maandag 16 december 2013

Fenomenologie van de koopzondagse mens

De evolutietheorie gaat ervan uit dat de meest intelligente 
soort overleeft. Nou, dan moet je eens op koopzondag in 
de binnenstad gaan kijken. Dan zie je opeens het verschil 
tussen de evolutietheorie en de evolutiepraktijk...
(Theo Maassen)

Nu ook het traditioneel katholieke zuiden voor de jarenlange campagne van de goddeloze parlementariërs die zich de Democraten van het jaar 66 noemen is gezwicht en het voortaan elke zondag koopzondag is, zien wij de gehersenspoelde horden wekelijks hutje-mutje en voetje voor voetje door onze gekwelde historische binnensteden schuifelen, op zoek naar nog een veertiende en vijftiende paar schoene.

Geestelijke bezinning en reflectie delven het onderspit tegen ongebreideld materialisme en hebzucht. Een fenomeen even fascinerend als beangstigend. De door strenge ballotage verkozen leden van HET FENOMENOLOGISCH GENOOTSCHAP zijn daarom weer bij elkaar geroepen: Fenomenologen in den lande, verenigt u! klonk het wijd en zijd.

Zij hebben na degelijk en zorgvuldig veldwerk een kernaspect van de problematiek van de koopzondagse mens in kaart gebracht, alsmede enige aanbevelingen opgesteld. De portee van de problematiek luidt: De koopzondagse mens kan kopen, maar slechts weinigen kunnen lopen.

Uit het Rapport:
"Wij menen de massa koopzondagse mensen te moeten beschouwen als verkeersdeelnemers in een niet aflatend drukke verkeersstroom. Zij begeven zich immers op de openbare weg. In dat licht constateren wij een aantal ernstige gebreken in het loopgedrag van de koopzondagse mens, die wij hieronder per type opsommen naar analogie van de automobilist:
1) De doelloosheid: per auto begeeft men zich in de regel de weg op met een duidelijk reisdoel en meestentijds ook een duidelijk idee van de route naar dat doel toe voor ogen. De koopzondagse mens echter zwerft richtingloos door de straten, links en rechts speurend naar het paradijs. Hij is als een automobilist in een drukke straat die naar een niet-bestaand huisnummer zoekt.
2) De tempowisselingen: het looptempo van de koopzondagse mens is onderhevig aan de meest onvoorspelbare tempowisselingen, terwijl zijn standaardtempo dat van een reumatieke schildpad is. De koopzondagse mens is als een automobilist die dertig rijdt op de snelweg.
3) Het stoppen-en-optrekken: soms houdt de koopzondagse mens even halt. Bijvoorbeeld om enige woorden over 'schoene' uit te spreken in de richting van zijn koopzondagse medemens. Niet zelden komt het voor dat hij zijn gesjok hervat, juist op het moment dat een tussen het koopzondagse volk verzeild geraakt persoon, onderweg naar kerk, natuurgebied, museum of ontspanningsvereniging, hem inhaalt. Deze persoon wordt hierdoor gedwongen zich tegen de looprichting in te blijven bewegen, wat levensgevaarlijke situaties kan veroorzaken. Deze koopzondagse mens is als een automobilist die extra gas geeft wanneer hij wordt ingehaald.
4) Het stilstaan: leden van het genootschap rapporteren ook ernstiger gevallen van stilstaan: de koopzondagse mens die volledig en langdurig stilstaat in de mensenmassa. Schrijnendste geval: na het verlaten van een winkel pontificaal voor de ingang op zijn elf en dertigst gaan staan dubben waar nu heen. De koopzondagse mens is als een automobilist die een kruispunt op rijdt en dan nog moet beslissen rechtdoor, rechtsaf dan wel linksaf te slaan.
5) Het gooi-en-smijtwerk: als gevolg van het filelopen dat koopzondags binnenstadbezoek in de praktijk is, wordt de koopzondagse mens gedwongen tot het bevechten, behouden en betwisten van zijn positie in de massa: koopzondag is een survival of the fittest. Dit leidt steevast tot gooi-en-smijtwerk, bots-en-beukgedrag en duw-en-trek-situaties. De koopzondagse mens is als een afsnijder in een snelwegfile.  
[...]"

Aanbeveling 1: een loopbewijs
"Teneinde bovenstaande hinder terug te dringen pleiten wij voor een LOOPBEWIJS, naar analogie met het rijbewijs en - mutatis mutandis - het fietsdiploma. Natuurlijk, men leert het lopen op natuurlijke wijze, maar zulks geldt tevens voor het fietsen en het autorijden: na enig vallen en opstaan verwerft men op redelijk korte termijn de basiscapaciteiten van het zich voortbewegen per rijwiel respectievelijk het besturen van een automobiel. Maar de grote opgave is leren hoe zich in het verkeer te gedragen. Daartoe legt men een fietsexamen af in de vijfde of zesde klas (thans geheten groep 7 en 8) en later een autorijexamen, mogelijk zodra men de leeftijd der volwassenen heeft bereikt. Bij beide gelegenheden is het voortbewegen van het voertuig reeds gesneden koek; het examineren geschiedt vooral met het oog op het vlot, veilig en verantwoord deel uitmaken van het drukke verkeer. In dat licht is het wonderlijk dat men niet op vergelijkbare wijze geëxamineerd wordt op het lopen in en met mensenmassa's."
Aanbeveling 2: pelotonlopen
"Voorts adviseren wij wielrenners met hardnekkige pelotonangst zich in het pelotonrijden te bekwamen middels een intensief programma pelotonlopen in een massa koopzondagse mensen. Immers, in zo'n massa is het een uitdaging om te blijven lopen zonder snelheid te verliezen, zonder ingehaald te worden, ja zelfs om niet in de spreekwoordelijke remmen te moeten knijpen. Steeds is het zaak het juiste gaatje te herkennen om bliksemsnel in te duiken, terwijl links en rechts kwakken worden uitgedeeld en het serieuze ellebogenwerk een onmisbare vaardigheid blijkt. Laat onze Robert Gesink een paar dagen per jaar koopzondags pelotonlopen en hij zal er in juli nooit meer bij liggen als de helft van het peloton naar het asfalt gaat."

Het GENOOTSCHAP wil tot slot de urgentie van zijn rapport onderstrepen met een liedtekst van het door één zijner leden zeer gewaardeerde variétégezelschap "De Vliegende Panters":

De normen zijn verdwenen, de waarden zijn vervaagd.
Op zondag naar de winkel, dat is toch godgeklaagd!
Wij zeggen u: de mensheid, die graaft zijn eigen graf.
De wereld is een tijdbom, en die gaat bijna af.
En vraagt u nu aan ons: hoe kon het zo ontaarden?
Da's de teloorgang van de christelijke waarden.

AMEN

Geen opmerkingen: