vrijdag 31 december 2010

2010 voor de vuist weg

2010 in één persoon samengevat
Wesley Sneijder

Alomtegenwoordig op de beeldbuis
Jan Slagter
Alexander Klöpping
Johan Derksen

Coolste naam
Hans Sarpei (Ghana)

Slechtste soap
BV Veendam

Beste debuut
PowNews

Dieptepunt van het jaar
De rondvaart van Oranje (13 juli)

Daar was-ie dus gebleven*
Joran van der S.

De boeken
Piet Meeuse - Het kraaien van de haan
Rob van Essen - Elektriciteit
Martin Bosma - De schijn-élite van de valse munters (eerste helft)

Beste klassieke tragedie
Gerard Kemkers & Sven Kramer - De binnenbocht

Dode musici
Ronny James Dio
Crispian St. Peters
Pete Quaife (Kinks)

Opnieuw geen speciale reden, maar we noemen hem gewoon weer
Dick Jaspers

De politiek in twee headlines
'Merkel haalt uit naar Wilders' (NOS, 1 oktober)
'Wilders haalt uit naar Merkel' (NOS, 2 oktober)

Albums van het jaar
Robert Plant - Band of Joy
Arcade Fire - The Suburbs
De Meeuw - CD van de Somberheid

Beste headline
'PvdA verliest 663 zetels. Bos: "We zijn terug!"' (GeenStijl, 4 maart*)

Eresaluut
Harry Mulisch
Jean Nelissen
Conny Mus

Tweet van het jaar
'Ik vind je een lul' (@HeroBrinkman*)

Van het voetstuk af
Martin Jol
Arie Koomen
Wouter Bos

Grootste griezel
Stephan Sanders

Vegetariër Vleeseter van het jaar
Luís Suarez

Schitterendste internetcomments
De antwoorden op de 'Doe de Dasselaar Prijsvraag' (GeenStijl, 1 juli)

Piketpalen
Zaterdag 2 juli, Malta (Nederland-Brazilië)
Maandag 6 september, Lincoln (Graduation Ceremony)
Maandag 27 december, Hilversum-Noord (Top 2000 Café)

Gelukkig Nieuwjaar!!

zaterdag 25 december 2010

Zeven dagen lang (45)

19 t/m 25 december

ZONDAG Ajax-Feyenoord
Sta ik vroeg op om de Klassieker te zien, blijkt-ie te zijn afgelast. De reden is niet het slechte weer an sich - het dak kan immers dicht -, maar dat de veiligheid van de toeschouwers niet gegarandeerd kan worden. Zo rijden er door het winterweer geen treinen tussen Utrecht en Amsterdam.
Dit is flagrante onzin. Al weken geleden was bekend dat er vandaag geen treinen zouden rijden op dit traject vanwege geplande werkzaamheden. Zoveelste hoofdstuk in het zwartboek NS/ProRail.

MAANDAG Time
Mark Zuckerberg is Time's persoon van het jaar. Ik dacht dat het Alexander Klöpping zou worden.

DINSDAG Kerstmuziek
'There's something about Christmas time, makes you wish it was Christrmas every day.' (Bryan Adams)
'Why couldn't it be Christmas every day.' (Bianca Ryan)
Little do they know. Kerst is juist iets om naar uit te kijken omdat het maar een paar dagen per jaar Kerstmis is. Als het elke dag Kerst zou zijn, ging de lol er snel vanaf.

WOENSDAG Rechtse hobby
Zoveelste flauwiteit: de Rechtse Nederlander van het jaar. Ook genomineerd is Job Cohen, omdat het huidige kabinet grotendeels aan hem te danken zou zijn.
Je krijgt zo langzamerhand medelijden met Earl Grey Job.

DONDERDAG De avonden
Vorig jaar was ik net als Frits 'drie en twintig jaren' oud. Dit jaar identificeer ik mij tot mijn spijt meer met Frits' broer Joop van Egters: '"Je begint aardig kaal te worden," zei Frits. Hij bekeek bij Joop voor op de schedel de haargrens, die aan beide zijden boven het voorhoofd een flink stuk was achteruitgedrongen.'

VRIJDAG Serious Request
Pascal Jakobsen (Bluf) steekt op tv zijn middelvinger op naar het huidige kabinet omdat Serious Request dit jaar evenveel geld heeft opgehaald als vorig jaar, terwijl de regering het bedrag nu niet heeft verdubbeld.
Dit lijkt mij juist koren op de molen van Rutte en de zijnen. Die zullen zeggen: zie je wel, men heeft onze subsidie niet nodig, die werkt alleen maar contraproductief.

ZATERDAG Top 2000 begonnen
Hier riep ik onlangs op verdwenen nummers terug de Top 2000 in te stemmen. Van de 60 zijn er maar liefst 8 (Neil Young - 'Only Love Can Break Your Heart', John Lennon - 'Mother', The Animals & Eric Burdon - 'San Franciscan Nights', Andrew Gold - 'Lonely Boy', Alquin - 'Wheelchair Groupie', Al Martino - 'Spanish Eyes', Crazy World of Arthur Brown - 'Fire' en Albert Hammond - 'It Never Rains in Southern California') daadwerkelijk opnieuw binnengekomen. Bedankt!

dinsdag 21 december 2010

CD-recensie: The Suburbs

Algemeen: Arcade Fire kende ik van het album Neon Bible, een aardige plaat met bijzondere composities en een inventieve gebruikmaking van een groot aantal instrumenten. Het echtpaar Win Butler en Régine Chassagne, frontman en -vrouw van Arcade Fire, had een vervallen kerkgebouw gekocht en dit omgebouwd tot opnamestudio, wat een bijzonder geluid opleverde. Opvolger The Suburbs verscheen afgelopen zomer. Ik verkeerde in de veronderstelling dat de Canadese band bij het grote publiek onbekend was, maar ik las dat The Suburbs de vierde plaats in de Album Top 100 heeft bereikt. Wellicht heeft de column van Dijkshoorn op Nu.nl daaraan bijgedragen.

Inhoud: Op The Suburbs vertelt Arcade Fire het verhaal van de vele anonieme 'kids' die in de seventies opgroeiden in een uit de grond gestampte buitenwijk, een hechte gemeenschap die evenwel voortdurend aan verandering onderhevig was en is en waar opgroeien hand in hand ging met ontgroeien. Het album bestaat dan ook uit songs die afwisselend nostalgisch terugblikken op de jeugdperiode en meer vertwijfeld het verval en de breuk thematiseren. Al in titelsong 1.The Suburbs wordt een verloren wereld opgeroepen. De emotie die met dat besef wordt opgeroepen wordt wel aangestipt maar niet geëxpliciteerd: 'Sometimes I can't believe it / I'm moving past the feeling'. Het is aan de luisteraar te bepalen of het hier heimwee of juist wrok betreft die de ik achter zich laat. Het ritme van dit nummer wordt in een donkerder, pompender vorm gecontinueerd in het schitterende 2.Ready to Start, met een fantastisch intro en een positieve pointe: de stevige waarheid 'I would rather be alone / than pretend I feel allright' wordt aan het eind ingeruild voor de zelfverzekerde opening naar de buitenwereld: 'My mind is open wide / And now I'm ready to start'. De tijd vliedt echter genadeloos, zo leert 3.Modern Man, en men moet met zijn tijd mee. Slapeloze nachten zijn het gevolg en terugkeren is onmogelijk, want de 'kids' van nu switchen sneller van identiteit en stijl dan ooit, aldus het muzikaal sterke 4.Rococo. Na deze vier nummers heb je als luisteraar een aardige impressie van de sfeer en toon van het album. Helaas zijn 5.Empty Room en 6.City with No Children weinig spannende nummers die de aandacht wat doen verslappen. Het tweeluik 7.Half Light I en 8.Half Light II (No Celebration) besluit de eerste helft van het ruim een uur durende The Suburbs. Hierin wordt als het ware een omslagpunt voorbereid. Via contemplatieve teksten en zoekende ritmes komt de nadruk in het vervolg meer te liggen op een doorvoelde melancholie en spijt, een bittere en intense zoektocht naar de verloren tijd. 9.Suburban War vormt het hoogtepunt van dit gevoel. Al vanaf de eerste treurige klanken overtuigt dit nummer. Met 'Let's go for a drive / And see the town tonight' zet Butler in. Dat dorp van vroeger is echter onherkenbaar veranderd: 'This town's so strange / They built it to change'. En de mensen van vroeger zijn niet alleen in ruimtelijke zin ('The cities we live in / could be distant stars'), maar vooral in geestelijke zin mijlenver uiteengegroeid. 'All my old friends / They don't know me know' is de wanhoopskreet die door merg en been gaat. De subtiele verschuiving die in het nummer plaatsvindt van de vrienden die met 'you' worden aangesproken naar het afstandelijke 'They' symboliseert schitterend de verwijdering. Vreemde eend is dan 10.Month of May, waarin plotsklaps stevige riffs hun intrede doen. 11.Wasted Hours blikt met warme sympathie terug op de tijd dat de toekomst nog onzeker was en wijdopen lag voor de kids die dromerig uit het raam van de schoolbus staarden. Nu beseft de ik dat het een drang naar vrijheid was, die nu, in het keurslijf van de maatschappij, nog net zo pregnant is: 'We're still kids in buses longing to be free'. Na het vlakke 12.Deep Blue is 13.We Used to Wait weer een meesterwerkje. Kalm aanvangend ('By the times we met, the times had already changed'), grillig zijn weg zoekend, culminerend in een beukend slot waarin alle remmen losgaan: 'Now we're screaming: Sing the chorus again!!'. Een tweede tweeluik besluit het album waardig. 'Sprawl' (= wildgroei) I en II zijn elkaars tegendelen, de eerste somber en langzaam, de tweede monter en zeer ritmisch. In 14.Sprawl I rijdt de ik met zijn auto maar weer eens de buitenwijk in - het is een terugkerend thema -, op zoek naar sporen van vroeger, maar het enige dat hij vindt is verlorenheid: 'Took a drive into the sprawl / to find the places we used to play / It was the loneliest day of my life'. Het slotcouplet vind ik van een uitzonderlijke schoonheid: 'The last defender of the sprawl / Said, "Well, where do you kids live?" / Well sir, if you only knew / What the answer is worth / Been searching every corner of the earth'. In Sprawl II (Mountains Beyond Mountains) verzorgt Chassange de leadzang. Het is een kritisch lied over een negatief element van de buitenwijk, namelijk de reusachtige winkelcentra die als hedendaagse bergketens in het landschap staan, maar de Kate Bush-achtige stem van Chassagne geeft alles een luchtige ondertoon. 16.The Suburbs (Continued) is een wat hallucinante variatie op het openingsnummer, waarmee de cirkel rond is: dat alles altijd verandert is een gegeven dat nooit verandert.

Conclusie: The Suburbs is een vernuftig in elkaar stekende cd. De nummers verwijzen veelvuldig naar elkaar, met terugkerende teksten en thema's. Goed is dat het album echt de indruk wekt het resultaat te zijn van zorgvuldig componeren en geen overhaast geproduceerde cashcow is geworden. De enorme media-aandacht en de pr-campagne hebben de ambitie en het vakmanschap niet kunnen wegdrukken. Positiviteit is nooit ver weg op dit album, maar de donkere nummers maken toch de meeste indruk: 'Suburban War', 'We Used to Wait' en ' Sprawl I'. Uit deze nummers blijkt dat Arcade Fire zich niet alleen met een grotesk instrumentarium en barokke stijl kan onderscheiden van de massa. Ook in traditionele pop/rock-songs toont de band zijn klasse.

Beoordeling: 8,2

zaterdag 18 december 2010

Zeven dagen lang (44)

12 t/m 18 december

ZONDAG Hierom houd ik van Alberts
'Wat is een hectare, oom Matthias? vroeg Aart.
Een hectare is een hectare, zei oom Matthias.'
(A. Alberts, De bomen. In: Verzameld werk, I, p.123)

MAANDAG 4"33
Ademloos geluisterd en gekeken naar '4"33' van John Cage, in de uitvoering van Reinbert de Leeuw. De shots van dat prachtig verweerde hoofd van De Leeuw maakten het helemaal af. Wel jammer dat bij mij na drie minuten de ijskast aansloeg en zo de ervaring nog enigszins versjteerde.

DINSDAG 4"33 (2)
Ik bedenk dat Cage een ziener was en dat '4"33' steeds meer een 'echt' stuk wordt. Een muziekstuk is immers uniek en potentiële kunst omdat het een welbepaalde opeenvolging van geluiden, van klanken vertegenwoordigt die alleen in dat stuk zelf zit en pas 'gebeurt' wanneer het opgevoerd of gespeeld wordt. Welnu, in onze wereld van non-stop geluid en herrie is stilte de uitzondering op de dagelijkse regel geworden. Juist stilte werkt vervormend, vervreemdend, en kan dan plotseling een esthetische ervaring veroorzaken.

WOENSDAG Hotz
Dood weermiddel wordt altijd het magnum opus van F.B. Hotz genoemd, maar ik vind Eb en vloed nog beter. Staan alleen maar briljante verhalen in.

DONDERDAG Spoor
De conducteur van de NS meldt voor de verandering eens expliciet dat men van ProRail een vertraagde stoptrein moet laten passeren om er vervolgens achteraan te sukkelen. Het verzet begint nu dus ook al van binnenuit.

VRIJDAG Bing
Gerechtigheid. Bing Crosby's archetypische klassieker 'White Christmas' is terug in Sky Radio's Christmas Top 50, op nummer 48. De labbekakkerige versie van Michael Bubbel staat nog altijd hoger, maar toch.

ZATERDAG Halsema
Adieu Femke Halsema. Atypische GroenLinks-politica, verademing na Rosenmöller, helaas nogal liberaal, wist op de juiste manier met nieuwe mediafenomenen als GeenStijl om te gaan.

woensdag 15 december 2010

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg? (2)

Wat vooraf ging: Deel 1

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg? Met je linkerbeen uit bed stappen en 's avonds met je rechter er weer in. Makkelijk gezegd, maar hoe ernaar te handelen?

V

Het is geen geheim dat politiek nogal conjunctuurgevoelig is. Na een regeerperiode van links wint rechts veelal de eerstvolgende verkiezingen en vice versa. Het gaat dus niet alleen om synchroon links en rechts zijn, ook in diachrone zin - door de tijd heen - is het belangrijk. Links kiezen als het allemaal wat te rechts wordt. Rechts tegenwicht bieden als links de verstenende zijde is.

Ik geloof dat we ons nu weer zo'n beetje op een kantelpunt bevinden. Rechts heeft pakweg een decennium vrij kunnen schieten - grotendeels terecht - op de verstarring, de zelfgenoegzaamheid en de incompetentie van links. Nu mag rechts het dan een tijdje laten zien. Vol goede moed en overtuigd van zijn 'oplossingen', maar gedoemd om te hoop te lopen tegen financiële beperkingen, de Senaat, een dwarse gedoogpartner, Brussel en te hoge verwachtingen. Daar zal vooral de VVD op middellange termijn de rekening voor gaan betalen. De PVV is ideologisch zo flexibel (of: gefragmenteerd) dat de partij vrij eenvoudig haar zwaartepunt kan verleggen van rechtse veiligheidsthema's naar linkse sociaal-economische intenties. Ik geloof dan ook niet dat de PVV, zoals tot nu toe alle populistische bewegingen is overkomen, na een hevige opleving weer even snel verdwijnt als ze aan het firmament verschenen is.

VI

Links en rechts, liefst tegelijk. Maar je kunt niet op twee partijen stemmen. Er moet dus gekozen worden. Waar sta ik anno nu? Of beter: waar zweef ik? De marginale onzinpartijen Trots op Nederland, SGP en Partij voor de Dieren laat ik buiten beschouwing. Zoals ik er nu over denk, zou ik nooit op een liberale partij kunnen stemmen. Geen VVD dus, geen GroenLinks, en helaas ook niet het D66 van nu. Ik koester een permanente vage angst voor het economische liberalisme. Het is uiteindelijke het individualisme tot de uiterste consequentie doorgevoerd, het recht van de sterkste, de wetten van de jungle.

Privatisering, ik word steevast misselijk van dat woord. Ik geloof dat er een fundamentele denkfout zit in de gedachte dat privatisering uiteindelijk gunstig is voor de burger omdat hij door de marktconcurrentie meer keuzevrijheid heeft, wat de prijs van diensten omlaag drijft. Ik denk dat dit slechts tot een bepaalde hoogte het geval is. Al snel weegt het financiële voordeel niet meer op tegen de administratieve chaos en het verdwijnen van service en dienstverlening. Er komt een moment waarop de consument ervoor kiest liever iets meer te betalen in ruil voor minder gezeik en meer gemoedsrust, daar ben ik van overtuigd.

Bovendien worden vaak de verkeerde sectoren geprivatiseerd. De spoorwegen zijn een treffend voorbeeld. Het idee van concurrentie gaat uit van verschillende aanbieders die naar de gunst van de consument dingen. Maar die vlieger gaat niet op voor de spoorwegen. Kun je als consument qua telefonie, energie, internet, etc. nog kiezen voor een andere leverancier, bij de spoorwegen kun je niet zeggen: ik ben ontevreden over het product, ik kies een ander spoorwegnetwerk. Je bent afhankelijk van die ene maatschappij die op jouw traject rijdt. Alleen in de aanbesteding is er daadwerkelijk sprake van concurrentie, maar daar merk je als klant weinig van, wellicht zelfs alleen in negatieve zin: de 'winnende' aanbieder wentelt de hoge aanbestedingskosten af op de klant.

VII

Blijven over: SP, PvdA, CDA, ChristenUnie en PVV. De PVV is een nuttige partij om in het bestel te hebben, een partij die zaken agendeert, die roert waar het stinkt, die de gevestigde orde wakker en bij vlagen uit haar slaap houdt. Ik heb echter absoluut geen fiducie in de bindende, laat staan pragmatische competenties van Wilders c.s. Het is allemaat te veel van dik hout zaagt men planken, te veel revolutie en te weinig democratie. Te veel persoon en gebeurtenis en te weinig idee. Eerder schreef ik dat de andere partijen de PVV moeten gebruiken als Wittgensteins ladder en dat vind ik nog steeds wel een aardige metafoor. De PVV en haar achterban serieus nemen om tot een inzicht in de werkelijke problematiek te geraken, maar vervolgens daar zelf een beter alternatief voor formuleren.

Houden we de sociaaldemocratie en de christendemocratie over. De SP is een sympathieke partij. De laatste die nog ouderwets strijdt voor de werkman, de ambachtslui, de loonslaven. Het klein geluk boven het grote geld. Maar zoals de PVV een boel Nutteloze Idioten aanzuigt, zo sleept de SP met haar nivelleringsideaal een hele troep uitvreters en profiteurs achter zich aan. De PvdA is sociaal ingehaald door de SP en hopeloos hypocriet en pijnlijk ongeloofwaardig geworden. De sociale idealen zijn onder Paars vakkundig verkwanseld door figuren als Melkert, Netelenbos (o gruwel), Vermeend en Herfkens. De PvdA van nu is Bos, Marcouch en Eberhard van der Laan, maar ook Cohen, Samsom, Elatik en een gros lokale schuinsmarcheerders. De PvdA is een schizofrene partij met een imagoprobleem.

Stemwijzers leiden mij niet zelden naar de ChristenUnie. Inderdaad een partij die mij met haar pleidooi voor gezin, fatsoen en samenleving wel aanspreekt. Maar hoe correct ze sociaal en economisch ook zijn, ethisch blijven het enge gereformeerden. Het grote pluspunt van liberalen is dan ook dat ze niet zo middeleeuws tegenover homoseksualiteit en euthanasie staan als de Unie. Ook het CDA wordt op dat gebied nog niet genoeg verlicht door moderniserende tendenzen. Ontzettend zonde is het dan ook dat jeugdige hemelbestormers voortijdig hebben afgehaakt. Eurlings heeft de politiek verlaten, zoals eerder al Joop Wijn deed. Alleen Jan Kees de Jager is over, en die ligt dan ook goed bij links en rechts. Jammer, want de partij heeft het in principe in zich het beste van links en rechts te verenigen.

Ik merk dat dit exposé onontkoombaar naar een bekentenis leidt: ik heb de laatste keren steeds CDA gestemd.

VIII

Misschien moet ik de waarheid onder ogen zien: ik ben katholieker dan ik meende te zijn. En dan niet zozeer in religieuze zin als wel qua mentaliteit en denkwereld. Ik ben gedoopt en heb mijn eerste communie gedaan, maar ik kan niet zeggen dat ik katholiek opgevoed ben. Een mis woon ik zelden bij, de paus vind ik een enge man en ik geloof niet in God. En toch heb ik, zo meen ik meer en meer, een katholieke kop. Ik vergelijk het met Maarten 't Harts geval. 't Hart is een afvallige gereformeerde, iemand die volledig afstand heeft genomen van het geloof waarin hij is grootgebracht en die bij verschillende gelegenheden meedogenloos is uitgevaren tegen dat geloof. Maar toch is hij mentaal nog op en top gereformeerd. De zuinigheid, de koppigheid, de rechtlijnigheid, de afkeer van elke vorm van vertier en opsmuk (op oudjaarsavond om 21 uur onder de wol): door en door calvinistisch. Het geloof mag weg zijn, de habitus is hardnekkig.

De neiging, de innerlijke drang om links én rechts te zijn noem ik katholiek. Ik citeer Wim van de Donk, de huidige commissaris van de koningin voor Noord-Brabant: 'In het katholieke denken wordt de mens gezien als individu én als lid van de gemeenschap. Dat vraagt om een benadering die niet alleen het accent legt op vrijheid of gelijkheid, maar die beide waarden verbindt in een perspectief van broederschap.'* Beter kan ik het niet verwoorden. Vrijheid én gelijkheid, liberaal én sociaal, maar alles vanuit het streven naar een communiteit. Het is zoeken naar een nieuwe gemeenschap, een soort van post-christelijke samenleving op katholieke leest, met behoud van waarden en normen en los van institutionele en oneigentijdse ballast. Zo, en alleen zo, noem ik mij katholiek.

IX

Auteurs die over een modern katholicisme hebben geschreven, Kellendonk, Otten, Joosten, ik bespeur bij mezelf dat ik hun teksten over dit onderwerp met een gretigheid lees die boekdelen spreekt. Blijkbaar is het niet tegen te houden. En daarom ben ik tot op heden steeds weer uitgekomen bij het CDA. Daarom stond ik vierkant achter Balkenende IV (CDA, PvdA, ChristenUnie). Daarom was ik zo boos toen Bos het kabinet opblies. Daarom stoort mij de nog altijd overheersende religieuze inslag van het CDA. Daarom volg ik Syp Wynia in zijn vermoeden dat het verlies van het CDA in Brabant en Limburg deels te wijten is aan de in toenemende mate gereformeerde signatuur van de partij. Daarom steun ik de Eindhovense CDA'er Bert Ramakers, die ervoor pleit dat de partij middels een grondslagwijziging ook niet-gelovigen aan zich weet te binden. Daarom stoort mij de economisch steeds liberalere koers van de partij.

Daarom twijfel ik of ik lid moet worden. Daarom moet ik misschien juist nu lid worden. Ben ik eigenlijk wel CDA genoeg?

* Broer, Van Weezel, De geroepene (2007), p. 158

zaterdag 11 december 2010

Zeven dagen lang (43)

5 t/m 11 december

ZONDAG Spoed?
Nu.nl: 'GroenLinks heeft zaterdag een spoeddebat aangevraagd over de nieuwe problemen op het spoor als gevolg van het winterweer. Dinsdag wordt bepaald of zo'n debat er ook komt.'
Dan is het al bijna geen spoeddebat meer. Misschien moet er een spoeddebat komen over de traagheid waarmee beslist wordt of er een spoeddebat komt.

MAANDAG Frits
In Jensen! zat vaak het schitterende onzinonderdeel 'De grap van Frits die eigenlijk geen grap is', een knip-en-plak-filmpje met Frits Barend waarin diens belabberde gevoel voor humor op de hak werd genomen. In Pauw & Witteman vanavond een echte: Frits himself maakt een heel slechte grap waar hij alleen zelf om moet gniffelen. Tussen 37:50 en 39:05.

DINSDAG DWDD
Ik blijf hem een wauwelaar vinden, maar Alexander Klöpping maakte vandaag een goede beurt bij De Wereld Draait Door. 'In een tijd dat overheden steeds meer privégegevens van burgers willen weten moet je niet raar opkijken als er een tegenreactie komt via het internet.'

WOENSDAG Ries
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen om de clubcard af te schaffen. Nu de voetbalwet er eindelijk is, is de kaart overbodig geworden. De motie was ingediend door Richard de Mos (PVV). Nooit gedacht dat De Mos ooit nog eens verantwoordelijk zou zijn voor een uitstekende politieke beslissing.

DONDERDAG Zeven dagen lang
Wat is dit eigenlijk voor rubriek? Dagboek? Notities? Gemuteerde tweets?

VRIJDAG Górecki
Helemaal gemist: vorige maand is Henryk Górecki overleden. De Poolse componist was afkomstig uit de buurt van Auschwitz. Zijn prachtige derde symfonie wordt vaak beschouwd als een reactie op de gruwelen die zich toen hebben afgespeeld. Vooral het tweede deel, gebaseerd op de door een 18-jarig meisje op haar celwand in Zakopane geschreven tekst 'O mama, huil maar niet', is indrukwekkend.

ZATERDAG Kerstboom(pje)
Vanavond mijn eigen kerstboompje (1 meter hoog) opgetuigd. Regels van de Bee Gees spoken door mijn hoofd: 'When I was small, and Christmas trees were tall [...] / Now we are tall, and Christmas trees are small'.

vrijdag 10 december 2010

Rob van Essen - Elektriciteit

Rob van Essen - Elektriciteit. Nieuw Amsterdam (2010), 173 blz.

Van Rob van Essen las ik eerder de roman Visser. Een vlot verhaal dat een beetje gebukt ging onder een warrige vermenging van absurdisme en engagement. Het korte verhaal is een genre waarin Van Essen beter uit de verf komt. Van de twintig die er in Elektriciteit staan zijn er zeker vijftien erg goed.

'Scipio's laatste woorden' lijkt wel een stijlpastiche op Dijkshoorn. 'Lopend water' is net zo beklemmend als een verhaal van Kehlmann. 'Iemand anders' heeft het prettig gestoorde van Biesheuvel. 'Doe de Hotel California' doet denken aan de muziekmelancholie van Thomas Verbogt. Vier voorbeelden van geslaagde navolgingen, maar Van Essen is zeker geen epigoon. Hij beschikt over een eigen geluid.

Het sterkst vind ik de 'actuele' verhalen. Vooral 'Een vage gestalte' maakt diepe indruk. Het gaat over een man wiens buurvrouw wekenlang dood in haar woning heeft gelegen. De media en de mensen spreken er schande van. Als hij door het raam schuchter naar de voor de woning te hoop gelopen pers kijkt en een camera op zich gericht ziet, trekt hij in een reflex het gordijn dicht. De man verwordt zo tot de verpersoonlijking van de verhuftering van Nederland. Hij ziet het aan zich voltrekken, zonder er veel aan te kunnen doen.

Ook de melancholisch zingende nabij-historische verhalen zijn prachtig. Een ik-verteller die terugblikt op de lange fietstochten met zijn oom Evert, een steile hippie die het vooruitgangsgeloof van de vroege jaren zestig krampachtig verdedigde tegen 'de conservatieve reactie van 1966'. Een gescheiden vader die zijn zoon bij diens achttiende verjaardag wil fotograferen voor de appelboom in de tuin van het huis waar hij is opgegroeid. De boom blijkt omgezaagd, zoals ook het huwelijk en de hele broze idylle.

*****

woensdag 8 december 2010

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg?

De dit jaar overleden columnist Jan Blokker gaf ooit een verzameling columns de titel Ben ik eigenlijk wel links genoeg? Blokker was dan ook een typische representant van de tijd dat nog heel duidelijk was wat links was en wat rechts en aan welke kant je moest staan. Zelf hoor ik nergens bij, en daarin ben ook ik een kind van mijn tijd.

I

Mensen die vandaag de dag met blinde overtuiging een politieke richting kiezen of een specifieke partij aanhangen zijn steeds zeldzamer. Het aantal zwevende kiezers is enorm en politieke partijen zien hun ledenaantal in de regel teruglopen. Dat is niet per se een verkeerde ontwikkeling. Naar mensen die overtuigd links of rechts zijn kijk ik weliswaar met enige jaloezie - ze worden niet verteerd door twijfel en ontheemdheid -, maar toch vooral met grote meewarigheid. Ze gedragen zich vaak als gelovigen, dogmatici die heilig overtuigd zijn van de morele juistheid van hun visie en al helemaal van de verderfelijkheid van de andere kant. Zo'n tunnelvisie, zulk gebrek aan twijfel moet erg prettig zijn, maar op den duur ook erg benauwend.

Al die benepen, enge NRC-abonnees die hun abonnement opzeggen omdat Martin Bosma eens in de drie weken een column in hun krant schrijft. Ik durf er heel wat om te verwedden dat ze zijn boek niet eens gelezen hebben. En dan nog zie ik alleen maar voordelen: je hoeft je niet eens op vijandelijk gebied te begeven om van de mening en tactiek van de tegenstander op de hoogte te blijven; die wordt je in je eigen avondblad op een presenteerblaadje aangeboden.

Ook op rechts zie je die krampachtige bekrompenheid. De ingezondenbrievenrubriek van HP/De Tijd staat al wekenlang vol met boze brieven van lezers die protesteren tegen de aanwezigheid van Thomas von der Dunk als columnist in hun opinieblad. Von der Dunk mag een geradicaliseerde totaalmalloot zijn, maar zijn schrijfsels zouden de HP-lezer dan toch juist moeten overtuigen van hun eigen gelijk. Maar voor berichten van de andere kant wordt het blikveld secuur afgeschermd. Ik vind het maar treurig: je krant of opinieblad beschouwen als je clubblaadje.

II

Ook al geloof ik nergens in, één overtuiging hang ik toch met een zekere regelmaat aan: politiek is door en door pragmatisch. Al dat ge-emmer over idealisme en visie, moedeloos word ik ervan. Balkenende heeft het acht jaar lang te horen gekregen: hij zou een brede visie ontberen. Gelukkig maar. Visie vind ik meer iets voor kunstenaars of charlatans. In de kunst gelden geen wetten: de kunstenaar mag en kan zich een onwerkelijke, voor mijn part idealistische wereld scheppen, de werkelijkheid zoals zij niet was of is, of zoals zij zou moeten zijn of niet had moeten zijn. Politiek is de waarheid, zoals het is en niet anders, en daar dan op moeten anticiperen. Mulisch heeft het mooi gezegd: 'De waarheid impliceert steeds ook de onvrijheid: het is zoals het is. Maar de literatuur is nu juist de wereld van de vrijheid: het is ook, zoals het niet is.'

Willem Frederik Hermans werd vaak 'rechts' genoemd, ook door Mulisch. Maar Hermans was niet rechts. Hij was simpelweg niet links, en daarmee in zijn tijd voor de anderen automatisch rechts. In 1963 zette hij zijn positie in een gesprek met interviewer Hans Sleutelaar als volgt uiteen: 'In bepaalde opzichten ben ik zeer links, zoals iedereen moet zijn die rationalistisch is ingesteld. Aan de andere kant weet ik dat de linkse mensen toch ongelijk hebben, omdat de volledige volvoering van hun ideeën in strijd is met de menselijke natuur, althans met de natuur van de meerderheid. Kenmerkend voor het denken van rechts vind ik het denkbeeld, dat je speciaal onder Katholieken aantreft: de massa bestaat uit onmondige schaapjes, die liever niet moeten worden voorgelicht, voor wie allerlei zaken beter geheim kunnen blijven. Maar wie zal uitmaken wie mondig is en wie niet? Enerzijds zie ik dus dat de ideeën van links afstuiten op de inertie van de massa, anderzijds kan ik de rechtse ideeën niet onderschrijven, omdat ze niet rationalistisch zijn. Dat is de situatie.'

Natuurlijk: idealiter leven alle mensen in harmonie samen, in vrede en welvaart en zonder onenigheid en misdaad. Maar om daar een politiek programma op te baseren is onnozel, en zelfs gevaarlijk. De overtuiging dat hij of zij oplossingen heeft voor gerezen problemen, hoe sneller de politicus van dat idee af gebracht kan worden, hoe beter. Ik ben er ook ingetrapt: Obama had mijn blinde vertrouwen. Maar de WikiLeaks-affaire heeft de deur definitief dicht gedaan. De VS schenden de persvrijheid en de vrijheid van informatie en steken China en India moeiteloos voorbij qua censuur en politieke manipulatie. Iedereen heeft het nu over het verwerpelijke gedrag van 'de Amerikanen', maar Amerika is ook nu nog in de eerste plaats Obama. Die visie en dat idealisme komen hem nu opeens heel slecht uit. En natuurlijk is die arme man ook slachtoffer van zijn eigen naïviteit. Ben ik eigenlijk wel pragmatisch genoeg?, die vraag had Obama zich moeten stellen.

III

Blokker en Mulisch waren beiden van 1927, en ook Mulisch was ooit, net als Blokker, honderd procent links. In zijn rede 'Meningen in marstempo' (1970) was de wereld glashelder. Met een dreunende opsomming van opposities werden goed en kwaad keurig links- respectievelijk rechtsaf gestuurd: 'Links heeft meningen, rechts heeft belangen. Links moet meningen hebben hebben omdat het geen belangen heeft. Rechts kan het stellen zonder meningen omdat het belangen heeft. Links heeft zijn mening als belang. Rechts heeft zijn belang als mening. Links is daarom te goeder trouw. Rechts is daarom te kwader trouw', et cetera. Het was de tijd van Vietnam, de Koude Oorlog woedde volop en de Warme Tweede smeulde nog na.

Maar al snel stortten de opposities in en werd alles grijs en ongrijpbaar. Geen grote systemen meer, geen levensbeschouwingen, geen zuilen. Alleen nog maar individuaties, tegenspraken en halve waarheden (die samen nooit een hele werden). De linkse idealisten werden het nieuwe establishment en zo ging het over de hele linie: was links voorheen socialistisch en egalitair, en rechts liberaal en elitair, tegenwoordig is links elitair en rechts egalitair. Daarom kun je, meen ik, vandaag de dag niet meer met goed fatsoen overtuigd links zijn. Maar, en daar komen de halve waarheden al binnen denderen, socialisme en liberalisme zijn niet mee overgestoken. Links en sociaal, en rechts en liberaal zijn losgekoppeld. En zo zitten we nu opgescheept met sociale linksen en liberale linksen en met liberale rechtsen en sociale rechtsen.

GroenLinks doet er nog een schepje bovenop. De partij omschrijft zichzelf paradoxaal genoeg als 'sociaal en liberaal'. Maar dat is niet het enige verwarrende, de sociaal-liberalen zouden in Nederland verspreid zijn over vele partijen: GroenLinks, D66, de VVD en de PvDA, zelfs het CDA en de ChristenUnie. En oh ja, de Dierenpartij is ook sociaal-liberaal. Een ware diaspora van sociaal-liberalen dus. En daarom moet GroenLinks maar samengaan met D66. Huh? Progressief en conservatief, nog zoiets. Kun je nog met een stalen gezicht progressief zijn in een land dat inmiddels wel zo'n beetje 'af' is? En als je je verzet tegen de afbraak van culturele verworvenheden door de schadelijke invloeden van andere culturen, ben je dan conservatief of juist nu progressief?

IV

Mijn worsteling met links en rechts is niet een kwestie van een geloof in een waarheid die in het midden ligt, het sparen van de kool en de geit of een weigering om partij te kiezen. Dat leidt maar tot halfzachtheid, vluchtgedrag, stilstand die doet stinken. Je moet geen amorele theoreticus worden. Peter Sloterdijk is mijn leidsman in deze materie: linkse waarden hebben rechtse grenzen nodig, schrijft hij in Het kristalpaleis. Linkse idealen en rechtse wetten. Twee halve waarheden die samen nog enigszins een hele vormen. Een broze, wankele waarheid, die misschien dan uiteindelijk ergens in het midden ligt. Maar als het enigszins kan uit volle overtuiging voor de relevantie van links én rechts. Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg?

zaterdag 4 december 2010

Zeven dagen lang (42)

28 november t/m 4 december

ZONDAG Held dood
Leslie Nielsen overleden.
Favoriete droogklotenscène uit The Naked Gun:
Laborant: 'Take a look in this microscope, Frank, and you'll see what I mean.'
Frank: 'I can't see anything.'
Ed: 'Use your open eye, Frank.'

MAANDAG Wit
Sneeuw! Iedereen luisteren naar 'Eerste sneeuw' van Jan de Wilde.

DINSDAG DWDD
Elke maand weer goed voor een kwartiertje stevig ergeren: de Vijf ergernissen van Jan Mulder in De Wereld Draait Door. Na zijn obligate maandelijkse CDA-ergernis richt hij zijn pijlen op Henk Kroes, die volgens Mulder zo'n beetje met pek en veren het land uit moet worden geschopt omdat hij in 1997 met de slogan 'It giet oan!' het doorgaan van de Elfstedentocht aankondigde. Schandelijk, vindt Jan, want het moet 'It sil heve!' zijn, zoals het altijd al geweest is.
Wat een onzin. 'It sil heve' werd pas in 1985 bedacht door de toenmalige Elfstedenvoorzitter Jan Sipkema. Daarvóór is de slogan nooit gebruikt. Kroes introduceerde in 1997 'It giet oan!' en verklaarde daarbij terloops dat elke nieuwe voorzitter zijn eigen slogan mag bedenken. 'It giet oan!' is en blijft dan ook voor mijn generatie dé Elfstedentochtkreet. De huidige voorzitter Wiebe Wieling mag in februari bij de aankondiging van de volgende tocht zijn eigen Friese oneliner het land in slingeren. Die dan weer voor de huidige jeugd voor eeuwig dé slogan mag zijn.

WOENSDAG Reve
'Men moet niet nodeloos tobben.' (Gerard Reve, Moeder en Zoon, p.261)
Zelden heeft een schrijver zich zo weinig aan zijn eigen woorden gelegen laten liggen.

DONDERDAG Zwarte Piet
De pakjes zijn kwijt, meldt het Sinterklaasjournaal. Het is ook altijd wat. ProRail moet opgeheven worden, vindt de ChristenUnie, maar die hele Sinterklaas N.V., daar hoor je de politiek niet over. Terwijl daar eens flink de bezem doorheen moet. Jaar in jaar uit een opeenstapeling van mismanagement en chaotische taferelen. En maar cadeautjes uitdelen om de aandeelhouders gunstig te stemmen. En de bestuursleden elkaar maar de zwartepiet toespelen.

VRIJDAG Non-valeur
Volgens criticus Jeroen Vullings noemde schrijver L.H. Wiener hem ooit een 'querulant', maar: 'het was "non-valeur", een woord dat een ruim scala van minkukels dekt'. (L.H. Wiener - Eindelijk volstrekt alleen, p.85)

ZATERDAG '
Pierre Vinken en Hans van den Bergh in hun voorwoord bij Het scherp van de snede. De Nederlandse literatuur in 100 en enige polemieken: 'Hermans kon zich bijvoorbeeld enorm opwinden over het gebruik van de apostrof in een geval als Homme's hoest'. (p.12)
Dat is de omgekeerde wereld. Hermans spelde de titel van zijn novelle juist heel eigenzinnig, tegen de spellingsregels in, mét een apostrof en maakte zich vervolgens enorm kwaad over de 'taalmeesters' die zich opwonden over het apostrofgebruik van Hermans.

vrijdag 3 december 2010

150 schrijvers

Met het uitlezen van Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk van A.L. Snijders heb ik een persoonlijk mijlpaaltje bereikt. Ik houd allerhande lijstjes bij, vooral op leesgebied, waaronder een lijst met Nederlands(talig)e auteurs van wie ik minstens één boek heb gelezen. De lijst beperkt zich om redenen van overzicht en gebruiksgemak tot scheppend proza (of 'fictie') en tot de laatste drie eeuwen (19de, 20ste, 21ste). Snijders is nummer 150.

Honderdvijftig auteurs, een puik aantal. Toch heb ik vermoedelijk van pakweg de helft van de schrijvers niet méér dan één boek gelezen. Er staan er zelfs op van wie ik het enige boek dat ik ooit van ze heb gelezen, niet helemaal heb uitgelezen (Blaman, Walschap, K. Schippers). Van de 150 zijn er 127 man en 23 vrouw (kom maar, kom maar, kom maar). Tweemaal komen voor: Brouwers (Jeroen en Marja), 't Hart (Kees en Maarten), De Jong (Oek en Pia) en Peeters (Elvis en Koen).

Honderdvijftig, en toch is het niks. Zo'n lijst steekt schril af tegen de niet-bestaande lijst met schrijvers die nog een gesloten boek zijn. Daar staan dan uiteraard mindere goden en recente debutanten op, alsmede vele negentiende-eeuwers en vergetenen. Maar ook een nog fors aantal grote en middelgrote namen. Komt-ie: Nicolaas Matsier, Doeschka Meijsing, Geerten Meijsing, F. Springer, Jacques Hamelink, Anton Koolhaas. J. van Oudshoorn en E. Du Perron. Lodewijk van Deyssel en P.A. Daum. Zelfs Theo Thijssen. Daar schaam ik me elke dag meer voor, en het wordt dus hoog tijd dat ik Kees de jongen eens ga lezen.

Verder ook een aantal nog actieve prominente auteurs: Kees van Beijnum, Allard Schröder, Ronald Giphart, Kester Freriks, Oscar van den Boogaard. Vrouwen: Tessa de Loo, Jessica Durlacher, Manon Uphoff, Anna Enquist. Een sloot ouwe experimentelen: Sybren Polet, J.F. Vogelaar, Lidy van Marissing, Ivo Michiels. Allemaal nog nooit iets van gelezen. Herman Franke. Hugo Raes. Henk Romijn Meijer. Johan Daisne. Jan de Hartog. Bob den Uyl. Van sommige van de genoemde namen voel ik overigens geen enkele behoefte iets te gaan lezen, maar toch. Het is om moedeloos van te worden.

Omringd door boeken word ik altijd weer overvallen door een sombermakend besef van machteloosheid: in de boekhandel, op de boekenmarkt, in de bibliotheek; er is zo veel geschreven, er wordt te veel geschreven, je wordt als lezer aan alle kanten ingehaald. Zeker als je, zoals ik, je niet wilt beperken tot de prozaliteratuur maar ook nog politiek, poëzie, filosofie, essays, sport, journalistiek, geschiedenis, de tijdschriften en de kranten, enzovoort enzovoort een beetje wilt bijhouden/inhalen. Laat staan als je van het leeuwendeel van de 150 graag ook nog de rest van het oeuvre zou willen lezen, liefst op korte termijn en alle werken achter elkaar. En dan is er nog zoiets als herlezen. Want lezen is één, er iets van onthouden is twee.

Het is weer die vermaledijde tijd, waarvan er altijd te weinig is. Nu heb ik weer een uur verdaan met niet-lezen. Ik kan deze tekst nu wel wissen, maar daarmee krijg ik de eraan bestede tijd niet terug. Leest u dit dus maar niet, besteedt uw tijd wel en lees liever Theo Thijssen.

dinsdag 30 november 2010

Woord van het jaar

Het weer is een paar dagen te vroeg, maar morgen is het dan toch zover: december. Wintermaand, Kerstmaand én Lijstjesmaand. De jaaroverzichten en jaarverkiezingen schieten alweer als paddestoelen uit de grond. Een leuke is de verkiezing van 'Woord van het jaar'. Van Dale heeft tien woorden voorgeselecteerd die in 2010 ingang vonden in het dagelijkse taalgebruik. Welk woord wint?

Een belangrijk criterium is natuurlijk de bekendheid en de verspreiding van het woord. Als ik mezelf even als referentiepunt gebruik - wie anders? - vallen er al twee af. Van knetterrechts had ik nog nooit gehoord. Googelen leert me dat de term bedacht is door GroenLinks-kamerlid Ineke van Gent, in een tweet naar aanleiding van de New York-speech van Geert Wilders: 'Slappe teksten voor Geert zijn doen. Hij wil regeren en nu niet provoceren. Kans op knetterrechts neemt toe.' De Volkskrant - wie anders? - nam het woord over in een headline, maar het lijkt niet te zijn doorgedrongen tot de dagelijkse conversatie. Hetzelfde geldt voor schandaaltreffer, een onterecht toegekend doelpunt. Aanleiding was de wedstrijd MSV Duisburg-FSV Frankfurt, waarin een bal die via de onderkant van de lat zowat op de middenlijn terug stuiterde tot geldig doelpunt werd gepromoveerd door de arbiter. Een 'Skandaltor' volgens de Duitse media. Door De Telegraaf overgenomen als 'schandaaltreffer', maar nadien nauwelijks meer gebruikt.

Een ander criterium is dat het woord ook echt hoort bij 2010. Dan vallen er opnieuw twee af. Talententelevisie kennen we al sinds de eerste Idols. De term is wellicht van recenter datum, maar te algemeen en niet specifiek een 2010-woord. Als woord van het decennium maakt het paradoxaal genoeg meer kans. Ook gedoogregering is al wat ouder. Zeker de vorm 'gedoogkabinet' bestaat al langer, terwijl ook de regering in Denemarken al enige tijd als zodanig wordt omschreven. Als trefwoord om het politieke jaar 2010 samen te vatten is 'gedoogregering' uiteraard wel onmisbaar.

De premier van het gedoogkabinet is verantwoordelijk voor de vijfde kandidaat, bestuursobesitas. Mark Rutte doet hard zijn best de praatjes die hij geeft voor pers en politiek te kruiden met ferme taal en creatief woordgebruik. De term 'bestuursobesitas' als beeldende beschrijving van de uitgedijde bureaucratie in Nederland is zeker het onthouden waard. Nadeel is wel dat het een typisch Rutte-woordje dreigt te blijven. Dan maakt dreigtweet meer kans. Iedere politicus van naam is immers al eens bedreigd. De bedreiging via Twitter was dit jaar in de mode. Niet deze schitterende tweet van Hero Brinkman, maar de retweet van Bert Brussen, die een doodsbedreiging aan het adres van Wilders citeerde onder de kop 'Wilders met de dood bedreigen doe je zo' en prompt zelf werd opgepakt, heeft de twijfelachtige eer het woord 'dreigtweet' groot te hebben gemaakt.

De wereldpolitiek en -economie brachten ons 'oliewolk' en 'knoflookcrisis'. De oliewolk verwijst naar de onderwatermassa ruwe olie die uit het lek in de Golf van Mexico de oceaan in was gestroomd. Als aanduiding van een schokkende gebeurtenis een woord van belang, maar als woord-op-zich niet echt onderscheidend. Aansprekender in dat opzicht is knoflookcrisis, de vindingrijke term waarmee de invloed van de mediterrane landen op de valutacrisis wordt aangegeven. Jammer alleen dat inmiddels ook Ierland en België hun steentje bijdragen aan de malaise en de financiële crisis dus allang niet meer louter een crisis van knoflooklanden is.

De laatste twee woorden hebben we te danken aan de boefjes uit het volk. Een Utrechts boefje zorgde ervoor dat heel Nederland een WK lang in de ban was van het balansbandje. Wesley Sneijder voerde zijn uitstekende prestaties niet terug op talent of op wilskracht, niet op vorm of op teamprestatie, maar op een magisch armbandje dat de energiebalans tussen lichaam en geest zou optimaliseren. Leuk woord, 'balansbandje', maar het doet inhoudelijk toch net iets teveel denken aan de legendarische 'biostabiel' van TelSell. De boefjes en sletjes van Oh oh Cherso schonken ons daggeren, een vorm van erotisch dansen waarbij - om Van Dale zelf te citeren - 'de danspartners dansend "de daad" nabootsen'. Dansvloerdroogneuken dus. Maar dat is te lang en te Nederlands. 'Daggeren' doet recht aan de toenemende invloed van het Engels. Hierom, en omdat taalverandering en -vernieuwing altijd al meer een bottom up-kwestie dan een top down-proces is geweest, gunnen we de volkse Hagenezen de eer: met 'daggeren' zijn zij de bedenkers van het woord van het jaar 2010.

Oneens? Stemmen kan nog tot 10 december.

zaterdag 27 november 2010

Zeven dagen lang (41)

21 t/m 27 november

ZONDAG Bijl
Socioloog op de radio: 'PVV zet een bijl aan de wortels van onze rechtsstaat.'
Dat zal Hero Brinkman wel doen. Die heeft eerder met dat bijltje gehakt.

MAANDAG Dove
Bij FC Volendam - FC Emmen wordt omgeroepen dat er een gehoorapparaat gevonden is.
De commentator zit dan wel plichtmatig een maandagavondse Jupiler League-wedstrijd te becommentariëren, maar hij is nog wel zo bij de les om op te merken dat het nogal zinloos is om zoiets om te roepen.

DINSDAG Koning
Een nieuwe koning op de Nederlandse televisie: Bas van Werven, dit seizoen namens de TROS presentator van EénVandaag. Ik ga mezelf ook aanleren mijn hand zo schitterend op heuphoogte te laten zweven als Bas altijd doet.

WOENSDAG Aftellen
Deze avond zijn de volgende films op tv te zien: 50 first dates, 40 days and 40 nights, Thirty.
Ik kijk overigens Inter-Twente.

DONDERDAG Troost
'Koffiedrinken dan maar, dat ging altijd wel.' (Gerbrand Bakker, De omweg, p.93)

VRIJDAG DWDD
Irritant hoe Matthijs in een kwijlende slijmbal verandert tegenover die pedante pruillip Erland Kwaljaard.

ZATERDAG Top 2000
'Hotel California' van The Eagles heeft 'Bohemian Rhapsody' van Queen van de nummer één-positie gestoten. Jammer. Als de BoRhap dan toch onttroond wordt, dan liever door een andere vaste toptiener als 'Child in Time' of 'Stairway to Heaven', en niet door de zouteloze Eagles.

woensdag 24 november 2010

Een winterverhaal voor de donkere dagen

Het beroemdste boek uit de naoorlogse Nederlandse literatuur heeft als titel 'De avonden' en als ondertitel 'Een winterverhaal'. Zelden waren titel en ondertitel zo treffend. De roman waarmee Gerard Reve - toen nog Simon van het Reve geheten - in 1947 zijn naam vestigde leest men bij voorkeur in de winter, idealiter op de donkere laatste tien avonden van het jaar.

Op 1 januari verdwijnt De avonden in mijn kast. Dat verdwijnen is bijna letterlijk, want acht maanden lang bestaat het boek niet. De dagen lengen, de temperatuur stijgt, december raakt verder en verder achterop en niets doet nog aan De avonden denken. De roman houdt een welverdiende zomerslaap, overzomert in een koel en donker hoekje van de boekenkast.

In september keert hij terug. Opeens is daar dat moment. Onverhoeds, onbedoeld, een achteloze blik op de bovenste plank, en daar staat De avonden, in vol ornaat. De zomer is voorbij, het jaar gekanteld, het aftellen begonnen. Oktober komt en gaat, de temperatuur daalt gedurig, de koorts stijgt gestaag. Mijn gekoesterde exemplaar neemt doortastend zijn donkerblauwe en violette kleuren aan, zoals de bomen binnen enkele dagen hun herfstpallet aanspreken. Steels kijk ik ernaar, maar raak het boek nog niet aan. Nog even.

Eind oktober, de klok wordt een uur teruggezet. De dagen bestaan nu voor het merendeel uit avond. Lang, donker, guur, alles echoot nu De avonden. In november begint het serieus te kriebelen. Woorden, zinnen, passages dringen zich op. Ik begin te prevelen en denk bij mijzelf. Het is alles triest. Hij heeft hard en zacht op zijn schoot. Zo zijn de dagen die ons gegeven zijn. Ik schrijf 'pissen', denk aan De avonden en verander het snel in 'wateren'.

Dan is daar plotsklaps december. Wintermaand. Kerstmaand, donkeremaand. Avondenmaand. Alles stroomt nu. Op weg naar het einde, nader tot hem, de jongeheer Frits van Egters. Alle kerstvakanties komen voorbij, vermengen zich, worden één winterverhaal, waarin ik De avonden las. In bed. Met griep. Aan het bureau. Met koffie en een chocolade kerstkrans. De radio speelde.

Het komt dichterbij. 8 december, de goedheiligman vertrokken, nog twee weken. 15 december, de kerstboom schittert, nog maar één week. De roman wordt voorzichtig uit de rij naar voren gehaald, wordt gewogen, gewiegd. Alles popelt en tintelt nu. Dan, 22 december. De held van deze korte geschiedenis ontwaakt uit zijn droom. Hij opent Het Boek en leest. Tien avonden lang mag hij niet gestoord worden. Hij kan ook niet gestoord worden, want hij is er niet. Hij is er niet, want hij is erbij, daar in het verhaal. Tien winteravonden lang.

zondag 21 november 2010

Top 2000: 60 stemtips

December staat ongeduldig te trappelen voor de voordeur, en in de verre verte klinken al de klanken van de Top 2000. Morgen trapt Radio 2 officieel af met de 'Stemweek'. Geen langdurige stemperiode meer, dit jaar heeft de luisteraar slechts één werkweek om zijn stem uit te brengen. Een goed initiatief denk ik, want zo zal de lijst wat meer bepaald worden door de hardcore Radio 2-luisteraar, en minder door de gelegenheidsgenieter.

De Top 2000 blijft voor mij toch onlosmakelijk verbonden met de laatste week van het jaar. Rust, reflectie, ritueel. Voor de kwaliteit van de muziek hoef je de Top 2000 allang niet meer te luisteren. Dan zet ik liever een cd op of luister ik naar Arrow. Maar de sfeer, de tunes, de variatie en het non-stop-aspect van de Top 2000, het hoort er toch allemaal bij.

Er is genoeg geschreven over de 'vervuiling' van de lijst in de laatste jaren. Steeds meer Borsato, steeds minder Byrds. Amy McDonald in plaats van Paul McCartney. De makers van top2000info.nl hebben een lijst aangelegd met alle nummers die sinds de eerste editie van 1999 het veld hebben moeten ruimen, inmiddels al 1442 stuks. Daar zit heel wat moois tussen. Daarom, als toss bij de officiële aftrap, een persoonlijke selectie van 60 songs die terug de lijst in moeten.

Een selectie die exemplarisch mag heten voor het karakter van de Top 2000: heen en weer geslingerd worden tussen 'Aah, wat een schitterend nummer' en 'Och, och, och, dat we dat toen zonder gêne mooi vonden'.

Cat Stevens - Matthew and Son *** Bee Gees - Too Much Heaven *** The Association - Along Comes Mary *** Neil Young - Only Love Can Break Your Heart *** The Searchers - Needles and Pins *** Fine Young Cannibals - She Drives Me Crazy *** Rolling Stones - 19th Nervous Breakdown *** David McWilliams - Days of Pearly Spencer *** The Alan Price Set - The House That Jack Built *** Mott the Hoople - All the Young Dudes *** The Guess Who - American Woman *** The Archies - Sugar Sugar *** Charles & Eddie - Would I Lie to You *** John Lennon - Mother *** Het - Ik heb geen zin om op te staan *** Donald Fagen - The Nightfly *** Ian Dury & The Blockheads - Sex and Drugs and Rock 'n Roll *** Elvin Bishop - Fooled Around and Fell in Love *** The Animals & Eric Burdon - San Franciscan Nights *** Crispian St. Peters - Pied Piper *** R. Kelly - I Believe I Can Fly *** The Kinks - Where Have All the Good Times Gone *** 1910 Fruitgum Company - Simon Says *** Dave Clark Five - Glad All Over *** Paul McCartney & Wings - Jet *** Windjammer - Harbourlight *** Del Shannon - Runaway *** Gene Pitney - Twenty Four Hours from Tulsa *** Bing Crosby - White Christmas *** The Buggles - Video Killed the Radio Star *** The Who - Pictures of Lily *** Lori Spee - How Many Times *** Gilbert O'Sullivan - Alone Again *** Andrew Gold - Lonely Boy *** Carl Douglas - Kung Fu Fighting *** Terry Jacks - Seasons in the Sun *** Alquin - Wheelchair Groupie *** Manfred Mann - Mighty Quinn *** Beatles - I Should Have Known Better *** The Herd - From the Underworld *** The Platters - Smoke Gets in Your Eyes *** Dillinger - Cokane in My Brain *** Henk Wijngaard - Met de vlam in de pijp *** George Harrison - Give Me Love *** Amen Corner - Gin House Blues *** Eric Carmen - All By Myself *** The Hollies - Carrie Anne *** Robin Gibb - Saved by the Bell *** Twice as Much - Sittin' on a Fence *** Al Martino - Spanish Eyes *** Graham Nash - Chicago *** Johnny Logan - What's Another Year *** The Crazy World of Arthur Brown - Fire *** Drs. P - Veerpont *** Albert Hammond - It Never Rains in Southern California *** Honeybus - I Can't Let Maggie Go *** Dave Davies - Death of a Clown *** The Casuals - Jesamine *** Spencer Davis Group - Keep on Running *** The Byrds - All I Really Want to Do

zaterdag 20 november 2010

Zeven dagen lang (40)

14 t/m 20 november

ZONDAG Regen
Belgische scheidsrechter bij inspectie speelveld: 'In Nederland zouden ze de match afgelasten.' Waarop de leidsman besluit de wedstrijd door te laten gaan.
Ik ben heel benieuwd of hier sprake is van een causaal verband.

MAANDAG Crimineel
Als ook nog bekend zou worden dat Eric Lucassen ergens heeft ingebroken is hij definitief de Wijnand Duyvendak van de PVV.

DINSDAG De staat van het land
Verwacht je belangrijke post, staken de postbodes.
Wordt de post weer bezorgd, staat er een kale idioot door je brievenbus te wateren.

WOENSDAG Holland-Anatolië 1-0
Leert de KNVB het nou nooit? Een vriendschappelijke thuiswedstrijd regelen tegen Turkije. Dan speel je dus gewoon een uitwedstrijd in eigen huis.
Of:
Slim van de KNVB. Een vriendschappelijke thuiswedstrijd regelen tegen Turkije. Dan speel je sportief dus gewoon een zware uitwedstrijd, maar met de recettes van een thuiswedstrijd.

DONDERDAG NRC
Anja Meulenbelt (SP, afdeling Palestina) zegt haar abonnement op NRC Handelsblad op omdat hoofdredacteur Vandermeersch als nieuwe columnisten Femke Halsema (GL), Ton Elias (VVD) en Martin Bosma (PVV) heeft vastgelegd. Een betere aanwijzing dat hij op de goede weg is kan Vandermeersch niet krijgen.

VRIJDAG NS
Arie van der Zwan kan na vandaag definitief een nieuw boek over de NS schrijven: November 2010. Rampmaand zonder weerga voor de Nederlandse Spoorwegen.

ZATERDAG Ajax-PSV 0-0
Krankzinnig: Luís Suarez (Ajax) bijt Otman Bakkal (PSV) vol in het sleutelbeen.
Bij nader inzien toch niet zo vreemd, want elke speler maakt gebruik van zijn karakteristieke wapen. Ibrahimovic heeft lange slungelarmen en deelt dus vaak een elleboog uit, Suarez heeft knaagdiertanden en knaagt dus aan zijn opponent.

woensdag 17 november 2010

De nutteloze idioten-continuïteit en de PVV

Je kunt deze week geen nieuws zien of er is weer een PVV-kamerlid in opspraak geraakt. Eric Lucassen, James Sharpe, Richard de Mos, stuk voor stuk worden ze ruw aan de relatieve anonimiteit ontrukt. Ontucht, intimidatie, oplichting, cv-vervalsing, het is nogal wat. Het is allemaal het gevolg van de electorale winst van de PVV.

Tot aan de laatste Kamerverkiezingen groeide de PVV harmonieus en van binnenuit. De kamerleden waren Wildersianen van het eerste uur, aan de zijde van Geert hadden ze gezamenlijk de hemel bestormd, het was een hecht gezelschap. Met naast Wilders capabele en fatsoenlijke mensen als De Roon, voormalig advocaat-generaal, Bosma, politicoloog en gelouterd journalist, en Brinkman, democraat in hart en nieren.

De verdriedubbeling van de fractie bij de laatste verkiezingen moest wel problemen opleveren. Je kon er vergif op innemen dat er dan een horde baantjesjagers, rancuneuzen en halvegaren op af zou komen. Als weldenkend mens denk je immers wel drie keer na voor je je aanmeldt bij de PVV, al was het maar omdat je meteen weggezet wordt als fout of van lotje getikt als je begrip toont voor de PVV en de beweegredenen van een deel van haar electoraat. NRC Handelsblad-hoofdredacteur Peter Vandermeersch noemde Bosma's boek De schijn-élite van de valse munters laatst 'een goed boek' en bood de auteur meteen een bijbaan als columnist aan. Zo kan het ook.

Bosma heeft het in zijn boek over de 'Nuttige Idioten-continuïteit', de historische constante dat in alle tijden principiële pacifisten als vooruitgeschoven post gebruikt worden door de totalitaire agressor, zonder dat ze het zelf door hebben. De theedrinker die de islamisering faciliteert, om meer in PVV-termen te blijven.

De onstuimige groei van populistische partijen nu lijkt altijd gepaard te gaan met een 'Nutteloze Idioten-continuïteit': elke serieuze, fatsoenlijke populist neemt onbedoeld in zijn kielzog minstens drie onbeschofte debielen mee. Daarom zit Wilders nu logischerwijs opgescheept met, in de woorden van Dijkshoorn, 'pornoboeren en brievenbuspissers'.

Had Wilders dan geen filter dat de nutteloze idioten bijtijds tegen kon houden? Screening is een kwestie van tijd en geld. Geld is voor Wilders geen struikelblok, de geldstromen uit met name Amerika schijnen enorm te zijn. Tijd was en is veel schaarser, de vervroegde verkiezingen noopten Wilders in korte tijd een lijst samen te stellen. Hij kon niet meer doen dan de kandidaten op hun blauwe ogen geloven. De kop van Lucassen had Wilders al op zijn hoede moeten doen zijn, hoor je nu her en der. Dat is onzin. Tofik Dibi ziet er ook uit als een gluiperd die altijd stoned is, maar in de praktijk is de GroenLinkser een sympathieke, ruimdenkende en moderne politicus.

Dibi ligt niet voor niets goed bij nieuw-rechtse media als GeenStijl. Hij is open, benaderbaar en reageert niet zo krampachtig en met dedain op de roze microfoon als veel van zijn collega's ter linkerzijde. De ophef rondom de PVV mag overigens voor een niet onbelangrijk deel op het conto van PowNed geschreven worden. TV-recensent Hans Beerekamp (niet die van de kleine kinderen) deed een klein onderzoekje en ontdekte dat tegen de verwachting in de rechtse omroepen WNL en PowNed het meest kritisch ten opzichte van de PVV zijn. Die kan profetes van de angst Hanneke Groenteman in haar zak steken.

Blijkbaar zijn de traditionele, 'linkse' media te blasé of te angstig om het hard te spelen. Begrijpelijk, het verwijt de linkse politieke agenda uit te voeren wordt immers al te gauw geuit door nieuw-rechts. PowNed kan nu gemakkelijk de rol overnemen van kritisch medium dat Den Haag continu op de vingers kijkt, zonder aanzien des persoons of politieke kleur. Zo is het ontluisterende anti-interview met Ella Vogelaar niet langer meer een schandelijke karaktermoord op een PvdA-minister, maar een typisch eenentwintigste-eeuwse methode van journalistiek die de weerbaarheid van politici test. Marcial Hernandez werd immers net zo onbarmhartig gedegradeerd tot zwijgende faalhaas voor het oog van de camera als Vogelaar destijds.

Vogelaar werd door Wouter Bos stante pede van Wonen en Wijken gehaald, zoals ook Lucassen nu de portefeuilles Wijken en Defensie door zijn baas wordt afgenomen. Vogelaar schreef met haar eega een boek waarin de laatste beschreef hoe hij sensuele lingerie voor zijn vrouw kocht, Lucassens student-veroveringen klommen in de microfoon om erop te wijzen dat het allemaal vrijwillig was gebeurd. Dan zal Lucassen binnenkort ook wel genoemd worden als kandidaat-burgemeester van een middelgrote stad.

Daar moet ook de verklaring gezocht worden voor het wat curieuze feit dat hij wél het woordvoerderschap van Koninkrijkrelaties mag behouden. Zijn immers niet onlangs enkele Antillen verdergegaan als bijzondere gemeenten van Nederland? Let maar op, Eric Lucassen wordt op den duur de nieuwe burgemeester van Oranjestad.

Bij een 'corrupt boevennest' hoort immers een boef als burgemeester.

maandag 15 november 2010

Vragen

Vier variaties

Kraken is bij wet verboden. Verboden volgens de Wet Kraken en Leegstand, maar laat de kraker nou net met de wet niet zoveel ophebben. 'Jullie wetten, niet de onze' stond er vorige week dan ook op een spandoek van protesterende krakers te lezen. Een gekraakt pand is een vrijstaat. Bepaalde woonwagenkampen en gekraakt onroerend goed, daar houdt de rechtstaat blijkbaar op. Behalve als de wet in het voordeel van de overtreders is, dan zijn onze wetten ineens wel de hunne. De krakers hebben ontdekt dat ze niet naar de rechter kunnen stappen wanneer tot ontruiming wordt overgegaan, en dat is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De overheid moet nu de wet gaan aanpassen. Ze moet eerst even vragen of ze alsjeblieft weg willen gaan. Waarop de krakers aan de rechter mogen gaan vragen de terugvordering van het pand te dwarsbomen. Wie vraagt, wordt overgeslagen.

Het is een schrijnend voorbeeld van de toenemende onmacht van de nationale regering om te besluiten en te besturen. Wordt er eindelijk beleid gemaakt waar een grote meerderheid mee instemt, komt het verre Brussel er een stokje voor steken. Dat dit verdrag strikt gezien weinig met EU-beleid te maken heeft, is dan niet meer relevant voor het gevolg: de anti-Europa-partijen krijgen er weer een paar duizend aanhangers bij. Burgers die vrezen dat 'Brussel' alles zal bepalen voor Nederland, worden in hun angstige vermoeden gesterkt. Immigratiepolitiek, nog zoiets. Wordt er een streng vreemdelingenbeleid op poten gezet, blijkt een oude regering ooit vergeten te zijn net als Denemarken een opt-out aan te vragen waardoor we nu met handen en voeten gebonden zijn aan wat Europa ons oplegt. Wie niet vraagt, wordt overgeslagen.

Waarom zou ik nog gaan stemmen? wordt dan een welhaast serieuze vraag die de boze burger zichzelf stelt. En de partij die het allemaal moet oplossen heeft het al druk genoeg de eigen zaakjes op orde te brengen. Hero Brinkman had last van losse handjes, Marcial Hernandez hield zijn handen keurig thuis maar vergat zijn kop erbij te houden en Eric Lucassen hield handen en hoofd in bedwang maar verloor dan weer de controle over andere lichaamsdelen. Hij mag blijven. Oké, hij had misschien aan Wilders moeten melden dat hij ooit veroordeeld is en dat hij de straatterrorist van de buurt was, maar aan de andere kant: hem is niet gevraagd of zijn kerfstok nog voor problemen zou kunnen zorgen. Wie niet gevraagd wordt, wordt niet overgeslagen.

VVD en CDA zien de commotie met lede ogen aan. Uit het CDA stijgt echter ook een collectieve zucht van opluchting op, want de grote kale knikker van Lucassen bedekt een beetje het nieuws van de analyse van de verkiezingsnederlaag. Het CDA moet diep door het stof. Wat blijkt? Jan Peter Balkenende vond het wel welletjes na acht jaar en gaf intern aan niet nog een keer eerste man te willen zijn. De partijleiding deed echter toch weer een beroep op de aimabele Zeeuw, want er was geen competente vervanger voorhanden. Ja, Camiel Eurlings, maar die wilde niet, aldus de voorzitter. Die het weer van Balkenende had. Een belletje naar Valkenburg om de afwijzing van Eurlings te verifiëren werd overbodig geacht. Maar Eurlings had, zo blijkt nu, best wel heel graag gewild. Wie niet gevraagd wordt, wordt overgeslagen.

zaterdag 13 november 2010

Zeven dagen lang (39)

7 t/m 13 november

ZONDAG Buitenhof
Schitterend om te zien hoe daadkrachtig Clairy Polak het krakersgespuis in het publiek de mond snoert.
Eberhard van der Laan (PvdA) verdient trouwens alle steun en lof voor zijn moed.

MAANDAG Mexicoooo
Mexicaanse metrobestuurders protesteren tegen de verplichte alcoholcontrole, meldt De Pers: '"We worden nu door iedereen gedemoniseerd", klaagde een van hen.'
Demoniseren, het begint met Pim de populistische politicus en het eindigt met Mexicaanse metromachinisten.

DINSDAG Karel Reve
'Op straat beoefende men ook vele sporten, voornamelijk het voetballen, waar ik geen slecht figuur bij sloeg omdat ik hard lopen kon en mijn lichaam snel kon besturen.' (Karel van het Reve, Verzameld Werk, I, p.19)
Hij beschrijft het alsof het gaat over een spelletje FIFA 1930...

WOENSDAG Middeleeuws
De conducteur waarschuwt dat er 'gauwdieven' in de trein gesignaleerd zijn. Ik kijk naar buiten, maar daar is het nog steeds 2010.

DONDERDAG Herfst
In de trein, achter glas. Buiten raast de storm, regent de regen. Akkers bezaaid met watermassa's, de avond valt om kwart over vier. Op mijn iPod de dreunende ritmes van Arcade Fire. If the businessmen drink my blood / Like the kids in art school said they would *

VRIJDAG Harry
Gehoord: 'Nu Mulisch dood is heb ik dus de Tweede Wereldoorlog overleefd.'

ZATERDAG Excuus
Uit verscheidene jaloerse reacties blijkt dat ik toch iets te voorbarig ben geweest: de Broodje Unox-kiosk lijkt zich vooralsnog alleen nog maar op 's-Hertogenbosch CS gevestigd te hebben.

maandag 8 november 2010

Lezen, lezen, lezen #21

Maarten van Rossem - Waarom is de burger boos? Over hedendaags populisme (2010), 126 blz.
Beroepsouwehoer en emeritus hoogleraar Maarten van Rossem heeft een paar uur lang in een dictafoon zitten oreren over populisme, waarna hij de tekst heeft uitgeschreven - of heeft laten uitschrijven. Het resultaat is dit dunne boekje, Waarom is de burger boos? Die titel is inadequaat. Van Rossem gaat namelijk na een halve bladzijde al een stapje verder: hij bespreekt veeleer de vraag Waarom heeft de boze burger geen recht van spreken? Het gaat zo goed met Nederland dat geklaag over de staat van het land overdreven en onzinnig is. Aan de hand van summiere overzichten van de hemelbestormingen van Fortuyn, Verdonk en Wilders wijst Van Rossem op het holle karakter van het populisme. Helaas doet hij weinig moeite op zoek te gaan naar de wortels van de inmiddels structurele onvrede; verder dan erop wijzen dat er nu eenmaal een grote groep Nederlanders is die zichzelf als 'zeer rechts' bestempelt en dat populisten handig in dit gat zijn gesprongen, komt Van Rossem niet. Hoe zijn al die mensen van socialistisch-links in het rechtse kamp terecht gekomen? Waarom is er meer welvaart maar minder tevredenheid? Wanneer zijn mensen zich ontheemd in hun eigen wijk gaan voelen? Het zijn voor deze kwestie fundamentele vragen die Van Rossem links - of beter: 'zeer rechts' - laat liggen. Hij redeneert: allochtonen zijn sociaal-economisch zwak, dus wat hebben we ervan te vrezen? De handgranaatgooiers van de Hofstadgroep zijn dan ook niet meer dan 'verwarde adolescenten'. En natuurlijk zijn het weer de media die schuldig zijn aan het vertekende beeld. Waarom is de burger boos? heeft twee positieve aspecten: het benadrukt dat de vreemdelingenwet van Job Cohen heus een strenge, 'rechtse', wet is en dat meer democratisering niet de oplossing is voor morrende burgers. Wat wel de boosheid kan temperen komen we echter niet te weten.

Martin Bosma - De schijn-élite van de valse munters. Drees, extreem rechts, de sixties, nuttige idioten, Groep Wilders en ik (2010), 375 blz.
De PVV is een behoorlijk gesloten organisatie. Wilders is de baas, het enige lid en begin en eind van de partij. Daarom is het goed dat een andere PVV'er nu naar buiten treedt met zijn geloofsartikelen. Martin Bosma, speechschrijver van Wilders, heeft een fascinerend en belangrijk boek geschreven. De schijn-élite van de valse munters - de titel is ontleend aan een citaat van PvdA-ideoloog Jacques de Kadt, Bosma's geestelijke vader - is dwars, diepgravend, overdreven, leerzaam, drammerig, overtuigend, oppervlakkig, twijfelachtig en bovenal zeer leesbaar. Eerst maar de positieve punten: Bosma haalt ontzettend veel naar boven. Het intellectuele geweten van de PVV kent zijn vakliteratuur en beheerst zijn metier. Veel taaie mythes ontkracht hij vakkundig, met name dat Janmaat de eerste zou zijn geweest die de immigratie ter discussie stelde. Dat was de oude Drees, gevolgd door Drees jr. en Den Uyl. Daarnaast is dit boek de meest trefzekere aanklacht tegen de generatie '68. De idealen van Nieuw Links verwerden tot een geloof dat alle zicht op de realiteit wegnam en decennialang het gezonde verstand eronder hield. Bosma duidt de maatschappelijke ontwikkeling sinds '68 scherp en onder verwijzing naar talloze wetenschappelijke onderzoeksresultaten en politieke boeken. Hij laat mooi zien hoe het immigratievraagstuk te lang is weggedrukt omdat vraagtekens en kritiek niet pasten in het ideologische heilstaatproject. De eerste helft van dit boek is weloverwogen en coherent. Het tweede deel is beduidend zwakker. Bosma schiet er wel erg ver door in zijn bestrijding van links. De twee haakjes in 'Op 4 mei gedenken wij de slachtoffers van het (nationaal) socialisme' uit het PVV-partijprogramma heb ik altijd tamelijk walgelijk gevonden. Bosma gaat in De schijn-élite van de valse munters zo ver om vele pagina's te besteden aan bewijsvoering voor de stelling dat Hitler eigenlijk links was, een behoorlijk non-issue. Ook zijn radicale verdediging van Israël is tunnelvisionair. Bosma's betoog ontaardt zo in een nieuwe geloofsbelijdenis. Er is geen ruimte meer voor nuancering of onderscheid van hoofd- en bijzaken. De retoriek krijgt alsnog de overhand. Dat is erg jammer, want op de eerste 200 pagina's regeren de argumenten en de inhoud.
Van Rossem en Bosma zijn fraaie exponenten van de actuele politieke realiteit. De elite en de populisten die elkaar bestrijden, die elkaar niet begrijpen. En de argeloze burger, die simpelweg in relatieve rust wil leven zonder al te veel last van anderen, daar vertwijfeld tussenin.

Piet Calis - Venus in minirok. Seks in de literatuur na 1945 (2010), 240 blz.
Oude baas Piet Calis belooft in dit boek de literaire weerslag van de seksuele revoluties na WOII te presenteren. Dat is in het bestek van nog geen driehonderd bladzijden natuurlijk niet te doen. Venus in minirok biedt dan ook een oppervlakkig en arbitrair overzicht van seksuele passages in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Calis heeft zijn boek thematisch ingedeeld. Hij bespreekt aspecten als de eerste keer, incest, generatieverschillen, homoseksualiteit, porno, etc. Daarbij citeert hij veel en vaak. De duiding van de fragmenten is soms zinnig en scherpzinnig, maar vaak ook marginaal en repetitief. Goed is dat Calis ook de meest recente ontwikkelingen meeneemt (de periode Grunberg via Bouazza tot Weijts), vreemd is dat hij ook een heel hoofdstuk wijdt aan de liefde. Venus in minirok is een oppervlakkig overzicht, een bloemlezing met tussenzinnetjes. Dat is niet per definitie slecht. Wetenschappelijk heeft het dan misschien weinig om het lijf, voor de popularisering van het vakgebied vervult het zeker een functie. De letterkundige neerlandistiek heeft behoefte aan laagdrempelige overzichtswerken die een inkijkje bieden in de rijke Nederlandse literatuur en die uitnodigen tot verder lezen. Zijn Vondel-biografie had al een enthousiasmerende werking, Venus in minirok heeft ook de potentie een breed publiek aan te spreken. Lichtelijk storend is nog de aanwezigheid van Calis zelf. Hij laat geen mogelijkheid onbenut te benadrukken dat hij niet alleen getuige is geweest van de seksuele bevrijding maar dat hij er ook met volle overgave aan deelgenomen heeft - en nog steeds doet. Op de radio zei Calis onlangs dat niet Mulisch maar hijzelf als eerste met een sportwagen door Amsterdam cruiste. Nu lijkt hij ook nog Mulisch' seksuele track record naar de kroon te willen steken.

zaterdag 6 november 2010

Zeven dagen lang (38)

31 oktober t/m 6 november

ZONDAG Mulisch
NRC Next: 'een nieuwe generatie schrijvers moet de eer van de Nederlandse literatuur hoog houden.'
Als potentiële opvolgers van Mulisch noemt de krant ook Remco Campert en zelfs Hella Haasse, respectievelijk 81 en 92 jaar oud...

MAANDAG Kraak
In Clausewitz van Joost de Vries, dat deels over generatieverschillen gaat, wordt vakkundig afgerekend met de hedendaagse krakers: 'Ik zei dat wij vandaag de krakers haten, dat ze door de stad heen overal prachtige historische panden met hun "vrijheid" helemaal hadden uitgewoond. Like a prostitute, zei ik.'

DINSDAG Worst
Briljant idee: De Broodje Unox-kiosk op NS-stations. Wordt anderzijds wel lastig om elke avond de verleiding te weerstaan...

WOENSDAG Gesprek in de trein
- Mam.
- Ja?
- Ben je ook onbekend gebeld?
- Door wie?

DONDERDAG Opinie
In de International Herald Tribune van vandaag - gratis bij mijn hotelontbijt - staan ingezonden opiniestukken van o.a. Michail Gorbatsjov, Thomas L. Friedman en Bill Clinton. Kom daar maar eens om bij een Nederlandse krant.

VRIJDAG Von der Eigendunk
Uit een ingezonden brief in HP/De Tijd: 'Kortom, geachte redactie, verlos mij van Von der Dunk, voor ik mij er zelf van moet verlossen.'
Die doodsbedreigingen worden ook steeds hoffelijker.

ZATERDAG Gestrand
Kan youp@nrc nu hij toch bezig is aub ook de Nederlandse Spoorwegen meenemen in zijn campagne?

donderdag 4 november 2010

Onderbroekenlul

Streaken is een bekend fenomeen in de sportwereld. Ook het hockey maakte onlangs kennis met naakte veldbetreders. In Amsterdam verstoorden twee ontklede dames een hockeywedstrijd. Echte streakers waren zij echter niet. Niet alleen omdat ze niet helemaal naakt waren - ze droegen nog shorts en hadden ducktape op de tepels -, maar ook omdat ze strovrouwen waren voor een modegigant. Eenmaal op het kunstgras strooiden ze namelijk met in cellofaan verpakte boxershorts. U raadt het al: boxershorts van Björn Borg.

De hele Björn Borg-onderbroekenrage zie ik met lede ogen aan. Het is een nogal pijnlijk besef dat er nu een generatie opgroeit die bij de naam Björn Borg meteen aan onderbroeken denkt in plaats van aan een toptennisser die 11 Grand Slam-toernooien op zijn naam heeft staan. Of zelfs helemaal niet meer weet dat Borg een tennisser was. Typ in Google 'Björn Borg' en de eerste drie hits leiden naar het merk. Pas de vierde hit is het Wiki-lemma over de man.

Borg is zelf natuurlijk de hoofdschuldige door ooit op het idee te zijn gekomen een kledinglijn te beginnen. Hij gaf de zaak snel in beheer aan handige jongens en meisjes van een modebedrijf, maar toch. Hij moet zich er niet altijd even gemakkelijk bij voelen. Mijn leraar Engels deed ooit over een dichter over wie hij in de les vertelde de onvergetelijke uitspraak 'He was a heterosexual, so he couldn't be a tv-presenter in our days'. Geldt dat al voor de televisiewereld, in de modewereld schijn je al helemaal per definitie een gaylord te moeten zijn om mee te tellen. Björn Borg, als actieve sportman nog de stoïcijnse, met een stoere haarband getooide atleet, verschijnt nu bij de grote toernooien regelmatig in beeld in een iets te gestroomlijnd maatpak en met een wat zijige blik.

Dat de jeugd massaal boxers van Borg om de billen draagt is des te vreemder als je ziet wat ze kosten. Een 'original classic', zeg maar het standaardmodel, kost E 24,95. Vijfentwintig euro! Voor een onderbroek! En dan zijn er ook nog 'speciale' modellen en varianten waar Björn gerust 35 of 40 pegels voor vraagt. En waarom ook niet, ze gaan als zoete broodjes over de toonbank, iedereen loopt er in rond. Die hoge prijs verklaart wellicht ook waarom zoveel jongeren net iets te opzichtig hun onderbroek boven hun broekrand uit laten komen. Als je tien keer de normale prijs voor iets betaalt, wil je wel dat mensen het zien. De Björn Borg-onderbroek is voor de jeugd wat de cabrio voor de rijke stinkerd is.

Carel Peeters schrijft in Genieten voor miljoenen. Over populaire cultuur (2010) over het T-shirt dat dit kledingstuk zijn beste tijd gehad heeft. Een van de oorzaken is de opkomst van het poloshirt, op zich een prettig kledingstuk, dat echter door de fabrikanten tot 'een snobistische snuisterij' is gemaakt 'door het merk ostentatief op de linkerborst te borduren'. Daarbij zijn het vooral de erven van sporters die de rol van kwade genius spelen. Peeters geeft voorbeelden uit de tennissport en de golfwereld: 'De industriële erfgenamen van René Lacoste, de tennisser die in 1928 de Davis Cup won, staan erop dat zijn handelsmerk, de krokodil, pontificaal op de linkerborst zit. Wie een poloshirt van Ralph Lauren koopt moet meteen reclame maken voor Ralph Lauren en de golfsport.'

Peeters wijst erop dat mensen door het dragen van zulke kleding in feite onbezoldigd reclame maken voor grote merken: 'hier laten mensen zich vrijwillig tot corporate citizens maken, burgers die zelfs betalen om als reclamezuil voor een bedrijf te mogen werken'. Het T-shirt is van oorsprong ondergoed, functioneel in plaats van mooi. De bedrijven hebben het inmiddels ingekapseld in hun geniepige merk- en marktstrategie. De onderbroek was nog het laatst overgebleven kledingstuk dat puur en alleen het gebruiksgemak en de hygiëne diende. Dat bastion is nu ook geslecht.

Mensen die zich scheel betalen aan grote bedrijven worden, zo wil het gezegde, 'uitgekleed'. De Lacostes, Laurens en Björn Borgs van deze wereld hebben dit even subtiel als vakkundig omgedraaid. De burger wordt door hen letterlijk 'aangekleed'. Maar het geld vliegt nog net zo hard in de richting van de bedrijven. Dat verandert nooit.

zondag 31 oktober 2010

Harry Mulisch 1927-2010

Harry Mulisch is dood. De gevierde en verguisde auteur stierf gisteren in zijn huis in Amsterdam op 83-jarige leeftijd. Op 29 juli 1927 werd hij in Haarlem geboren. 'Diezelfde dag kwam de Vesuvius plotseling in verhevigde werking, maar de kranten vermeldden niet of dat kwam door mijn geboorte of door Mussolini, die ook die dag zijn verjaardag vierde.' (Mijn getijdenboek, p.35) Gisteren begon de Merapi-vulkaan plotseling opnieuw hevig as uit te stoten, maar het is niet zeker of dit door de dood van Mulisch kwam.

Ik kwam pas in contact met het werk van Mulisch op de universiteit. Als scholier was ik in 2003 al in de ban geraakt van Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen), in december 2004 voegden de andere twee van de Grote Drie zich daarbij, Reve met De avonden en Mulisch met Het stenen bruidsbed. Na lectuur van de Vijf fabels, de novelle Tussen hamer en aambeeld en de roman archibald strohalm was ik voorgoed gewonnen voor Mulisch en las ik in tweeënhalf jaar zijn volledige oeuvre.

In de commentaren wordt veelvuldig gerefereerd aan het gegeven dat Mulisch onder scholieren bijzonder populair is, en dan met name de romans De aanslag en Twee vrouwen. Persoonlijk vind ik die beide werken niet behoren tot het beste wat hij geschreven heeft. Toch zijn ze van onschatbare waarde omdat ze voor jonge mensen een brugfunctie kunnen vervullen naar de klassieke literatuur. Al te vaak wordt op de middelbare school de literaire belangstelling voorgoed onschadelijk gemaakt door negatieve kennismakingen met de literatuur. Werken als De aanslag kunnen een warm welkom bieden dat de jonge lezer op zijn gemak stelt en een voedingsbodem legt voor een leven lang lezen. Ook van 'moeilijkere' werken als Oude lucht, Het zwarte licht en Hoogste tijd kan dan op den duur genoten worden.

Erg jammer vind ik dat je in Nederland altijd schijnt te moeten kiezen voor een van de Grote Drie. Ben je voor Mulisch, dan ben je tegen Reve. Is Hermans je favoriet, dan ben je automatisch anti-Mulisch, et cetera. Ik kan daar niet in meegaan. Mulisch en Hermans schaal ik even hoog in, Reve vind ik iets minder, maar De avonden is dan weer het boek dat ik het liefst lees van al. Joost Zwagerman noemde Mulisch tijdens de laatste Avond van het Boek van de grote drie 'vreemd genoeg de minst begrepene' en daar ben ik het wel mee eens.

Mulisch creëerde met zijn niet aflatende ijdelheid en ironie een schild om zich heen dat door zijn schittering en ondoordringbaarheid vaak hevige afkeer opriep. Een uitspraak als 'Ik bén de Tweede Wereldoorlog' paste zo moeiteloos in het beeld van de zelfvergrotende blaaskaak. Hij bedoelde er altijd mee dat hij als zoon van een Oostenrijkse collaborateur en een Joodse moeder de beide uitersten van de Oorlog in zich verenigde. De typering is echter inmiddels ook van toepassing op zijn oeuvre. Joost de Vries zei vanmiddag bij Kunststof TV dat voor mensen van zijn generatie (geboren in de jaren 1980) WO II alleen bestaat in de verhalen erover. Dat is scherp opgemerkt. Voor de generatie van Mulisch was de Tweede Wereldoorlog de oorlog zelf, de periode, de gebeurtenissen, de herinneringen. Voor de generaties van na de oorlog was WO II de verwerking, de herinneringen van ouders en grootouders. Voor de generatie van De Vries - waartoe ik mezelf ook reken - staat de Oorlog gelijk aan de verhalen die auteurs als Hermans en Mulisch erover geschreven hebben. Voor ons geldt dus letterlijk: De Tweede Wereldoorlog ís Mulisch.

Dat het niet goed ging met Mulisch hoorde ik vorig jaar december van Marita Mathijsen. Eerder dit jaar, eind augustus mei, heb ik hem gelukkig nog gezien, bij zijn uitgever De Bezige Bij. Het was de eerste - en naar nu dus is gebleken ook meteen de laatste - keer dat ik hem in levenden lijve heb aanschouwd. Hij moest snel gaan zitten en vertrok gauw weer naar huis, maar hij maakte absoluut niet de indruk van een broze, tobbende bejaarde. De ranke gestalte, de pose, het gesoigneerde uiterlijk: daar stónd nog steeds iemand.

'Dat ik sterfelijk ben moet eerst nog maar eens bewezen worden' is nog zo'n gevleugelde uitspraak. Het bewijs is bij dezen geleverd, lijkt het. Toch is ook dat nog twijfelachtig. Zelf heeft Mulisch namelijk nóg een vluchtroute gevonden, uiteengezet op p.301 van De procedure: 'Als de mens in zijn laatste ogenblik in een flits zijn hele leven aan zich voorbij ziet trekken - van het krak waarmee zijn navelstreng werd doorgeknipt tot en met dat laatste ogenblik - dan komt hij aan het slot daarvan weer uit bij die flits en dan ziet hij dus wederom zijn hele leven in een flits aan zich voorbij trekken, en wederom, en wederom - een oneindig aantal keren, zodat hij zijn dood nooit bereikt...'

Wie zoiets bedenkt, verdient de onsterfelijkheid.

zaterdag 30 oktober 2010

Zeven dagen lang (37)

24 t/m 30 oktober

ZONDAG 10-0
Eén lichtpuntje kan ik uit de smadelijke 10-0 peuren: Feyenoords grootste nederlaag aller tijden staat niet meer op het conto van aartsrivaal Ajax.

MAANDAG Van Rossem
Vreemde gewaarwording: bij het lezen van Maarten van Rossem, Waarom is de burger boos? Over hedendaags populisme (2010) hoor ik non stop de auteur met zijn bromstem de zinnen oplezen.

DINSDAG Octopaul
Gerechtigheid: octopus Paul is kapot. De profeet-inktvis die bij het afgelopen WK alle wedstrijden - inclusief de finale - goed voorspelde, kan geen schade meer aanrichten voor Oranje.
Toch heeft hij ons vlak voor zijn dood op de valreep nog een hak weten te zetten: de organisatie van het WK 2018 gaat volgens Paul naar Engeland.

WOENSDAG Van Rossem (2)
Ook Van Rossem beschikt over een profetische blik. In zijn boekje, dat in februari van dit jaar verscheen, schrijft hij op p. 117 over Wilders: 'Wellicht zal zijn Deense vriendin Pia Kjaersgaard hem adviseren gedoogsteun te verlenen aan een conservatief minderheidskabinet. Dat zou hem aanzienlijke macht kunnen geven en zijn parlementaire positie verder legitimeren. De vraag is natuurlijk of het fatsoenlijke christelijke deel van het CDA daarmee zou kunnen leven.'
Of ze hebben bij de PVV Van Rossems boekje gelezen, dat kan natuurlijk ook.

DONDERDAG Voltreffer van de week
'De steeds psychotischer wordende Thomas von der Eigendunk'
(Herkauwer, hier)

VRIJDAG Marco B.
Het werd 's ochtends op Radio 2 al voorspeld en het is nog uitgekomen ook: 'Waterkant', de nieuwe single van Marco Borsato, is op #1 binnengekomen in de single top 100. Het is zijn zestiende nummer één-hit en daarmee evenaart Borsato de Beatles.
Marco Borsato die op gelijke hoogte komt met de Beatles. Als je daar geen cultuurpessimist van wordt...

ZATERDAG Marco B. (2)
War
Child
distantieert
zich
nogmaals
van
deze
kutzanger
(P.Kouwes, 'Marco Borsato', uit de bundel Daar schrik je toch van)

donderdag 28 oktober 2010

Piet Meeuse - Het kraaien van de haan

Piet Meeuse, Het kraaien van de haan. De Bezige Bij (2010), 160 blz.

Piet Meeuse is een originele geest. In zijn essays en in zijn fictionele werk brengt hij op ingenieuze wijze zaken met elkaar in verband die op het oog elkaar niet verdragen en creëert hij verhaalwerelden die getuigen van een rijke fantasie en een scherp oog voor maatschappelijke en algemeen-menselijke problematiek. Meeuse is begiftigd met een specifiek talent: grote belezenheid en intelligentie paart hij aan een frisse open blik en een rijke verbeeldingskracht.

In Het kraaien van de haan verbindt Meeuse de religiecrisis van de huidige tijd met de laatste levensjaren van Jezus Christus in de vorm van een tijdreisroman. Een Schotse classicus uit de nabije toekomst reist terug in de tijd om het ware verhaal van de opkomst en ondergang van Jezus mee te maken. Doel is zo de geschiedenis van de mythe te ontdoen. Al gauw merkt hij echter onontkoombaar deel uit te maken van de gebeurtenissen, ook al beantwoorden die niet aan het geijkte verhaal over de laatste dagen van Christus.

Meeuse heeft zijn spannende en onderhoudende verhaal gelardeerd met bespiegelingen over tijd en tijdreizen ('Misschien zijn de enige belangrijke gebeurtenissen in die zogenaamde geschiedenis van de mensheid wel door tijdreizigers veroorzaakt, in de hoop hun verleden ongedaan te maken'), verleden en toekomst (beiden bestaan niet, alleen het 'Nu' bestaat) en de herkomst en aard van het religieuze (de achilleshiel van het 'ware' geloof is dat het zichzelf niet kan relativeren).

Opvallend is hoe dit boek reageert op het werk van Harry Mulisch. Tijdsgeschiedenis, de betekenis van de lach en het lachen, het mythische element in de geschiedenis, Mulisch-kenner Meeuse weet wel raad met deze typische Mulisch-motieven. Vooral het idee van de lach als tegenhanger van het geloof - de filosofie van Strohalm in archibald strohalm - wordt uitgewerkt. Lachen is dan een vorm van zelfspot en relativering en daar is in het geloof per definitie geen plaats voor: 'De irrationele zekerheid van het geloof voelde zich bedreigd door de lach, want lachen was een soort exorcisme: een heilzame kramp waardoor alle valse zekerheden schoksgewijs werden uitgedreven.'

Dit is allemaal nogal filosofisch en essayistisch, maar zulke passages schragen slechts het zeer leesbare verhaal dat ondanks zijn fantastische karakter soms angstaanjagend realistisch en voorstelbaar overkomt, culminerend in een even bizarre als interessante climax. Vaak is in tijdreisromans de tijdreiziger de enige verbindende schakel tussen de beide tijden. Maar Meeuse zou Meeuse niet zijn als hij hier niet van zou afwijken en niet alle mogelijkheden, zelfs alle paradoxen van het tijdreizen exploreert en in vernuftig proza giet. De plotwendingen zijn verrassend en getuigen van veel vindingrijkheid. Als lezer kom je steeds een stapje te laat.

Het zou erg zonde zijn te veel weg te geven van de wervelende inhoud van dit werk, vandaar dat ik het laat bij een krachtige aanbeveling: Het kraaien van de haan is een ideeënroman en een enerverende page turner in één, wat wil je nog meer? Na de alleraardigste verhalenbundel Het lied van de ezelin (2007) en de juweeltjes van 'mini-essays' Koorddansen op schrikdraad (2009) heeft Piet Meeuse opnieuw een boek geschreven dat je gedachten doet tollen en je bloed doet tintelen. Lees die man.

*****