zondag 30 januari 2011

Jolande Sap en de achterban

GroenLinks afficheert zich vaak als de absolute tegenpool van de PVV. De partij zou in alles een tegenwicht bieden aan het populisme van Wilders en de zijnen. Tot nog toe was daar weinig van te merken, maar juist nu laat Jolande Sap zien dat de theorie ook in praktijk gebracht kan worden.

De kersverse fractieleider is de laatste dagen flink onder vuur komen te liggen vanuit de eigen achterban. Haar besluit om na lang wikken en wegen in te stemmen met een nieuwe opdracht in Afghanistan en zo het kabinet aan een meerderheid te helpen inzake dit dossier, wordt door het grootste deel van de GroenLinksers niet gesteund. Een paar honderd leden hebben zelfs hun partijkaart ingeleverd. Sap lijkt zich dus al onmogelijk te hebben gemaakt voor ze goed en wel op weg is. Toch meen ik dat Jolande Sap een pluim verdient, en wel om twee redenen die beide iets te maken hebben met waar de partij voor zegt te staan.

Ten eerste houdt Sap vast aan een eerder ingenomen partijstandpunt. Onder Femke Halsema diende GroenLinks immers samen met D66 in april vorig jaar het voorstel in voor een politiemissie. Daar werd toen een politieke strategie achter gezocht: GroenLinks zou hebben willen laten zien dat het bereid was concessies te doen om mee te mogen regeren in een volgend kabinet.

Helaas, het bleek niet voldoende om daadwerkelijk in de coalitie te belanden. Dat de partij nu toch vasthoudt aan een eerder ingenomen standpunt is moedig. Wilders riep voorafgaand aan de verkiezingen dat de verhoging van de AOW-leeftijd een breekpunt was, maar de stemmen waren nog niet geteld of hij liet dit punt al vallen om maar mee te mogen doen. De motie van GroenLinks is niet eens beloond met regeringsdeelname en tóch laat Sap het voorstel niet vallen. Geen strategie dus, maar een politiek idee op basis van argumenten en overtuiging.

Een tweede reden heeft te maken met 'democratie' en 'populisme' en wat tegenwoordig onder die begrippen wordt verstaan. De PVV vaart blind op het kompas van de volksmening. Wat de mensen willen, dat moet in Den Haag gebeuren. Als Sap nu was gezwicht voor het rumoer en de gevoelens van onvrede, dan had GroenLinks de manier van politiek bedrijven van de PVV vervaarlijk dicht genaderd. Bovendien is het dus niet zo dat GroenLinks nu ineens een standpunt inneemt dat honderdtachtig graden verschilt van hoe men er vóór de verkiezingen over dacht. Wie op GroenLinks heeft gestemd in juni mag verondersteld worden op de hoogte te zijn geweest van de ideeën van de partij over een eventuele vervolgmissie.

Sap zegt goed te hebben geluisterd naar de achterban en de bezwaren van tegenstanders zeer serieus te nemen. Ze zal echter ook ingezien hebben dat de hardste schreeuwers uit de hoek van het activisme komen, zie Sietse Bosgra. Daarnaast bestaat een groot deel van de GroenLinks-achterban uit linkse intellectuelen bij wie de tegenstem eerder voortkomt uit een principieel en virulent anti-amerikanisme dan uit kennis van de specifieke materie. Klagers die zeggen terug te verlangen naar Femke Halsema slaan al helemaal de plank mis, aangezien het hele idee van een politiemissie dus uit de koker van Halsema kwam.

Jolande Sap komt simpelweg na wat haar partij voor de verkiezingen beloofd heeft. In een politiek klimaat van gedraai en gekonkel, van breekpunten die niets waard blijken en van machtspolitiek is die democratische helderheid en eerlijkheid heel wat waard. GroenLinks is niet mijn partij, maar die Jolande Sap mag ik wel.

zaterdag 29 januari 2011

Zeven dagen lang (49)

23 t/m 29 januari

ZONDAG Citaat van de week
'Voor het duel met JVC Cuijk, onze slechtste wedstrijd van het seizoen, kwam jij naar me toe met de vraag of het trucje van Kraay na al die jaren niet een keer was uitgewerkt. En of zowel de club als ik niet toe was aan wat anders. Maar ik doe geen trucje, ik werk toch niet met kikkers?!'
(Hans Kraay jr;, trainer van FC Lienden, in Voetbal International nr.3)

MAANDAG Bonestaak T.
Volgens De Pers noemt The Sun de van moord verdachte Nederlander Vincent T. een bonestaak: 'ze weet ook te melden dat de man 6 feet en 4 inches lang is (1,93 meter). Ze noemen hem daarom een "bonestaak".'
The Sun heeft het inderdaad over 'beanpole'. Maar De Pers kopt heel subtiel 'Bonestaak T.', wat toch onmiddellijk doet denken aan 'T-bone steak'. Een koteletje dus.

DINSDAG PvdA
Vanuit de partij groeit de kritiek op de rol van Job Cohen in de oppositie, meldt EenVandaag. Wat een verrassing dat een seconde later de snaakse tronie van Willem Vermeend in beeld komt...

WOENSDAG Juist
'Er is niets geheimzinnigs aan een bos. Stille huizen kunnen angstaanjagend zijn, maar een bos is het nooit. Het laat ons onze gang gaan.'
(A. Alberts, 'De herfst van het heimwee')

DONDERDAG Ries (2)
Richard de Mos wil af van de gehate combiregeling in het betaalde voetbal. Ook die zou met de Voetbalwet overbodig geworden zijn.
Parbleu! Alweer een uitstekend politiek idee van Richard. Wat is er toch met die jongen aan de hand?

VRIJDAG Ik kop hem zelf maar even in
En inderdaad ook weer een goede voetbalgerelateerde beslissing van een De Mos. Krankzinnige tijden.

ZATERDAG Finale Australian Open vrouwen
Na Li: een Chinese met een grote tatoeage boven haar tiet die bovendien een grote bek heeft tegen de umpire ('Don't tell me how to play tennis!').
Ik weet niet wat ik meemaak...

donderdag 27 januari 2011

Getuigen

Minister Opstelten wil af van de verjaringstermijn voor zware misdrijven. Nu kunnen daders nog vrijuit spreken over hun misdaad wanneer die termijn is verstreken, of zelfs erover pochen, zoals laatst het geval was met de RaRa-terrorist Roemersma. Opstelten heeft een wetsvoorstel ingediend om hier een einde aan te maken.

Tegenstanders voeren als belangrijkste bezwaar aan dat getuigenverklaringen decennia na dato niet meer betrouwbaar zijn. Dit is geen sterk argument. Getuigenverklaringen zijn namelijk per definitie onbetrouwbaar. In hun onvolprezen, als wetenschapsquiz vermomde cabaretprogramma Onder de tram voerden Joep van Deudekom en Rob Urgert ooit een fameus experiment uit op dit gebied.



Schrik, chaos en onverwachte gebeurtenissen zorgen altijd voor een vertekende waarneming. Urgert merkt terecht op dat bij elke moordzaak de vraag naar de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen zich aandient. Daar zou ik nog aan toe willen voegen dat de werkelijkheid vaak zo ongeloofwaardig of bizar is dat niemand je zal geloven als je vertelt wat je hebt gezien of meegemaakt.

Een voorbeeld uit eigen ondervinding. Ooit, lang geleden, fietste ik in het holst van de nacht naar huis. Ik was in gezelschap van mijn broer en enkele vrienden. Het was carnaval en we waren ergens op stap geweest. We kwamen uit de richting van Rosmalen en om Maliskamp, ons aller woonplaats, te bereiken moest je toen nog het kruispunt over de A59 oversteken. Tegenwoordig ligt er een rotonde en gaat de snelweg er netjes onderdoor, maar toen regelden stoplichten nog alle verkeer.

We hadden groen licht en staken de goeddeels lege snelweg over. Plots kwam er echter een auto op ons af. Die had in volle vaart door het rode licht willen rijden, in de veronderstelling dat er op dit late uur toch geen kruisend verkeer zou zijn. Maar daar waren wij ineens. De auto moest vol in de remmen. Niet eens geschrokken, eerder verbaasd, keken we naar binnen. Vier jonge Aziaten - type India, Sri Lanka - keken ons aan, niet verbaasd, eerder geschrokken. Toen we voorbij waren trok de auto langzaam op, schuldbewust, nu wel nadat het licht op groen was gegaan.

Een dag later, nog steeds carnaval. Zelfde route, zelfde kruispunt, zelfde stoplichten. Groen, we staken traag de snelweg over. Net toen ik aan het voorval van de nacht ervoor dacht, kwam er een auto op topsnelheid op ons af. Ook deze auto moest vol in de remmen. We keken naar binnen, verbaasd, en ontwaarden daar vier jongemannen. Het waren dezelfde Indiërs. We keken elkaar aan en begonnen langzaam te lachen. In de auto gebeurde hetzelfde. Dit was te dol voor woorden.

Twee nachten achtereen om tien voor half vier op een haar na van je fiets gereden worden door vier Indiërs op een verlaten kruising. Het is echt gebeurd, maar als ik erover zou lezen zou ik er geen snars van geloven. Het is je reinste Groundhog Day.

dinsdag 25 januari 2011

P.F. Thomése - De weldoener

P.F. Thomése - De weldoener. Contact, 2010, 349 blz.

Thomése houdt wel van een uitdaging. Na twee succesvolle wervelwinden van romans gooit hij het met De weldoener over een andere boeg. De vaart van de tijdskritische zedenschets Vladiwostok! en de hilarische road novel J. Kessels: The Novel heeft plaatsgemaakt voor een meer omstandige en zoekende verteltrant.

In De weldoener volgen we de Haarlemse stadskoordirigent Sierk Wolffensberger (artiestennaam van Theo Kiers). Sierk is een man die zichzelf geweldig vindt en de mensen uit zijn directe omgeving minderwaardig. In een nis van de kerk waar hij zijn compositie 'Duisternissen' mag gaan opvoeren vindt hij een meisje dat een overdosis pillen heeft genomen. Sierk haalt haar terug uit de dood en besluit er met deze 'Beertje' vandoor te gaan, in de waan een grootse weldaad te verrichten door dit meisje te redden en zijn oude leven vaarwel te zeggen, zoals het een ware romantische kunstenaar betaamt.

Beertje blijkt echter de dochter van zijn grootste concurrent en bovendien het vriendinnetje van zijn zoon. Sierk heeft het allemaal niet door, verstrikt als hij is in zijn turbulente en bij vlagen hoogst verwarde geest. Alles wordt verteld door een veelwetende verteller die zeer omstandig het gedachteleven van de hoofdpersoon uiteenzet. Dat levert helaas net iets te vaak zinnen op als deze: 'Zijn schuldbesef maalt door zijn kop, schuld die onschuld wordt dankzij de liefde die groter is dan de benauwenis van zijn geweten.' Ook de vele beschouwingen over muziek en de vreemde middensectie, waarin opeens het perspectief komt te liggen bij de ouders van Beertje en de vrouw van Sierk, werken eerder verstorend dan verrijkend.

De apotheose in het laatste hoofdstuk van de roman is als dramatische ontknoping bijzonder geslaagd. Toch is Sierk in de ruim driehonderd bladzijden daarvoor nauwelijks gaan leven. Het is moeilijk de vinger te leggen op waar dat aan ligt. Sierk is een tragische figuur die ten onder gaat aan zijn onvermogen met zichzelf en zijn omgeving op één lijn te komen. In die zin vertoont hij sterke overeenkomsten met de personages uit Zuidland, Thoméses debuut uit 1990. Die waren echter doordrongen van een besef van overbodigheid en vergeefsheid, terwijl de onsympathieke Sierk gespeend is van elke zelfkritiek en bescheidenheid.

De weldoener staat in die zin tussen Zuidland en J.Kessels in. Het heeft de serieuze thematiek van Zuidland, maar mist de ingetogenheid van dat boek. Die is vervangen door de bombast en uitgesproken toon die we kennen uit J. Kessels - getuige ook een typering als 'de net iets te bruin gebakken imitatievrouw', die reminiscenties oproept aan de 'knetterhete frituurspetter' uit Kessels. De kolderieke en hilarische scènes die dat werk kenmerken zijn dan weer achterwege gelaten in De weldoener. Het lijkt er dus op dat Thomése heeft gezocht naar een synthese. Daarin is hij slechts gedeeltelijk geslaagd. Het vakmanschap spat van elke pagina af, maar de vonk bleef dit keer achterwege. Zoals Mulisch ooit over zijn eigen roman De diamant zei: 'Het is te veel talent en te weinig nog iets anders.'

*****

zaterdag 22 januari 2011

Zeven dagen lang (48)

16 t/m 22 januari

ZONDAG Hofland
Ik heb her en der wat kritiek gehad op mijn keuze Martin Bosma's De schijn-élite van de valse munters op te nemen in het jaaroverzicht onder 'De boeken'. Opvallend is dat juist de mensen die kritiek hebben het boek niet gelezen blijken te hebben. Je hoeft het bovendien niet met de strekking eens te zijn om een boek toch boeiend te vinden.
Henk Hofland vond het ook een interessant boek. In Vrij Nederland:Die man is een bezetene. Laatst stond hij in de Volkskrant en ook daar galmde het: links heeft ‘t allemaal gedaan! Links! Links! Een slimme, interessante demagoog.’

MAANDAG Int. trein, 1ste klas
Na Guus Dam en de notaris uit Zwartboek weer een echte acteur gespot: Pierre Bokma!

DINSDAG Soms is elk commentaar zinloos
'Ruud Gullit trainer in Tsjetsjenië' (NOS Teletekst)

WOENSDAG Uw account
'Rekening zou worden uitgeschakeld alleen als account eigenaar weigert rekening te houden met revalideren binnen 48 uur na ontvangst van deze waarschuwing.
Te resetten en vriendelijk op de Microsoft Login onderstaande pagina opnieuw te valideren.'
Altijd lachen, die spam.

DONDERDAG Succesvolle vrouwen
Kluun heeft een 'boektrailer' gemaakt voor zijn nieuwe roman Haantjes: CHECK. Dramatisch, in meerdere opzichten.

VRIJDAG Spandoeken
'Halbe zool', 'Halbe gare'. Makkelijk schieten voor de studenten, zo'n naam.

ZATERDAG Zielig
Feyenoord - De Graafschap 0-1.

woensdag 19 januari 2011

Lelijke boektitels

Vorig jaar signaleerde ik dat enkele Vlaamse auteurs hun nieuwste roman een wel heel lange en lelijke titel hadden gegeven. Tom Naegels kwam met Beleg, of hoe mijn lief mij bedroog met een Masaï, en hoe dat ons huwelijk in gevaar bracht. Ivo Victoria ging daar nog eens vlotjes overheen met Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt). Toch zijn ook korte titels soms een gruwel. Zoggel presenteert tien (plus één) lelijke Nederlandstalige boektitels. Na lang beraad en zonder nuance. Titels die een grote afkeer oproepen, die allesbehalve uitnodigen tot lezen, die soms zelfs een nare jeuk veroorzaken, ergens in een hoekje van het brein.

Surrogaten voor Murk Tuinstra (S. Vestdijk)
Op het tweede deel van zijn Anton Wachter-cyclus plakte Simon Vestdijk deze afgrijselijke titel. Antons boezemvriend Murk Tuinstra verhuist van Lahringen naar Amsterdam en Anton moet op zoek naar nieuwe makkers. Opvolgers, vervangers. En daar wordt dan de term 'surrogaten' voor gebruikt. De naam 'Murk Tuinstra' blinkt al niet uit in schoonheid, maar om de nieuwe kameraden nu 'surrogaten' te noemen is wel het toppunt. Het gaat hier om vrienden, om menselijke wezens. Dit lijkt eerder een term uit het curriculum levensmiddelentechnologie.

De ingebeelde zieke (Molière)
Deze titel heb ik nooit begrepen. Volgens mij zit er ook een fout in. Kijk, je kunt hypochonder zijn. Dan beeld je je in dat je ziek bent. Dat is dan een ingebeelde ziekte. Met een 't' dus. Iemand die zich inbeeldt ziek te zijn, is echter niet een 'ingebeelde zieke' te noemen, want dat zou iemand zijn, een ziek iemand, die door iemand anders 'ingebeeld' wordt. Dat zou in principe nog wel het geval kunnen zijn. Ik ken het stuk niet, maar uit samenvattingen blijkt evenwel dat het hier toch echt om iemand gaat die zich inbeeldt ziek te zijn. Zit er dan een fout in de vertaling? Nee, ook dat lijkt niet het geval. Het origineel is Le Malade imaginaire getiteld, en niet Le Maladie imaginaire. Curieus...

Wij (Elvis Peeters, Jeroen Olyslaegers)
Hebben de Vlamingen uit de inleiding hun roman een ellenlange titel gegeven, twee collega's kozen voor de ultrakorte variant. Zowel Elvis Peeters als Jeroen Olyslaegers bracht in 2009 een roman uit met de titel Wij. Nogal ongelukkig, twee keer dezelfde titel. Marketingdeskundigen hebben daar ongetwijfeld iets op tegen. Overigens verscheen er niet veel later ook een roman met de titel Jij. Mance ter Andere heet de schrijver, of schrijfster. Die naam zou in een lijst met lelijke schrijversnamen dan weer niet misstaan.

Jij die mij ik maakt (Huub Oosterhuis)
'De copywriter van de Firma Christus & Co., de psalmberijmer, de liturgievernieuwer, de half-linkse paap, de pastoor in spijkerpak', zo schilderde Gerrit Komrij ooit het portret van Huub Oosterhuis. Tegenwoordig combineert de pastoor zijn casual christendom met het staatssocialisme van de SP, voor welke partij hij regelmatig de functie van roeptoeter vervult. 'De meest gelezen dichter van Nederland' heette het stuk van Komrij uit 1978 waarin hij bovenstaande woorden schreef. Ruim dertig jaar later is die titel nog steeds actueel. Vorig jaar prijkte immers wekenlang de nieuwste bundel van Oosterhuis op de bestsellerslijst tussen Noort, Kluun en Siebelink. Jij die mij ik maakt heette het tuiltje poezij. Hopelijk kreeg je er gratis een teiltje bij.

De Econome (Allard Schröder)
Van Allard Schröder heb ik nog nooit iets gelezen. Toch heb ik een bepaald beeld van deze auteur, grotendeels gebaseerd op zijn boektitels. De muziek van zwarte toetsen, Het pak van Kleindienst, De hydrograaf, De Econome. Het zijn alle wat pedant aandoende titels. Neem de laatstgenoemde. Je ziet de auteur wroeten op een boektitel. Een econoom, die hebben we nog niet gehad. Maken we daar een vrouwelijke van, dat staat veel sjieker, euh.. chiquer. En al die bepaalde lidwoorden. Je krijgt onwillekeurig heimwee naar de naturalisten met hun bescheidener titels als Een huwelijk, Een liefde, Een zwakke, et cetera.

De vanger in het graan (J.D. Salinger)
Salinger's klassieker The Catcher in the Rye in Nederlandse vertaling gebruik ik maar even als pars pro toto voor een groter fenomeen: de prachtige, welluidende Engelse titel die vertaald in het Nederlands plotsklaps een lompe en lelijke indruk maakt. Woeste hoogten. Hart der duisternis. Vervreemding speelt ook een rol, net als bij songteksten die je voor jezelf vertaalt, waarna blijkt dat je al die tijd slappe thee voor hemelse nectar hebt gehouden. Heer der vliegen. Terwijl ik al heenging. Heerlijke nieuwe wereld. Bah.

Zoeken naar Eileen W. (Leon de Winter)
Zijn Engelse titels die in het Nederlands vertaald zijn al geen pretje, nog erger is misschien de combinatie. Leon de Winter brak ooit door met Zoeken naar Eileen W., een titel waarmee op het oog weinig mis is. Als lezer probeer je echter altijd op de een of andere manier de woorden en de zinnen uit te spreken, al is het maar in jezelf, en dan levert 'Eileen W.' problemen op. Eileen is een Noord-Ierse, dus eigenlijk moet je Eileen Double-U zeggen. Maar dat loopt voor geen meter. Eileen Wee is dan weer zo tussen wal en schip. Blijft jeuken, deze titel.

Art. 285b en Via Cappello 23 (Christiaan Weijts)
Het grootste talent van de vaderlandse letteren is naar mijn mening Christiaan Weijts. Zijn eerste roman was veelbelovend, de tweede is zelfs een meesterwerk. En toch heb ik elke keer weer moeite mij de exacte titels te herinneren. Dat zit hem natuurlijk in die getallen. Zelfs nu ik dit bericht typ heb ik het huisnummer van de Cappellostraat weer even moeten checken. Weijts leek even een gimmick te pakken te hebben - ook omdat in Art. 285b zelfs alle hoofdstuktitels een cijfer bevatten -, maar gelukkig draagt zijn derde boek, een novelle, de titel De etaleur. Dat is al wat meer Allard Schröder.

Dr. Dumay verliest (Menno ter Braak)
Deze roman van de grote intellectueel uit het interbellum heeft de titel van de eerste de beste driestuiverroman. Of van weer nieuw deeltje uit een stripreeks. Dr. Dumay gaat varen. Dr. Dumay op avontuur. En dat terwijl Ter Braak zoveel mooie titels voor zijn geschriften wist te bedenken: Het carnaval der burgers, Politicus zonder partij, Démasqué der schoonheid. Prachtige krachtige titels. Daar steekt Doctor Dumay wel heel schril bij af.

Hoi, leuk dat je mijn profiel bekijkt! (Martin Brester)
Na de chicklit schijnt er tegenwoordig ook een variant voor kerels te bestaan, ladlit genoemd. Luchtig, vlot, lichtvoetig. Het debuut van Martin Brester wordt tot dit genre gerekend. De wereld van het internetdaten is het thema van de roman. Prima, maar moet dat dan zo pontificaal en puberaal in de titel? Dat de titel van een luchtig boek ook vederlicht moet zijn, begrijp ik, maar je kunt ook doorslaan. Overigens is het qua ladlit nog wachten op de tegenhangers van de chicklittitels. De vrouwenketser. Berry Jansens dagboek. Komt een man bij de fysio.

(In de comments gaarne uw favoriete lelijke boektitel!)

maandag 17 januari 2011

Mark Rutte en de hardwerkende Nederlander

Femke Halsema liet de voorbije maanden te pas en te onpas weten dat ze Mark Rutte een verbetering vond ten opzichte van Balkenende. Van de nieuwe premier kreeg ze tenminste antwoorden op haar vragen en hij sprak daarbij duidelijke taal. Na acht jaar het wollige discours van Balkenende een ware verademing.

Vriend en vijand prijzen Rutte om zijn verbale kwaliteiten. Hij is iemand die zijn product aardig weet te verkopen. Dat is niet zo gek, aangezien de vlotte babbel in de mediacratie een machtig wapen is. Rutte hapert niet, geeft snel en met overtuiging antwoord en omzeilt lastige vragen met speels gemak.

Gisteren stond hij voor zijn meesterproef. In Buitenhof vond Rutte Clairy Polak tegenover zich, de koningin van het interview. Een uur lang werd de minister-president ondervraagd over de eerste honderd dagen van zijn kabinet en zeker ook over alle dagen die nog moeten volgen. Het eerste halfuur hield Rutte zich moeiteloos staande, maar na de pauze wist Polak hem dan eindelijk het vuur na aan de schenen te leggen. En dan blijkt al snel dat de volzinnen van de premier drijven op een zak lucht die makkelijk door te prikken is.

Een van Ruttes stokpaardjes is 'de hardwerkende Nederlander'. Daar draait alles om, die Nederlander zal maximaal profiteren van zijn beleid. Wie hoort er dan niet bij die groep hardwerkende Nederlanders, vroeg Polak terecht. Rutte had er geen pasklaar antwoord op. Dat zijn de mensen die niet hard werken, wist hij nog quasi-gevat te repliceren. Hij zal er ook niet gauw een inhoudelijk antwoord op kúnnen formuleren. Zijn hele beleid is er immers op gericht de economie te redden en de staatsschuld terug te dringen ten koste van de werkers.

Er zijn duizenden mensen met een uitkering die best aan het werk kunnen, meent Rutte. Akkoord, iedereen kent uit zijn omgeving wel de typische profiteur die niks mankeert en maximaal gebruikt maakt van de zwakke plekken van ons sociale stelsel. Het is goed dat men zich gaat inspannen deze mensen weer de handen uit de mouwen te doen steken. Maar wat heeft het voor zin met veel pijn en moeite mensen terug de arbeidsmarkt op te krijgen als aan de andere kant drie keer zoveel mensen hun baan noodgedwongen verliezen vanwege opgelegde saneringen en averechtse maatregelen?

Neem de boete voor langstudeerders. Wie meer dan een jaar langer over zijn studie doet moet een paar duizend euro bijleggen. Akkoord, een prima stimulans om er vaart achter te zetten en bovendien meer aansluitend bij de positie van studenten in omringende landen. Maar daar blijft het niet bij. Ook de onderwijsinstelling krijgt namelijk een boete opgelegd. Dat zal vanaf 2012 naar verwachting zo'n 2500 hardwerkende docenten en hoogleraren hun baan kosten. En we kennen allemaal het voorbeeld van de politie. Meer veiligheid is een speerpunt van Rutte. Er moesten dan ook 2500 agenten bij. Dat dan even later blijkt dat er door alle bezuinigingen en omscholingen ook 3000 hardwerkende agenten moeten verdwijnen, is een schrijnend voorbeeld van hoe de VVD tegen de economie aan kijkt.

In Buitenhof had Rutte nog zo'n doorzichtig voorbeeld. Dit kabinet gaat ervoor zorgen dat onze loonstrookjes eenvoudiger worden. Daarmee wordt flink bespaard op de belastingdienst, die met minder mensen af kan. Dat zijn wel weer een paar duizend 'hardwerkende Nederlanders' die door Rutte het harde werken worden ontzegd. Maar hij ziet alleen de economische besparing die het oplevert. De voorbeelden zijn legio. Rutte houdt ons een vette worst voor, maar achter onze rug gaat hij er met de halve voorraadkast vandoor.

Het is overigens wrang dat veel van de mensen die het zwaar krijgen onder Rutte hem juist in het zadel hebben geholpen. Vele arbeiders en middenstanders hebben VVD gestemd als 'beschaafd' alternatief voor de PVV, niet voldoende beseffend dat de VVD een partij voor de welgestelden is en blijft.

Geen wonder dat Femke Halsema moeite had haar bewondering voor Rutte te verbergen. De premier staat een liberale economische politiek voor die Halsema wel kon bekoren. Jammer alleen dat ze de mooie praatjes van Rutte verwarde met het heldere geluid van een charismatisch man. Geef mij dan maar Balkenende en Donner. Twee politici met het charisma van een paprika, maar wel de drijvende krachten achter de deeltijd-ww, om maar eens iets goeds van de vorige regering te noemen. Een maatregel die door zowel werkgever als werknemer positief ontvangen werd en die ervoor heeft gezorgd dat vele arbeiders nog steeds tot de categorie van de hardwerkende Nederlander behoren.

zaterdag 15 januari 2011

Zeven dagen lang (47)

9 t/m 15 januari

ZONDAG Monotoon genieten
Filmpje van de week. 'wp 51, backslash, dos...'

MAANDAG RIP
Richard 'Dick' Winters is overleden. De legendarische oorlogsheld die met zijn Easy Compagnie een belangrijk aandeel had in de bevrijding van zuidelijk Nederland werd 92 jaar. Goed dat hij nog zo oud heeft mogen worden.

DINSDAG Wakker
De nieuwe hopmannen van Wakker Nederland vonden het tot nu toe allemaal nog niet rechts genoeg. En dat Ochtendspits dan? Daar is het qua commentatoren altijd twee tegen een: twee rechtse politici tegen één linkse, twee rechtse journalisten tegen één van VN, etc.

WOENSDAG Caramba
Spanje is woedend dat Lionel Messi verkozen is tot wereldspeler van het jaar. Een speler van de wereldkampioen had met de eer moeten gaan strijken, vinden de Spanjaarden.
Tuurlijk, tien maanden non stop uitblinken weegt niet op tegen die met nipte 1-0 overwinningen bereikte wereldtitel...

DONDERDAG P&W
Haast onmerkbaar is Pauw & Witteman veranderd van een degelijk, wat braaf praatprogramma in een competitiestrijd tussen de beide presentatoren om wie de meeste snedige opmerkingen per aflevering weet te maken.

VRIJDAG VI
Eindelijk, Voetbal International is weer begonnen. Heerlijk weer elke week tweemaal anderhalf uur geoudehoer waar Johans zegen op rust.

ZATERDAG Bona fide
Sympathieke aanprijzing: 'Er bestaat naar mijn eigenzinnige, doch niet te schokken, overtuiging in de Nederlandse letterkunde geen treffender en geestiger beschrijving van de bonte denkwereld van een gezonde, bona fide jongen, dan Theo Thijssen in Kees de Jongen heeft gegeven.' (Carmiggelt over Kees de jongen)

vrijdag 14 januari 2011

Vergane glorie #11: Hans van Willigenburg

Naam: Hans van Willigenburg2
Functie: presentator/dichter(?)

De glorie
Je kunt veel van Jan Slagter zeggen, maar niet dat hij geen vakman is. In rap tempo heeft hij van bejaardenzender Omroep Max een vaste waarde gemaakt bij de Publieken. Oude, klassieke familieprogramma's brengt hij zonder schroom terug op de buis. Met KoffieMAX is zelfs de ouderwetse ochtendtelevisie terug van weg geweest. Moeder aller leuterprogramma's in dat opzicht is natuurlijk Koffietijd.

Van 1994 tot 2001 presenteren Mireille Bekooij en Hans van Willigenburg op RTL4 dit populaire televisie'magazine'. Er kijken op het hoogtepunt ruim 300.000 mensen naar. En dat terwijl Koffietijd tussen 10.00 uur en 11.00 uur wordt uitgezonden. Driehonderdduizend zielen die dus blijkbaar niet aan het werk zijn en niks beters te doen hebben dan te kijken naar een man die zich zo vereenzelvigt met zijn programma dat hij net zo lang onder de zonnebank is gaan liggen tot zijn gezicht de kleur heeft aangenomen van verse koffie met een scheutje melk.

Hans van Willigenburg is een kwee, maar zijn grootste coming out is nog schokkender: hij is een grote fan van Barbra Streisand, zo vertelt hij ooit vrolijk in Koffietijd. Barbra Streisand. Fan. Tsja.

De vergetelheid(?)
In 2001 wordt Koffietijd van de buis gehaald. Van de 300.000 kijkers had de helft inmiddels een betrekking gevonden. We bevinden ons dan ook in de tijd van Kok II en de Melkertbanen tieren welig. Van Willigenburg verdwijnt uit beeld en gaat een radioprogramma maken voor Radio Noord-Holland.

In 2009 keert hij plots terug in de openbaarheid. Als dichter. Hij publiceert een dichtbundel met de titel Objectief verzuipen. Een schitterende titel. Ook de volgende bundel mag er qua naamgeving wezen: De functie van Finland. Daarnaast schrijft Van Willigenburg journalistieke stukken. Zo schrijft hij open brieven aan bekende Nederlanders in HP/De Tijd, bijvoorbeeld aan Wouter Bos. Van Willigenburg gebiedt de PvdA-voorman begin 2010 zich wat sterker te profileren omdat we anders het risico lopen dat 'de theedrinker van Amsterdam' de touwtjes in handen krijgt... Van koffieschenker tot dichter en profeet, wat een comeback.

't Is natuurlijk niet waar. Dat wil zeggen: de genoemde bundels en artikelen dragen wel degelijk de auteursnaam 'Hans van Willigenburg', maar het betreft hier een naamgenoot van de gebronsde presentator. Dat schreeuwt natuurlijk om een pseudoniem, maar deze meneer kiest ervoor gewoon de eigen naam te blijven gebruiken. Een fraai staaltje superieure humor, dunkt mij.

maandag 10 januari 2011

Rechts geluid

Ik heb een televisie met twee enorme boxen. Met de 'balance'-knop op de afstandsbediening kan ik exact instellen hoeveel geluid er uit de ene box moet komen ten opzichte van de andere. Ik verdeel het volume altijd maar eenvoudigweg gelijk over beide boxen. Dan zit ik lekker op de bank, in het midden, mooi tussen beide boxen in, en het geluid komt van beide kanten even hard op me af.

Ik heb nu echter ontdekt dat mijn gehoor mij al die tijd heeft bedrogen. Ik heb me danig vergist. Het blijkt nu dat vooral mijn linker box geluid geeft! En uit een linker box komt alleen maar links geluid. Jarenlang ben ik dus bestookt met louter linkse geluiden. Allerlei andere, rechtse, geluiden heb ik nooit gehoord, omdat de rechter box niet goed functioneerde. En ik maar denken dat alle geluiden in gelijke mate de kamer in schalden.

Gelukkig ben ik nu wijzer. Dankzij een groepje vernieuwers. Frisse, inventieve mannen met een open vizier. Ze verkondigen zelfs dat er in het geheel geen rechts geluid uit mijn tv komt. En uit niemands tv! Ik geloof dat ze zich 'Wacker Nederland' noemen. 'Wacker', Duits voor 'moedig'. En dat zijn ze, alle zes. Vanavond waren ze op de tv om alles uit te leggen. Ik ben hun namen even kwijt, maar ik heb ze nog helder voor de geest.

Een jonge Fortuynist met designersbril. Hij maakte helemaal geen bekrompen indruk, hij probeerde zelfs de lachers op zijn hand te krijgen door Bill O'Reilly zijn grote voorbeeld te noemen en te stellen dat de brievenbuspisser van Haarlem veel te hard is aangepakt door de media. Haha. Hij vertrok geen spier. Een natuurtalent.

Verder twee dikke mannen, stokoud, die op mij aanvankelijk een hooghartige en onbeschofte indruk maakten, maar ik zag ze hun openbaringen doen in een links programma, dus dat ligt vast aan de makers van dat programma. Zelfs een linkse politicus doet mee. Ik moet zeggen dat ik me de tijd niet kan heugen zijn linkse geluid te hebben gehoord, maar hij heeft wel mooi op Job Cohen gestemd, dus need I say more?

De laatste twee zijn echte VVD'ers. Een Haags gemeenteraadslid, ex-wethouder en tevens overtuigd en uitgesproken homoseksueel. Daarom zegt hij ook, denk ik, dat er vooral een conservatiever geluid moet klinken. En een ex-kamerlid. Hij is ooit opgestapt omdat hij Chinezen 'spleetogen' had genoemd. Wat wil je dan, die mensen spreken elke 'R' als een 'L' uit. Rechts is altijd Links. Geen wonder.

Ik dacht altijd dat ik net zo vaak rechtse mensen voorbij zag komen als linkse. In discussies zaten er altijd een linkse en een rechtse politicus tegenover elkaar. Alleen Wilders zag ik zelden, maar ik veronderstelde dat dit kwam doordat hij nergens wilde komen of vanwege de bedreigingen aan zijn adres. Hoe dom ik was en hoe naïef. Ik heb hem gewoon nooit gehoord omdat ik geen rechts geluid had! En ik maar denken...

zaterdag 8 januari 2011

Zeven dagen lang (46)

2 t/m 8 januari

ZONDAG Zondag
Vandaag is het een zondag. Maar gisteren was het ook een zondag. Dan is het vandaag dus eigenlijk een maandag. Zo ziet men hoe men op het oog eenvoudige zaken nodeloos ingewikkeld kan maken. (Vrij naar Frits naar Egters)

MAANDAG Kerstboom weg
Titel voor een dichtbundel: In januari is je kamer groter

DINSDAG Wende
Wende Snijders: zo hard mogelijk schreeuwen en dat dan zingen noemen.

WOENSDAG Tsja
Nu al de beste onbedoeld grappige aankondiging van 2011: 'Andere tijden is dit jaar op een andere tijd en op een andere zender te zien.'

DONDERDAG Forever Young
Tip: Special over Neil Young - 65 jaar, 50 jaar in het vak - in het tijdschrift Mojo: CHECK

VRIJDAG Pijltjes
Jan Dekker bereikt de halve finale van de Embassy. Een paar jaar geleden zou zo'n prestatie het gesprek van de dag zijn geweest, nu wordt er nauwelijks ruchtbaarheid aan gegeven. Blijkt dat darten toch een hype te zijn geweest.

ZATERDAG Held
HSV - Ajax 4-2 (3x Van Nistelrooy)

woensdag 5 januari 2011

Coen Moulijn, de Arjen Robben van zijn tijd?

De lijstjes met de overledenen van 2010 zijn nog niet opgeborgen of de eerste gevallenen van het nieuwe jaar worden alweer bijgezet. Bobby Farrell stierf nog net in het oude jaar, collega-musicus Gerry Rafferty werd op 4 januari de eerste muziekdode van 2011. Twee dagen eerder overleed al acteur Pete Postlethwaite. Alle aandacht ging de voorbije dagen echter vanzelfsprekend uit naar Coen Moulijn. Het Feyenoord-icoon overleed dinsdag op 73-jarige leeftijd.

In veel herdenkingsberichten wordt Moulijn vergeleken met Arjen Robben. Ook Moulijn was een linksbuiten met krijt aan de schoenen die moeiteloos zijn mannetje passeerde en messcherpe voorzetten afleverde. Moulijn wordt echter ook geregeld opgevoerd als representant van een verdwenen type voetballer. Hij was namelijk honkvast, sloeg een lucratieve aanbieding af en bleef altijd een gentleman, bescheiden en beschaafd. Zo wil tenminste de legende. In hoeverre was Moulijn nu een voorloper van Robben?

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er wat betreft het tweede aspect enigszins sprake is van romantisering en historische vertekening. Moulijn speelde 487 wedstrijden voor Feyenoord. De kwalificatie 'clubtrouw' is daarmee zonder meer op hem van toepassing, maar laten we niet vergeten dat spelers in de tijd van Moulijn nog niet zo gemakkelijk naar het buitenland vertrokken als nu. Tegenwoordig hengelen clubs als Arsenal en Chelsea al naar talentvolle A- en zelfs B- en C-junioren van Nederlandse clubs. In Moulijns tijd waren de Nederlandse clubs bovendien Europese top, iets wat nu helaas niet meer gezegd kan worden.

Ook het verhaal dat Moulijn een langer verblijf bij Feyenoord verkoos boven de geldzak van een buitenlandse topclub is ietwat bezijden de waarheid. In werkelijkheid was het Feyenoord-voorzitter Kieboom die van het geïnteresseerde FC Barcelona de hoofdprijs voor Moulijn eiste. De speler kreeg zo niet eens de kans een transfer te maken, of hij nu wel of niet had gewild.

Was Moulijn dan in ieder geval wel een gentleman? In het veld misschien niet zo als men ons wil doen geloven. Denk eens aan de befaamde beelden van Feyenoord-Real Madrid uit 1965, de wedstrijd waarin Moulijn een doodschop krijgt van tegenstander Vicente Miera. Het is Moulijn zélf die de achtervolging inzet om Miera met gelijke munt terug te betalen. De geschokte reactie van de commentator spreekt boekdelen: indertijd waren zulke taferelen zeldzaam. De actie van Moulijn doet denken aan Robben die vandaag de dag na weer een geïncasseerde schop verhaal gaat halen bij de dader, of bij de arbiter.

Ik geloof sowieso niet dat er tegenwoordig harder wordt gespeeld dan vroeger. Moulijn speelde bijvoorbeeld samen met geduchte schoppers als Rinus Israël en Theo Laseroms. Het is veeleer zo dat tegenwoordig het veld omringd is door tientallen televisiecamera's waardoor werkelijk alles zichtbaar is voor de kijker. Een stiekeme overtreding of een geniepige actie is er niet meer bij zonder dat deze geregistreerd worden.

Het verschil tussen Moulijn en Robben zit hem dan ook vooral in de context, de voorwaarden waaronder zij hun kunsten vertoonden en vertonen, en niet zozeer in de kwaliteiten of eigenschappen van de spelers zelf. Het belangrijkste aspect heb ik nog niet eens genoemd: het salaris. Matig getalenteerde spelers lopen tegenwoordig in een paar jaar binnen, wereldspelers als Moulijn moesten in hun tijd na beëindiging van de actieve loopbaan nog jarenlang werken om brood op de plank te krijgen. De oud-prof die een sigarenwinkeltje begon is welhaast een cliché geworden. Moulijn dreef een bescheiden kledingzaak. Zoiets maakt nu een sympathieke, zelfs weemoedige indruk - zeker in contrast met de 'verwende', 'volgevreten' vedetten van de hedendaagse patatgeneratie -, maar feitelijk was het voor Moulijn bittere noodzaak.

Eén ding vraag ik me nog wel af. De spelers van de generatie-Moulijn mogen dan net zo hard hebben gespeeld als de sterren van nu, hoe zit het met het theater? De schwalbe, om concreter te zijn. Gingen spelers vroeger ook om het minste of geringste naar het gras? Ik vermoed dat hier nu eens wél sprake is van een moderne kwaal. Moulijn had dezelfde stijl van voetballen als Robben. Ook hij dartelde over het veld, meer dansend dan rennend, ogenschijnlijk meer volgens een choreografie dan op kracht. Maar alleen Robben heeft de stervende zwaan op zijn repertoire. Dat is de ziekte van de huidige tijd: hoe meer camera's iemand op zich gericht krijgt, hoe meer hij zich als een acteur gaat gedragen.