dinsdag 8 november 2011

CD-recensie: Helplessness Blues


Eerder dit jaar verscheen het langverwachte tweede album van Fleet Foxes. Helplessness Blues is de opvolger van het alom bejubelde self-titled Fleet Foxes uit 2008. Die cd heeft altijd wat ambivalente gevoelens bij me gewekt. Enerzijds werd ik volledig gegrepen door enkele nummers, zoals de vrieskou ademende 'White Winter Hymnal', de aangrijpende 'Tiger Mountain Peasant Song', het intense slot van 'Oliver James' en zeker ook 'Blue Ridge Mountains', waarbij ik het zelfs niet altijd droog hield tussen 1:55 en 2:15. Anderzijds luisterde ik bij voorkeur niet het hele album omdat de andere liedjes me weinig tot niets deden.

Voor Helplessness Blues hoopte ik dan ook op vergelijkbare aangrijpende liedjes, maar nu ingebed in een consistent album. Alles lijkt eraan gedaan om Helplessness Blues meer te laten zijn dan slechts een verzameling liedjes. Motieven keren in meerdere songs terug, zowel op muzikaal als op tekstueel vlak, vaak zelfs letterlijk. Zo is Innisfree, het geïdealiseerde eiland uit de poëzie van W.B. Yeats, een terugkerend thema. Ik heb de cd nu vele malen geluisterd en ik moet toch tot de conclusie komen dat het Robin Pecknold en zijn mannen niet gelukt is. Wederom word ik zeer geraakt door de schoonheid en diepgang van enkele nummers, maar kan het album me als geheel niet bekoren.

Hoogtepunt is, al vanaf de eerste luisterbeurt, de titelsong 'Helplessness Blues'. Het openingscouplet is overdonderend in zijn helderheid en waarachtigheid: 'I was raised up believing / I was somehow unique / Like a snowflake, distinct among snowflakes, unique in each way you can see. / And now after some thinking / I'd say I'd rather be / a functioning cog in some great machinery, serving something beyond me.' Zo is het. De muziek komt vervolgens fanatiek opzetten. Er wordt uitgevaren tegen de 'men who move only in dimly-lit halls / and determine my future for me'. Het is een escapistisch lied, dat waardig eindigt met een minuten durend droombeeld van een gelukkig landleven: 'If I had an orchard / I'd work till I'm sore.'

Al even meeslepend is het ruim acht minuten durende 'The Shrine/An Argument'. Dit nummer is opgebouwd uit vier delen, die muzikaal nauwelijks op elkaar aansluiten, een beetje zoals de drie delen in Paul McCartney's 'Band on the Run'. Ook daar levert dit evenwel toch een goed nummer op. Met 'Band on the Run' heeft 'The Shrine/An Argument' ook het contrast in tempo en sfeer tussen de verschillende delen gemeen. De luisteraar wordt heen en weer geslingerd tussen stemmig-somber en bruisend-bevlogen.

Net als 'Helplessness Blues' begint ook 'The Shrine/An Argument' narratief erg sterk, met een indringend beeld: 'I went down among the dust and pollen / to the old stone fountain in the morning after dawn.' Op de bodem van de fontein ligt muntgeld, 'fallen from the hands of childeren, / they were there and then were gone. / And I wondered what became of them, what became of them.' Het refrein toont de dualiteit van Pecknold: van het krachtig gezongen 'Sunlight over me no matter what I do' switcht hij in één adem naar het zijige 'Apples in the summer are cold and sweet'. In de slotminuut is de ruzie uit het tweede deel van de titel verwerkt, treffend verklankt in het wilde geweld van een jazzsaxofoon.

Het andere uiterste vinden we in 'Blue Spotted Tail', een klein, ingetogen liedje en de derde topper van de cd. De existentiële angst, ook een leidmotief, is hier prachtig gesitueerd in de verlorenheid en vergeefsheid die men weleens ervaart onder de sterrenhemel, die gapende afgrond boven ons. 'Why is life made only for to end? / Why do I do all this waiting then?' Ook 'Battery Kinzie' en 'The Plains/Bitter Dancer' hebben hun bekoring, respectievelijk huizend in het verhaal en de muzikale opbouw, maar de overige nummers doen te weinig, hebben niet dat splijtende moment. Opener 'Montezuma' begint sterk, maar bloedt dood, 'Bedouin Dress' en 'Sim Sala Bim' komen nooit echt op gang, en 'Lorelai' en 'Someone You'd Admire' zijn uiteindelijk vlakke, saaie nummers.

Helplessness Blues moet het dus hebben van drie à vier weergaloze tracks. Is dat genoeg, een stuk of wat juweeltjes? Ik vrees van niet. Bij een debuutalbum is wisselvalligheid in kwaliteit vergeeflijk, bij een tweede proeve van bekwaamheid mag er zwaarder aan getild worden. Maar, we leven in een wereld waarin de luisteraar vrij is zijn eigen cd bij elkaar te selecteren. De toppers van Fleet Foxes en Helplessness Blues leveren bij elkaar een uitmuntende cd op, zinderend van schoonheid en emotie.

Cijfer: 7,5

Geen opmerkingen: