zondag 24 februari 2008

Literatuurgeschiedenis

Wie tegenwoordig Nederlands gaat studeren mag zich gelukkig prijzen dat hij de beschikking heeft over nu al monumentale delen van een groots opgezette literatuurgeschiedenis. In Stemmen op schrift van Frits van Oostrom, Het gevleugelde woord van Herman Pleij, Altijd weer vogels die nesten beginnen van Hugo Brems en, binnenkort, Een nieuw vaderland voor de muzen van Karel Porteman vindt de aankomende student alles wat hij wil weten over het wel en wee van onze vaderlandse literatuur. En dan staan er nog vier delen op stapel.

Toen ik een paar jaar geleden aan mijn studie begon, stond de nieuwe literatuurgeschiedenis nog maar net in de steigers. Wij hadden dan ook geen beschikking over zo'n meerdelig overzicht. En toch kijk ik met terug genegenheid naar de twee handboeken die mij ingewijd hebben in de literatuur: Geschiedenis van de literatuur in Nederland 1885-1985 van Ton Anbeek en Nederlandse literatuur: een geschiedenis van een breed schrijverscollectief. De Anbeek las erg lekker weg en was geen moment vervelend. Hoewel het boek duidelijk zijn beperkingen had, vervulde het prima zijn functie als inleider in de literatuur van een bepaalde tijd en vooral als aanwijzer van de verandering in poëticale opvattingen.

De NLG is en blijft een juweel. De hoofdredactie koos ervoor, onder invloed van de postmoderne tijdgeest, geen continu verhaal meer te presenteren, maar een fragmentarische dwarsdoorsnede te geven d.m.v. 150 gebeurtenissen en hun context door specialisten te laten beschrijven. Het literatuuronderwijs begon in het eerste jaar merkwaardig genoeg met 1916 en het lezen van hoofdstukken 105 (over Theo van Doesburg) en 106 (met de lumineuze titel 'Paul van Ostaijen wijkt uit naar Berlijn') uit de NLG moet de literatuursnaar in mij geraakt hebben. Dat was nog eens reuze interessant! De in een koortsige bui gekregen ingeving die veel te dure, vuistdikke NLG met zijn 150 essays aan te schaffen ben ik nog steeds dankbaar.

Ik kijk de NLG nog regelmatig in en niet alleen omdat het boek zo lekker ruikt. De hoofdstuktitels zijn door hun evocatieve beschrijving en formulering in de onvoltooid tegenwoordige tijd erg aansprekend en soms zelfs spannend. Soms krijg je daardoor het gevoel even aanwezig te zijn op de betreffende dag en dat werkt, met name bij de gebeurtenissen van heel lang geleden, erg enthousiasmerend. Mijn favorieten qua titel:

2. 1174: Hendrik van Veldeke wordt de werktekst van zijn eigen 'Eneas'-roman ontstolen
12. 14 mei 1364: De graaf van Blois bezoekt een zoldertheater in Dordrecht
14. Tussen 1377 en 1381: Geert Grote schrijft aan Ruusbroec dat hij als een vrek op boeken aast
43. 16 januari 1643: Uit naam van Frederik Hendrik stuurt Huygens een zilveren kan en schotel aan Hooft als dank voor de 'Neederlandsche histoorien'
45. Najaar 1649: Jan Six van Chandelier overnacht in Toulouse
50. Oudejaarsavond 1675: Cornelia van der Veer schaduwt Katharina Lescailje als deze van het huis van haar vriendin Sara de Canjoncle naar dat van haar zuster gaat
68. November 1787: Een bode van het Haagse dichtgenootschap 'Kunstliefde spaart geen vlijt' bezoekt het honorair lid Willem Bilderdijk om twee jaar achterstallige contributie te vorderen
92. 15 mei 1880: Kloos ontmoet Perk in de Kalverstraat
112. 15 december 1931: E. du Perron en M. Nijhoff gaan op de vuist
139. 30 mei 1969: Frank Martinus Arion redt in Willemstad een kostbare voorraad boeken

3 opmerkingen:

Jeroen Dera zei

De NLG is inderdaad een fantastisch boek. Ik aas ook al een tijdje op die Toneelgeschiedenis in diezelfde vorm, maar goed, de bankrekening he ;)

Maarten de Meijer zei

Het stuk waarin Du Perron en Nijhoff op de vuist gaan is ook een van mijn toppers!

ditisstefan zei

Die gekke NLG hè :).