maandag 8 november 2010

Lezen, lezen, lezen #21

Maarten van Rossem - Waarom is de burger boos? Over hedendaags populisme (2010), 126 blz.
Beroepsouwehoer en emeritus hoogleraar Maarten van Rossem heeft een paar uur lang in een dictafoon zitten oreren over populisme, waarna hij de tekst heeft uitgeschreven - of heeft laten uitschrijven. Het resultaat is dit dunne boekje, Waarom is de burger boos? Die titel is inadequaat. Van Rossem gaat namelijk na een halve bladzijde al een stapje verder: hij bespreekt veeleer de vraag Waarom heeft de boze burger geen recht van spreken? Het gaat zo goed met Nederland dat geklaag over de staat van het land overdreven en onzinnig is. Aan de hand van summiere overzichten van de hemelbestormingen van Fortuyn, Verdonk en Wilders wijst Van Rossem op het holle karakter van het populisme. Helaas doet hij weinig moeite op zoek te gaan naar de wortels van de inmiddels structurele onvrede; verder dan erop wijzen dat er nu eenmaal een grote groep Nederlanders is die zichzelf als 'zeer rechts' bestempelt en dat populisten handig in dit gat zijn gesprongen, komt Van Rossem niet. Hoe zijn al die mensen van socialistisch-links in het rechtse kamp terecht gekomen? Waarom is er meer welvaart maar minder tevredenheid? Wanneer zijn mensen zich ontheemd in hun eigen wijk gaan voelen? Het zijn voor deze kwestie fundamentele vragen die Van Rossem links - of beter: 'zeer rechts' - laat liggen. Hij redeneert: allochtonen zijn sociaal-economisch zwak, dus wat hebben we ervan te vrezen? De handgranaatgooiers van de Hofstadgroep zijn dan ook niet meer dan 'verwarde adolescenten'. En natuurlijk zijn het weer de media die schuldig zijn aan het vertekende beeld. Waarom is de burger boos? heeft twee positieve aspecten: het benadrukt dat de vreemdelingenwet van Job Cohen heus een strenge, 'rechtse', wet is en dat meer democratisering niet de oplossing is voor morrende burgers. Wat wel de boosheid kan temperen komen we echter niet te weten.

Martin Bosma - De schijn-élite van de valse munters. Drees, extreem rechts, de sixties, nuttige idioten, Groep Wilders en ik (2010), 375 blz.
De PVV is een behoorlijk gesloten organisatie. Wilders is de baas, het enige lid en begin en eind van de partij. Daarom is het goed dat een andere PVV'er nu naar buiten treedt met zijn geloofsartikelen. Martin Bosma, speechschrijver van Wilders, heeft een fascinerend en belangrijk boek geschreven. De schijn-élite van de valse munters - de titel is ontleend aan een citaat van PvdA-ideoloog Jacques de Kadt, Bosma's geestelijke vader - is dwars, diepgravend, overdreven, leerzaam, drammerig, overtuigend, oppervlakkig, twijfelachtig en bovenal zeer leesbaar. Eerst maar de positieve punten: Bosma haalt ontzettend veel naar boven. Het intellectuele geweten van de PVV kent zijn vakliteratuur en beheerst zijn metier. Veel taaie mythes ontkracht hij vakkundig, met name dat Janmaat de eerste zou zijn geweest die de immigratie ter discussie stelde. Dat was de oude Drees, gevolgd door Drees jr. en Den Uyl. Daarnaast is dit boek de meest trefzekere aanklacht tegen de generatie '68. De idealen van Nieuw Links verwerden tot een geloof dat alle zicht op de realiteit wegnam en decennialang het gezonde verstand eronder hield. Bosma duidt de maatschappelijke ontwikkeling sinds '68 scherp en onder verwijzing naar talloze wetenschappelijke onderzoeksresultaten en politieke boeken. Hij laat mooi zien hoe het immigratievraagstuk te lang is weggedrukt omdat vraagtekens en kritiek niet pasten in het ideologische heilstaatproject. De eerste helft van dit boek is weloverwogen en coherent. Het tweede deel is beduidend zwakker. Bosma schiet er wel erg ver door in zijn bestrijding van links. De twee haakjes in 'Op 4 mei gedenken wij de slachtoffers van het (nationaal) socialisme' uit het PVV-partijprogramma heb ik altijd tamelijk walgelijk gevonden. Bosma gaat in De schijn-élite van de valse munters zo ver om vele pagina's te besteden aan bewijsvoering voor de stelling dat Hitler eigenlijk links was, een behoorlijk non-issue. Ook zijn radicale verdediging van Israël is tunnelvisionair. Bosma's betoog ontaardt zo in een nieuwe geloofsbelijdenis. Er is geen ruimte meer voor nuancering of onderscheid van hoofd- en bijzaken. De retoriek krijgt alsnog de overhand. Dat is erg jammer, want op de eerste 200 pagina's regeren de argumenten en de inhoud.
Van Rossem en Bosma zijn fraaie exponenten van de actuele politieke realiteit. De elite en de populisten die elkaar bestrijden, die elkaar niet begrijpen. En de argeloze burger, die simpelweg in relatieve rust wil leven zonder al te veel last van anderen, daar vertwijfeld tussenin.

Piet Calis - Venus in minirok. Seks in de literatuur na 1945 (2010), 240 blz.
Oude baas Piet Calis belooft in dit boek de literaire weerslag van de seksuele revoluties na WOII te presenteren. Dat is in het bestek van nog geen driehonderd bladzijden natuurlijk niet te doen. Venus in minirok biedt dan ook een oppervlakkig en arbitrair overzicht van seksuele passages in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Calis heeft zijn boek thematisch ingedeeld. Hij bespreekt aspecten als de eerste keer, incest, generatieverschillen, homoseksualiteit, porno, etc. Daarbij citeert hij veel en vaak. De duiding van de fragmenten is soms zinnig en scherpzinnig, maar vaak ook marginaal en repetitief. Goed is dat Calis ook de meest recente ontwikkelingen meeneemt (de periode Grunberg via Bouazza tot Weijts), vreemd is dat hij ook een heel hoofdstuk wijdt aan de liefde. Venus in minirok is een oppervlakkig overzicht, een bloemlezing met tussenzinnetjes. Dat is niet per definitie slecht. Wetenschappelijk heeft het dan misschien weinig om het lijf, voor de popularisering van het vakgebied vervult het zeker een functie. De letterkundige neerlandistiek heeft behoefte aan laagdrempelige overzichtswerken die een inkijkje bieden in de rijke Nederlandse literatuur en die uitnodigen tot verder lezen. Zijn Vondel-biografie had al een enthousiasmerende werking, Venus in minirok heeft ook de potentie een breed publiek aan te spreken. Lichtelijk storend is nog de aanwezigheid van Calis zelf. Hij laat geen mogelijkheid onbenut te benadrukken dat hij niet alleen getuige is geweest van de seksuele bevrijding maar dat hij er ook met volle overgave aan deelgenomen heeft - en nog steeds doet. Op de radio zei Calis onlangs dat niet Mulisch maar hijzelf als eerste met een sportwagen door Amsterdam cruiste. Nu lijkt hij ook nog Mulisch' seksuele track record naar de kroon te willen steken.

Geen opmerkingen: