in zijn VI-column van 20 november, getiteld 'Bobo's verkrachten de Jupiler League': 'Paniekvoetbal is er de oorzaak van dat de Jupiler League een gedrocht van een competitie is, waar de serieuze clubs [...] de dupe van worden.' Niemand neemt de League nog serieus, zij is verworden tot 'een lachwekkende competitie, die op een regenachtige namiddag in een achterkamertje in Zeist tussen neus en lippen door even werd bedacht. De knieval voor Ajax, PSV en FC Twente die louter profiteren, was ongepast. Er moet een natuurlijke doorstroming komen tussen de Jupiler League en de Topklasse, maar zodra er iets onverwachts gebeurt, raken de bobo's in Zeist meteen in paniek en schieten ze vervolgens met een ongeloofwaardige pilot hun doel voorbij. En niemand roept deze competitieverkrachters tot de orde - behalve "Zoggel", waar maandelijks een nieuw hoofdstuk van het steeds dikker wordende zwartboek wordt gepubliceerd.'
Dat laatste stond er natuurlijk niet, maar enfin.

29) Jong PSV vierde op 22 november feest. De beloften van Darije Kalezic kregen de Bronzen Stier voor het winnen van de tweede periode. Ook in Rotterdam werd de champagne naar verluidt ontkurkt. Sparta verdiende namelijk een ticket voor de nacompetitie, want daar mag Jong PSV als spek-en-bonen-team niet aan deelnemen.
Een idiote gang van zaken. Jong PSV won die periode helemaal niet, dat was FC Dordrecht. De Bronzen Stier had dus naar de Krommedijk gemoeten. De beloning voor het winnen van een periode is een ticket voor de nacompetitie, maar dat had Dordrecht al gekregen voor het winnen van de eerste periode. Je kunt er dan over discussiëren of het ticket doorschuift naar de nummer twee van de periode of dat de eindrangschikking aan het eind van het seizoen bepalend is. Wij zouden zeggen: het tweede natuurlijk, want nu wordt het team beloond dat toevallig in de tweede periode tweede wordt. De nummer 2 uit de eerste periode (Willem II) heeft het nakijken. Maar dat was in de oude opzet ook al zo.
Dat nu echter de nummer 3 van de tweede periode een ticket krijgt, is de waanzin ten top. Het toont maar weer eens aan tot wat voor buitensporigheden de non-competitiviteit van de beloftenteams kan leiden.

30) Stef de Bont hield voor VI (27 november) een enquête onder de spelers van de Jupiler League-clubs over de nieuwe competitieopzet. Enkele resultaten: 52,6% is tegen de deelname van de beloftenteams, 57% als we de spelers van de beloftenteams zelf niet meetellen. (Opvallende noot: 'één beloftenspeler vond het niet goed dat beloftenteams meededen'.) Maar liefst 85,7% vindt dat er sprake is van competitievervalsing, exclusief de beloften zelfs 87% (!). 64,3% wil weer één vaste speeldag, 57,1% is tegen zaterdagmiddag half vijf.
De KNVB mocht bij monde van directeur betaald voetbal Bert van Oostveen reageren: 'Onder druk zijn er een aantal weeffoutjes ontstaan.' Spreken van competitievervalsing vindt Oostveen storend: 'Er is pas sprake van competitievervalsing als je tijdens het spel de regels aanpast', vindt hij. Onzin natuurlijk. Er is ook sprake van competitievervalsing als niet voor iedere deelnemer aan het spel dezelfde spelregels gelden.

31) Vast aandachtspunt hier: Jong Ajax op weg naar de Honderd. De Bont meldde dat al 51 verschillende spelers voor Jong Ajax zijn uitgekomen, maar onze consciëntieuze telling houdt het op 50. Overigens geeft het Wikipedia-lemma 'Jong Ajax in het seizoen 2013/14' maar 48 namen, maar daar ontbreken twee spelers die inmiddels voor andere clubs uitkomen maar wel al minuten hadden gemaakt in Jong Ajax, te weten Sven Nieuwpoort (Almere) en Joeri de Kamps (Heerenveen). Saillant detail: in de officiële 25-koppige selectie van Jong Ajax zitten drie spelers nog op 0 speelminuten staan.

32) Na maandag is de heenronde voltooid en hebben alle teams 19 duels gespeeld. Een goede gelegenheid om weer eens een update van de tv-registratie-statistiek te geven.
Ons klaagschrift is niet helemaal aan dovemansoren gericht, zo blijkt. In september wezen we erop dat in de eerste 8 speelronden alle duels van Jong PSV live te zien waren geweest. Als FOX zich kritiek een keer aantrekt, dan wordt er klaarblijkelijk meteen rücksichtslos ingegrepen, want sindsdien is Jong PSV nooit meer live te bewonderen geweest. De camera's zijn verhuisd naar De Toekomst, want inclusief de wedstrijd morgenavond tegen Almere City is Jong Ajax het vaakst live op tv geweest: 11 van de 19 competitierondes.
Het totale overzicht: 11 keer live: Jong Ajax; 10 keer: Sparta, Willem II; 8 keer: Jong PSV, FC Dordrecht; 6 keer: Helmond Sport; 5 keer: De Graafschap, MVV; 4 keer: Jong FC Twente, Fortuna Sittard, VVV, Telstar; 3 keer: FC Emmen, Achilles '29, Excelsior, FC Den Bosch, FC Oss,  FC Volendam, FC Eindhoven; 2 keer: Almere City

33) Mossou schreef ook nog: 'De supporters van mooie traditieclubs als Sparta, Willem II, De Graafschap en MVV protesteerden zich al een ongeluk, maar ze stuiten op arrogantie, starheid en desinteresse. "Football without the fans is nothing," zei Celtic-manager Jock Stein ooit, maar in de Jupiler League 2.0 worden voetbalsupporters belachelijk gemaakt waar ze bij staan.'
De tot op heden fraaiste protestuiting was het hijsdoek dat de KingSide van Willem II voorafgaand aan de thuiswedstrijd tegen Jong FC Twente (22 november; 1-2) toonde: 'Cultclubs onder de grond voor de lievelingetjes van de bond':

P1070770