zaterdag 12 november 2011

Zeven dagen lang (85)

6 t/m 12 november

ZONDAG State of mind (II)
Waiting for the end to come
Wishing I had strength to stand
This is not what I had planned
It's out of my control
(Linkin Park - 'Waiting for the End')

MAANDAG Dagh-licht
Dit is zo'n typische mistige novemberdag waarop het zeer vroeg donker wordt, maar misschien is het beter om te zeggen dat het vandaag nooit echt dag is geworden.

DINSDAG Forens
Wederom een aanvulling op de fenomenologie: 'De blaasbalg': zo'n dikke die op het laatste nippertje nog de trein heeft gehaald en vervolgens een halfuur nodig heeft om al hijgend, zwetend en steunend achter zijn adem te komen.

WOENSDAG Vertraging?
Al heel lang een curieus dingetje op Utrecht CS: de trein naar het zuiden die ik in de avondspits meestal neem, vertrekt volgens het bord vooraan het perron om 17.52 uur en volgens het bord achteraan om 17.53 uur.
Hardnekkige tegenstrijdigheid? Of zou de trein zo lang zijn dat het achterste deel pas een minuut later de plaats passeert vanwaar het voorste is vertrokken?

DONDERDAG Fuck you Papandreou
Waarom wordt dat verschrikkelijke mens Ingeborg Beugel steeds uitgenodigd bij Pauw & Witteman? Zelf helemaal niks te melden hebben en dan constant door andere items heen gaan zitten blèren. Als de Moszko aan het vertellen is over de zaak-Wilders hoor je om de twee minuten: 'Waar gaat dit over? De wereld staat in brand!' Flikker toch op, het gaat al maanden over die kudt-Grieken, niemand doet iets en niemand heeft er nog iets zinnigs over te melden. Echt nieuws deze week: 38,7% van de Marokkanen tussen 12 en 24 komt één keer of vaker met de politie in aanraking (hier in 's-Hertogenbosch zelfs 47,7% - de helft!); nee, wen er maar aan, mevrouwtje Beugel: die Geert Wilders doet nog wel een tijdje mee.

VRIJDAG 11-11-11
Al die stellen die per se vandaag willen trouwen 'omdat het zo'n speciale datum is'. Ja, ja, een ideale datum om je trouwdag te kunnen onthouden...

ZATERDAG Zaterdagse waarheid
'Wanneer ik mij die oude knechten nog eens voor den geest haal, dan begrijp ik nu de volkomen harmonie van hun leven, dat in zijn gang zoo onverstoord tot het einde is geloopen. Wij leefden in een kleine, patriarchale republiek, waar aan ieders behoefte werd voldaan. Zij waren ondergeschikt niet zoozeer aan den een of anderen persoon als aan een bestaanden, van-zelf-sprekenden toestand. Daardoor bleven die knechten tot in hun hoogen ouderdom daar, waar zij als jongemannen waren gekomen. Zij waren tevreden en gingen op in het leven van mijn grootouders en ouders en dezen gingen voor een groot deel weer op in hun leven. Bijzondere gebeurtenissen waren er zelden. Iedere dag geleek op den vorigen. Wel was dat eentonig, maar die eentonigheid was de vruchtbare akker, waarop het zaad tierde van een lumineus aardsch bestaan.
Waarom ook de voortdurende verandering? Is de stabiele toestand niet de meest benijdbare? Hoeveel menschen werpen het goed weg, dat zij hebben, om te ijlen naar het land der onzekerheden! Het is zwakte de voortdurende verandering te willen, zwakte niet te kunnen blijven in een toestand, die draaglijk is en die door het volhouden stellig zou verbeteren. Het eenmaal door het lot toebedeelde is dikwijls het ware; het is mogelijk de vrucht van een onfeilbaar werkende omgeving. Ik geloof, dat de tegenwoordige veranderingszucht, die in alle menschengroepen is doorgedrongen, weinig tot het geluk zal bijdragen, misschien wel de grootste bewerker van ongeluk zal zijn.'
(Frans Erens - Vervlogen jaren, 1938, p. 26-27)

Geen opmerkingen: