woensdag 11 april 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: Lezen, lezen, lezen #28: drie thrillers

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Rond de uitreiking van de AKO-literatuurprijs in oktober 2003 sprak Sander Pleij (De Groene Amsterdammer) zijn verbazing uit over het feit dat de politieke schokgolf die Fortuyn had veroorzaakt nauwelijks sporen had nagelaten in de recentste literatuur. Inderdaad was (en is) literaire verwerking van de turbulente gebeurtenissen grotendeels uitgebleven. Wél als de kippen erbij waren drie misdaadauteurs, die binnen een jaar na de moord hun Fortuyn-thriller uitbrachten.

Bert van der Veer - De koning van Nederland. True fiction (2002), 240 blz.
De eerste was Bert van der Veer. De man die we tegenwoordig kennen als het hautaine zelfbenoemde televisiegenie van Nederland. In de jaren tachtig had Van der Veer al een paar thrillers voor uitgeverij Bruna geschreven. Een krappe drie maanden (!) na de moord op Fortuyn verscheen bij Vassallucci reeds zijn 240 pagina's tellende De koning van Nederland. Ondertitel: 'True fiction'. De term 'Faction' was blijkbaar niet voorhanden. Van der Veer gooit het op de complottheorie die ook na 2002 nog eindeloos is blijven rondzingen: Fortuyn is vermoord door de CIA, want hij wilde het JSF-project stopzetten. En Herben zit ook in het complot. Volkert van der G. heet hier merkwaardigerwijs Thorwald van der H. en is een vooruitgeschoven pion van de CIA zonder dat hij dat weet. Een hele stoet bekenden trekt voorbij, van Harry Mens tot Berlusconi en van de paus tot Katja Schuurman. Van der Veer heeft zich kunnen uitleven in de beschrijvingen van de televisieoptredens van Fortuyn. Hij etaleert hier duidelijk zijn kennis van het metier, waardoor deze 'true' gedeelten nog het aardigst zijn om te lezen. De 'fiction'-verhaallijn over het complot is flinterdun, pas tegen het eind komt er enige suspense in De koning van Nederland.

Tomas Ross - De zesde mei (2003), 296 blz.
Ongeveer een jaar na de moord verscheen De zesde mei van misschien wel Nederlands bekendste misdaadschrijver, Tomas Ross. Ook Ross heeft gekozen voor een flinke dosis realisme aangelengd met een complottheorie. Hier is het de Binnenlandse Veiligheidsdienst die vuile handen heeft. Volkert - hier wel gewoon Volkert geheten - is opnieuw eerder een marionet dan een alleen opererende moordenaar. Wel heeft Ross enkele fictieve personages gecreëerd en vallen er meer doden. De nooit opgeloste moord op milieuambtenaar Chris van der Werken - waarbij de Vereniging Milieu Offensief mogelijk een rol heeft gespeeld - krijgt bijzondere aandacht. Toch ontkomt ook Ross wat mij betreft niet aan enkele clichés van het genre, zoals karikaturale personages en een ongeloofwaardig perspectief. Zo is de persfotograaf Jim de typische verbitterde journalist en wanneer we de gedachten van Fortuyn en Wim Kok gepresenteerd krijgen gebeurt dit op vrijwel dezelfde hyperactieve, smeuïge toon. De zesde mei wordt na een taaie eerste helft gelukkig wel iets spannender naar het einde toe, maar een echte pageturner wordt het nooit.

René Appel - Doorgeschoten (2003), 296 blz.
Doorgeschoten van René Appel verscheen gelijktijdig met De zesde mei en is opvallend genoeg precies even dik. De aanpak van Appel verschilt echter van die van Ross en Van der Veer. Doorgeschoten is meer een sleutelroman, die bovendien hier en daar behoorlijk van de werkelijkheid afwijkt. De hoofdpersoon is niet Pim Fortuyn maar Tom Hordijk, een biseksuele blonde krullenbol, leider van de Echt Nederlandse Partij (ENP). De Volkert heet hier Ronald Arends en is lid van het Politiek Actie Front (PAF). De moord is in Doorgeschoten niet de climax van het verhaal; hij vindt al halverwege plaats. De focus ligt in het tweede deel op de reacties, de afwikkeling en het ontrafelen van de motieven en achtergronden van de moordenaar. Ook hier blijken er meer mensen en instanties aan de touwtjes te hebben getrokken. In dit tweede deel ontwikkelt Doorgeschoten zich meer tot een psychologische thriller, veel verfijnder dan de oppervlakkige thrillers van Van der Veer en Ross. Appel schrijft ook beter, van de drie thrillers maakt de zijne de meeste aanspraak op het predikaat 'literair'.

Geen opmerkingen: