dinsdag 30 november 2010

Woord van het jaar

Het weer is een paar dagen te vroeg, maar morgen is het dan toch zover: december. Wintermaand, Kerstmaand én Lijstjesmaand. De jaaroverzichten en jaarverkiezingen schieten alweer als paddestoelen uit de grond. Een leuke is de verkiezing van 'Woord van het jaar'. Van Dale heeft tien woorden voorgeselecteerd die in 2010 ingang vonden in het dagelijkse taalgebruik. Welk woord wint?

Een belangrijk criterium is natuurlijk de bekendheid en de verspreiding van het woord. Als ik mezelf even als referentiepunt gebruik - wie anders? - vallen er al twee af. Van knetterrechts had ik nog nooit gehoord. Googelen leert me dat de term bedacht is door GroenLinks-kamerlid Ineke van Gent, in een tweet naar aanleiding van de New York-speech van Geert Wilders: 'Slappe teksten voor Geert zijn doen. Hij wil regeren en nu niet provoceren. Kans op knetterrechts neemt toe.' De Volkskrant - wie anders? - nam het woord over in een headline, maar het lijkt niet te zijn doorgedrongen tot de dagelijkse conversatie. Hetzelfde geldt voor schandaaltreffer, een onterecht toegekend doelpunt. Aanleiding was de wedstrijd MSV Duisburg-FSV Frankfurt, waarin een bal die via de onderkant van de lat zowat op de middenlijn terug stuiterde tot geldig doelpunt werd gepromoveerd door de arbiter. Een 'Skandaltor' volgens de Duitse media. Door De Telegraaf overgenomen als 'schandaaltreffer', maar nadien nauwelijks meer gebruikt.

Een ander criterium is dat het woord ook echt hoort bij 2010. Dan vallen er opnieuw twee af. Talententelevisie kennen we al sinds de eerste Idols. De term is wellicht van recenter datum, maar te algemeen en niet specifiek een 2010-woord. Als woord van het decennium maakt het paradoxaal genoeg meer kans. Ook gedoogregering is al wat ouder. Zeker de vorm 'gedoogkabinet' bestaat al langer, terwijl ook de regering in Denemarken al enige tijd als zodanig wordt omschreven. Als trefwoord om het politieke jaar 2010 samen te vatten is 'gedoogregering' uiteraard wel onmisbaar.

De premier van het gedoogkabinet is verantwoordelijk voor de vijfde kandidaat, bestuursobesitas. Mark Rutte doet hard zijn best de praatjes die hij geeft voor pers en politiek te kruiden met ferme taal en creatief woordgebruik. De term 'bestuursobesitas' als beeldende beschrijving van de uitgedijde bureaucratie in Nederland is zeker het onthouden waard. Nadeel is wel dat het een typisch Rutte-woordje dreigt te blijven. Dan maakt dreigtweet meer kans. Iedere politicus van naam is immers al eens bedreigd. De bedreiging via Twitter was dit jaar in de mode. Niet deze schitterende tweet van Hero Brinkman, maar de retweet van Bert Brussen, die een doodsbedreiging aan het adres van Wilders citeerde onder de kop 'Wilders met de dood bedreigen doe je zo' en prompt zelf werd opgepakt, heeft de twijfelachtige eer het woord 'dreigtweet' groot te hebben gemaakt.

De wereldpolitiek en -economie brachten ons 'oliewolk' en 'knoflookcrisis'. De oliewolk verwijst naar de onderwatermassa ruwe olie die uit het lek in de Golf van Mexico de oceaan in was gestroomd. Als aanduiding van een schokkende gebeurtenis een woord van belang, maar als woord-op-zich niet echt onderscheidend. Aansprekender in dat opzicht is knoflookcrisis, de vindingrijke term waarmee de invloed van de mediterrane landen op de valutacrisis wordt aangegeven. Jammer alleen dat inmiddels ook Ierland en België hun steentje bijdragen aan de malaise en de financiële crisis dus allang niet meer louter een crisis van knoflooklanden is.

De laatste twee woorden hebben we te danken aan de boefjes uit het volk. Een Utrechts boefje zorgde ervoor dat heel Nederland een WK lang in de ban was van het balansbandje. Wesley Sneijder voerde zijn uitstekende prestaties niet terug op talent of op wilskracht, niet op vorm of op teamprestatie, maar op een magisch armbandje dat de energiebalans tussen lichaam en geest zou optimaliseren. Leuk woord, 'balansbandje', maar het doet inhoudelijk toch net iets teveel denken aan de legendarische 'biostabiel' van TelSell. De boefjes en sletjes van Oh oh Cherso schonken ons daggeren, een vorm van erotisch dansen waarbij - om Van Dale zelf te citeren - 'de danspartners dansend "de daad" nabootsen'. Dansvloerdroogneuken dus. Maar dat is te lang en te Nederlands. 'Daggeren' doet recht aan de toenemende invloed van het Engels. Hierom, en omdat taalverandering en -vernieuwing altijd al meer een bottom up-kwestie dan een top down-proces is geweest, gunnen we de volkse Hagenezen de eer: met 'daggeren' zijn zij de bedenkers van het woord van het jaar 2010.

Oneens? Stemmen kan nog tot 10 december.

Geen opmerkingen: