25 t/m 31 december
ZONDAG Flappie
'Het was Kerstochtend, 1961'.
Het is vandaag dus precies 50 jaar geleden dat vader Van 't Hek het mes in Flappie zette, daarmee de basis leggend voor een nog immer uitdijend oeuvre vol gefrustreerd gebral.
MAANDAG Strubbe
Vaste prik in de kerstvakantie is het nog eens doorlezen van de blogproductie van het voorbije jaar.
Herinnert u zich uit de weeksluiting van 15 januari nog de oude baas die zo vertederend over zijn MS-DOS computer én zijn iPad vertelde?
Meneer Strubbe is, zo blijkt uit een later in het filmpje geplakte aantekening, op 28 oktober van dit jaar overleden. R.I.P.
DINSDAG Top 2000 (I)
'De dagen tussen kerstmis en nieuwjaar vormen een niemandsland, waar geen mens goed raad mee weet,' schreef Harry Mulisch in het verhaal 'Symmetrie' (Oude lucht, 1977, p. 57-58).
Toen hij dit schreef bestond er dan ook nog geen Top 2000. Meer dan tien miljoen Nederlanders volgen het evenement, maar liefst 75% van iedereen van 10 jaar en ouder! Ongekend.
De avonden was er natuurlijk al wel in 1977. Maar met Reve had Mulisch nou eenmaal niet zoveel op.
WOENSDAG Top 2000 (II)
Erg leuk om de Top 2000 te volgen via Cultura. Lig ook elk uur weer dubbel om dat iets te enthousiaste jochie dat het Top 2000-journaal presenteert. Met z'n verhaspelingen ('Michael Boogaard') en z'n quizvragen: 'Van wie is het nummer "Liefs uit Londen" van Bløf?'
Euh, van Bløf toevallig?
Wat een gekkenhuis trouwens, daar in Beeld & Geluid. Rijendik voor de deur, wachttijden die tot enkele uren oplopen en dan maximaal een halfuur binnen mogen zitten.
Dan hebben THOMASVANZOGGEL™ en ondergetekende het vorig jaar toch beter aangepakt. Op 27 december 2010 bezochten wij het Top 2000-café. We konden zo naar binnen en hebben er enige uren vertoefd, koffie en cola tankend, gemoedelijk zwetsend, onderwijl de verrichtingen van Bert Haandrikman en Bert Kranenbarg gadeslaand en genietend van klassiekers als 'Stuck in the Middle with You', 'Ramblin' Man' en 'Alabama' (en in de trein op de terugweg van Albert Hammond's 'I'm a Train').
In de loop van de dag sloeg het concept van het Top 2000-café aan en vanaf de volgende dag liep het er storm. Onze timing was perfect geweest.
DONDERDAG De muziek in 2011
Meest beluisterde cd's (schatting, want geen harde cijfers voorhanden)
Hedendaags:
Death Cab for Cutie - We Have the Facts and We're Voting Yes (2000)
Sufjan Stevens - All Delighted People EP (2010)
Fleet Foxes - Helplessness Blues (2011)
William Fitzsimmons - The Sparrow and the Crow (2008)
Sufjan Stevens - Illinois (2005)
Vintage:
The Zombies - Odessey and Oracle (1968)
Neil Young - Tonight's the Night (1975)
Simon & Garfunkel - Bookends (1968)
Paul Simon - Still Crazy after All These Years (1975)
Bee Gees - Best of Bee Gees (1969)
Overig (tevens meest beluisterde cd overall, ter nachtelijke loutering en verstrooiing):
Herman Finkers - Na de pauze (2009)
VRIJDAG De boeken in 2011
In 2011 las ik 142 titels, in dikte variërend van de mammoet van Zwagerman tot een bundeltje van Achterberg en Rob Riemens niemendalletje over de eeuwige wederkeer van het fascisme.
In 'Recent proza' werden slechts acht romans besproken, tegen zestien vorig jaar. Oorzaak is tweeledig: ten eerste heb ik simpelweg minder recent verschenen romans gelezen en ten tweede zijn er een aantal hier overgeslagen omdat er naar verwachting elders, op papier, een uitgebreide bespreking zal verschijnen.
Ook 'Lezen, lezen, lezen' ging erop achteruit: zeven afleveringen vorig jaar, dit jaar maar vier - maar daar zat wel een fijne Balkenende-special (#23) tussen.
Sommige boeken verdienden een eigen blogbericht (Wilmink, Postman, Vroman, Erens), aan sommige titels werd kort gerefereerd in de 'Zeven dagen lang'.
Lang niet al het gelezene werd dus besproken. Ook hier weer een tweeledige oorzaak: ten eerste wordt in de genoemde categorieën alleen recent proza en actuele non-fictie besproken en ten tweede vond ik vaak niet de tijd of de motivatie om iets te schrijven.
Daarom hier nu nog enkele lijstjes met boeken die ik dit jaar las maar niet besprak.
- FICTIE
Goede boeken:
1.M. Revis - 8.100.000 m² zand (1932) Verpletterend mooie aanklacht tegen de mensonterendheid van de technologische vooruitgang
2.Antoon Coolen - Dorp aan de rivier (1934) Sfeerrijk, spannend, waarachtig
3.P.F. Thomése - Heldenjaren (1994) Hij is echt een groot schrijver
4.Maarten 't Hart - De aansprekers (1979) Waar blijft gvd die oeuvreprijs...
5.Jacques Gans - Liefde en goudvissen (1946) Nog verbazingwekkend leesbaar
Niet zo goede boeken (ik vind niet gauw iets slecht, het is eerder dat ik er geen hol aan vind, wat geloof ik niet hetzelfde is),
omdat ze enigszins tegenvielen:
1.Peter Buwalda - Bonita Avenue (2010) Te
2.Theo Thijssen - Kees de jongen (1923) Sympathiek, ja, maar ook sloom hier en daar
3.H.C. Andersen - Sprookjes en vertellingen (1845-1872) Driekwart kan op de schroothoop
4.Gustaaf Peek - Ik was Amerika (2010) Iets te gekunsteld
5.Maarten 't Hart - De droomkoningin (1980) Lauwe douche na De aansprekers
omdat ze helemaal niks deden:
1.Doeschka Meijsing - De eerste jaren (2007) Bóring...
2.A. Alberts - Maar geel en glanzend blijft het goud (1981) Zijn verbeeldingskracht ging soms over de rand
3.F. Springer - Quadriga (2010) Veel te springerig
4.Jan Blokker - Séjour (1950) Hij hield er qua romanschrijven kort hierna mee op, en terecht
5.Charlotte Mutsaers - De markiezin (1988) Nee, weer niks
- NON-FICTIE
Goede boeken:
1.Marc Chavannes - Niemand regeert (2009) Elke zin is boeiend en raak
2.Ian Buruma - Dood van een gezonde roker (2006) Betrokken, zij het niet echt uitgesproken, impressie van Nederland na Van Gogh
3.L.H. Wiener - Herinneringen aan mijn uitgevers (2008) Extreem grappig
4.Maarten 't Hart - De man met het glas. Over F.B. Hotz (2003) Maakt die dikke biografie eigenlijk al overbodig
5.Philipp Blom - De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914 (2009) Vol met onthoudenswaardige anekdotes. Die ik allemaal alweer vergeten ben overigens.
Tegenvallers:
1.Peter van Dam - Staat van verzuiling (2011) Stroperige brij
2.Bas Heijne - Echt zien (2011) Veel de lucht in gestoken, maar ik trof er nauwelijks een originele of inspirerende gedachte in aan
3.Dick Slootweg & Paul Witteman - De Avonden, een kleine reünie (2007) Slordige update van Hoei boei!
4.Peter Sloterdijk - Filosofische temperamenten (2010) Tussendoortje
5.A.F.Th. van der Heijden - De censuurpaus (2008) Hij wil(de) meer van zulke polemische teksten gaan schrijven. Niet doen.
ZATERDAG Het weblog in 2011
Statistieken:
Aantal berichten: 143
Aantal comments: 54
5 meest gelezen berichten:
1.'Jolande Sap en de achterban' (30 januari)
2.'Vergane glorie #13: Anna Koernikova' (26 mei)
3.'Vergane glorie #12: Dragon Ball Z' (4 april)
4.'"Wannes, een raszuivere gans"' (19 mei)
5.'Steve Marriott 20 jaar dood' (18 april)
3 persoonlijk favoriete berichten (willekeurige volgorde):
'Steve Marriott 20 jaar dood' (18 april)
'De ingebouwde politieagent (3): de naweeën van Nawijn' (30 juni)
'Dick Jaspers als held' (19 juli)
zaterdag 31 december 2011
vrijdag 30 december 2011
2011: Nagelaten werk
In de roes van 30 september zond ik iets in voor Hard gras, een stukje dat in zijn soort aansluiting zocht bij de korte teksten die dagelijks op de website verschijnen. Het werd niet geplaatst, d.w.z.: er kwam geen reactie. Daarom plaats ik het nu maar hier, als monument voor mijn falen.
De anti-Messi speelt in Oss
Vrijdagavond, Jupiler League, het Frans Heesen Stadion in Oss.
De plaatselijke FC ontvangt de Eagles uit Deventer. Verder weg
van Barcelona, van Camp Nou, van Messi, kun je niet zijn.
De spil van de thuisploeg heet Marcel van der Sloot. De boomlange
nummer 10 sjokt over het veld. De schouders hoog opgetrokken,
het spitse hoofd diep weggestoken, als een schildpad in zijn schild.
Ook zijn traagheid doet denken aan dat dier.
Nee, in niets lijkt hij op Messi. Geen flitsende demarrages, geen
eindeloze slaloms, geen tweebenig wonderwerk. Sinds Messi’s
kappersbezoek heeft hij zelfs de lange manen niet meer gemeen
met de goddelijke Vlo.
Marcel van der Sloot is de absolute tegenpool van Lionel Messi.
Maar alle magie die hij elders mist, is verzameld in zijn linkerbeen.
86ste minuut van de wedstrijd, het staat 3-3. ‘Sloet’ heeft al twee
keer gescoord. Achteloos, tersluiks bijna. Op de rand van de
zestien gaat Christopher Bieber naar de grond. Het fluitje klinkt.
Vrije trap.
Op de tribunes knikt men elkaar geruststellend toe. Er zijn twee
zekerheden in dit leven: dat we allemaal een keer doodgaan en dat
Van der Sloot deze vrije trap erin schiet.
Met wiskundige precisie vliegt de bal in de kruising.
FC Oss – Go Ahead Eagles eindigt in 5-3.
Van der Sloot krijgt kort voor tijd een publiekswissel. Hij sjokt
naar de kant, de schouders hoog, alsof hij zich verontschuldigt.
Menigeen aanschouwt het met vochtige ogen.
De anti-Messi bestaat. Ook hij brengt verlossing. In dit goddeloze
oord is hij op zijn plek.
De anti-Messi speelt in Oss
Vrijdagavond, Jupiler League, het Frans Heesen Stadion in Oss.
De plaatselijke FC ontvangt de Eagles uit Deventer. Verder weg
van Barcelona, van Camp Nou, van Messi, kun je niet zijn.
De spil van de thuisploeg heet Marcel van der Sloot. De boomlange
nummer 10 sjokt over het veld. De schouders hoog opgetrokken,
het spitse hoofd diep weggestoken, als een schildpad in zijn schild.
Ook zijn traagheid doet denken aan dat dier.
Nee, in niets lijkt hij op Messi. Geen flitsende demarrages, geen
eindeloze slaloms, geen tweebenig wonderwerk. Sinds Messi’s
kappersbezoek heeft hij zelfs de lange manen niet meer gemeen
met de goddelijke Vlo.
Marcel van der Sloot is de absolute tegenpool van Lionel Messi.
Maar alle magie die hij elders mist, is verzameld in zijn linkerbeen.
86ste minuut van de wedstrijd, het staat 3-3. ‘Sloet’ heeft al twee
keer gescoord. Achteloos, tersluiks bijna. Op de rand van de
zestien gaat Christopher Bieber naar de grond. Het fluitje klinkt.
Vrije trap.
Op de tribunes knikt men elkaar geruststellend toe. Er zijn twee
zekerheden in dit leven: dat we allemaal een keer doodgaan en dat
Van der Sloot deze vrije trap erin schiet.
Met wiskundige precisie vliegt de bal in de kruising.
FC Oss – Go Ahead Eagles eindigt in 5-3.
Van der Sloot krijgt kort voor tijd een publiekswissel. Hij sjokt
naar de kant, de schouders hoog, alsof hij zich verontschuldigt.
Menigeen aanschouwt het met vochtige ogen.
De anti-Messi bestaat. Ook hij brengt verlossing. In dit goddeloze
oord is hij op zijn plek.
woensdag 28 december 2011
De mensen van 2011
'Het leven vliet gelijk het vlood,' dichtte J.C. Bloem, een regel die zich aan het eind van het jaar altijd heel geniepig in mijn hoofd nestelt. 'En elk zijn is tot niet-zijn geschapen,' voegde Bloem er nog aan toe, daarmee poëtisch verwoordend dat we er uiteindelijk allemaal aan gaan.
Ook in 2011 vloot de tijd weer, de tijd die nog rest is er traditioneel om iets van een balans op te maken. Zoggel presenteert: 2011 in tien en enige personen. Mensen die het voorbije jaar om uiteenlopende redenen in het nieuws waren, niet in de laatste plaats op zoggel.blogspot.
1) Johannes
We beginnen natuurlijk met Johannes Heesters. Jopie. De Justin Bieber van de lage landen (op beiden was immers in even grote mate de verwensing 'ga nou eens dood!' van toepassing). De 107-jarige bij wie door Zoggel eind juli en begin december nog steeds een polsslag werd gevoeld. Hij kreeg koorts (Jopie Fieber) maar was vastbesloten 108 te worden. Hij haalde het. Maar toen ging hij ook, zich daarmee opnieuw van een vermelding op Zoggel verzekerend. Keurig gedaan. In februari en mei waren al Frank Buckles en Claude Choules (beiden 110) gestorven, respectievelijk de laatste Amerikaanse en Britse veteraan die nog meevochten in de Eerste Wereldoorlog. En op de valreep ging dus nog de laatste veteraan die nog meezong in de Tweede. Halleluja.
2) Gary
De minst schokkende dode van 2011 is ongetwijfeld Amy Winehouse. Typisch gevalletje 'heeft nóg lang geduurd'. Het meest geschokt was ik door de dood van Gary Speed, ook om persoonlijke redenen. 's Middags hem nog gemoedelijk keuvelend bij Football Focus zien zitten en dan luttele uren later op Teletekst lezen dat hij zelfmoord heeft gepleegd; ik begrijp het nog steeds niet.
3) Ivo
Het meest geleerd hebben we van Mart Smeets, die als enige de dubbele laag in de energie-commercial met Johan Derksen wist te ontdekken. De Martosaurus kreeg qua grootheid dit jaar concurrentie van Ivo Niehe, voor wie 2011 toch wel unaniem een belachelijk groot succes was. Maar dat is eigenlijk zijn hele leven al. Het was dan ook een vreemde zaak dat men ineens massaal over zijn zelfingenomenheid viel. Alsof dat al die jaren niet was opgevallen. Kijk alleen al naar de titel van zijn belachelijk succesvolle tv-programma: De TV-show. BAM, het staat er, dé tv-show. Alsof er verder geen tv-shows van belang zijn en een specifiekere titel dus overbodig is. Koning.
4) Johan (I)
Bovenal was 2011 het jaar van de dictators. Muammar Khadaffi, Kim Jong-il, Steve Jobs. En natuurlijk Johan Cruijff, de enige overlevende van het kwartet. Over Johan gesproken, deden de beelden van de lynchpartij van Khadaffi u ook zo denken aan de plaatjes waarop te zien is hoe een menigte Johan de Witt en zijn broer Cornelis lyncht? Bij Cornelis sneden ze zijn pik eraf, Muammar kreeg een stok in z'n kont. In Libië gebeurt alles 300 jaar later, zei Heine al eens tegen zijn zuster. Afijn, Johan Cruijff dus. De Ajax-supporter die niet snapt dat Ajax geen voetbalclub is maar een bedrijf, die denkt dat een door Wim Jonk opgeleid elftal de financiële kloof met de Europese top teniet kan doen, die 'RvC' niet als Raad van Commissarissen definieert maar als Regime van Cruijff. En die Ronald Waterreus verleidde tot het opperen van de volgende oplossing: 'Iedereen weg. De hele club weg. Dan hoeven we het er nooit meer over te hebben.' Waarvan akte.
5) Aleid
Nog drie dagen, maar nog steeds geen woedende menigte in Utrecht. Aleid Wolfsen schijt secondelijm, zo stevig zit hij aan het pluche gekleefd. Ik citeer mezelf: 'GeenStijl zit de Utrechtse burgemeester al heel lang op de huid. Elk ander medium dat zo'n indrukwekkend dossier kan overleggen zou de katalysator zijn van grootschalige onderzoeken, Kamervragen en uiteindelijk het onvermijdelijke aftreden van het object van onderzoek, of het nu Zembla, de Volkskrant of Elsevier is. Maar nu is het GeenStijl maar, een "pubersite", aldus Het Licht in Leer, Von der Dunk, en dus niet serieus te nemen. Dat onder de retoriek keiharde feiten en gedegen onderzoek aan de basis van dit "hinderlijk volgen" liggen, wordt voor het gemak maar genegeerd.' (Zoggel, 8 september)
Ze hebben net nog even heel vriendelijk de 48 bewijsstukken op een rijtje gezet: KLIK
6) Roos
Ook de wetenschap kwam nog in het nieuws. Een zekere Diederik Stapel bleek jarenlang onderzoeksresultaten verzonnen te hebben en zijn ontmaskering stelde eindelijk de discussie over de wetenschappelijke mores van de psychologiewetenschap op scherp. Koos Stapel nog rap het hazenpad, zijn maatje Roos Vonk zette doodleuk de tegenaanval in. Het in slaap gesuste diertje was ook 'slachtoffer van Diederik' hoor... Vonk kwam haar straatje schoonvegen bij Jeroen en Paul. Per minuut werd ze egoïstischer, minder sociaal en 'hufteriger'. Precies een vleeseter. O nee, dat was nou net zo'n verzonnen onderzoeksresultaat. Bedenk dus wel: iedere dag dat u geen vlees eet steunt u Roos Vonk. Trojka hier, trojka daar, is hier ook een abattoir?
7) Ramsey
Ramsey Nasr deed ook mee in 2011. Hij is Dichter des vaderlands. Maar wel van zijn nieuwe vaderland. Met zijn oude wil het nog steeds niet echt lukken, of zo. Afijn. Wat vond Nasr? Nasr vond een vergasser!: 'Wilders is volgens het woordenboek een fascist!' Zo rolt onze Rams. Hier heel stoer opschrijven dat we een fascist in de regering hebben en dan vervolgens doodleuk op visite gaan bij het regime in China. Dat werk. En dan op de mededeling dat er daar mensen om hun mening gevangen zitten als volgt reageren: 'Mijn hoofd wordt zwart. Waarom hoor ik dit nu pas?' Ramsey ging ook nog in België uitleggen hoe het zit met zijn nieuwe vaderland: Hoe denkt de Nederlander? 'Dood! Alles waar ik het niet mee eens ben, moet dood!' Nou nou. Zeg Ramsey, je bent toch geen vegetariër?
8) Jan
De prijs voor de dementste Nederlander van 2011 gaat met lof naar Jan Mulder. Mulder vergeet elke maand weer zichzelf op één te zetten in de ergernissen-top-5. Mulder kijkt op een kaartje van welke partij iemand is en past daar dan zijn mening over die persoon op aan. Mulder gelooft niet dat een boer van zijn koeien kan houden. Mulder is nog wel zo kwiek om in de eindtune van DWDD nog een gemene beschuldiging op tafel te gooien, zo laat dat het nog net te horen is voor de kijker maar dat de opponent niet meer kan reageren. Mulder had het dit jaar vooral gemunt op Jan Kees de Jager, die ondanks alle ellende overeind bleef en zich nooit als jankkees de Jager manifesteerde. Waarvoor hulde. Want ga er maar aan staan: steeds naar Brussel om voor Merkozy te buigen en die kudt-Grieken te managen en dan bij DWDD Mulder tegenover je krijgen die eerst laat weten je maar een incompetente lul te vinden en je een moment later verwijt dat je de eurocrisis niet oplost. En dan rustig blijven. Hulde, Jan Kees, hulde.
9) Henk
Nee, dan Henk Bleker. Op het befaamde CDA-congres in 2010 toonde Bleker aan dat hij over goede manieren beschikt door eerst rustig zijn lapje vlees fijn te kauwen en weg te slikken alvorens het woord te nemen, maar in oktober ging hij de mist in met het briefje aan Mauro Manuel. 'Als je (met je moeder) / meewilt naar / FC Twentte-PSV / Da kan dat [sic],' schreef Bleker. En Nederland viel massaal over Henk heen. Ik denk echter dat Henk hier door de eindtune getackled werd. Hij had namelijk nog willen schrijven: 'Bij Twentte voetbalt namelijk Douglas, die heeft veel minder met Nederland, namelijk niks, maar kan toch een Nederlands paspoort krijgen. Dus we gaan hem even vragen hoe hij 'm dat flikt. Zin an?'
10) Johan (II)
We kunnen niet om hem heen: Johan Derksen. Een tatoeage bij Johnny de Mol, een televizierring met Voetbal International, een geruchtmakende commercial. Derksen was alomtegenwoordig. En dat in een EK- en WK-loos jaar. Maar we noemen hem hier vooral met het oog op 2012. Want hoe onzeker de toekomst ook is, hoe onvoorspelbaar ook het lot, Johan Derksen - en met hem zijn VI-kompanen - zorgt voor houvast: ook in 2012 zal Derksen Gertjan Verbeek weer 425 keer een 'hork' noemen, zal Wilfred Genee weer 1274 keer 'maar dat geheel terzijde' zeggen en zal René van der Gijp weer 44 keer 'zeer binnenkort' terugkeren.
En Feyenoord wordt kampioen.
Ook in 2011 vloot de tijd weer, de tijd die nog rest is er traditioneel om iets van een balans op te maken. Zoggel presenteert: 2011 in tien en enige personen. Mensen die het voorbije jaar om uiteenlopende redenen in het nieuws waren, niet in de laatste plaats op zoggel.blogspot.
1) Johannes
We beginnen natuurlijk met Johannes Heesters. Jopie. De Justin Bieber van de lage landen (op beiden was immers in even grote mate de verwensing 'ga nou eens dood!' van toepassing). De 107-jarige bij wie door Zoggel eind juli en begin december nog steeds een polsslag werd gevoeld. Hij kreeg koorts (Jopie Fieber) maar was vastbesloten 108 te worden. Hij haalde het. Maar toen ging hij ook, zich daarmee opnieuw van een vermelding op Zoggel verzekerend. Keurig gedaan. In februari en mei waren al Frank Buckles en Claude Choules (beiden 110) gestorven, respectievelijk de laatste Amerikaanse en Britse veteraan die nog meevochten in de Eerste Wereldoorlog. En op de valreep ging dus nog de laatste veteraan die nog meezong in de Tweede. Halleluja.
2) Gary
De minst schokkende dode van 2011 is ongetwijfeld Amy Winehouse. Typisch gevalletje 'heeft nóg lang geduurd'. Het meest geschokt was ik door de dood van Gary Speed, ook om persoonlijke redenen. 's Middags hem nog gemoedelijk keuvelend bij Football Focus zien zitten en dan luttele uren later op Teletekst lezen dat hij zelfmoord heeft gepleegd; ik begrijp het nog steeds niet.
3) Ivo
Het meest geleerd hebben we van Mart Smeets, die als enige de dubbele laag in de energie-commercial met Johan Derksen wist te ontdekken. De Martosaurus kreeg qua grootheid dit jaar concurrentie van Ivo Niehe, voor wie 2011 toch wel unaniem een belachelijk groot succes was. Maar dat is eigenlijk zijn hele leven al. Het was dan ook een vreemde zaak dat men ineens massaal over zijn zelfingenomenheid viel. Alsof dat al die jaren niet was opgevallen. Kijk alleen al naar de titel van zijn belachelijk succesvolle tv-programma: De TV-show. BAM, het staat er, dé tv-show. Alsof er verder geen tv-shows van belang zijn en een specifiekere titel dus overbodig is. Koning.
4) Johan (I)
Bovenal was 2011 het jaar van de dictators. Muammar Khadaffi, Kim Jong-il, Steve Jobs. En natuurlijk Johan Cruijff, de enige overlevende van het kwartet. Over Johan gesproken, deden de beelden van de lynchpartij van Khadaffi u ook zo denken aan de plaatjes waarop te zien is hoe een menigte Johan de Witt en zijn broer Cornelis lyncht? Bij Cornelis sneden ze zijn pik eraf, Muammar kreeg een stok in z'n kont. In Libië gebeurt alles 300 jaar later, zei Heine al eens tegen zijn zuster. Afijn, Johan Cruijff dus. De Ajax-supporter die niet snapt dat Ajax geen voetbalclub is maar een bedrijf, die denkt dat een door Wim Jonk opgeleid elftal de financiële kloof met de Europese top teniet kan doen, die 'RvC' niet als Raad van Commissarissen definieert maar als Regime van Cruijff. En die Ronald Waterreus verleidde tot het opperen van de volgende oplossing: 'Iedereen weg. De hele club weg. Dan hoeven we het er nooit meer over te hebben.' Waarvan akte.
5) Aleid
Nog drie dagen, maar nog steeds geen woedende menigte in Utrecht. Aleid Wolfsen schijt secondelijm, zo stevig zit hij aan het pluche gekleefd. Ik citeer mezelf: 'GeenStijl zit de Utrechtse burgemeester al heel lang op de huid. Elk ander medium dat zo'n indrukwekkend dossier kan overleggen zou de katalysator zijn van grootschalige onderzoeken, Kamervragen en uiteindelijk het onvermijdelijke aftreden van het object van onderzoek, of het nu Zembla, de Volkskrant of Elsevier is. Maar nu is het GeenStijl maar, een "pubersite", aldus Het Licht in Leer, Von der Dunk, en dus niet serieus te nemen. Dat onder de retoriek keiharde feiten en gedegen onderzoek aan de basis van dit "hinderlijk volgen" liggen, wordt voor het gemak maar genegeerd.' (Zoggel, 8 september)
Ze hebben net nog even heel vriendelijk de 48 bewijsstukken op een rijtje gezet: KLIK
6) Roos
Ook de wetenschap kwam nog in het nieuws. Een zekere Diederik Stapel bleek jarenlang onderzoeksresultaten verzonnen te hebben en zijn ontmaskering stelde eindelijk de discussie over de wetenschappelijke mores van de psychologiewetenschap op scherp. Koos Stapel nog rap het hazenpad, zijn maatje Roos Vonk zette doodleuk de tegenaanval in. Het in slaap gesuste diertje was ook 'slachtoffer van Diederik' hoor... Vonk kwam haar straatje schoonvegen bij Jeroen en Paul. Per minuut werd ze egoïstischer, minder sociaal en 'hufteriger'. Precies een vleeseter. O nee, dat was nou net zo'n verzonnen onderzoeksresultaat. Bedenk dus wel: iedere dag dat u geen vlees eet steunt u Roos Vonk. Trojka hier, trojka daar, is hier ook een abattoir?
7) Ramsey
Ramsey Nasr deed ook mee in 2011. Hij is Dichter des vaderlands. Maar wel van zijn nieuwe vaderland. Met zijn oude wil het nog steeds niet echt lukken, of zo. Afijn. Wat vond Nasr? Nasr vond een vergasser!: 'Wilders is volgens het woordenboek een fascist!' Zo rolt onze Rams. Hier heel stoer opschrijven dat we een fascist in de regering hebben en dan vervolgens doodleuk op visite gaan bij het regime in China. Dat werk. En dan op de mededeling dat er daar mensen om hun mening gevangen zitten als volgt reageren: 'Mijn hoofd wordt zwart. Waarom hoor ik dit nu pas?' Ramsey ging ook nog in België uitleggen hoe het zit met zijn nieuwe vaderland: Hoe denkt de Nederlander? 'Dood! Alles waar ik het niet mee eens ben, moet dood!' Nou nou. Zeg Ramsey, je bent toch geen vegetariër?
8) Jan
De prijs voor de dementste Nederlander van 2011 gaat met lof naar Jan Mulder. Mulder vergeet elke maand weer zichzelf op één te zetten in de ergernissen-top-5. Mulder kijkt op een kaartje van welke partij iemand is en past daar dan zijn mening over die persoon op aan. Mulder gelooft niet dat een boer van zijn koeien kan houden. Mulder is nog wel zo kwiek om in de eindtune van DWDD nog een gemene beschuldiging op tafel te gooien, zo laat dat het nog net te horen is voor de kijker maar dat de opponent niet meer kan reageren. Mulder had het dit jaar vooral gemunt op Jan Kees de Jager, die ondanks alle ellende overeind bleef en zich nooit als jankkees de Jager manifesteerde. Waarvoor hulde. Want ga er maar aan staan: steeds naar Brussel om voor Merkozy te buigen en die kudt-Grieken te managen en dan bij DWDD Mulder tegenover je krijgen die eerst laat weten je maar een incompetente lul te vinden en je een moment later verwijt dat je de eurocrisis niet oplost. En dan rustig blijven. Hulde, Jan Kees, hulde.
9) Henk
Nee, dan Henk Bleker. Op het befaamde CDA-congres in 2010 toonde Bleker aan dat hij over goede manieren beschikt door eerst rustig zijn lapje vlees fijn te kauwen en weg te slikken alvorens het woord te nemen, maar in oktober ging hij de mist in met het briefje aan Mauro Manuel. 'Als je (met je moeder) / meewilt naar / FC Twentte-PSV / Da kan dat [sic],' schreef Bleker. En Nederland viel massaal over Henk heen. Ik denk echter dat Henk hier door de eindtune getackled werd. Hij had namelijk nog willen schrijven: 'Bij Twentte voetbalt namelijk Douglas, die heeft veel minder met Nederland, namelijk niks, maar kan toch een Nederlands paspoort krijgen. Dus we gaan hem even vragen hoe hij 'm dat flikt. Zin an?'
10) Johan (II)
We kunnen niet om hem heen: Johan Derksen. Een tatoeage bij Johnny de Mol, een televizierring met Voetbal International, een geruchtmakende commercial. Derksen was alomtegenwoordig. En dat in een EK- en WK-loos jaar. Maar we noemen hem hier vooral met het oog op 2012. Want hoe onzeker de toekomst ook is, hoe onvoorspelbaar ook het lot, Johan Derksen - en met hem zijn VI-kompanen - zorgt voor houvast: ook in 2012 zal Derksen Gertjan Verbeek weer 425 keer een 'hork' noemen, zal Wilfred Genee weer 1274 keer 'maar dat geheel terzijde' zeggen en zal René van der Gijp weer 44 keer 'zeer binnenkort' terugkeren.
En Feyenoord wordt kampioen.
zaterdag 24 december 2011
Zeven dagen lang (91)
18 t/m 24 december
ZONDAG Derrie bah
De Franse filosofie: ‘de plek waar het meest gesproken werd en het minst gezegd’.
(Robert Anker, Oorlogshond, 2011, p. 260)
MAANDAG PC Hooft-prijs voor voor Tonnus Oosterhoff
Terechte bekroning, fascinerende dichter. Zijn laatste bundel Leegte lacht (2011) vind ik wat minder intrigerend dan voorgaande, maar er staan niettemin weer prachtige regels in:
'Beginners moeten stil water drinken,
zich niet verzetten tegen de wiskunde,
windveerboot en waterzonmembraan,
waarin uitgestorven en vooruit in elkaar overgaan.' (p. 43)
DINSDAG P&W
Pijnlijk: de 'Oudejaarsconference van het Volk' door Dolf Jansen. Als je als cabaretier om de drie zinnen moet zeggen dat je de grappen niet zelf bedacht hebt, dan geeft dat het niveau van de humor wel aardig weer.
WOENSDAG Elf
Zij die denken dat ik met mijn tirade tegen Bas Nijhuis de aandacht af wil leiden van sc Heerenveen-FC Oss hebben het faliekant mis.
Ik wil desalniettemin graag iedereen bedanken die mij gedurende en na afloop van de wedstrijd heeft gebeld of gesmst.
Ook degenen die bewust niet hebben gesmst dank ik. Uw piëteit werd zeer op prijs gesteld.
DONDERDAG 22 december
Hij is weer onder ons, Frits van Egters, die beter dan welke filosoof ook het wezen van de tijd doorgrondt:
'"Wanneer we zakelijk rekenen," zei Frits bij zichzelf, toen hij buiten stond, "kunnen we zeggen: we hebben nog een halve avond. Dit is echter een ongegronde voorstelling van zaken. De avond is verloren, er is niets meer aan te veranderen."' (De avonden, 57ste druk, 2006, p. 27)
VRIJDAG Speurtocht
In deze post stak ik de loftrompet over Oek de Jongs verhaal 'Dekker, Koolen & Buis', dat ik in de Rode Zwagerman, De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen (2005), las:
'Buis gaat dood, Dekker snijdt zich uit droefheid de strot af en Koolen besluit vervolgens uit woede tweehonderd te worden. Hij haalt het. En dan die onvergetelijke slotzin: "Maar toen ging hij ook."'
Ik natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Volgens de verantwoording van Zwagerman (p. 1589) komt het verhaal uit De Jongs bundel De onbeweeglijke (2002).
Wat lees ik daar in de slotpassage van het verhaal op p. 117?:
Ik Zwagerman er weer bij genomen. Wat lees ik daar op p. 1302?:
Ik naar de bieb, het ernstig beduimelde exemplaar van Massimo opgeslagen, en inderdaad: daar haalt Dekker nog de tweehonderd.
In zijn aantekening schreef Oek de Jong voorts: 'Voor deze editie heb ik alle verhalen herzien, maar mezelf daarbij strikte beperkingen opgelegd: ik heb voornamelijk geschrapt en zodoende gedaan wat ik destijds uit onervarenheid naliet.'
De Jong heeft dus honderd jaar geschrapt.
En Zwagerman, die verwijst naar de verkeerde bundel.
ZATERDAG Kerstavond
Waarom heet Jezus Jezus? Door een incident in de stal:
''t waar zoomar zó'n klótstèlleke vur anderhalf kalf en 'n geit. 't Waar me toch 'n gekrengel in dieje kaoie stal, zó gruwelek kreemerig en klèin en d'r waren van die aauw ongelukkige schirgebonten um de zaak overèind te haauwe. Sint Jozef ha krèk d'n os en d'n ezel gevoeierd.
Dè waar eigelek wèl plezierrig vond ie die wèrrem biste en toe ie zoo wè òn 't riddere waar en dè krèk zoo docht, toen stiet ie toch innins z'ne kop òn een van die lig balke dèttie grif stèrre zaag! Nog meer ès d'r buiten al ware...
"Jezus!" riep ie kèijhard.
"God", zin Maria, die nie wies wè d'r òn de hand waar, "dè's nou 's 'ne schònne naam vur ons Kriesje..!"
En umdúrrum kùmt de naam van 't kiendje dus eigelek in de wirreld dur 'ne kaoien èikenbalk in dè stèlleken [...].'
(Brabantse Kèrst, red. Cor Swanenberg, 1997, p. 144)
ZONDAG Derrie bah
De Franse filosofie: ‘de plek waar het meest gesproken werd en het minst gezegd’.
(Robert Anker, Oorlogshond, 2011, p. 260)
MAANDAG PC Hooft-prijs voor voor Tonnus Oosterhoff
Terechte bekroning, fascinerende dichter. Zijn laatste bundel Leegte lacht (2011) vind ik wat minder intrigerend dan voorgaande, maar er staan niettemin weer prachtige regels in:
'Beginners moeten stil water drinken,
zich niet verzetten tegen de wiskunde,
windveerboot en waterzonmembraan,
waarin uitgestorven en vooruit in elkaar overgaan.' (p. 43)
DINSDAG P&W
Pijnlijk: de 'Oudejaarsconference van het Volk' door Dolf Jansen. Als je als cabaretier om de drie zinnen moet zeggen dat je de grappen niet zelf bedacht hebt, dan geeft dat het niveau van de humor wel aardig weer.
WOENSDAG Elf
Zij die denken dat ik met mijn tirade tegen Bas Nijhuis de aandacht af wil leiden van sc Heerenveen-FC Oss hebben het faliekant mis.
Ik wil desalniettemin graag iedereen bedanken die mij gedurende en na afloop van de wedstrijd heeft gebeld of gesmst.
Ook degenen die bewust niet hebben gesmst dank ik. Uw piëteit werd zeer op prijs gesteld.
DONDERDAG 22 december
Hij is weer onder ons, Frits van Egters, die beter dan welke filosoof ook het wezen van de tijd doorgrondt:
'"Wanneer we zakelijk rekenen," zei Frits bij zichzelf, toen hij buiten stond, "kunnen we zeggen: we hebben nog een halve avond. Dit is echter een ongegronde voorstelling van zaken. De avond is verloren, er is niets meer aan te veranderen."' (De avonden, 57ste druk, 2006, p. 27)
VRIJDAG Speurtocht
In deze post stak ik de loftrompet over Oek de Jongs verhaal 'Dekker, Koolen & Buis', dat ik in de Rode Zwagerman, De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen (2005), las:
'Buis gaat dood, Dekker snijdt zich uit droefheid de strot af en Koolen besluit vervolgens uit woede tweehonderd te worden. Hij haalt het. En dan die onvergetelijke slotzin: "Maar toen ging hij ook."'
Ik natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Volgens de verantwoording van Zwagerman (p. 1589) komt het verhaal uit De Jongs bundel De onbeweeglijke (2002).
Wat lees ik daar in de slotpassage van het verhaal op p. 117?:
'Koolen was woedend. Hij was zo godvergeten woedend dat hij leefde, dat hij van alles mee moest maken zonder er iets van te begrijpen, dat hij besloot om het leven voor schut te zetten en honderd te worden. Hij ging gezond leven en haalde die honderd. Maar toen ging hij ook.'Wenkbrauwen gefronst. Honderd? Hoe kom ik dan bij tweehonderd? Word ik seniel?
Ik Zwagerman er weer bij genomen. Wat lees ik daar op p. 1302?:
'Koolen was woedend. Koolen was zo godvergeten witheet woedend dat hij leefde, dat hij van alles mee moest maken zonder er iets van te begrijpen, dat hij besloot om het leven voor spot te zetten en tweehonderd te worden. Hij ging gezond leven en haalde die tweehonderd. Maar toen ging hij ook.'Het staat er echt. Hoe zit dat nu met die Koolen? Werd hij nu 100 of 200? Een 'aantekening' van de auteur achterin De onbeweeglijke verschaft opheldering: 'Deze verhalen verschenen voor het eerst in 1977 onder de titel De hemelvaart van Massimo.'
Ik naar de bieb, het ernstig beduimelde exemplaar van Massimo opgeslagen, en inderdaad: daar haalt Dekker nog de tweehonderd.
In zijn aantekening schreef Oek de Jong voorts: 'Voor deze editie heb ik alle verhalen herzien, maar mezelf daarbij strikte beperkingen opgelegd: ik heb voornamelijk geschrapt en zodoende gedaan wat ik destijds uit onervarenheid naliet.'
De Jong heeft dus honderd jaar geschrapt.
En Zwagerman, die verwijst naar de verkeerde bundel.
ZATERDAG Kerstavond
Waarom heet Jezus Jezus? Door een incident in de stal:
''t waar zoomar zó'n klótstèlleke vur anderhalf kalf en 'n geit. 't Waar me toch 'n gekrengel in dieje kaoie stal, zó gruwelek kreemerig en klèin en d'r waren van die aauw ongelukkige schirgebonten um de zaak overèind te haauwe. Sint Jozef ha krèk d'n os en d'n ezel gevoeierd.
Dè waar eigelek wèl plezierrig vond ie die wèrrem biste en toe ie zoo wè òn 't riddere waar en dè krèk zoo docht, toen stiet ie toch innins z'ne kop òn een van die lig balke dèttie grif stèrre zaag! Nog meer ès d'r buiten al ware...
"Jezus!" riep ie kèijhard.
"God", zin Maria, die nie wies wè d'r òn de hand waar, "dè's nou 's 'ne schònne naam vur ons Kriesje..!"
En umdúrrum kùmt de naam van 't kiendje dus eigelek in de wirreld dur 'ne kaoien èikenbalk in dè stèlleken [...].'
(Brabantse Kèrst, red. Cor Swanenberg, 1997, p. 144)
vrijdag 23 december 2011
Kerstmis
Ik houd van Kerstmis. De lichtjes, de bomen, de liedjes, de tradities, de films, de rituelen. Het is allemaal behoorlijk sentimenteel en misschien zelfs kitscherig, maar de hele sfeer palmt me elk jaar weer in.
Als je je genegenheid voor Kerstmis uit, dan is er altijd wel iemand in de buurt die erop wijst dat de Kerstman door Coca-Cola is uitgevonden. Behalve dat dit niet geheel waar is - de Kerstman zoals die tegenwoordig gecanoniseerd is is inderdaad een creatie van de frisdrankgigant, maar de 'oorspronkelijke' Kerstman is de Germaanse 'Weihnachtsmann' -, is het ook van weinig belang.
Wie van mijn generatie krijgt immers geen warme gevoelens bij de herinnering aan die wonderlijk mooie reclames waarin een prachtig verlichte stoet Coca-Cola-vrachtwagens op weg is naar de mensen, onderweg alles in fonkelende lichtjes van de felste kleuren zettend? De besneeuwde wereld, de kleine man bij opa op schoot, de mensen op de ijsbaan. De belofte van iets heerlijks.
Ook de notie van een 'witte Kerst' is een even vertrouwde als onwerkelijke. Hoe vaak treffen we nu een besneeuwde wereld aan met Kerstmis? In de twintigste eeuw telde het KNMI er slechts zes. Hier is Charles Dickens de schuldige. In zijn vermaarde A Christmas Carol in Prose over de vrek Scrooge laat hij de gelouterde hoofdpersoon op Kerstochtend na het openen van de luiken uitkijken over een besneeuwde stad. Het maagdelijke wit als symbool voor een nieuw en zuiver begin.
Ook voor Dickens was er jeugdsentiment in het spel. Menige Kerstmis in zijn jonge jaren, begin negentiende eeuw, was een witte. Het verhaal van Scrooge is tot het archetypische kerstverhaal geworden, gelijkop met de ontkerkelijking en individualisering van de maatschappij. Een verhaal als rechtvaardiging en waarschuwing ineen. Talloze verhalen en (teken)films zijn erop gebaseerd.
Overigens is ook de kerstboom een vrij recente traditie, overgenomen uit - opnieuw - Duitsland, waarbij de Tannenbaum bij ons abusievelijk als de denneboom ingeburgerd is geraakt in plaats van als sparreboom. En dan was de kerstboom ook nog lange tijd een protestants gebruik; de katholieken hadden al de kerststal.
We leven in een geglobaliseerde wereld. Lokale rituelen en gebruiken raken steeds meer bedekt onder het stof van de geschiedenis. Ze worden vervangen door de iconen van de huidige tijd. Dat is niet erg, zolang we ons er maar van bewust zijn en blijven waar we vandaan komen. En bovendien: Dickens is nog steeds een grootheid en niemand is er ooit in geslaagd de smaak van Coca-Cola te evenaren, laat staan te overtreffen.
Daarom zeg ik, met een glaasje Coca-Cola in de hand de hemel afspeurend naar sneeuw, naar goed katholiek gebruik: zalig kerstfeest!
Als je je genegenheid voor Kerstmis uit, dan is er altijd wel iemand in de buurt die erop wijst dat de Kerstman door Coca-Cola is uitgevonden. Behalve dat dit niet geheel waar is - de Kerstman zoals die tegenwoordig gecanoniseerd is is inderdaad een creatie van de frisdrankgigant, maar de 'oorspronkelijke' Kerstman is de Germaanse 'Weihnachtsmann' -, is het ook van weinig belang.
Wie van mijn generatie krijgt immers geen warme gevoelens bij de herinnering aan die wonderlijk mooie reclames waarin een prachtig verlichte stoet Coca-Cola-vrachtwagens op weg is naar de mensen, onderweg alles in fonkelende lichtjes van de felste kleuren zettend? De besneeuwde wereld, de kleine man bij opa op schoot, de mensen op de ijsbaan. De belofte van iets heerlijks.
Ook de notie van een 'witte Kerst' is een even vertrouwde als onwerkelijke. Hoe vaak treffen we nu een besneeuwde wereld aan met Kerstmis? In de twintigste eeuw telde het KNMI er slechts zes. Hier is Charles Dickens de schuldige. In zijn vermaarde A Christmas Carol in Prose over de vrek Scrooge laat hij de gelouterde hoofdpersoon op Kerstochtend na het openen van de luiken uitkijken over een besneeuwde stad. Het maagdelijke wit als symbool voor een nieuw en zuiver begin.
Ook voor Dickens was er jeugdsentiment in het spel. Menige Kerstmis in zijn jonge jaren, begin negentiende eeuw, was een witte. Het verhaal van Scrooge is tot het archetypische kerstverhaal geworden, gelijkop met de ontkerkelijking en individualisering van de maatschappij. Een verhaal als rechtvaardiging en waarschuwing ineen. Talloze verhalen en (teken)films zijn erop gebaseerd.
Overigens is ook de kerstboom een vrij recente traditie, overgenomen uit - opnieuw - Duitsland, waarbij de Tannenbaum bij ons abusievelijk als de denneboom ingeburgerd is geraakt in plaats van als sparreboom. En dan was de kerstboom ook nog lange tijd een protestants gebruik; de katholieken hadden al de kerststal.
We leven in een geglobaliseerde wereld. Lokale rituelen en gebruiken raken steeds meer bedekt onder het stof van de geschiedenis. Ze worden vervangen door de iconen van de huidige tijd. Dat is niet erg, zolang we ons er maar van bewust zijn en blijven waar we vandaan komen. En bovendien: Dickens is nog steeds een grootheid en niemand is er ooit in geslaagd de smaak van Coca-Cola te evenaren, laat staan te overtreffen.
Daarom zeg ik, met een glaasje Coca-Cola in de hand de hemel afspeurend naar sneeuw, naar goed katholiek gebruik: zalig kerstfeest!
donderdag 22 december 2011
Bas Nijhuis is een slappe zak
Scheidsrechter Bas Nijhuis vond het gisteravond nodig AZ-doelman Esteban de rode kaart voor te houden. De keeper schakelde even heldhaftig als vakkundig een moordzuchtige gek uit en kreeg daarvoor de zwaarste straf.
Bas Nijhuis handelde volgens de spelregels, aldus de kenners en niet in de laatste plaats aldus Bas Nijhuis zelf.
Keurig volgens het boekje.
Klasse, Bas, UEFA en FIFA zullen trots op je zijn, het WK is weer een stapje dichterbij.
Je zou Nijhuis zijn faux pas kunnen vergeven met een beroep op de chaos en verwarring van het moment. Een impulsieve beslissing, de regels als acuut houvast.
Maar die vlieger gaat dus niet op, want wat zei een fris gewassen en gestreken Bas Nijhuis enkele uren na het gebeuren op de persconferentie?
'Esteban had toch ook weg kunnen lopen.'
Aldus Bas Nijhuis.
De gladjanus keek erbij alsof hij verwachtte dat iedereen, Verbeek en Esteban incluis, nu dankbaar zou uitroepen: 'Oh ja, tuurlijk, dat we daar niet aan gedacht hadden! O, vervloekt zij onze oneindige domheid! Dank u, dank u, Bas Nijhuis voor deze relevatie!'
Ja, Esteban had rustig met zijn armen over elkaar moeten wachten tot die kutjanus overeind was gekrabbeld en een nieuwe aanval zou inzetten. En dan wegrennen maar. Zie je het al voor je?
Ik ben gekke Esteban niet, horen we de goalie al denken, briesend en wel.
Bas Nijhuis is zo'n type dat met zijn fiets in het holst van de nacht op een totaal verlaten kruispunt voor een rood stoplicht gaat staan wachten. Want dat is nu eenmaal de regel. Zulke lui moeten in principe al zo snel mogelijk tegen zichzelf in bescherming worden genomen en in de armen van mannen met witte jassen worden gedreven.
Maar die opmerking na afloop is werkelijk stuitend. Daar liet Bas Nijhuis zijn ware aard zien.
Dick Jol zei ooit iets dergelijks te hebben meegemaakt in Europees verband maar toen op basis van common sense geen rode kaart te hebben getrokken. Dat is het verschil tussen Dick Jol en Bas Nijhuis, het verschil tussen een scheidsrechter met kloten en een slappe zak.
Dick Jol, Mario van der Ende, Jaap Uilenberg. Topscheidsrechters met charisma, met overwicht, met de spelregels als richtlijn in plaats van als wet.
Waar zijn ze gebleven? Bas Nijhuis is exemplarisch voor het huidige scheidsrechtersgilde. Het zijn robots, voorgeprogrammeerde machines die niet meer zelf kunnen handelen, laat staan nadenken. Alles volgens de regels, Befehl ist Befehl.
Pieter Vink is de enige die nog een beetje in de buurt komt van Jol.
De aanklager heeft de rode kaart vanavond geseponeerd. Met instemming van iedereen. Van Esteban zelf, Verbeek, AZ. Frank de Boer, Ajax, de voetballiefhebber. Ivo op Stelten, premier Rutte.
Behalve van Bas Nijhuis. Hij zou het zo weer doen.
Zet het maar vast op een rennen, Bas.
Bas Nijhuis handelde volgens de spelregels, aldus de kenners en niet in de laatste plaats aldus Bas Nijhuis zelf.
Keurig volgens het boekje.
Klasse, Bas, UEFA en FIFA zullen trots op je zijn, het WK is weer een stapje dichterbij.
Je zou Nijhuis zijn faux pas kunnen vergeven met een beroep op de chaos en verwarring van het moment. Een impulsieve beslissing, de regels als acuut houvast.
Maar die vlieger gaat dus niet op, want wat zei een fris gewassen en gestreken Bas Nijhuis enkele uren na het gebeuren op de persconferentie?
'Esteban had toch ook weg kunnen lopen.'
Aldus Bas Nijhuis.
De gladjanus keek erbij alsof hij verwachtte dat iedereen, Verbeek en Esteban incluis, nu dankbaar zou uitroepen: 'Oh ja, tuurlijk, dat we daar niet aan gedacht hadden! O, vervloekt zij onze oneindige domheid! Dank u, dank u, Bas Nijhuis voor deze relevatie!'
Ja, Esteban had rustig met zijn armen over elkaar moeten wachten tot die kutjanus overeind was gekrabbeld en een nieuwe aanval zou inzetten. En dan wegrennen maar. Zie je het al voor je?
Ik ben gekke Esteban niet, horen we de goalie al denken, briesend en wel.
Bas Nijhuis is zo'n type dat met zijn fiets in het holst van de nacht op een totaal verlaten kruispunt voor een rood stoplicht gaat staan wachten. Want dat is nu eenmaal de regel. Zulke lui moeten in principe al zo snel mogelijk tegen zichzelf in bescherming worden genomen en in de armen van mannen met witte jassen worden gedreven.
Maar die opmerking na afloop is werkelijk stuitend. Daar liet Bas Nijhuis zijn ware aard zien.
Dick Jol zei ooit iets dergelijks te hebben meegemaakt in Europees verband maar toen op basis van common sense geen rode kaart te hebben getrokken. Dat is het verschil tussen Dick Jol en Bas Nijhuis, het verschil tussen een scheidsrechter met kloten en een slappe zak.
Dick Jol, Mario van der Ende, Jaap Uilenberg. Topscheidsrechters met charisma, met overwicht, met de spelregels als richtlijn in plaats van als wet.
Waar zijn ze gebleven? Bas Nijhuis is exemplarisch voor het huidige scheidsrechtersgilde. Het zijn robots, voorgeprogrammeerde machines die niet meer zelf kunnen handelen, laat staan nadenken. Alles volgens de regels, Befehl ist Befehl.
Pieter Vink is de enige die nog een beetje in de buurt komt van Jol.
De aanklager heeft de rode kaart vanavond geseponeerd. Met instemming van iedereen. Van Esteban zelf, Verbeek, AZ. Frank de Boer, Ajax, de voetballiefhebber. Ivo op Stelten, premier Rutte.
Behalve van Bas Nijhuis. Hij zou het zo weer doen.
Zet het maar vast op een rennen, Bas.
woensdag 21 december 2011
Nova Zembla terecht niet heel spannend
Het belangrijkste bezwaar tegen Nova Zembla schijnt te zijn dat de film niet spannend genoeg is. Dat is eigenlijk een vreemd soort kritiek voor een film als deze. Als Nova Zembla immers een historisch accurate rolprent wil zijn, dan zal er inderdaad weinig opzienbarends in gebeuren.
Want waar komt die toch van Barentsz en Van Heemskerck nu op neer? Een lange tocht over zee, een nog langere, saaie, koude overwintering in het Behouden Huys en tot slot een niet minder eentonige terugtocht in open roeibootjes. Daar valt weinig moord en brand uit te halen. Bovendien zijn we allemaal, als het goed is, op de hoogte van verloop en afloop van de expeditie, dus spanning door verrassing hoeft ook niet verwacht te worden.
Toch moet ik zeggen, nu ik de film gezien heb, dat het reuze meevalt met dat gebrek aan spanning. Het kielhalen en de ijsbeer die het Huys binnen probeert te dringen zorgen voor ademloze momenten. Ook de historische setting intrigeert zeer, met als hoogtepunten de kerkscènes met het staande om de kansel gegroepeerde kerkvolk en de decors in het ruim van de schip en in de hut van de kapitein. Visueel valt er dus veel te genieten, zelfs met zo'n vervelende 3d-bril. Ik zie er nog steeds niet de toegevoegde waarde van in. Je bent constant aan het corrigeren en bent verplicht naar het krappe deel van het scherm te kijken dat niet vaag geblurd is.
Dieptepunt van de film is toch wel Doutzen Kroes. Die continue aandacht voor haar boezem is werkelijk gênant. Het is een Nederlandse film en dus moet je als kijker sowieso rekening houden met gratuite seksscènes en goedkope erotiek, maar dit is wel erg overdreven. Bovendien is haar acteerprestatie zeer vlak, haar accent behoorlijk detonerend en de toegevoegde waarde van Doutzen Kroes daarmee nul komma nul. Eens maar nooit weer. Dat een gebrek aan acteerervaring overigens geenszins per definitie een waardeloze prestatie oplevert bewijst Sem Schilt, die de rol van zeebonk Klaas met verve speelt.
Jammer is dat er niet meer aandacht is besteed aan het uitwerken van de persoonlijkheden van Barentsz' bemanning, van wie sommigen geheel anoniem blijven tot aan de aftiteling, en van hun onderlinge verhoudingen. Derek de Lint is overtuigend als Barentsz, aan Victor Reinier als Jacob van Heemskerck is het moeilijk wennen. Dat is ook zo'n naar neveneffect van Nederlandse films, dat je veel acteurs al te goed kent van allerlei dingen die ze ernaast doen of deden. Je zit toch steeds te kijken naar Victor Reinier in plaats van naar Van Heemskerck.
Afgezien daarvan is Nova Zembla een waardige verfilming van een historische gebeurtenis uit het vaderlandse verleden en in dat licht hopelijk een trendsetter. Dat er nog vele mogen volgen. Spannend hoeven ze niet per se te zijn, maar liefst wel zonder fotomodellen en televisiepresentatoren.
Want waar komt die toch van Barentsz en Van Heemskerck nu op neer? Een lange tocht over zee, een nog langere, saaie, koude overwintering in het Behouden Huys en tot slot een niet minder eentonige terugtocht in open roeibootjes. Daar valt weinig moord en brand uit te halen. Bovendien zijn we allemaal, als het goed is, op de hoogte van verloop en afloop van de expeditie, dus spanning door verrassing hoeft ook niet verwacht te worden.
Toch moet ik zeggen, nu ik de film gezien heb, dat het reuze meevalt met dat gebrek aan spanning. Het kielhalen en de ijsbeer die het Huys binnen probeert te dringen zorgen voor ademloze momenten. Ook de historische setting intrigeert zeer, met als hoogtepunten de kerkscènes met het staande om de kansel gegroepeerde kerkvolk en de decors in het ruim van de schip en in de hut van de kapitein. Visueel valt er dus veel te genieten, zelfs met zo'n vervelende 3d-bril. Ik zie er nog steeds niet de toegevoegde waarde van in. Je bent constant aan het corrigeren en bent verplicht naar het krappe deel van het scherm te kijken dat niet vaag geblurd is.
Dieptepunt van de film is toch wel Doutzen Kroes. Die continue aandacht voor haar boezem is werkelijk gênant. Het is een Nederlandse film en dus moet je als kijker sowieso rekening houden met gratuite seksscènes en goedkope erotiek, maar dit is wel erg overdreven. Bovendien is haar acteerprestatie zeer vlak, haar accent behoorlijk detonerend en de toegevoegde waarde van Doutzen Kroes daarmee nul komma nul. Eens maar nooit weer. Dat een gebrek aan acteerervaring overigens geenszins per definitie een waardeloze prestatie oplevert bewijst Sem Schilt, die de rol van zeebonk Klaas met verve speelt.
Jammer is dat er niet meer aandacht is besteed aan het uitwerken van de persoonlijkheden van Barentsz' bemanning, van wie sommigen geheel anoniem blijven tot aan de aftiteling, en van hun onderlinge verhoudingen. Derek de Lint is overtuigend als Barentsz, aan Victor Reinier als Jacob van Heemskerck is het moeilijk wennen. Dat is ook zo'n naar neveneffect van Nederlandse films, dat je veel acteurs al te goed kent van allerlei dingen die ze ernaast doen of deden. Je zit toch steeds te kijken naar Victor Reinier in plaats van naar Van Heemskerck.
Afgezien daarvan is Nova Zembla een waardige verfilming van een historische gebeurtenis uit het vaderlandse verleden en in dat licht hopelijk een trendsetter. Dat er nog vele mogen volgen. Spannend hoeven ze niet per se te zijn, maar liefst wel zonder fotomodellen en televisiepresentatoren.
zaterdag 17 december 2011
Zeven dagen lang (90)
11 t/m 17 december
ZONDAG
...Man, man, man,
MAANDAG
wat een week,
DINSDAG
- is dat wat ze bedoelen met '24-uurseconomie'? -,
WOENSDAG
nog geen tijd gehad om ook maar iets voor deze rubriek te bedenken,
DONDERDAG
laat staan voor reguliere berichten,
VRIJDAG
nou ja,
ZATERDAG
volgende week dan maar weer...
ZONDAG
...Man, man, man,
MAANDAG
wat een week,
DINSDAG
- is dat wat ze bedoelen met '24-uurseconomie'? -,
WOENSDAG
nog geen tijd gehad om ook maar iets voor deze rubriek te bedenken,
DONDERDAG
laat staan voor reguliere berichten,
VRIJDAG
nou ja,
ZATERDAG
volgende week dan maar weer...
zaterdag 10 december 2011
Zeven dagen lang (89)
4 t/m 10 december
ZONDAG Feyenoord-PSV
2-0! Om met Wil Genee te spreken: 'Ja ja!'.
Met Le Bob van tevoren overeengekomen dat Kelvin Leerdam de Eyong Enoh van Feyenoord is. En gedurende de wedstrijd dat Jetro Willems de Leerdam-Enoh van PSV is.
MAANDAG 5 december
Nog een keer Martijn Koning: de nieuwe Sint 'speelde altijd Kees in Flodder. Er is dus beeldmateriaal van een heel jonge Sint die z'n eigen zus ligt te neuken.' Hele fragment
DINSDAG Fenomenologie
Ik presenteerde de fenomenologie van de treinforens.
Bob den Uyl blijkt eerder - in Een zwervend bestaan (1977) - al eens iets dergelijks te hebben gedaan voor mensen die in je rij staan 'op postkantoor, station of bank'. Met als te vermijden categorieën: 65-plussers ('Weten nergens van en menen daarbij op grond van hun leeftijd alles beter te weten en recht te hebben op een voorkeursbehandeling'), Kinderen, Gastarbeiders ('Moeten vaak onder grenzeloze overschatting van hun kennis der Nederlandse taal geldbedragen of grote pakketten opsturen naar verwanten in onherbergzame of nog niet in kaart gebrachte landstreken zonder postale faciliteiten, en zijn daarbij onwillig gegevens te verstrekken, in het vermoeden dat zij in de maling worden genomen of uitgewezen zullen worden'), Toeristen, Filatelisten, Wereldvreemden ('Kunnen zich vaak aan het loket niet meer herinneren waarvoor ze gekomen zijn') en Dames in bontjassen ('Het doet hierbij niet ter zake of het bont echt is dan wel imitatie'), alsmede de 'ondersoorten' Kantoorlopers, Lieden onder invloed en Carnavalsfiguren.
WOENSDAG Mystery guest
Wie is toch die Michael die her en der in mijn hedendaagse muziek opduikt?
'And Michael you would fall, and turn the white snow red as strawberries in summertime.' (Fleet Foxes, 'White Winter Hymnal)
'I remember at Michael's house, in the living room, when you kissed my neck, and I almost touched your blouse.' (Sufjan Stevens, 'Casimir Pulaski Day')
'And look out Michael, there's a note on the door, saying: Everybody listen, you'll be the next Omaha.' (Band of Horses, 'The Great Salt Lake')
Wonderlijk.
DONDERDAG Viral!
Nieuwe oude held: Frank Koenegracht. 'Oom Jo'.
VRIJDAG Brussel bepaalt
'Groot-Brittannië drijft weg van Europese Unie.'*
Mogen we meevaren?
ZATERDAG Decemberish
Mijn kerstboompje weer opgetuigd. Nu onder de klanken van Sufjan Stevens' zesdelige Songs for Christmas. Boekje: 'All songs written, arranged, recorded, and produced by Santa Sufjan unless otherwise specified'.
ZONDAG Feyenoord-PSV
2-0! Om met Wil Genee te spreken: 'Ja ja!'.
Met Le Bob van tevoren overeengekomen dat Kelvin Leerdam de Eyong Enoh van Feyenoord is. En gedurende de wedstrijd dat Jetro Willems de Leerdam-Enoh van PSV is.
MAANDAG 5 december
Nog een keer Martijn Koning: de nieuwe Sint 'speelde altijd Kees in Flodder. Er is dus beeldmateriaal van een heel jonge Sint die z'n eigen zus ligt te neuken.' Hele fragment
DINSDAG Fenomenologie
Ik presenteerde de fenomenologie van de treinforens.
Bob den Uyl blijkt eerder - in Een zwervend bestaan (1977) - al eens iets dergelijks te hebben gedaan voor mensen die in je rij staan 'op postkantoor, station of bank'. Met als te vermijden categorieën: 65-plussers ('Weten nergens van en menen daarbij op grond van hun leeftijd alles beter te weten en recht te hebben op een voorkeursbehandeling'), Kinderen, Gastarbeiders ('Moeten vaak onder grenzeloze overschatting van hun kennis der Nederlandse taal geldbedragen of grote pakketten opsturen naar verwanten in onherbergzame of nog niet in kaart gebrachte landstreken zonder postale faciliteiten, en zijn daarbij onwillig gegevens te verstrekken, in het vermoeden dat zij in de maling worden genomen of uitgewezen zullen worden'), Toeristen, Filatelisten, Wereldvreemden ('Kunnen zich vaak aan het loket niet meer herinneren waarvoor ze gekomen zijn') en Dames in bontjassen ('Het doet hierbij niet ter zake of het bont echt is dan wel imitatie'), alsmede de 'ondersoorten' Kantoorlopers, Lieden onder invloed en Carnavalsfiguren.
WOENSDAG Mystery guest
Wie is toch die Michael die her en der in mijn hedendaagse muziek opduikt?
'And Michael you would fall, and turn the white snow red as strawberries in summertime.' (Fleet Foxes, 'White Winter Hymnal)
'I remember at Michael's house, in the living room, when you kissed my neck, and I almost touched your blouse.' (Sufjan Stevens, 'Casimir Pulaski Day')
'And look out Michael, there's a note on the door, saying: Everybody listen, you'll be the next Omaha.' (Band of Horses, 'The Great Salt Lake')
Wonderlijk.
DONDERDAG Viral!
Nieuwe oude held: Frank Koenegracht. 'Oom Jo'.
VRIJDAG Brussel bepaalt
'Groot-Brittannië drijft weg van Europese Unie.'*
Mogen we meevaren?
ZATERDAG Decemberish
Mijn kerstboompje weer opgetuigd. Nu onder de klanken van Sufjan Stevens' zesdelige Songs for Christmas. Boekje: 'All songs written, arranged, recorded, and produced by Santa Sufjan unless otherwise specified'.
donderdag 8 december 2011
Gezien: Het Alziend Oor
Wanneer: zaterdag 3 december 2011
Waar: Verkadefabriek, 's-Hertogenbosch
Wat: Het Alziend Oor
Wie: John Buijsman & De Rotterdam Connectie (Keimpe de Jong, Andreas Suntrop, Arno Krijger, Arno Niks, Thirza Prak)
Op het festival Geen Daden Maar Woorden in Utrecht zag ik een voorproefje van John Buijsmans muzikale en tekstuele ode aan de blinde jazzmusicus Roland Kirk (1936-1977). Dat beviel me toen goed, zo goed dat ik besloot de hele show te gaan bekijken. Helaas bleken er niet méér Brabanders in Utrecht aanwezig geweest te zijn, want de opkomst in de Verkadefabriek was magertjes. Wellicht was ook de dag (de zaterdag voor 5 december) daar debet aan en zaten veel ouders met frisse tegenzin voor Zwarte Piet te spelen terwijl ze liever naar een voorstelling over een neger waren gaan kijken.
Deze opmerking is geheel in de geest van 'Het Alziend Oor'. Heerlijk ongecompliceerde en politiek incorrecte humor, gebaseerd op de Rotterdamse swing van Jules Deelder, die verantwoordelijk is voor de teksten. Alleen al de manier waarop Buijsman eruitziet als een soort pseudoneger is hilarisch. Hoewel hij in de huid kruipt van Kirk (consequent als 'kurrek' uitgesproken), fulmineert hij ook naar hartelust tegen hedendaagse uitwassen als commerciële talentenjachten en inwisselbare popsterretjes: 'de zangeres zonder kut!' De sketch over een paukenist die in de hemel deelneemt aan een 300 jaar durende ('zo gaat dat in de eeuwigheid') symfonie van 'Heetboven' is qua spanningsopbouw en climax briljant, zeker ook door de positie vanwaaruit Buijsman vertelt: vanaf zo'n hoge tennisscheidsrechtersstoel.
Kirk stond erom bekend meerdere instrumenten tegelijk te kunnen bespelen en ook Buijsman en Keimpe de Jong voeren dit huzarenstukje meermaals op. Muzikaal valt er sowieso veel te genieten door het ongebreidelde enthousiasme van de muzikanten, met als uitschieter een spetterende drumsolo van Arend Niks. De Jong en Buijsman toveren een keur aan curieuze instrumenten tevoorschijn, zoals een stylofoon en een - naar mijn kompaan denkt te weten -bassaxofoon basklarinet. En het slotakkoord van Prak is zeer indrukwekkend. Wat een strot!
Buijsman acteert zeer overtuigend iemand die het licht zijner ogen moet missen, compleet met dat hypernerveuze tasten dat zo kenmerkend is voor een blinde. En ook het schuin omhoog steken van het hoofd waarmee een blinde als het ware het geluid probeert te ruiken is knap gedaan. Minder goed uit de verf komt het verhaal van Roland Kirk, van wie we na de voorstelling niet veel méér weten dan ervoor - en dat was al zeer weinig. Los zand is dan de adequate typering. De komische sketches en vooral de prikkelende, warmbloedige en overtuigende muzikale vertolking stellen die onvolkomenheid echter in de schaduw.
Buijsman weet in ieder geval de vitaliteit van Kirk over te brengen. En zijn met Deelder gedeelde Rotterdamse no nonsense humor is niet gespeeld: als hij meteen na het eind van de voorstelling uit zijn rol van Kirk is gestapt, voegt hij het publiek nog toe: 'As je volgende keer naar het theater gaat, neem dan eens een keer iemand mee joh!'
Op het festival Geen Daden Maar Woorden in Utrecht zag ik een voorproefje van John Buijsmans muzikale en tekstuele ode aan de blinde jazzmusicus Roland Kirk (1936-1977). Dat beviel me toen goed, zo goed dat ik besloot de hele show te gaan bekijken. Helaas bleken er niet méér Brabanders in Utrecht aanwezig geweest te zijn, want de opkomst in de Verkadefabriek was magertjes. Wellicht was ook de dag (de zaterdag voor 5 december) daar debet aan en zaten veel ouders met frisse tegenzin voor Zwarte Piet te spelen terwijl ze liever naar een voorstelling over een neger waren gaan kijken.
Deze opmerking is geheel in de geest van 'Het Alziend Oor'. Heerlijk ongecompliceerde en politiek incorrecte humor, gebaseerd op de Rotterdamse swing van Jules Deelder, die verantwoordelijk is voor de teksten. Alleen al de manier waarop Buijsman eruitziet als een soort pseudoneger is hilarisch. Hoewel hij in de huid kruipt van Kirk (consequent als 'kurrek' uitgesproken), fulmineert hij ook naar hartelust tegen hedendaagse uitwassen als commerciële talentenjachten en inwisselbare popsterretjes: 'de zangeres zonder kut!' De sketch over een paukenist die in de hemel deelneemt aan een 300 jaar durende ('zo gaat dat in de eeuwigheid') symfonie van 'Heetboven' is qua spanningsopbouw en climax briljant, zeker ook door de positie vanwaaruit Buijsman vertelt: vanaf zo'n hoge tennisscheidsrechtersstoel.
Kirk stond erom bekend meerdere instrumenten tegelijk te kunnen bespelen en ook Buijsman en Keimpe de Jong voeren dit huzarenstukje meermaals op. Muzikaal valt er sowieso veel te genieten door het ongebreidelde enthousiasme van de muzikanten, met als uitschieter een spetterende drumsolo van Arend Niks. De Jong en Buijsman toveren een keur aan curieuze instrumenten tevoorschijn, zoals een stylofoon en een - naar mijn kompaan denkt te weten -
Buijsman acteert zeer overtuigend iemand die het licht zijner ogen moet missen, compleet met dat hypernerveuze tasten dat zo kenmerkend is voor een blinde. En ook het schuin omhoog steken van het hoofd waarmee een blinde als het ware het geluid probeert te ruiken is knap gedaan. Minder goed uit de verf komt het verhaal van Roland Kirk, van wie we na de voorstelling niet veel méér weten dan ervoor - en dat was al zeer weinig. Los zand is dan de adequate typering. De komische sketches en vooral de prikkelende, warmbloedige en overtuigende muzikale vertolking stellen die onvolkomenheid echter in de schaduw.
Buijsman weet in ieder geval de vitaliteit van Kirk over te brengen. En zijn met Deelder gedeelde Rotterdamse no nonsense humor is niet gespeeld: als hij meteen na het eind van de voorstelling uit zijn rol van Kirk is gestapt, voegt hij het publiek nog toe: 'As je volgende keer naar het theater gaat, neem dan eens een keer iemand mee joh!'
dinsdag 6 december 2011
Gerrit van de Kamp, radicale populist
Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, wil geen uitpubliek meer bij voetbalwedstrijden. Vorig weekend ging het goed mis in Utrecht bij FC Utrecht-FC Twente. Fans van Twente gooiden vuurwerk in het aanpalende Utrecht-vak, waarna supporters van de thuisclub verhaal gingen halen en later ook buiten het stadion voor ongeregeldheden zorgden, onder meer gericht tegen de politie. Ook in Den Bosch ging het mis.
Een deel van de jonge Marokkanen zorgt voor veel criminaliteit en overlast. Een klein deel. De meerderheid zijn brave burgers. De goeden lijden, zoals altijd, onder de kwaden. Zoals het absurd en volslagen onredelijk zou zijn nu alle jeugdige Marokkanen hard aan te pakken, zo is het absurd en onredelijk om alle fans te weren van uitduels van hun club. Een deel van de voetbalsupporters misdraagt zich rond wedstrijden. Een klein gedeelte. De overgrote meerderheid doet geen vlieg kwaad. Ook zij lijden onder de kwaadwillenden.
Scheve vergelijking? Dacht het niet. Rond beide fenomenen zie je dezelfde dynamiek plaatsvinden. De klootzakjes hebben het nooit gedaan, hun gedrag is in de eerste plaats de schuld van de politie, die alles zelf uitlokt, en in de tweede plaats van de media, die stigmatiserend zijn en - natuurlijk - onder een hoedje werken met de politie. Verder zijn het dankbare issues voor op scoren beluste politici, hoofdpijndossiers voor incompetente plucheklevende politici, blijven concrete maatregelen tergend lang uit en is er grote maatschappelijke onrust en overlast.
De reactie van Gerrit van de Kamp is typisch zo'n door scoringsdrift ingegeven maatregel. De maat is vol, aldus Van de Kamp, nu opnieuw politieagenten in het nauw zijn gedreven. Eerder gebeurde dat al bij Feyenoord-De Graafschap en nu dus ook bij Utrecht-Twente. Beide keren waren het echter de fans van de thuisclub die de agenten aanvielen. Werden de Utrechters aanvankelijk nog opgestookt door Twentenaren, de rellen buiten het stadion hadden niets meer te maken met confrontaties onderling. De Rotterdammers opereerden zelfs geheel op eigen houtje, uit 'onvrede' met het eigen bestuur, terwijl in Den Bosch niet eens uitfans aanwézig waren. En 'dus' moeten er nu maar geen uitsupporters meer toegelaten worden. De logica is ver te zoeken.
Hulde dan ook voor de leider van die andere politiebond, de NPB. Jan Willem van de Pol pleit voor een striktere naleving van de dit jaar ten langen leste ingevoerde voetbalwet, die een gerichte aanpak van notoire relschoppers beoogt. Die moeten inderdaad keihard aangepakt worden, desnoods tot in alle aspecten van hun sociale actieradius. Hier is ook een taak weggelegd voor de goeden: die moeten de rotzakken massaal filmen met camera's en mobieltjes. En klikken maar, ik doe er graag aan mee. (Nog een overeenkomst met dat andere maatschappelijke probleem: het verzet moet zeker ook van binnenuit komen.) En zijn de vandalen nog naamloos, dan moet de politie de beelden in de openbaarheid gooien, desnoods op billboards. Hoe hard Inez Wesky, de vleermuis van de advocatuur, dan ook weer zal gaan tegenfladderen.
De maatregel van Van de Kamp is pure symboolpolitiek. De hooligans worden geweerd uit het stadion, maar ze zijn er pas in de tweede plaats voor het voetbal en in de eerste plaats voor het knokken en vernielen. Dat zal niet ophouden maar zich alleen verplaatsen. En de supporters, die in de eerste tot en met de laatse plaats voor het voetbal komen, zijn de pineut. Een supporter die zijn club ook buitenshuis wil ondersteunen waant zich nu al een halve crimineel. Meervoudige fouillering, verplichte deur-tot-deur busreizen, nul privacy, uitvakken als bunkers. Om de onschuldige liefhebber nu ook nog eens verplicht huisarrest te geven zou echt de druppel zijn.
Populisme is niet per se verkeerd als thermometer. Maar laat de diagnose en voorzeker de remedie in godsnaam pragmatisch zijn.
Een deel van de jonge Marokkanen zorgt voor veel criminaliteit en overlast. Een klein deel. De meerderheid zijn brave burgers. De goeden lijden, zoals altijd, onder de kwaden. Zoals het absurd en volslagen onredelijk zou zijn nu alle jeugdige Marokkanen hard aan te pakken, zo is het absurd en onredelijk om alle fans te weren van uitduels van hun club. Een deel van de voetbalsupporters misdraagt zich rond wedstrijden. Een klein gedeelte. De overgrote meerderheid doet geen vlieg kwaad. Ook zij lijden onder de kwaadwillenden.
Scheve vergelijking? Dacht het niet. Rond beide fenomenen zie je dezelfde dynamiek plaatsvinden. De klootzakjes hebben het nooit gedaan, hun gedrag is in de eerste plaats de schuld van de politie, die alles zelf uitlokt, en in de tweede plaats van de media, die stigmatiserend zijn en - natuurlijk - onder een hoedje werken met de politie. Verder zijn het dankbare issues voor op scoren beluste politici, hoofdpijndossiers voor incompetente plucheklevende politici, blijven concrete maatregelen tergend lang uit en is er grote maatschappelijke onrust en overlast.
De reactie van Gerrit van de Kamp is typisch zo'n door scoringsdrift ingegeven maatregel. De maat is vol, aldus Van de Kamp, nu opnieuw politieagenten in het nauw zijn gedreven. Eerder gebeurde dat al bij Feyenoord-De Graafschap en nu dus ook bij Utrecht-Twente. Beide keren waren het echter de fans van de thuisclub die de agenten aanvielen. Werden de Utrechters aanvankelijk nog opgestookt door Twentenaren, de rellen buiten het stadion hadden niets meer te maken met confrontaties onderling. De Rotterdammers opereerden zelfs geheel op eigen houtje, uit 'onvrede' met het eigen bestuur, terwijl in Den Bosch niet eens uitfans aanwézig waren. En 'dus' moeten er nu maar geen uitsupporters meer toegelaten worden. De logica is ver te zoeken.
Hulde dan ook voor de leider van die andere politiebond, de NPB. Jan Willem van de Pol pleit voor een striktere naleving van de dit jaar ten langen leste ingevoerde voetbalwet, die een gerichte aanpak van notoire relschoppers beoogt. Die moeten inderdaad keihard aangepakt worden, desnoods tot in alle aspecten van hun sociale actieradius. Hier is ook een taak weggelegd voor de goeden: die moeten de rotzakken massaal filmen met camera's en mobieltjes. En klikken maar, ik doe er graag aan mee. (Nog een overeenkomst met dat andere maatschappelijke probleem: het verzet moet zeker ook van binnenuit komen.) En zijn de vandalen nog naamloos, dan moet de politie de beelden in de openbaarheid gooien, desnoods op billboards. Hoe hard Inez Wesky, de vleermuis van de advocatuur, dan ook weer zal gaan tegenfladderen.
De maatregel van Van de Kamp is pure symboolpolitiek. De hooligans worden geweerd uit het stadion, maar ze zijn er pas in de tweede plaats voor het voetbal en in de eerste plaats voor het knokken en vernielen. Dat zal niet ophouden maar zich alleen verplaatsen. En de supporters, die in de eerste tot en met de laatse plaats voor het voetbal komen, zijn de pineut. Een supporter die zijn club ook buitenshuis wil ondersteunen waant zich nu al een halve crimineel. Meervoudige fouillering, verplichte deur-tot-deur busreizen, nul privacy, uitvakken als bunkers. Om de onschuldige liefhebber nu ook nog eens verplicht huisarrest te geven zou echt de druppel zijn.
Populisme is niet per se verkeerd als thermometer. Maar laat de diagnose en voorzeker de remedie in godsnaam pragmatisch zijn.
zaterdag 3 december 2011
Zeven dagen lang (88)
27 november t/m 3 december
ZONDAG Mart Smeets
Yes, we kunnen weer met een schoon geweten naar VI kijken! Niemand minder dan de Martosaurus onthult bij Eva Jinek op zondag dat Derksen ons juist provoceert: 'Het is enig als je het doorhebt, maar blijkbaar heeft Nederland het niet door. Iedereen roept: "hij vult zijn zakken". Nee, hij laat ons zien hoe perfide ons systeem is, dat als je hoofd bekend is van televisie, dat je dan ook te koop bent. [...] Ik kan er vreselijk om lachen. Ik vind het geniaal.'
Overigens is het hele item met Smeets een aanrader: een discussie op het scherp van de snede tussen een erkend tv-icoon en een toekomstig tv-icoon, een discussie met twee winnaars.
MAANDAG Kassucces
Het protestnummer van het Metropole Orkest staat op 1 in de Single top 100. Ergens wel ironisch, want dit is precies wat Halbe wil: dat ze in de cultuursector hun eigen boontjes leren doppen.
DINSDAG Crisis
Twee berichten op pagina 9 van De Pers:
'Zonder oplossing [op de eurotop van 9 december] ontspoort de eurocrisis, met het risico op het wanordelijk uiteenvallen van de muntunie. Denk aan blinde paniek op financiële markten, omvallende banken en grote maatschappelijke onrust.'
'De organisatoren van nieuwjaarsduiken in Nederland verwachten op 1 januari een recordaantal van 36.000 zwemmers.'
We reageren op de crisis als lemmingen: blindelings storten we ons in 2012 massaal het water in.
WOENSDAG Tegenwerping
'De meeste huwelijken gaan niet te gronde door een gebrek aan liefde, maar door een gebrek aan vriendschap.'
(Friedrich Nietzsche)
'Er zijn mensen die hun vrouw als maatje zien, maar dat vind ik vreselijk. Als ik mijn vrouw als mijn maatje zou zien, zou ik op slag impotent worden. Ik ben geen matennaaier...'
(Herman Finkers in Na de pauze)
DONDERDAG Jopie HHH
O jee, Johannes Heesters heeft koorts! En dat terwijl hij komende maandag 108 jaar hoopt te worden.
Haalt Heesters Honderdacht?
Wordt het: 'Hiep Hiep Hoera'?
Of: 'Helaas, Hitlers Hofnar'?
VRIJDAG Onheilstijding
Tatjana deed het ooit met Gerard Joling.
Nu ga ik al mijn oude kalenders verbranden.
ZATERDAG They go nanana
Trend: kids die, bijvoorbeeld op Facebook of Twitter, consequent 'na' schrijven als ze 'naar' bedoelen: 'nu na school'.
Zouden ze dit expres doen of weten ze gewoon niet meer beter?
ZONDAG Mart Smeets
Yes, we kunnen weer met een schoon geweten naar VI kijken! Niemand minder dan de Martosaurus onthult bij Eva Jinek op zondag dat Derksen ons juist provoceert: 'Het is enig als je het doorhebt, maar blijkbaar heeft Nederland het niet door. Iedereen roept: "hij vult zijn zakken". Nee, hij laat ons zien hoe perfide ons systeem is, dat als je hoofd bekend is van televisie, dat je dan ook te koop bent. [...] Ik kan er vreselijk om lachen. Ik vind het geniaal.'
Overigens is het hele item met Smeets een aanrader: een discussie op het scherp van de snede tussen een erkend tv-icoon en een toekomstig tv-icoon, een discussie met twee winnaars.
MAANDAG Kassucces
Het protestnummer van het Metropole Orkest staat op 1 in de Single top 100. Ergens wel ironisch, want dit is precies wat Halbe wil: dat ze in de cultuursector hun eigen boontjes leren doppen.
DINSDAG Crisis
Twee berichten op pagina 9 van De Pers:
'Zonder oplossing [op de eurotop van 9 december] ontspoort de eurocrisis, met het risico op het wanordelijk uiteenvallen van de muntunie. Denk aan blinde paniek op financiële markten, omvallende banken en grote maatschappelijke onrust.'
'De organisatoren van nieuwjaarsduiken in Nederland verwachten op 1 januari een recordaantal van 36.000 zwemmers.'
We reageren op de crisis als lemmingen: blindelings storten we ons in 2012 massaal het water in.
WOENSDAG Tegenwerping
'De meeste huwelijken gaan niet te gronde door een gebrek aan liefde, maar door een gebrek aan vriendschap.'
(Friedrich Nietzsche)
'Er zijn mensen die hun vrouw als maatje zien, maar dat vind ik vreselijk. Als ik mijn vrouw als mijn maatje zou zien, zou ik op slag impotent worden. Ik ben geen matennaaier...'
(Herman Finkers in Na de pauze)
DONDERDAG Jopie HHH
O jee, Johannes Heesters heeft koorts! En dat terwijl hij komende maandag 108 jaar hoopt te worden.
Haalt Heesters Honderdacht?
Wordt het: 'Hiep Hiep Hoera'?
Of: 'Helaas, Hitlers Hofnar'?
VRIJDAG Onheilstijding
Tatjana deed het ooit met Gerard Joling.
Nu ga ik al mijn oude kalenders verbranden.
ZATERDAG They go nanana
Trend: kids die, bijvoorbeeld op Facebook of Twitter, consequent 'na' schrijven als ze 'naar' bedoelen: 'nu na school'.
Zouden ze dit expres doen of weten ze gewoon niet meer beter?
donderdag 1 december 2011
Harry Mulisch - De tijd zelf
Harry Mulisch, De tijd zelf. Drieluik. Bezorgd door Arnold Heumakers en Marita Mathijsen, in samenwerking met Kitty Saal. De Bezige Bij (2011), 144 blz.
Wanneer men Harry Mulisch in de laatste jaren van zijn leven vroeg waar toch die nieuwe roman bleef, gaf de schrijver dikwijls een ontwijkend antwoord. Je vraagt een zwangere vrouw ook niet hoe ver ze is, in die trant wimpelde Mulisch lastige vragenstellers in de regel af.
Wel wekte hij zo de suggestie dat hij nog volop bezig was. Pas kort voor zijn dood gaf hij volmondig toe dat het niet meer ging. Toch was al in 2003 het moeilijk te aanvaarden besef doorgedrongen dat qua inspiratie de bron was opgedroogd. Dit blijkt uit de dagboekaantekeningen die zijn opgenomen in De tijd zelf, dat op 30 oktober (precies een jaar na Mulisch’ overlijden) als eerste manifestatie van diens nagelaten werk uitgegeven door De Bezige Bij.
Het onvoltooide verhaal De tijd zelf. Drieluik is maar 23 bladzijden lang en bestaat uit drie delen. In het eerste deel is een essayist die zich bezighoudt met het wezen van de tijd in de ik-vorm aan het woord. In het tweede deel wordt de ik een hij met de naam Melchior Post. In het derde deel, dat nauwelijks een hele pagina lang is, wordt een nieuwe figuur geïntroduceerd, Gustav Veblen, die ‘aan de rand van het enige dorp op het kleine eiland aan de andere kant van de wereld’ de eerste steen van zijn huis legt.
De tijd zelf is bezorgd door Marita Mathijsen en Arnold Heumakers. Zij zijn door Mulisch aangewezen als beheerders van zijn nalatenschap. Op de verschillende bureaus waaraan Mulisch placht te werken vonden zij aantekeningen, knipsels en voorversies van deze onvoltooide roman. In geprinte vorm bleken vier versies bewaard, maar op Mulisch’ laptop stond nog een andere versie, die op inhoudelijke gronden als de vierde van de in totaal vijf versies werd gedateerd. De meest recente uitdraai, de vijfde versie dus, is als basistekst voor deze uitgave gekozen.
Dat we hier met work in progress te maken hebben, blijkt niet alleen uit de verregaande onvoltooidheid van het verhaal, maar ook uit handschriftelijke veranderingen en aantekeningen die op de uitdraai werden aangetroffen. De bezorgers melden in de verantwoording dat ze deze hebben overgenomen in de leestekst, met uitzondering van een opmerking in de marge die ‘duidelijk slechts als geheugensteun bedoeld was’. Ze hebben echter wel aan het eind van het tweede hoofdstuk de frase ‘[Denkt verder in de slaap]’ laten staan, overduidelijk toch ook een particuliere regieaanwijzing, zoals de bezorgers overigens in hun verantwoording ook voorzichtig suggereren.
Mathijsen en Heumakers hebben ieder ook een essay bijgedragen. Mathijsen reconstrueert nauwgezet de ontstaansgeschiedenis van de tekst, Heumakers trakteert de lezer zoals altijd op een even erudiet als onderhoudend exposé. Zijn hypothese is dat Mulisch met De tijd zelf zich tot doel gesteld had ‘de tijd te vangen in een net van fictie’, zoals hij dat in Siegfried (2001) deed met Hitler, die andere levenslange obsessie.
Facsimile’s van steeds de eerste pagina van de eerste vier versies vormen de brug naar de dagboekaantekeningen. Aangezien de vierde versie alleen in digitale vorm bestond, zullen de bezorgers hier dus eerst zelf een print van hebben gemaakt, wat ook blijkt uit de uitzonderlijke gaafheid van het papier in vergelijking met de overige drie versies.
De dagboeknotities laten zien dat Mulisch zich veel gelegen liet liggen aan de grote wereldbranden van het laatste decennium, en op een dubbelzinnige manier. Enerzijds grijpen de grote gebeurtenissen hem soms dusdanig aan dat ze het schrijven tijdelijk onmogelijk maken. Zo ontneemt ‘de omineuze elfde september’ hem lange tijd de lust tot schrijven. Anderzijds zien we dat Mulisch meteen overweegt of hij literair iets kan met een gebeurtenis. Mulisch heeft altijd een dubbelzinnige verhouding tot zijn werk gehad. Schrijven was deels een oncontroleerbaar proces, als zaken ogenschijnlijk toevallig bleken te kloppen, dan was dat voor Mulisch een aanwijzing dat hij op de goede weg was. Zo beschadigt een lekkage op 26 september 2002 een aantal aantekeningen. Niet zonder zelfironie schrijft hij dan ook op 19 februari 2003, na een hoopvolle inval: ‘Is dit het verlossende idee? Zo ja, dan zie ik een vloedgolf op mij af komen.’ En op een ongedateerd notitieblaadje staat: ‘Tsunami?’
De combinatie van dagboeknotities en kladblaadjes gunnen de lezer een bijzonder interessant inkijkje in het denk- en schrijfproces van Mulisch. Zo noteert hij op 8 mei 2001 – hij is dan in Madrid – : ‘Kennisgemaakt met Manuel Padorno, die er uitziet als een slager maar dichter is. Hij blijkt idolaat van mijn boeken; is speciaal uit Las Palmas overgevlogen om bij mijn optreden te zijn.’ En een dag later, dan op Lanzarote: ‘Ook de ontroerende Manuel Padorno weer van de partij.’ Op een ongedateerde notitie met een korte opsomming van mogelijke personages lezen we dan: ‘Hij: Manuel Padorno.’ De Spaanse Mulisch-adept zou dus mogelijk zijn uiterlijk of zelfs zijn naam hebben kunnen terugvinden in De tijd zelf.
Op 30 maart 2003 leek Mulisch beet te hebben: ‘Eindelijk, ik heb het! Het overkoepelende idee voor de TZ: de zich openende horizon, uit 1971, tweeëndertig jaar geleden, zo oud als Anna. Pythagoras!’ Mathijsen en Heumakers moeten een verklaring van de betekenis van deze exclamatie schuldig blijven. Wat ze niet expliciet vermelden, is dat ‘de zich openende horizon’ niet alleen in het dagboek voorkomt, maar ook op een afgedrukt notitieblaadje is gekrabbeld, waar het onder de al even mysterieuze zinsnede ‘(de gouden meter)’ staat.
Een schema op datzelfde blaadje laat zien dat Mulisch in een latere fase met het idee speelde enkele onvoltooide projecten in één bundel De tijd zelf samen te brengen, waaronder verhalen over Giordano Bruno en Nicolaus Cusanus en een wiskundige onderbouwing van zijn filosofisch magnum opus De compositie van de wereld (1980). De zinsnede ‘de tijd zelf’ komt in die exacte formulering al voor in De compositie van de wereld, waar Mulisch op blz. 452 (tweede druk, 1986) schrijft: ‘Het was niet de tijd zelf, die een begin en een eind had’. In deze passage, die de middeleeuwse kosmogonie beschrijft, komen ook Giordano Bruno, Cusanus en Pythagoras voor. De legende wil dat die laatste ooit op het idee kwam dat de aarde rond is toen hij over de oceaan tuurde en de zeilboten onder de horizon zag verdwijnen.
Een ander onvoltooid project dat mogelijk in de bundel geïncorporeerd had moeten worden was een tekst over schrijvers en hun dode kinderen. Dit laatste project gaat terug tot 1983, toen Mulisch enkele vertalingen maakte van gedichten die Stéphane Mallarmé voor zijn overleden zoontje Anatole had geschreven. Naar aanleiding hiervan ging Mulisch in de wereldliteratuur op zoek naar andere auteurs die over hun gestorven kind hadden geschreven. Het verongelukken van Tonio van der Heijden in mei 2010 greep Mulisch zeer aan, zeker voor een schrijver die ervan overtuigd was dat hij met zijn literaire werk niet de werkelijkheid kopieerde of beschreef, maar er iets aan toevoegde, er daadwerkelijk in ingreep. Mulisch heeft, via Mathijsen en Heumakers, De tijd zelf dan ook opgedragen aan Tonio: ‘“Een groet van de dode aan de dode”’.
Het motief van het omgekomen kind zou ook in de roman De tijd zelf een belangrijke rol hebben moeten spelen, blijkens de laatste zin van het derde deel: ‘Ook het drama van zijn leven komt voort uit de alcohol. Alisa, zijn dochter, is omgekomen bij een ongeluk.’ Het was de allerlaatste zin voor het schrijven definitief stokte. Op 22 november 2003, een regenachtige herfstdag, citeerde Mulisch het stemmige Duits van Paracelsus in zijn dagboek: ‘Die Zeit meines Schreibens ist zeitig. Die Werk zeigen an, dass die Arbeit aus ist. […] Von wannen es kommt, das weiss ich nit, wohin es kommt, das weiss ich nit: es ist da!’
Een iets langere versie van dit stuk verscheen eerder op www.textualscholarship.nl.
Wanneer men Harry Mulisch in de laatste jaren van zijn leven vroeg waar toch die nieuwe roman bleef, gaf de schrijver dikwijls een ontwijkend antwoord. Je vraagt een zwangere vrouw ook niet hoe ver ze is, in die trant wimpelde Mulisch lastige vragenstellers in de regel af.
Wel wekte hij zo de suggestie dat hij nog volop bezig was. Pas kort voor zijn dood gaf hij volmondig toe dat het niet meer ging. Toch was al in 2003 het moeilijk te aanvaarden besef doorgedrongen dat qua inspiratie de bron was opgedroogd. Dit blijkt uit de dagboekaantekeningen die zijn opgenomen in De tijd zelf, dat op 30 oktober (precies een jaar na Mulisch’ overlijden) als eerste manifestatie van diens nagelaten werk uitgegeven door De Bezige Bij.
Het onvoltooide verhaal De tijd zelf. Drieluik is maar 23 bladzijden lang en bestaat uit drie delen. In het eerste deel is een essayist die zich bezighoudt met het wezen van de tijd in de ik-vorm aan het woord. In het tweede deel wordt de ik een hij met de naam Melchior Post. In het derde deel, dat nauwelijks een hele pagina lang is, wordt een nieuwe figuur geïntroduceerd, Gustav Veblen, die ‘aan de rand van het enige dorp op het kleine eiland aan de andere kant van de wereld’ de eerste steen van zijn huis legt.
De tijd zelf is bezorgd door Marita Mathijsen en Arnold Heumakers. Zij zijn door Mulisch aangewezen als beheerders van zijn nalatenschap. Op de verschillende bureaus waaraan Mulisch placht te werken vonden zij aantekeningen, knipsels en voorversies van deze onvoltooide roman. In geprinte vorm bleken vier versies bewaard, maar op Mulisch’ laptop stond nog een andere versie, die op inhoudelijke gronden als de vierde van de in totaal vijf versies werd gedateerd. De meest recente uitdraai, de vijfde versie dus, is als basistekst voor deze uitgave gekozen.
Dat we hier met work in progress te maken hebben, blijkt niet alleen uit de verregaande onvoltooidheid van het verhaal, maar ook uit handschriftelijke veranderingen en aantekeningen die op de uitdraai werden aangetroffen. De bezorgers melden in de verantwoording dat ze deze hebben overgenomen in de leestekst, met uitzondering van een opmerking in de marge die ‘duidelijk slechts als geheugensteun bedoeld was’. Ze hebben echter wel aan het eind van het tweede hoofdstuk de frase ‘[Denkt verder in de slaap]’ laten staan, overduidelijk toch ook een particuliere regieaanwijzing, zoals de bezorgers overigens in hun verantwoording ook voorzichtig suggereren.
Mathijsen en Heumakers hebben ieder ook een essay bijgedragen. Mathijsen reconstrueert nauwgezet de ontstaansgeschiedenis van de tekst, Heumakers trakteert de lezer zoals altijd op een even erudiet als onderhoudend exposé. Zijn hypothese is dat Mulisch met De tijd zelf zich tot doel gesteld had ‘de tijd te vangen in een net van fictie’, zoals hij dat in Siegfried (2001) deed met Hitler, die andere levenslange obsessie.
Facsimile’s van steeds de eerste pagina van de eerste vier versies vormen de brug naar de dagboekaantekeningen. Aangezien de vierde versie alleen in digitale vorm bestond, zullen de bezorgers hier dus eerst zelf een print van hebben gemaakt, wat ook blijkt uit de uitzonderlijke gaafheid van het papier in vergelijking met de overige drie versies.
De dagboeknotities laten zien dat Mulisch zich veel gelegen liet liggen aan de grote wereldbranden van het laatste decennium, en op een dubbelzinnige manier. Enerzijds grijpen de grote gebeurtenissen hem soms dusdanig aan dat ze het schrijven tijdelijk onmogelijk maken. Zo ontneemt ‘de omineuze elfde september’ hem lange tijd de lust tot schrijven. Anderzijds zien we dat Mulisch meteen overweegt of hij literair iets kan met een gebeurtenis. Mulisch heeft altijd een dubbelzinnige verhouding tot zijn werk gehad. Schrijven was deels een oncontroleerbaar proces, als zaken ogenschijnlijk toevallig bleken te kloppen, dan was dat voor Mulisch een aanwijzing dat hij op de goede weg was. Zo beschadigt een lekkage op 26 september 2002 een aantal aantekeningen. Niet zonder zelfironie schrijft hij dan ook op 19 februari 2003, na een hoopvolle inval: ‘Is dit het verlossende idee? Zo ja, dan zie ik een vloedgolf op mij af komen.’ En op een ongedateerd notitieblaadje staat: ‘Tsunami?’
De combinatie van dagboeknotities en kladblaadjes gunnen de lezer een bijzonder interessant inkijkje in het denk- en schrijfproces van Mulisch. Zo noteert hij op 8 mei 2001 – hij is dan in Madrid – : ‘Kennisgemaakt met Manuel Padorno, die er uitziet als een slager maar dichter is. Hij blijkt idolaat van mijn boeken; is speciaal uit Las Palmas overgevlogen om bij mijn optreden te zijn.’ En een dag later, dan op Lanzarote: ‘Ook de ontroerende Manuel Padorno weer van de partij.’ Op een ongedateerde notitie met een korte opsomming van mogelijke personages lezen we dan: ‘Hij: Manuel Padorno.’ De Spaanse Mulisch-adept zou dus mogelijk zijn uiterlijk of zelfs zijn naam hebben kunnen terugvinden in De tijd zelf.
Op 30 maart 2003 leek Mulisch beet te hebben: ‘Eindelijk, ik heb het! Het overkoepelende idee voor de TZ: de zich openende horizon, uit 1971, tweeëndertig jaar geleden, zo oud als Anna. Pythagoras!’ Mathijsen en Heumakers moeten een verklaring van de betekenis van deze exclamatie schuldig blijven. Wat ze niet expliciet vermelden, is dat ‘de zich openende horizon’ niet alleen in het dagboek voorkomt, maar ook op een afgedrukt notitieblaadje is gekrabbeld, waar het onder de al even mysterieuze zinsnede ‘(de gouden meter)’ staat.
Een schema op datzelfde blaadje laat zien dat Mulisch in een latere fase met het idee speelde enkele onvoltooide projecten in één bundel De tijd zelf samen te brengen, waaronder verhalen over Giordano Bruno en Nicolaus Cusanus en een wiskundige onderbouwing van zijn filosofisch magnum opus De compositie van de wereld (1980). De zinsnede ‘de tijd zelf’ komt in die exacte formulering al voor in De compositie van de wereld, waar Mulisch op blz. 452 (tweede druk, 1986) schrijft: ‘Het was niet de tijd zelf, die een begin en een eind had’. In deze passage, die de middeleeuwse kosmogonie beschrijft, komen ook Giordano Bruno, Cusanus en Pythagoras voor. De legende wil dat die laatste ooit op het idee kwam dat de aarde rond is toen hij over de oceaan tuurde en de zeilboten onder de horizon zag verdwijnen.
Een ander onvoltooid project dat mogelijk in de bundel geïncorporeerd had moeten worden was een tekst over schrijvers en hun dode kinderen. Dit laatste project gaat terug tot 1983, toen Mulisch enkele vertalingen maakte van gedichten die Stéphane Mallarmé voor zijn overleden zoontje Anatole had geschreven. Naar aanleiding hiervan ging Mulisch in de wereldliteratuur op zoek naar andere auteurs die over hun gestorven kind hadden geschreven. Het verongelukken van Tonio van der Heijden in mei 2010 greep Mulisch zeer aan, zeker voor een schrijver die ervan overtuigd was dat hij met zijn literaire werk niet de werkelijkheid kopieerde of beschreef, maar er iets aan toevoegde, er daadwerkelijk in ingreep. Mulisch heeft, via Mathijsen en Heumakers, De tijd zelf dan ook opgedragen aan Tonio: ‘“Een groet van de dode aan de dode”’.
Het motief van het omgekomen kind zou ook in de roman De tijd zelf een belangrijke rol hebben moeten spelen, blijkens de laatste zin van het derde deel: ‘Ook het drama van zijn leven komt voort uit de alcohol. Alisa, zijn dochter, is omgekomen bij een ongeluk.’ Het was de allerlaatste zin voor het schrijven definitief stokte. Op 22 november 2003, een regenachtige herfstdag, citeerde Mulisch het stemmige Duits van Paracelsus in zijn dagboek: ‘Die Zeit meines Schreibens ist zeitig. Die Werk zeigen an, dass die Arbeit aus ist. […] Von wannen es kommt, das weiss ich nit, wohin es kommt, das weiss ich nit: es ist da!’
Een iets langere versie van dit stuk verscheen eerder op www.textualscholarship.nl.
Abonneren op:
Posts (Atom)