vrijdag 31 juli 2009

Blink-182 on tour

Vorige week donderdag vond in Las Vegas, Nevada de officiële herstart plaats van Blink-182. Las Vegas was het eerste concert van de 'summer tour', ook wel 'Blink 182 Reunion Tour' genaamd. Deze concertreeks is de eerste sinds 2004. Aan het eind van dat jaar ontstonden de eerste spanningen in de groep en begin 2005 verliet Tom DeLonge de band. Hij begon aan het project Angels & Airwaves, dat twee cd's en een dvd opleverde. Mark Hoppus en Travis Barker gingen verder als Plus 44 en brachten uiteindelijk maar één cd uit.

De ommekeer vond plaats in september vorig jaar, toen Barker ternauwernood aan de dood ontsnapte toen een vliegtuigje waarin hij met vier anderen zat, verongelukte. Drie inzittenden kwamen om bij de crash. Na het ongeluk vond een ontmoeting plaats tussen Barker en zijn oud-Blinkers Hoppus en DeLonge, waarbij veel kou uit de lucht werd genomen. Tijdens de ceremonie van de Grammy's, in februari dit jaar, verschenen de drie samen op het podium. Barker nam het woord en kondigde aan dat de drie weer samen muziek zouden gaan maken. 'Blink-182 is terug!' schreeuwde Hoppus erachteraan.

Aanvankelijk wilde Blink-182 deze zomer al een nieuw album uitbrengen, getiteld Up All Night, maar de productie van de cd heeft vertraging opgelopen. Er is al wel een nummer gereedgekomen, eveneens getiteld 'Up All Night', dat door Hoppus en DeLonge samen is geschreven en ook door beiden gezongen wordt. Hoppus: 'Tekstueel gaat het helemaal over hoe iedereen dezelfde behoeften, angsten en wensen heeft. Onafhankelijk van wie je bent, van waar je vandaan komt. Aan het eind van de dag wil iedereen gewoon gemoedsrust.' Het lijkt erop dat vooral DeLonge deze conclusie heeft getrokken.

Luisterend naar de muziek van Angels & Airwaves stuit mij steeds meer tegen de borst hoe DeLonge wel heel erg de nadruk legt op zijn ego en gearriveerde status. Waar Hoppus en Barker op het sombere Plus 44-album When Your Heart Stops Beating uitgebreid getuigenis afleggen van hun gevoelens van boosheid en onbegrip over de breuk, daar zingt DeLonge op het tweede album I-Empire regels als: 'If I had a chance for another try/ I wouldn't change a thing/ This made me all who I am inside' en 'everyday I wake/ I tell myself a little harmless lie/ The whole wide world is mine.'

Hopelijk is hij tot inkeer gekomen en wordt het nieuwe album een waardige opvolger van het laatste, zeer volwassen en vernieuwende album Blink-182. Ik ben zeer benieuwd. De tour duurt nog tot 3 oktober. In het voorprogramma staan topbands als Weezer, Taking Back Sunday, Motion City Soundtrack, Panic! at the Disco, Fall Out Boy en All-American Rejects.

dinsdag 28 juli 2009

Vergane glorie #3: Ted van der Parre

Naam: Ted van der Parre
Functie: Sterke man

De glorie
Als klein jongetje vond ik een van de leukste programma's op tv de wedstrijden waarin grote, brede kerels streden om de titel 'Sterkste man'. De nationale held was Ted van der Parre, 2 meter 13 groot en 159 kilo schoon aan de haak. Van der Parre was gezegend met een bicepsomtrek van zo'n 54 centimeter, een borstomvang van 144 centimeter en een schitterende snor van minstens 15 centimeter lengte.

In de Sterkste Man-wedstrijden hielden spierbonken zich onledig met onder meer het gooien van tractorbanden, vliegtuig- en/of vrachtwagentrekken, het stapelen van vaten en - mijn favoriete onderdeel - het met gestrekte armen in de lucht houden van een loodzware bijl (zie afbeelding). Het was een indrukwekkend schouwspel, met bovendien in die tijd - we spreken van de eerste helft van de jaren negentig - een sterke Nederlandse delegatie met naast Van der Parre ook mánnen als Tjalling van den Bosch, Berend Veneberg en Wout Zijlstra.

Ted van der Parres ultimate moment of fame voltrok zich in 1992 toen hij de titel van World's Strongest Man veroverde in IJsland, nota bene in de achtertuin van zijn grote rivaal Magnús Ver Magnússon, een viking wiens kracht al deels in zijn naam zat besloten. (Tip: spreek die naam eens hardop uit en je voelt je krachten toenemen.) Het was een spannende strijd en de winst van Van der Parre maakte hem een nationale held.*

De vergetelheidDat duurde echter niet lang. Ted van der Parre verdween snel uit beeld. In 1994 verscheen hij weer voor even aan het firmament. Hij werd voor de derde keer Sterkste Man van Nederland en was er klaar voor om op het wereldkampioenschap Magnússon opnieuw te verslaan, dit keer in Sun City, Zuid-Afrika. Het liep echter anders. Van der Parre raakte geblesseerd en eindigde als achtste en laatste. Magnús Ver Magnusson won zijn tweede titel, hij zou er uiteindelijk vier in totaal winnen. Van der Parre probeerde nadien nog regelmatig terug te keren, maar aanhoudende blessures noopten hem in 1996 definitief een punt achter zijn loopbaan te zetten. Nieuwe woestelingen als Peter Baltus en Jarno Hams namen het stokje over.

Wat is Ted van der Parre nadien gaan doen? Magnússon heeft slim gebruik gemaakt van zijn sterrenstatus. Hij heeft zijn eigen sportschool in Reykjavik en treedt nog regelmatig aan als jurylid in Sterkste Man-wedstrijden. Ook verschijnt hij soms op tv, zoals in 2008 toen hij zijn opwachting maakte in The Daily Show van Comedy Central. Ted van der Parre heb ik nooit meer op tv gezien. Hij schijnt tegenwoordig net als Magnússon als jurylid op te treden, maar niet bij grote wedstrijden. Hier zien we hem op de vierde foto als jurylid bij een B- of C-wedstrijd vorige week in Maastricht. Wie goed kijkt, herkent nog iets van de oude glorie.

Jarno Hams zagen we niet zo lang geleden in een niet onaardige commercial voor Cup-a-Soup. Hams moet een vrachtwagen pullen, maar na het nuttigen van een soepje besluit hij de truck simpelweg over de streep te chaufferen ('Kijk dat vingertje!'). Hier had ik graag Ted van der Parre gezien. Twee meter dertien spieren in een vrachtwagen met een bekertje tomatensoep in zijn knuist. En dan zwaaien met dat vingertje en pronken met die snor. Dan zou iedereen aan de Cup-a-Soup zijn gegaan alsmede zijn snor hebben laten staan. Als eerbetoon aan superheld Ted van der Parre.

* De complete beelden van World Strongest Man 1992 zijn op YouTube te bekijken (zoek op 'WSM 1992').

maandag 27 juli 2009

[Tour 2009] Op rapport

De eerste maandag na de Tour, als vanouds een lege dag. Na drie weken vrijwel non stop etappes en avondetappes kijken moet er weer afgekickt worden. Toch was de voorbije Tour een weinig memorabele. De organisatie is daarvoor de hoofdschuldige, het parcours nodigde nauwelijks uit tot spektakel. Slechts drie keer finishte een etappe bergop, dieptepunt was de zogenaamde 'Pyreneeënetappe' naar Tarbes, niet ten onrechte bestempeld als 'een belediging voor een majestueuze col als de Tourmalet'. Maar liefst 156 van de gestarte 180 renners haalden Parijs, een record.

De relatief lage moelijkheidsgraad van deze ronde is een van de oorzaken voor het hoge aantal finishers. Een andere reden is dat er dit jaar geen renners of hele ploegen naar huis zijn gestuurd na een positieve test. Eindelijk mochten we weer genieten van een 'schone Tour'. Dat wil uiteraard niet zeggen dat dat zo blijft. Dopingbestrijders vermoeden dat de toprenners gebruik hebben gemaakt van een nieuwe generatie prestatiebevorderende middelen waar de controleurs zelf nog geen weet van hebben. Uit arren moede hebben ze aangekondigd de urinestalen uit 2008 nogmaals te gaan controleren, onder anderen die van Menchov en Ten Dam. We wachten het maar weer af.

Met Alberto Contador heeft de Tour de France 2009 een glansrijke, oppermachtige winnaar. Nederland moest het tot de laatste woensdag van rode lantaarn Kenny van Hummel hebben. Opnieuw werd er geen etappe gewonnen, terwijl het vaderland met 11 renners toch het zesde land was qua aantal renners. Pieter Weening 2005 is de laatste etappezege. Na het voortijdige uitvallen van Robert Gesink was Nederland op slag beroofd van zijn hoop en verwachting. Eigenlijk begon de misère al voorafgaand aan de proloog, toen Thomas Dekker een startverbod kreeg opgelegd.

Hieronder de beoordeling van de ploegen en renners, gebaseerd op de prognose. Nu verwijzen de cijfers voor de namen van de coureurs niet meer naar hun rugnummer, maar naar hun respectieve eindklasseringen. Tussen vierkante haken het rapportcijfer. Mart zou zeggen: 'Het verdict van 2009.'

Cervélo Test Team [7]
17.Sastre - 45.Gustov - 79.Roulston - 87.Cuesta - 97.Haussler - 106.Hushovd - 127.Lancaster - 155.Klier - DNF Gomez
De wildcardformatie van Cervélo scoort een ruime voldoende door de etappezeges van Haussler en Hushovd en de groene trui van laatstgenoemde. Hausslers zege was een schitterende en Hushovd verdiende zijn puntentrui door er in de bergen solo op uit te trekken. Grote tegenvaller was natuurlijk Carlos Sastre. De regerend winnaar kon geen moment aanspraak maken op een ritzege, laat staan op titelprolongatie. Sastre was ook nog eens onzichtbaar, tegen zijn natuur in. Dat geldt ook voor de overige renners, met uitzondering van Hayden Roulston, die vaak in de aanval ging.

Silence-Lotto [5]
15.Van den Broeck - 30.Evans - 46.Lloyd - 59.Wegelius - 76.Lang - 89.Van Avermaet - 93.Van Summeren - 101.Delage - 123.Scheirlinckx
De Belgische formatie zal deze Tour zo snel mogelijk willen vergeten. Kopman en beoogd uitdager van Contador Cadel Evans zakte in de Alpen volledig door het ijs. Evans was geen schim van het bijtertje dat hij in voorgaande jaren was. Het ging eigenlijk al mis in de ploegentijdrit toen Evans in de laatste meters zijn eigen ploegmakkers uit het wiel sprintte, zo kostbare tijd verspelend. De enige Lotto met een dikke voldoende is Jurgen van den Broeck. De jonge Vlaming was in de bergen altijd in de aanval en kon met de besten mee. Zijn val in de ploegentijdrit stond een top 10-klassering in de weg.

Astana [9]
1.Contador - 3.Armstrong - 6.Klöden - 27.Zubeldia - 35.Paulinho - 41.Popovych - 138.Rast - 148.Muravyev - DNF Leipheimer
Drie man bij de eerste zes, drie etappezeges, de gele trui en het ploegenklassement: Astana was oppermachtig, ondanks de interne strubbelingen en de onduidelijkheid over het kopmanschap. De lichtblauwe trein liep uiterst gesmeerd. Rast en Muravyev deden hun werk op het vlakke, de rest bergop. Sergio Paulinho was een positieve verrassing. Alberto Contador bleef koel en troefde iedereen af. Triest was wel dat hij aan het eind geketend was aan de ploegentactiek en niet zelf voor de etappezeges mocht gaan. Lance Armstrong vierde zijn rentree met een respectabele podiumplaats, mede behaald door steeds scherp van voren te zitten.

Saxo Bank [8,5]
2.A.Schleck - 5.F.Schleck - 31.N.Sörensen - 34.C.A.Sörensen - 50.Larsson - 91.Cancellara - 124.O'Grady - DNF Voigt - DNF Arvesen
De formatie van Riis haalde er het maximale uit. De Schleckjes vielen naar hartelust aan en eindigden keurig als tweede en vijfde. Cancellara won de proloog en droeg een week het geel, Nicki Sörensen soleerde fraai naar een ritzege. De valpartij van Jens Voigt was gruwelijk, zo'n smak wens je niemand toe. De benauwende teamtactiek van Saxo bracht Andy Schleck op het podium, maar zorgde er tevens voor dat talenten als Larsson en Anker Sörensen gedegradeerd werden tot knechten, en dat is best jammer.

Rabobank [5]
51.Menchov - 54.Niermann - 60.Ten Dam - 62.Gárate - 73.Posthuma - 99.Freire - 102.Flecha - 118.Clement - DNF Gesink
De schitterende prestaties van Gárate en Posthuma op de Ventoux redden de Tour voor Rabobank nog enigszins, anders was het rapportcijfer een dikke vier geweest. Freire was niet attent genoeg. Menchov was niet in vorm en heeft dan niet de mentaliteit om te blijven knokken. Laurens ten Dam toonde wel karakter, wat prijzenswaardig is. Rabobank zat duidelijk in de hoek waar de klappen vielen, zo vaak schoof er een Rabo over het asfalt. Het rijden van Stef Clement moet Breukink tot nadenken stemmen over de selectiecriteria voor volgend jaar: een blakende vorm voorafgaand aan de Tour is geen garantie voor succes, integendeel.

Garmin [8]
4.Wiggins - 8.Vandevelde - 49.Hesjedal - 77.Zabriskie - 85.Millar - 98.Maaskant - 121.Dean - 141.Pate - 151.Farrar
Twee renners in de top 10: Garmin mag tevreden terugkijken op de voorbije Tour. Bradley Wiggins verraste vriend en vijand met zijn sterke rijden drie weken lang. Christian Vandevelde stond enigszins in de schaduw van Wiggins, maar zijn tweede top 10-klassering op rij is ook een pluim waard. Millar en Zabriskie begonnen ook sterk, maar zij zakten in de laatste week nog ver weg in het klassement. Martijn Maaskant reed veel beter dan vorig jaar. Hij was veel in de aanval, mengde zich in de sprints en fietste redelijk omhoog.

Euskaltel [7]
11.Astarloza - 44.Martínez - 61.Verdugo - 66.Antón - 72.RPérez - 107.Oroz - DNF Txurruka - DNF A.Pérez - DNF K.Fernández
Eindelijk werd de aanvalslust van de oranje Basken beloond met een etappezege. De sympathieke Mikel Astarloza won een bergetappe waarin meer Euskatels vóór het peloton reden dan erin, wat tekenend is voor hun offensieve manier van rijden. Astarloza verloor overigens op de Ventoux nog zijn top 10-klassering. De drie uitvallers kwamen alle drie buiten de tijdslimiet binnen. Vooral voor Txurruka was dat sneu, de mini-Bask reed tot dan toe erg sterk. Egoi Martínez werd knap tweede in het bergklassement.

Team Columbia [7]
19.Hincapie - 28.Monfort - 36.Martin - 57.Kirchen - 103.Rogers - 131.Cavendish - 134.Grabsch - 149.Renshaw - 150.Eisel
Voor Columbia was het een Tour met twee gezichten. Enerzijds waren daar natuurlijk de zes ritzeges van Mark Cavendish. De Brit is een enorme eikel - vooral zijn 'gevecht' met Rooijakkers was smakeloos - maar momenteel is hij oppermachtig in de sprint. Het treintje met Eisel en vooral Renshaw deed steeds het halve werk. Anderzijds was er het uitermate wisselvallige optreden van de klimmers. Rogers was snel uitgeschakeld door een val, maar Monfort, Martin én Kirchen hadden alle drie een enorme inzinking die hun een duikeling in het klassement opleverde. Na etappe 15 stonden ze nog resp. 15de, 8ste en 17de. Veteraan Hincapie was uiteindelijk nog de beste, dat zegt genoeg.

AG2R [8]
14.Nocentini - 16.Goubert - 23.Roche - 33.Dupont - 81.Arrieta - 82.Riblon - 133.Mondory - DNF Dessel - DNF Efimkin
Kopmannen Vladimir Efimkin en Cyril Dessel haalden Parijs niet. En toch staat AG2R er heel goed op in het klassement. Het toont de sterkte van de Franse ploeg aan. Rinaldo Nocentini reed lang in het geel, maar ook toen hij zijn trui kwijt raakte bleef hij goed klimmen, getuige zijn veertiende plek. Stéphane Goubert (39 jaar) verbeterde zich ook dit jaar weer, zijn zestiende plaats is zijn hoogste klassering ooit. Lof is er tot slot ook voor het strijdlustige koersen van Nicolas Roche en Christophe Riblon.

Liquigas [8]
7.Nibali - 9.Kreuziger - 37.Pellizotti - 86.Willems - 92.Kuschynski - 116.Vandborg - 120.Vanotti - 135.Bennati - 147.Sabatini
Twee renners in de top 10 en de bolletjestrui plus bokaal voor meest strijdlustige renner voor Pellizotti: een uitstekend rapport voor de Italianen. Vincenzo Nibali bevestigde zijn status als belofte voor de toekomst. Roman Kreuziger was net als vorig jaar vrij onzichtbaar. Op de Ventoux was hij eindelijk in topvorm, wat hem ternauwernood een top 10-klassering opleverde. Franco Pellizotti viel aan waar het nodig was en veroverde terecht de bergtrui. De andere zes reden in dienst van de grote drie en gingen - met uitzondering van Kuschynski - zelf niet in de aanval.

Française des Jeux [7,5]
10.Le Mével - 12.Casar - 48.Roy - 108.Veikkanen - 119.Geslin - 142.Vaugrenard - 156.Hutarovich - DNF Coppel - DNF Joly
Ze reden weinig opvallend, de witte Fransen, maar met Le Mével op tien en Casar op twaalf is er toch sprake van een bescheiden succes. Christophe Le Mével belandde eigenlijk heel stiekem in de top 10 toen hij in de ontsnapping-Hincapie meezat. Dat hij vervolgens zijn topklassering kon consolideren is grote klasse. Sandy Casar deed wat hij altijd doet: met Goubert net achter de grote jongens omhoog fietsen. Tegenvaller was tijdrijder Benoît Vaugrenard: 121ste in de proloog, 126ste in de grote tijdrit. Yauheni Hutarovich finishte als laatste, op vier uur en een kwartier.

Caisse d'Epargne [6,5]
26.Sánchez - 39.Pasamontes - 52.Urán - 69.Arroyo - 71.Gutierrez - 84.Rojas - 115.Coyot - DNF Rui Costa - DNF Pereiro
De geniepige etappewinst van Luis-Leon Sánchez was het enige wapenfeit van de Spanjaarden deze Tour. Zonder Valverde werd er weinig klaargespeeld, zoals voorspeld. Oscar Pereiro (moe) en Rui Faria da Costa (val) waren snel naar huis, David Arroyo was nergens, Luís Pasamontes kon het niveau net niet aan en Rigoberto Urán, jongste deelnemer, was één dag heel goed, om vervolgens op de Ventoux achterin de bus te finishen. Ze willen nu Contador hebben, naar het schijnt.

Cofidis [5,5]
38.Minard - 43.Pauriol - 58.Moncoutié - 65.Moinard - 75.Kern - 94.Duque - 105.B.Fernández - 136.Augé - 139.Dumoulin
De klasseringen van de renners geven heel aardig weer hoe Cofidis presteerde: redelijk, maar zeker niet meer dan dat. Sébastien Minard reed een behoorlijke eerste Tour, maar Amaël Moinard kon zijn vijftiende plaats van vorig jaar absoluut geen passend vervolg geven. Net als kopman Moncoutié kwam hij niet in het spel voor. Mannen als Kern, Augé, Dumoulin en - in de bergen - Pauriol gingen veelvuldig in de aanval, echter zonder succes. Een kleurloze Tour voor Cofidis.

Lampre [4,5]
53.Loosli - 80.Bruseghin - 95.Ballan - 109.Spilak - 110.Righi - 132.Santambrogio - 145.Bandiera - 146.Sapa - DNF Furlan
Zoals verwacht bakte Lampre er bitter weinig van, deze editie. De matige selectie wilde bij vlagen wel, maar het ontbrak aan klasse en kracht. De enige klimmer, Marzio Bruseghin, moest steeds vroeg lossen, alleen David Loosli hield het nog even vol. Alessandro Ballan kende voor aanvang van de Tour een rampseizoen. Hij reed zich in Frankrijk enkele malen in de kijker, maar hij is nog steeds ver verwijderd van zijn oude niveau. Mannen als Mauro Santambrogio en Marco Bandiera hebben helemaal niets laten zien, nog geen demarrage.

Bbox Bouygues [8]
22.Rolland - 42.Lefèvre - 47.Trofimov - 56.Fedrigo - 67.Voeckler - 117.Pichot - 128.Bonnet - 129.Arashiro - 143.Haddou
Supertalent Pierre Rolland deed het goed met een 22ste plaats in zijn debuut-Tour. Succes was er ook voor Pierrick Fedrigo, die een etappezege wegkaapte voor de neus van Pellizotti, en voor Thomas Voeckler, die eindelijk een keer de bloemen en zoenen in ontvangst mocht nemen. Twee zeges, behaald door een flinke dosis aanvalslust: precies zoals deze ploeg het wil. Een klassement zullen ze nooit rijden, hoe hard Yury Trofimov het ook wil. De Japanner Arashiro reed anoniem mee, William Bonnet werd een keer 7de, 8ste, 9de en 10de in een massasprint.

Quick Step [5]
20.Chavanel - 63.Barredo - 83.Devolder - 88.Pineau - 104.Rosseler - 114.Tosatto - 153.De Jongh - DNF Boonen - DNF Van de Walle
Een matige, bleke Tour voor de internationale formatie met Belgische roots. Tom Boonen was eerst mentaal en vervolgens ook fysiek niet in orde en ging naar huis. De arme Stijn Devolder fietste opnieuw geen deuk in een pakje boter. Zelfs de anders altijd zeer actieve Jerôme Pineau reed wezenloos rond door zijn thuisland. Alleen Sylvain Chavanel onttrok zich enigszins aan de malaise door onopvallend twintigste te worden.

Katusha [6,5]
13.Karpets - 18.Botcharov - 40.Ivanov - 74.Horrach - 96.Vandenbergh - 100.Pozzato - 122.Trussov - 140.Ignatiev - DNF Napolitano
De miljoenenformatie wist de olieroebels nauwelijks te verzilveren. Succes was er alleen voor Serguei Ivanov, terwijl Vladimir Karpets en Alexandre Botcharov een prima klassement reden. Mikhail Ignatiev was een kandidaat voor de meeste strijdlustige renner. Bovendien kan hij uitgroeien tot een nieuwe Cancellara. Napolitano kwam al snel buiten de tijd binnen en Pozzato had het te druk met het showen van zijn verschillende tricots. Al met al geen slechte Tour voor Katusha, maar van een ploeg met zo'n budget mag iets meer verwacht worden.

Agritubel [7,5]
25.B.Feillu - 29.Moreau - 55.Calzati - 64.Lequatre - 68.Vogondy - 70.Bouet - DNF R.Feillu - DNF Gonzalo - DNF Lelay
Agritubel was snel drie renners kwijt, maar de overige zes deden van zich spreken. Brice Feillu bleek een klimmer te zijn die een machtige ritwinst boekte. De Tour duurde eigenlijk net een week te lang voor de jonge Fransman, maar dat had gek genoeg weinig invloed op zijn klassement. Calzati en Lequatre waren zeer actief in de laatste week, de piepjonge Maxime Bouet ging steevast heerlijk naïef in de aanval en zelfs Christophe Moreau reed een voortreffelijke laatste week. Alle zes de renners eindigden in de bovenste helft van het klassement, een prestatie op zich.

Milram [6,5]
21.Knees - 24.Gerdemann - 32.Velits - 78.Fröhlinger - 125.Fothen - 126.Ciolek - 137.Wegmann - 152.Terpstra - DNF Wrolich
Een veelbelovende selectie, maar uiteindelijk toch een vrij matte Tour. Peter Velits leek lange tijd de beste Milram te gaan worden, maar een off day in de etappe naar Le Grand Bornand kostte hem een topklassering. Zijn Duitse teamgenoten Christian Knees en Linus Gerdemann reden constanter, zonder overigens iets spectaculairs te doen. Niki Terpstra verdiende zijn startbewijs in de Dauphiné, maar in de Tour zocht hij net als Clement hopeloos naar zijn goede benen.

Skil Shimano [6]
90.Hupond - 111.De Kort - 112.Beppu - 113.Geschke - 130.Timmer - 144.Lemoine - 154.Hivert - DNF Van Hummel - DNF Rooijakkers
De tweede Nederlandse ploeg stal de harten van de neutrale kijker door onvermoeibaar ten aanval te trekken. En door Kenny van Hummel en zijn eenzame gevecht tegen de klok. Aan zijn mentaliteit lag het niet, andere renners waren al lang afgestapt. Albert Timmer reed een puike ronde, met zelfs nog een 46ste plaats op de Ventoux. Van Koen de Kort mag meer verwacht worden. Skil eindigde vanzelfsprekend laatste in het ploegenklassement, met een achterstand van 7 uur, 2 minuten en 52 seconden op Astana. Begrijpelijk voor een team zonder echte klimmers dat voor de aanval kiest. Maar is het ook genoeg voor een nieuwe uitnodiging?

Toegift:
Ook dit jaar mag hij niet ontbreken: De Maarten Ducrot quote top-vijf!

1. Herbert: "En daar gaat die Kuschynski weer!" Maarten: "Inderdaad weer Kuschynski, die hebben we al vaker zien aanvallen vandaag". Michael Boogerd, voorzichtig: "Dit is volgens mij niet Kuschynski..." Maarten: "Het is inderdaad niet Kuschynski." Herbert: "Dit lijkt me dan Kreuziger of Nibali..." Maarten: "Dat lijkt mij ook..." Boogerd: "Het is in elk geval niet Kreuziger, Nibali denk ik inderdaad."
Enkele seconden verstrijken...
Maarten: "Het is Frederik Willems!" Verder commentaar overbodig
2. "Ongelooflijk. Dan zit er de hele tijd zo'n zak long te klapperen in je borstkas." Jurgen van de Walle heeft met een klaplong de tweede etappe uitgereden
3. Herbert: "De Russen spreken de 'H' uit als een 'K'. Ze noemen mij ook altijd 'Gerbert'." Maarten: "Dat is toch geen 'K'?" Naar aanleiding van Hutarovich
4. "Hier staat Voigt, onder onze commentaarpositie. Ik hoor zijn adem hier gieren." Maarten is zoals altijd onder de indruk van de manier waarop Jens Voigt een tijdrit rijdt
5. "Daar komt Astarloza weer naar voren gereden! Die gast moeten ze ook eerst tien keer doodschieten voordat ie eindelijk stil blijft liggen." Mikel Astarloza lost regelmatig, maar keert steeds weer terug vooraan

vrijdag 24 juli 2009

Supporters en hun support

Morgen is de officiële aftrap van het Nederlandse voetbalseizoen 2009-2010. In de ArenA nemen AZ en sc Heerenveen het dan tegen elkaar op in de strijd om de supercup, ook wel Johan Cruijff-schaal geheten.

Een week later staat dan de eerste competitieronde van de eredivisie op het programma, weer een week later vangt ook de Jupiler League aan. Supporters maken zich op voor een nieuwe jaargang van gezang, geschreeuw, gezeur en gejuich en getreur. Zij pakken dat op verschillende manieren aan.

AZ en Heerenveen zijn twee clubs die vooral in het laatste decennium een grote vlucht genomen hebben, ook qua supportersaantallen. Dat vindt zijn weerslag in het fanatisme van het publiek. Van beide clubs zou je kunnen zeggen dat ze over een 'salonpubliek' beschikken.

Bij AZ is het dramatisch. Iedereen zit maar met kartonnen flyers en opblaasbare dingetjes vrolijke herrie te maken, het is voor hen vooral een gezellig avondje uit. Bovendien verlaat de helft enkele minuten voor tijd het stadion, zelfs bij een voorsprong! De echte supporters moeten zich daar dood aan ergeren. Heerenveensupporters hebben de naam zo braaf te zijn. Niet voor niets hanteren regionale rivalen FC Groningen en sc Cambuur de oneliner 'bij Heerenveen zitten toeschouwers, hier supporters'.

De grootste schare echte supporters heeft Feyenoord. Ze staan erom bekend hun ploeg te allen tijde te steunen, ook in de huidige tijden van tegenspoed. Het is altijd weer een kippenvelmoment als het legioen na een tegengoal meteen het Lied van Feyenoord aanheft. Toch zijn er ook in De Kuip steeds meer lege plekken te zien, want ook Feyenoord is niet ongevoelig voor slechte prestaties.

Het publiek van Ajax heeft een mindere reputatie. Het staat bekend als verwend en ongemeen kritisch. Die kwalificaties zijn zeer terecht, minder juist is het verwijt dat het een stil publiek is. Bij thuiswedstrijden klinkt er veel geluid van de tribunes. Let overigens ook eens op de drukbevolkte 'parkeerplaats' achter het doel met aan de rolstoel gekluisterde supporters. Bij een doelpunt van Ajax zie je er negen van de tien van vreugde uit hun karretje springen en enkele meters naar voren rennen...

'PSV heeft de domste supporters van Nederland,' zei Theo Maassen ooit. Daar kan ik niet over oordelen, feit is wel dat ze niet zelden een onbeholpen, stuntelige en lachwekkende indruk maken. De liederen zijn bloedeloos en gespeend van elke originaliteit (dieptepunt: 'kam-pie-oe-nuh, kampie, kampie-oenuh' op de maat van 'kom-tie-dan-hè') en bij elke halve kans vliegen ze als wildgeworden apen de hekken in.

Guus Meeuwis, nota bene een Tilburger, moet regelmatig het clublied komen zingen. Een clublied waarvan het gros van de aanhang slechts de eerste regel luid weet mee te zingen, het vervolg wordt onverstaanbaar meegemurmeld: 'Voor róód-wit gezóóóóngen, huh-huh-hu-hu-heeeuuuu...'.

Ik lig ook nog steeds krom bij het zien van de beelden van PSV-Kaiserslautern van zo'n tien jaar geleden. De 'harde kern' was verhit en slaagde er zowaar in een hek te forceren. Legendarisch was het vervolg: een deel stormde het veld op, maar wist toen niet zo goed meer wat te doen. Stonden ze daar een beetje wezenloos rond te turen: 'En nou???'

Geef mij dan maar ADO Den Haag. De Hagenezen hebben een zeer slechte naam: ze zijn agressief, vandalistisch en grofgebekt. Inderdaad houdt de aanhang van Den Haag wel van een robbertje vechten, dat neemt niet weg dat ze de supporters zijn die over de grootste dosis humor van allemaal beschikken. Want ondanks de soms verwerpelijke leuzen weten ze elke keer weer met inventieve, dolkomische spreekkoren op de proppen te komen.

Humor hebben ze ook wel in Tilburg. Daar kon ooit een supporter het abominabele veldspel van zijn ploeg niet meer aanzien, waarop hij besloot te gaan warmlopen op de tribune, compleet met armzwaaien, knieheffen en het trekken van korte sprintjes. Wat een koning. De coach heeft overigens geen beroep op hem gedaan.

Bij de buren in Breda spreken ze neerbuigend van 'Stilburg'. Zelf hebben NAC-supporters een positief imago. Daar valt wel wat op af te dingen. Zo wisten ze het een aantal jaren geleden voor elkaar te krijgen dat de bezoekende supporters geen trommel meer mee het uitvak in mochten nemen. De trommel is een zeer geschikt instrument om sfeer te maken en blijkbaar wilden de Bredanaren voorkomen dat de supporters van de tegenstander ook voor sfeer zouden zorgen. Het bestuur van NAC trapte er nog in ook.

Ook bij FC Twente heeft de aanhang een goede naam. Dat zou hem dan vooral zitten in het aanhoudende en zeer luide gezang dat de volle negentig minuten van de tribunes afrolt. Er moet echter rekening mee worden gehouden dat elke Tukker een aangeboren harde, schelle stem heeft en het produceren van een krachtig geluid dus vanzelf gaat. Daarnaast kan men bij elk doelpunt van de Twentenaren een vreemd geluid waarnemen, al jaren lang.

Ik kan niet met zekerheid verklaren wat nu precies dat geluid veroorzaakt, maar ik denk nog steeds dat het het gestamp is van hardhouten klompen op ijzeren roosters.

dinsdag 21 juli 2009

Vergane glorie #2: Rolf Wouters

Naam: Rolf Wouters
Functie: Tv-presentator

De glorieNa Peter Jan Rens en Oscar Harris is Rolf Wouters ongetwijfeld mijn tv-idool van midden jaren negentig. Dat kwam door één programma: Wedden dat? Wijlen Jos Brink had dit programma bij de AVRO naar grote hoogten getild (Televizierring e.d.) en in 1993 nam Wouters het stokje over van Brink toen het programma naar de jonge omroep RTL4 verhuisde. Wedden dat? was daar de eerste grote live-show op de zaterdagavond. Miljoenen mensen keken ernaar.

Gasten beweerden iets bijzonders te kunnen en gingen vervolgens een weddenschap aan over het welslagen ervan. Het spannende aan Wedden dat? was de onzekerheid over de haalbaarheid van de weddenschappen. Omdat het live opgenomen was, was er geen sprake van meerdere takes. Memorabele weddenschappen gingen over pingpongballen en wasmachines. Een kerel kon merken pingpongballen onderscheiden aan de hand van het stuitergeluid; een klein manneke kon van elke willekeurige wasmachine het merk noemen (Wouters was nog bezig de weddenschap aan te kondigen, het joch riep al 'Siemens!' toen de eerste wasmachine de studio binnen werd geschoven).

Rolf Wouters droeg in grote mate bij aan het succes van het programma. Hij had een overtuigende presentatietechniek en een beetje de uitstraling van een gladjanus. Zijn assistent was ook legendarisch: meneer Sjon met z'n piepstem. Wedden dat? was Wouters' eerste grote show. Later scoorde hij met Now or Never en Uhhh... vergeet je tandenborstel niet. Rolf Wouters was de eerste presentator van het zeer controversiële Big Brother.

De vergetelheid
Na Big Brother verdween de roem voor Rolf Wouters als sneeuw voor de zon. Op zijn cv staan na Big Brother programma's als Televisione di Rolfo, Rolf's Discotrain en Rolf's antwoordapparaat, programma's waarvan de titels een aardige graadmeter zijn voor de kwaliteit ervan. Wouters was inmiddels zijn eigen productiebedrijf begonnen, dat later opging in IdTv. In 2005 keert hij nog eenmaal terug voor de schermen als presentator van Talpa's Sponsor Loterij Superbal.

Daarna is het zwart. De grote vraag is nu: waar is Rolf Wouters gebleven? Elke presentator heeft zijn uiterste houdbaarheidsdatum, maar Wouters was nog lang niet afgeschreven. Op internet klinkt steeds luider de roep om een terugkeer van de presentator. Misschien zou dat leuk zijn, misschien is het beter van niet. Het zou de herinnering geweld aan kunnen doen, de herinnering aan de zaterdagavonden op de bank, met natte haren, een zakje chips en een beker ranja.

maandag 20 juli 2009

[Tour 2009] Week twee

Kenny van Hummel is een held, twitterde Lance Armstrong. En zo is het maar net. Al na 10 kilometer lossen en dan puur op karakter 200 kilometer lang in je eentje stoempen om nog net binnen de tijdslimiet te finishen. Hummeltje, wat een koning. Denis Menchov was al lang afgestapt.

De tweede week was net zo bleu als de eerste. Veel slaapverwekkende etappes, geen cols zwaarder dan categorie 3 en Cavendish die het peloton gijzelde. Saxo's huisknecht Nicki Sörensen mocht een etappe winnen - hij was zelf net zo verbaasd als ik - en de achtkantige Rus Ivanov was Maaskant en Timmer te slim af. Mooi was wel de zege van Haussler, toekomstig Australiër. Gisteren was er eindelijk vuurwerk, met de verwachte zege van Contador. Het leek wel of de renners verheugd waren eindelijk serieus bergop te mogen fietsen, zo hard knalden ze de col op.

Prudhomme heeft al het spektakel in de derde week gepland, wat is er over week twee nog te melden? Allereerst Bradley Wiggins. Dé verrassing van de Tour (#3). Wiggins doet wat Bernhard Kohl vorig jaar deed. En daarmee roep ik meteen een hele context op. Aan vermoedens hebben we niks, inderdaad, maar waar haalt Wiggins ineens de kracht vandaan? Wiggins, olympisch kampioen baanwielrennen, beste eindklassering in de Tour honderdvierentwintigste. Vooralsnog hebben we hier een Brit die de wedstrijd van zijn leven fietst. Laten we hopen dat het daarbij blijft.

Hincapie dan (#13). Daar was hij ineens weer, 36 jaar oud, geboren Hincapia. Jarenlang Armstrongs adjudant, nu in dienst van Stapletons overwinningenmachine. Hincapie verloor nergens tijd, bleef steeds kort in het klassement en leek met een ontsnapping zowaar het geel te gaan veroveren. Tot zijn eigen team roet in het eten kwam gooien. Het treintje-Cavendish werd opgestart en sprintte de kostbare seconden van Hincapie aan gort. En de slingerende Cavendish werd gedeklasseerd. Gegokt op twee paarden, twee keer verloren.

Aandacht ook voor Peter Velits (#23). Velits, Slowaak met een kop die je eerder in een Duitse pornofilm zou verwachten dan in de belangrijkste wielerwedstrijd ter wereld. De jonge Velits rijdt evenwel een uitstekende ronde en troeft zijn teamgenoten, stuk voor stuk hoger ingeschat, allemaal af. Markus Fothen? Eendagsvlieg gebleken. Johannes Fröhlinger? Nog een jaartje rijpen. Linus Gerdemann? Heel mooi, met een onbewogen gezicht vooraan in het peloton naast Armstrong gaan rijden, maar dat is het dan wel. Christian Knees is onzichtbaar, wederom.

Over onzichtbaarheid gesproken: de twee Japanners! Arashiro (#143) en Beppu (#129), ze rijden mee, maar grotendeels anoniem. Gisteren bleek Beppu zowaar een beetje te kunnen klimmen, daar komen we dan in etappe 15 achter... Arashiro zet af en toe aan voor een massasprintje, maar hij zakt al gauw weer terug op het zadel. Parijs zullen ze wel halen, de krant niet.

Dat doet ook Stef Clement niet. De aandacht gaat vooral uit naar Menchov, Gesink, Ten Dam, Freire en Flecha, maar het falen van Clement mag ook best eens uitgelicht worden. Dertiende in de Dauphiné, nu 120ste. Het lijkt erop dat de vormpiek van begin juni gevolgd wordt door een vormdip begin juli. Hij blijft er laconiek onder, zoals altijd. Dat is een manco.

Morgen en woensdag twee zware alpenritten. En wederom twee keer nog een afdaling na de laatste col. Een herhaling van de twee saaie 'zware' Pyreneeënetappes lijkt echter uitgesloten, daarvoor zijn de belangen inmiddels te groot. Kenny van Hummel zal het nog het zwaarst krijgen, vooral woensdag. We bidden voor hem.

vrijdag 17 juli 2009

[Tour 2009] Pro Mart

Mart Smeets, fenomeen. Al meer dan dertig jaar is hij het gezicht van Studio Sport en in het bijzonder van de Tour de France op de Nederlandse televisie. Smeets haat naar eigen zeggen grijs, het is bij hem wit of zwart. Dat geldt ook voor de meningen over Smeets: je houdt van hem of je haat hem. Ik ben een Mart-fan. Ik zal dat toelichten aan de hand van de meest gehoorde kritiek op Smeets.

Mart is arrogant
Arrogantie is tenenkrommend en te allen tijde laakbaar. Een minder scherpe vorm van arrogantie is koketterie, en daar heeft Mart inderdaad wel een handje van. Dat is echter toegestaan onder één voorwaarde: je moet uitblinken in wat je doet. En dat doet Mart. Hij is als presentator ongeëvenaard. Op virtuoze wijze weet hij steeds weer een etappe samen te vatten, een mens te portretteren, een situatie te schilderen. Mart weet elk jaar weer van De Avondetappe een gedenkwaardige serie te maken. Zelfs wanneer Johan Cruijff zichzelf voor lul zet door blijk te geven van een verregaande onwetendheid op het gebied van wielrennen, weet Mart hem te sparen door feilloos bij te springen of van onderwerp te veranderen. In de Nederlandse sportjournalistiek kent Mart geen gelijke. In het buitenland, bijvoorbeeld bij onze zuiderburen, is de waardering voor hem overigens veel groter.

Mart is hypocriet
De dopingproblematiek in het wielrennen zou door Mart gebagatelliseerd worden. Hij zou weet hebben van dopingpraktijken en namen en rugnummers kunnen noemen. Hij verzuimt dit en verzaakt daarmee zijn journalistieke plicht. Maar ben je een goede journalist als je je beroept op insinuaties, geruchten en hear say? Dan ben je in mijn ogen een roddeljournalist, een Albert. Mart staat steeds op het standpunt dat hij pas in actie komt als er feiten bekend zijn, statistieken. Het gelijk van deze bewering bleek maar weer toen de Rus Vladimir Gusev vanwege afwijkende bloedwaarden ontslagen werd door zijn ploeg Astana. Later bleek dit ten onrechte. Bovendien stelt Mart meer belang in de mens die de renner toch ook is, met alle onmogelijkheden en zwakheden die de mens eigen zijn.

Mart is vies
Moe van alle roddels bekende Ria Visser in een uitzending van Paul de Leeuws Mooi weer De Leeuw dat zij inderdaad ooit eens het bed had gedeeld met Mart. Wat een viespeuk, die Mart, was de gangbare reactie. Maar je kunt het ook in zijn context zien: je bent Mart Smeets, een corpulente sportverslaggever en je wordt met je microfoontje naar de ijsbaan gestuurd en daar zie je een jonge Ria Visser in haar strakke schaatspak rondjes schaatsen. Je denkt: zo, die zou ik wel willen doen, maar ach ik ben dik en oud en zij is slank en jong, dus dat lukt toch nooit. En dan lukt het je toch. Dat vind ik niet vies. Dat noem ik klasse.

Mart is slechtgekleed
Deze horen we vooral in het schaatsseizoen. Daar zit Mart weer in zijn Noorse trui. Tsja, daar is helemaal niks tegenin te brengen...

Mart is een taalbarbaar
Nico Dijkshoorn oogst tegenwoordig veel succes met zijn Mart-imitatie: 'Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen...'. Mart vervalt inderdaad nogal vaak in herhaling qua uitdrukkingen en zegswijzen. Overigens kun je ook niet anders, denk ik, als je al ruim dertig jaar in het vak zit. Ook heeft hij zijn onhebbelijkheden ('sank you', 'Botskarjov'). Mart heeft echter iets gedaan waar maar weinig individuen in zijn geslaagd: hij heeft de Nederlandse taal verrijkt met een staande uitdrukking. Midden jaren negentig muntte hij de klassieker 'met het bord op schoot'. Het voetbal begon steevast op zondagavond om zeven uur en mensen keken met het bord avondeten op schoot naar de uitzending. De uitdrukking werd zo populair dat zij zelfs de functie van strijdkreet kreeg in de tijd dat Talpa de rechten bezat.

Mart is dus de man, meent ondergetekende. Maar de Babbelbox staat vandaag op Zoggels blog en vraagt: wat vindt ú eigenlijk van Mart Smeets?

dinsdag 14 juli 2009

Vergane Glorie #1: Brutil Hosé

Geïnspireerd door de comment van Le Bob in dit bericht, een nieuwe rubriek: vergane glorie. Over vergeten legendes, gevallen helden en uit het zicht geraakte jeugdidolen. Waar kennen we ze van? En waar zijn ze gebleven?
Naam: Brutil Hosé
Functie: Voetballer

De glorie
Brutil Hosé debuteerde in november 1998 op negentienjarige leeftijd in het eerste van Ajax. Hij maakte meteen naam, zeker met zo'n naam. Brutil was alles wat zijn voornaam beloofde: een bruut, een brutaaltje en een bulldog. Lochte acties en een verregaande agressiviteit waren echter zijn meest kenmerkende eigenschappen, voetballend talent en scorend vermogen kwamen nooit aan het licht. Hosé droeg een torenhoog verwachtingspatroon als een zware last met zich mee. Hans Westerhof noemde hem ooit 'het grootste talent van Ajax sinds jaren'. Nu wordt ieder jonkie dat één keer een mannetje passeert meteen gebombardeerd tot Ajax' nieuwste godenzoon, maar in Hosé's geval zegt het meer iets over Hans Westerhof, de man die er bijna in slaagde Vitesse te laten degraderen.

Brutil Hosé speelde in de seizoenen 1998-1999 en 1999-2000 in totaal zeventien wedstrijden voor de Amsterdammers. Hij wist daarin drie keer het net te vinden. Geen begenadigde topspits dus, onze Brutil. Hét hoogtepunt uit zijn carrière, de actie waar iedere liefhebber hem nog van kent, vindt plaats op een kille woensdagavond in december 2001. Ajax 2 speelt in een halflege ArenA tegen FC Twente, Hosé moet opdraven in het tweede. Zijn directe tegenstander is Dennis Hulshoff, erkende schoft en enkelkraker. De twee hebben het de hele avond met elkaar aan de stok.

Vlak voor rust ontspoort de tweekamp. Hosé duwt Hulshoff, waarop de Twente-speler de bal tegen de Ajacied aan schiet. Hosé reageert met een bodycheck, Hulshoff neemt wraak met een geplaatste kopstoot. Dan geschiedt wat Hosé onsterfelijk maakt, wat hem onderscheidt van alle andere voetballers. Iedere speler stort na een kopstoot als een stervende zwaan ter aarde, schreeuwend en kermend en huilend. Zo niet Brutil. Hij is even verbouwereerd, maar deelt dan de genadeklap uit. Letterlijk. Brutil Hosé velt Dennis Hulshoff met een directe rechtse. Knock-out.

De vergetelheid
Brutil Hosé krijgt de rode kaart en zijn aftocht is symbolisch. Het is het laatste wat we van de lange Surinamer hebben gezien. Ajax verhuurt hem na de winterstop aan De Graafschap. Via Haarlem, Sparta en FC Dordrecht verdwijnt Hosé uit het betaalde voetbal. Hij gaat spelen voor Haaglandia, getraind door John de Wolf.

Hosé past ook daar zijn 'agressieve' speelstijl toe, getuige Wikipedia: Hosé speelde 'maar 5 officiële wedstrijden (onder andere door een schorsing van 6 wedstrijden)'... Hosé zoekt vervolgens zijn heil in het buitenland. Hij trekt als een nomade langs obscure clubs als Poseidon Nuon Perron (Griekenland), Al-Wakrah (Qatar) en Sarawak FA (Maleisië). Sinds 2006 speelt hij weer voor Haaglandia.

In de database van vi.nl is Hosé na het incident-Hulshoff alleen nog te vinden in twijfelachtige berichten als 'Hosé mag alweer weg bij AA Gent' en 'Hosé op proef bij Sunderland'. De Amsterdammer is een van de vele voorbeelden van een belofte die het nooit heeft waargemaakt. In de annalen van het betaalde voetbal is hij slechts een vluchtige aantekening. Maar die vuistslag, die staat nu nog op het gezicht van Dennis Hulshoff.

zondag 12 juli 2009

[Tour 2009] De eerste week

Een jaar of acht geleden sprak men bij Rabobank na een mislukte Tour gekscherend van een oneven jaren-syndroom. Alleen in de even jaren zouden de oranjehemden het goed doen, in de oneven jaren was het altijd kommer en kwel. Vreemd, maar die trend lijkt zich onverminderd voort te zetten. In 2007 was er de ramp Rasmussen en ook in 2009 zit alles tegen wat maar tegen kan zitten.

Het begon eigenlijk al met Thomas Dekker die met terugwerkende kracht betrapt werd op doping en met het verhoor van enkele renners door de Oostenrijkse politie. Sindsdien is Rabobank geen moment in vorm gekomen. Menchov die de proloog verprutst, elke dag een minuut verliest en in de ploegentijdrit onderuitgaat in de eerste de beste bocht. Laurens ten Dam die twee keer hard ten val komt, Robert Gesink die niet scherp is - zelfs hij - en heel lullig zijn pols breekt. Stef Clement die geen schim is van de Clement in de Dauphiné. Oscar Freire die zich een oor aan laat naaien door Hushovd. Het gaat maar door.

En dan was er vandaag nog de aantijging van het paranoïde geworden Kohltje aan het adres van Boogerd. Althans, dat moeten we geloven. In werkelijkheid is het een Oostenrijkse krant die een lekkende bron citeert die een jusititeel rapport citeert dat uit de verhoren van Bernard Kohl citeert. Enfin, we wachten wel op de feiten. Zeker is in ieder geval dat dit gedoe rondom de ploeg allesbehalve bevordelijk is voor de moraal.

De eerste week dus. De Pyreneeën hebben we al achter de rug, al zou je dat niet zeggen. Alleen vrijdag was de finish bergop. Het was aan Alberto Contador te danken dat er daar nog iets gebeurde. Als de Spanjaard niet op eigen houtje was gaan aanvallen, hadden we de groep in gesloten formatie onder leiding van Armstrong en kornuiten zien finishen. Armstrong was not amused: "Ik had wel verwacht dat Contador zich niet aan de teamtactiek zou houden." Zeikerd. Ik hoop van harte dat Contador wint.

Dat er een Astana op de hoogste trede van het podium in Parijs zal staan, is nu al zeker. De ploegentijdrit lijkt bepalend te zijn voor het klassement. De concurrentie krijgt bovendien nauwelijks de kans iets van de achterstand af te rijden. De beide etappes van dit weekend waren waardeloos, een aanfluiting voor de Tour. Christian Prudhomme moet zich diep schamen. Zowel op zaterdag als op zondag lagen de hoge cols op vele tientallen kilometers van de eindstreep. Gevolg was dat beide ritten verwerden tot slappe-hap-etappes met weinig vuurwerk en een massasprint aan het eind. Je kunt van mannen als Andy Schleck en Cadel Evans niet verwachten dat ze een aanval plaatsen op de Tourmalet als ze vervolgens nog 70km moeten dalen.

Rinaldo Nocentini is de verrassende drager van de gele trui, een gevolg van een redelijke ploegentijdrit (AG2R werd 9de) en een ontsnapping met enkele minuten tijdwinst. De revelatie van deze Tour is echter Bradley Wiggins (#5). Van de Britse baanrenner wisten we alleen dat hij een goede proloog kon rijden, maar ook bergop houdt hij voorlopig moeiteloos stand. Andere surprises in de top van het klassement zijn Luis-Leon Sanchez (#11) en Brice Feillu (#25), maar ook voor hen geldt dat zij hun klassering te danken hebben aan een succesvolle vlucht.

Van de favorieten is het dus het Astana-kwartet dat alle kaarten in handen heeft (Contador #2, Armstrong #3, Leipheimer #4, Klöden #6). Evans (#18), Andy Schleck (#9), Menchov (#27) en de onzichtbare Carlos Sastre (#16) staan al op meerdere minuten achterstand. Ook hier laat de ploegentijdrit zijn invloed gelden. Serieuze tegenvallers zijn Amaël Moinard (#93), Stijn Devolder (#108), Marzio Bruseghin (#113) en Michael Rogers (#117). Rogers kwam hard ten val, de anderen zijn uit vorm.

Skil-Shimano kweekte wat goodwill met de aanvalslust in de vlakke etappes, maar de tweede Nederlandse formatie is toch met afstand de zwakste van allemaal. In het ploegenklassement staan de eerste zeventien teams binnen een half uur, 18de is Quick-Step op 50 minuten. Voorlaatste is het armetierige Lampre (1 uur 35) en Skil sluit de rij met een achterstand van maar liefst 2 uur en 53 minuten. De best geklasseerde renner is Thierry Hupond op plaats 108. Kenny van Hummel vecht elke dag om binnen de tijdslimiet te finishen. Hij staat laatste op bijna 2 uur van Nocentini. Van Hummel vecht wel als een leeuw. Wim Vansevenant was een charlatan die zich vlak voor de streep nog even liet afzakken om zijn laatste plaats te verstevigen. Van Hummel mikt niet op die rode lantaarn, hij doet er alles aan om in koers te blijven.

Een tamme eerste week al met al. Ook komende week zal voor de sprinters en de vluchters zijn. Vrijdag is er een geniepige etappe in het middengebergte, vanaf zondag zal de strijd pas echt losbarsten. Hopelijk is Laurens ten Dam er dan nog bij. Bij de onfortuinlijke Raborenner werden na afloop van de etappe diverse kneuzingen en schaafwonden geconstateerd. Het is even afwachten of hij kan herstellen, maar een nieuwe opgave na Piet Rooijakkers en Gesink zou passen in de negatieve spiraal.

vrijdag 10 juli 2009

Transfernieuws

Jeroen Verhoeven als 3e keeper naar Ajax
een puntdicht

"Ik heb geen ambitie en qua speeltijd geen enkele aspiratie"
Zijn huidige conditie verdraagt sowieso geen transpiratie...

maandag 6 juli 2009

Grootverdieners

Er is weer ophef ontstaan over de hoogte van de salarissen van enkele medewerkers van de publieke omroep. Eerder was er al rumoer toen bekend werd dat Paul de Leeuw zo'n €650 000 per jaar mocht opstrijken. Ook Matthijs van Nieuwkerk is een grootverdiener bij de VARA. Nu is ook publiek gemaakt dat vier presentatoren van de TROS meer verdienen dan Jan-Peter Balkenende en daarmee de Balkenende-norm overschrijden. Naar verluidt gaat het om Antoinette Hertsenberg, Ivo Niehe, Lucille Werner en Jaap Jongbloed. Dat maakt het extra zuur, dat rijtje namen.

Van Paul de Leeuw en Matthijs van Nieuwkerk begrijp ik best dat ze vorstelijk beloond worden. Ze zijn uniek in hun soort en daarmee onvervangbaar. Iedereen die weleens een aflevering van Ranking the Stars heeft gezien sinds De Leeuw dat programma niet meer presenteert, zal dat beamen. En de kwaliteit van De Zomer Draait Door, een Van Nieuwkerkloze versie van het succesvolle De Wereld Draait Door, is bedroevend en fysiek pijnlijk om te zien. De Leeuw en Van Nieuwkerk profiteren van de economische wet van de schaarste, zo simpel ligt dat.

Maar het TROS-kwartet doet de wenkbrauwen fronsen. Antoinette Hertsenberg? Iedereen kan voor Radar gevoelvol knikken naar klagende KPN-klanten en tegen beter weten in quasi-dreigend van een pief van Ziggo eisen dat er nu eindelijk eens iets aan de klantvriendelijkheid zal worden gedaan. Ivo Niehe? Iedereen kan kritiekloze vragen stellen aan beroemdheden en voor de zevenendertigste keer Hans Liberg een veer in zijn reet steken. Lucille Werner? François Boulanger was veel beter. Jaap Jongbloed? Is er droger kloot dan Jaap Jongbloed?

Toevallig verscheen vandaag ook een overzicht van grootverdieners uit de sport op NOS Teletekst. Onbetwiste koploper over 2008 was Tiger Woods. De golfer mocht 71,5 miljoen euro bijschrijven. Collega Phil Mickelson moest met 'slechts' 38 miljoen genoegen nemen met een tweede plaats. Golf is dus de ultieme sport om eenvoudig rijk te worden: je wordt er niet moe van, het is niet levensgevaarlijk en een zwoegend hulpje draagt je materiaal voor je. Enige nadeel is dat je een blazer moet dragen, maar dat is nog wel te verteren.

De top tien wordt vervolledigd door twee voetballers (David Beckham op drie en Lionel Messi op zeven), twee basketballers (LeBron James op vier en Shaquille O'Neal op tien), twee autocoureurs (Kimi Räikkönen op vijf en Fernando Alonso op negen) en twee mij totaal onbekende sporters: de Filipijnse bokser Emmanuel Pacquiao op zes en de Amerikaanse honkballer Alex Rodriguez op acht. We weten meteen waarom Ferrari en Renault mordicus tegen een budgetlimiet in de Formule I zijn. En vergane glorie is blijkbaar geen hindernis om nog steeds te cashen, getuige Beckham en O'Neal. Eén sporter ontbreekt in dit rijtje die er absoluut in thuishoort: Roger Federer. Wat een geweldenaar, tijd dat Gilette hem wat meer gaat betalen.

En toch is daar de vraag: wat is het allemaal waard, dat grootverdienen? Ik stel mijzelf die vraag vaak als ik 's ochtends Edwin Evers op de radio hoor. Evers is dj en verdient meer dan een miljoen euro per jaar. Miljonair worden door slap te ouwehoeren. Lang ben ik jaloers geweest op Evers. Zijn leven leek mij het ideale leven. 's Ochtends vroeg een paar uur zwetsen en drie keer per minuut in een scheur liggen met je sidekicks, en dan verder de hele dag voor jezelf. Je kunt 's morgens weliswaar niet in je nest blijven liggen met een prei in je reet, maar het bankafschrift aan het eind van de maand maakt het gepiep van de vroege wekker elke keer weer tot een prachtige symfonie.

De laatste keer dat ik er zo over dacht, was toen ik terugkwam uit Engeland. Ik had net enkele dagen met mijn broer doorgebracht, 's ochtends vroeg stonden we in de file op weg naar huis, ik maakte me na drie gelukkige dagen weer zorgen over de toekomst en over de radio klonk regelmatig de secondenlange lach van Edwin Evers, weer heel relaxed de plaatjes aan elkaar lullend. En toch moet Evers weinig zelfrespect hebben. Er zal immers niemand zijn die hem echt bewondert, zoals we een Federer bewonderen. Evers is geschikt om filerijdende forenzen eventjes te vermaken, niet om onsterfelijkheid te bereiken. Evers verdient veel geld met zijn vlotte babbel, maar hij zal rap vergeten worden vanaf het moment dat hij niet meer op de radio is. Daar moet je op den duur ontzettend ongelukkig van worden.

donderdag 2 juli 2009

[Tour 2009] Voorbeschouwing

De Tour de France die aanstaande zaterdag aanvangt in Monaco is voorlopig de laatste grote ronde die in het organiserende land van start gaat. De komende drie rondes beginnen alle drie(!) in Nederland: de Vuelta over twee maanden in Assen, vervolgens de Giro in het voorjaar van 2010 in Amsterdam en tot slot in de zomer Grand Départ van de Tour de France in Rotterdam. Grote kans echter dat dat laatste evenement een deceptie wordt: Rabobank zou daar weleens de grote afwezige kunnen zijn.

Nu Thomas Dekker alsnog betrapt is op doping, zal Christian Prudhomme niet schromen de Rabobank-ploeg niet meer uit te nodigen. Ik houd bovendien nog steeds de vreselijke optie open dat de oranjehemden al een startverbod krijgen voor de komende drie weken. Na Rasmussen betekent de affaire-Dekker immers de tweede aantekening achter de naam Rabobank en Prudhomme heeft zijn naam ('verstandige man') nog nooit eer aan gedaan, zo blijkt ook al uit het gesteggel rond Boonen.

De laboratoria hebben er blijkbaar plezier in om elk jaar vlak voor aanvang van de Tour met een positieve renner op de proppen te komen. Ze maken mij niet wijs dat ze 'toevallig' net nu ontdekken dat Dekker twee jaar geleden positief was. Gevolg is nu dat Rabo non stop door pers en publiek belaagd zal worden en dus bij voorbaat een achterstand heeft op de concurrentie. Merk op dat Dekker niet eens meer voor Rabobank reed en dat de negen renners van nu, die er dus helemaal niks mee te maken hebben, de dupe zijn.

Wat het extra wrang maakt is dat Nederland eindelijk weer eens een Tour mocht begroeten met veel (12) en vooral goede Nederlandse renners. Voor het eerst sinds 2000 nemen weer twee Nederlandse ploegen deel (naast Rabobank ook Skil-Shimano), en met Ten Dam, Clement, Dekker en de debuterende Gesink stonden vier goede tot uitstekende klimmers op de startlijst. Dekker de kokosnoot gooit roet in het eten. Maar aan de andere kant: elk jaar neemt de organisatie minder aankomsten bergop op in het schema. Ook dit jaar stikt het weer van etappes met de mooiste cols aan het begin of in het midden van het parcours. Vreselijk.

Kommer en kwel dus, zoals elk jaar. Niettemin is hier mijn jaarlijkse voorbeschouwing:

Cervélo
1.Sastre 2.Cuesta 3.Gómez Marchante 4.Gustov 5.Haussler 6.Hushovd 7.Klier 8.Lancaster 9.Roulston
Regerend winnaar Carlos Sastre is weg bij Saxo Bank en is voor een geheel nieuw team gaan rijden. De sympathieke Spanjaard heeft nu wel een zwakker collectief om zich heen dan vorig jaar. Gómez en de eveneens van Saxo komende Gustov zijn prima knechten, Iñigo Cuesta is al 40 jaar oud! Cervélo zal wel een voorname rol gaan spelen in de massasprints: het heeft met Hushovd en Haussler de beste sprinters na Cavendish. Goed tot slot is dat de ploeg geswitcht is naar witte tricots. De normale zwarte leken als twee druppels olie op die van Caisse d'Epargne.

Silence-Lotto
11.Evans 12.Delage 13.Lang 14.Lloyd 15.Scheirlinckx 16.Van Avermaet 17.Van den Broeck 18.Vansummeren 19.Wegelius
Geen Dekker dus, de brildragende Brit Charlie Wegelius is zijn vervanger. Cadel Evans lijkt er zich weinig van aan te trekken, hij zal het toch zelf moeten doen. Met Jurgen van den Broeck (vorig jaar 7de in de Giro) heeft hij wel eindelijk een meesterknecht. Ik vind Evans maar een nare man, ik hoop dat hij weer tweede wordt. De rest van het team bestaat uit middelmatige renners, al kan Greg van Avermaet misschien een sprintzege uit het vuur slepen. Zeer goed nieuws is dat de antiwielrenner Wim Vansevenant niet meedoet.

Astana
21.Contador 22.Armstrong 23.Klöden 24.Leipheimer 25.Moeravjev 26.Paulinho 27.Popovich 28.Rast 29.Zubeldia
Astana - het Real Madrid van het wielrennen. Real koopt Cristiano Ronaldo voor 94 miljoen, Astana heeft met Contador, Armstrong, Leipheimer, Zubeldia, Klöden en Popovich even zes Ronaldo's in huis. Als deze renners de eerste zes plekken van het eindklassement zouden vullen, zou dat niemand verbazen. Geen wonder dat er financiële problemen zijn. Alles draait deze editie natuurlijk om de terugkeer van Lance Armstrong. Grijzend aan de slapen, maar gebrand op zijn achtste zege. Alle aandacht gaat uit naar de Amerikaan. Waardoor Contador de Tour wint.

Saxo Bank
31.A.Schleck 32.Arvesen 33.Cancellara 34.Larsson 35.O'Grady 36.F.Schleck 37.C.A. Sørensen 38.N.Sørensen 39.Voigt
Na het vertrek van Sastre zullen de Luxemburgse broertjes Frank en Andy Schleck het dit jaar moeten gaan waar maken. Frank kwakkelt echter met kleine blessures, Andy was nog niet in vorm in de Dauphiné. Of spaarde hij zijn krachten? Hij is kopman en zou zomaar eens in de top vijf kunnen eindigen. Met Gustav Erik Larsson en Chris Anker Sørensen heeft Saxo eindelijk eens wat verjonging doorgevoerd. Oudgedienden O'Grady, Voigt en Nicki Sørensen doen echter gewoon weer mee. Cancellara gaat op zeker weer een tijdrit winnen.

Rabobank
41.Menchov 42.Clement 43.Flecha 44.Freire 45.Gárate 46.Gesink 47.Niermann 48.Posthuma 49.Ten Dam
De Raboploeg lijkt dit jaar sterker dan ooit. En toch heb ik serieuze twijfels bij de voorbereiding. Menchov en Ten Dam hebben een loodzware Giro in de benen, de geschiedenis leert dat de winnaar van de Giro in de tweede of derde week van de Tour fysiek op is. Megatalent Robert Gesink mag eindelijk debuteren. Hij werd fraai 4de in de Dauphiné, maar dat werd hij vorig jaar ook. Toen reed hij echter geen Tour. Heeft Gesink te vroeg gepiekt? Het zou al mooi zijn als hij op 'pagina 2' van teletekst eindigt, dus ergens tussen de 18e en 36e plek. Met Ten Dam en Gárate hebben de kopmannen wel uitstekende knechten. Let ook op Stef Clement: kan weleens gaan verrassen. En o ja: Koos Moerenhout had gewoon geselecteerd moeten worden.

Garmin
51.Vandevelde 52.Dean 53.Farrar 54.Hesjedal 55.Maaskant 56.Millar 57.Pate 58.Wiggins 59.Zabriskie
Christian Vandevelde was vorig jaar dé surprise met zijn vijfde plaats in de eindrangschikking. Evenaring zal zeer lastig worden. 'Halve' klimmers David Millar en Ryder Hesjedal zullen hem in ieder geval weinig tot steun zijn. Met brokkenpiloot Julian Dean en vooral Tyler Farrar zal Garmin focusen op de massasprint. Martijn Maaskant was eigenlijk niet geselecteerd, maar door de knieblessure van Daniel Martin mag hij gelukkig toch meedoen. Groot vraagteken is David Zabriskie: wat kan hij nog?

Euskaltel
61.Astarloza 62.Antón 63.K.Fernández 64.Martínez 65.Oroz 66.A.Pérez 67.R.Pérez 68.Txurruka 69.Verdugo
Het vertrek van Haimar Zubeldia naar Astana is een fikse aderlating voor de feloranje Basken. Mikel Astarloza is de enig overgebleven klassementsrenner, want ook Olympisch kampioen Samuel Sanchez doet niet mee. Igor Antón is inmiddels alweer een aantal jaren een belofte, zal hij dit jaar de plaats van Zubeldia overnemen? Ik betwijfel het. De overige renners zullen we veelvuldig in de aanval gaan zien. Grotendeels onbekende namen of gekende aanvallers zullen ze proberen in elke ontsnapping mee te zitten.

Columbia
71.Cavendish 72.Eisel 73.Grabsch 74.Hincapie 75.Kirchen 76.Martin 77.Monfort 78.Renshaw 79.Rogers
Lijkt het erop dat die vervelende Jens Voigt eindelijk aan zijn laatste Tour bezig is, hebben we met de oerlelijke - zowel qua kop als naam - Tony Martin reeds een nieuwe Voigt in het peloton. Zucht. Columbia is wel een ploeg die de zeges aan elkaar rijgt. Dat Mark Cavendish tot kopman is benoemd, toont aan dat Columbia mikt op sprintzeges. Eisel en Renshaw zijn de perfecte gangmakers. Klimmers Lövkvist en Sivtsov zijn thuisgelaten. En waarom zou je ook niet, als je ook al Michael Rogers, Kim Kirchen en Maxime Monfort hebt? Vooral die laatste gaat het goed doen.

AG2R
81.Efimkin 82.Arrieta 83.Dessel 84.Dupont 85.Goubert 86.Mondory 87.Nocentini 88.Riblon 89.Roche
De beste Franse ploeg is al jaren met afstand AG2R. Vorig jaar werden de wit-blauwen zelfs tweede in het ploegenklassement, vooral dankzij het trio klimgeiten Efimkin, Dessel en Goubert. Vladimir Efimkin werd heel slinks tiende, ik verwacht geen evenaring van die prestatie. Ook dit jaar bestaat AG2R weer uit louter klimmers. Stéphane Goubert (39 jaar) reed vorig jaar beter dan ooit en heeft er daarom nog maar weer een jaartje aan vastgeplakt.

Liquigas
91.Pellizotti 92.Bennati 93.Kreuziger 94.Kuchynski 95.Nibali 96.Sabatini 97.Vandborg 98.Vanotti 99.Willems
Liquigas is de enige Italiaanse ploeg die de Tour de France serieus neemt en een representatieve selectie afvaardigt. Met supertalenten Roman Kreuziger (witte trui) en Vincenzo Nibali (witte trui als Kreuziger die niet pakt), en blonde adonis Franco Pellizotti beschikken de groenhemden over drie uitstekende kandidaten voor het klassement. En dan doen Ivan Basso, Sylwester Szmyd en Oliver Zaugg nog niet eens mee! Dat had een tweede Astana opgeleverd. Gek genoeg is juist Pellizotti kopman, van de andere twee verwacht ik meer. Sprinter Daniele Bennati lijkt over zijn top heen.

Française des Jeux
101.Casar 102.Coppel 103.Geslin 104.Hutarovich 105.Joly 106.Le Mével 107.Roy 108.Vaugrenard 109.Veikkanen
Een nogal armetierige ploeg was het altijd, dat Française des Jeux. Sandy Casar reed altijd wel top 20, maar alleen door in de laatste week een half uur te winnen in een ontsnapping, de rest was middelmatig tot slecht. Dit jaar staat er echter met Le Mével en vooral Jussi Veikkanen een zeer behoorlijk team aan de start. En dan is Rémy di Gregorio nog gepasseerd. Le Mével werd overgenomen van het gestopte Crédit Agricole. Grote onbekende is de Wit-Russische kampioen Yauheni Hutarovich. De naam is intrigerend genoeg.

Caisse d'Epargne
111.Pereiro 112.Arroyo 113.Rui Costa 114.Coyot 115.Gutiérrez 116.Pasamontes 117.Rojas 118.Sánchez 119.Urán
Geen Alejandro Valverde. De Spaanse alleskunner is door de Italiaanse bond geschorst en omdat de Tour dit jaar kort door Italië rijdt, is Valverde een startverbod opgelegd. Daarmee is Caisse d'Epargne in één klap ontmand. Ex-winnaar Oscar Pereiro en de afzichtelijke Luis León Sánchez moeten het volgens de kenners nu gaan doen. Ik verwacht meer van de verrassende Portugees Rui Costa en het olijke Colombiaantje Rigoberto Urán. En de onopvallende David Arroyo blijft ook altijd een gevaarlijke outsider.

Cofidis
121.Moncoutié 122.Augé 123.Dumoulin 124.Duque 125.B.Fernández 126.Kern 127.Minard 128.Moinard 129.Pauriol
Volgens de aankondiging heette het dat Cofidis dit jaar alles op het klimwerk zou gaan zetten, maar zonder Monfort en Chavanel zal dat niet meevallen, denk ik. Belangrijkste troef is nu Amaël Moinard, die vorig jaar een van de grote verrassingen was. Misschien kunnen ook Rémi Pauriol en Christophe Kern een volgende stap maken. Lambal David Moncoutié doet ook weer mee - hij kaapte in de Dauphiné nog een ritzege weg voor de neus van Gesink. Hopelijk wint hij niks deze Tour.

Lampre
131.Ballan 132.Bandiera 133.Bruseghin 134.Furlan 135.Loosli 136.Righi 137.Santambrogio 138.Sapa 139.Spilak
Een zeer zwak team, dit Lampre. Geen Cunego, geen Tiralongo, geen Marzano, geen Vila. Marzio Bruseghin is de enig overgebleven klassementsrenner. Wereldkampioen Alessandro Ballan is kopman. Voor de vorm echter, want hij heeft dit hele jaar nog geen deuk in een pakje boter gereden. Sapa, Spilak en Bandiera zijn volslagen onbekenden voor mij. Alleen de jonge Mauro Santambrogio zou misschien kunnen reveleren. Als dit Lampre niet veelvuldig gaat aanvallen, dan zie ik het somber in.

Bbox - Bouygues
141.Voeckler 142.Arashiro 143.Bonnet 144.Fédrigo 145.Haddou 146.Lefèvre 147.Pichot 148.Rolland 149.Trofimov
Bouygues reed jarenlang met negen avontuurlijke Fransen de nationale ronde. De lichtblauwen zijn echter steeds serieuzer gaan selecteren en dit jaar staat er een ploeg om rekening mee te houden. Pierrick Fédrigo is sterker geworden, Yury Trofimov aast op eerherstel en uit de inboedel van Crédit Agricole werd de veelbelovende Pierre Rolland opgepikt. Neem daarbij een moslim (Saïd Haddou) en een Japanner in de Tour (Yukiya Arashiro) en het moge duidelijk zijn: de Fransen zijn internationaler dan ooit. Trekt Voeckler tenminste niet alle aandacht naar zich toe.

Quick-Step
151.Chavanel 152.Barredo 153.Davis 154.De Jongh 155.Devolder 156.Pineau 157.Rosseler 158.Tossato 159.Van de Walle
Chaos troef rondom Quick-Step. Mag cokesnuiver Tom Boonen nou wel of niet meedoen? Bij het schrijven van deze prognose was er nog steeds geen duidelijkheid. Dat is allemaal in het voordeel van één man: Stijn Devolder. Vorig jaar reed hij een ijzersterke Dauphiné maar zakte vervolgens fysiek en door de hoge verwachtingen ook mentaal volledig door het ijs. Dit jaar hebben we hem nog niet gezien en staat hij niet in de schijnwerpers: Devolder is mijn geheime tip. Met Jérôme Pineau en Carlos Barredo heeft hij goede helpers. Steven de Jongh mag Boonen of Allan Davis op gang trekken.

Katjoesja
161.Karpets 162.Botcharov 163.Horrach 164.Ignatjev 165.Ivanov 166.Napolitano 167.Pozzato 168.Trussov 169.Vandenbergh
Team Katjoesja is een nieuw Russisch team met foeilelijke shirts en miljoenen Russische roebels. De ene topper na de andere werd aangetrokken, vooral sprinters. Robbie McEwen en Gert Steegmans kunnen resp. mogen niet meedoen, Danilo Napolitano is er echter ook nog. Met Vladimir Karpets, Alexandre Botcharov en Serguei Ivanov hebben de Russen drie troeven voor het klassement, terwijl de wat onbekendere Ignatjev en Trussov ook niet misstaan. Pipo Pozzato verdient weer bakken met geld zonder iets te presteren.

Agritubel
171.Moreau 172.Bouet 173.Calzati 174.B.Feillu 175.R.Feillu 176.Gonzalo 177.Lelay 178.Lequatre 179.Vogondy
Weinig verandering ten opzichte van vorig jaar bij deze Franse formatie, met een wildcard toegelaten tot de Tour. Ik blijf nog steeds geloven in Sylvain Calzati, Eduardo Gonzalo en David Lelay hebben klimpotentieel, Nicolas Vogondy is aanvaller pur sang. Christophe Moreau kan 7e worden, 70e of 170e. Het kan vriezen of dooien, maar zijn coupe soleil verandert nooit. Leuk is het gezamenlijke optreden van de sprintbroertjes Brice en Romain Feillu.

Milram
181.Gerdemann 182.Ciolek 183.Fothen 184.Fröhlinger 185.Knees 186.Terpstra 187.Velits 188.Wegmann 189.Wrolich
Milram was altijd een beetje het Heracles Almelo van de Tour de France: leuk, aanvallend ploegje, goed en fanatiek van start, maar na het stormachtige begin zakt het langzaam in en zie je ze nergens meer. Dit jaar is alles anders. Met Linus Gerdemann, Markus Fothen en Peter Velits krijgt Christiaan Knees serieuze steun in de bergen, Gerald Ciolek is een sprinter om rekening mee te houden. Milram heeft slim gebruik gemaakt van het door Kohl geïnitieerde uiteenvallen van Gerolsteiner. Niki Terpstra krijgt een mooie vrije rol.

Skil-Shimano
191.Lemoine 192.Beppu 193.De Kort 194.Geschke 195.Hivert 196.Hupond 197.Rooijakkers 198.Timmer 199.Van Hummel
Yes! Eindelijk weer een tweede Nederlandse ploeg. Als je de selecties vergelijkt zou die andere Nederlandse formatie, Vacansoleil, eerder in aanmerking komen, met grote namen als Cooke, Lhotellerie en Carrara. Skil moet het toch hebben van de onbekende verrassing. De drie Fransen ken ik niet, net als de Duitser Simon Geschke. Met Fumiyuki Beppu doet zowaar een tweede Japanner mee. De vier Nederlanders moet vooral aanvallen, leren en genieten. Kenny van Hummel is een uitstekende sprinter (2de op het NK) die zich misschien eens een keer van voren kan laten zien in de massasprint.

Kortom, Alberto Contador gaat de Tour de France winnen voor Evans en Sastre. Lance Armstrong wordt vijfde, Denis Menchov achtste. Stijn Devolder gaat verrassen, net als Pierre Rolland en Jussi Veikkanen. Robert Gesink moet de witte trui laten aan Roman Kreuziger. De groene trui is voor Heinrich Haussler, de bolletjestrui gaat naar Amaël Moinard.

Verder worden er weer een aantal renners positief bevonden, zal Maarten Ducrot opnieuw met schitterende zinnen op de proppen komen, zal Mart Smeets minstens drie keer tijdens 'De avondetappe' 'mag ik dat zeggen?' zeggen en zal Nico Dijkshoorn niet worden uitgenodigd om aan te schuiven voor dat programma.

Het gaat beginnen. Eindelijk.

woensdag 1 juli 2009

Lezen, lezen, lezen #12

Ap Dijksterhuis - Het slimme onbewuste. Denken met gevoel (2007), 238 blz.
Eerder vroeg ik me af hoe er in de hedendaagse psychologie tegen Sigmund Freud wordt aangekeken. Ik vermoedde dat zijn inzichten inmiddels wel gewaardeerd worden. Psycholoog Ap Dijksterhuis verwijst in zijn bestseller Het slimme onbewuste in ieder geval enkele keren naar Freud. Dijksterhuis vertelt een helder verhaal over de schromelijke onderschatting van het onbewuste. We leven in een maatschappij waarin bewust nadenken en expliciet de voors en tegens tegen elkaar afstrepen hoger worden ingeschat dan een beslissing op intuïtie. Dijksterhuis maakt korte metten met die gedachte. Aan de hand van voorbeelden van experimenten komt hij tot intrigerende conclusies. De onbewuste waarneming ziet en hoort meer dan de bewuste, je onbewuste mening is belangrijker voor je handelen dan je bewuste, beslissingen zijn beter na onbewuste denkarbeid, creativiteit en genialiteit zijn het gevolg van onbewuste denkprocessen en bewustzijn speelt een marginale rol in menselijk gedrag. Belangrijkste gevolgtrekking beslecht eeuwenlange filosofische disputen: vrije wil bestaat niet. Het onbewuste is ons steeds een stapje voor. Populariserende psychologieboeken als Het slimme onbewuste zijn er in overvloed, bijna allemaal zijn ze gebouwd op aantrekkelijke, spannende experimenten. Reuze interessant, maar toch knaagt er altijd iets. De psychologie weet zichzelf heel goed te verkopen. Er wordt echter weinig rekenschap gegeven van de betrekkelijke wetenschappelijke waarde ervan. Vaak hebben ze slechts zeer kleine resultaten en ik heb mijn twijfels bij het menselijk handelen in een gecontroleerde omgeving. Vooral als we ons zoals hier op het terrein van bewust en onbewust handelen bevinden. En bovendien: als het onbewuste het bewuste regeert, welke waarde moeten we dan aan de - bewuste - interpretatie van de experimentele resultaten toekennen? Een merkwaardige double bind ligt op de loer?

A.F.Th. van der Heijden - Kruis en kraai. De romankunst na James Joyce (2008), 103 blz.
Na de Perpetua-reeks is uitgeverij Athenaeum opnieuw een mooie serie gestart: Over de roman. Bekende schrijvers zetten hun visie op aspecten van de romankunst uiteen. Dat is dus literatuurtheorie maar dan zonder het dorre, afstompende taalgebruik. Van der Heijden is dan de juiste man om de reeks te beginnen. Of hij nu een vuistdikke roman schrijft of een literair-theoretische verhandeling, zijn stijl is enig in zijn soort. Van der Heijden heeft zijn essay in de vorm van een lange brief aan Anthony Mertens gegoten. In meerdere opzichten is dit een boeiend boekje. Van der Heijdens visie is niet alleen zijn visie op de romankunst als zodanig, maar ook vooral een verklaring van zijn eigen poëtica en methode. (Wie bekend is met zijn werk herkent de passages over de bronnen van zijn schrijverschap uit het schitterende boek met dagboeknotities Engelenplaque - dat Van der Heijden zijn eerste roman op een enorme rol krantenpapier schreef, is en blijft een mooie anekdote.) Daarnaast tracht hij een definitie te geven van het genre. Van der Heijden onderscheidt daarbij tien vormen van literaire inspiratie, ze zijn als intermezzi in de tekst opgenomen. Volgens mij heeft de auteur al eerder in het tijdschrift Literatuur zo'n opsomming van inspiratievormen gegeven. Hij verwijst er hier niet naar. Interessant zijn de passages over ultieme pogingen Het Boek te schrijven. Ook Van der Heijden is een erkende bewonderaar van Mulisch - hij was een van de zes auteurs die een gelegenheidsnovelle mochten schrijven voor Mulisch 80ste verjaardag - en het is dan ook duidelijk waar hij wat dit onderwerp betreft een substantieel deel van de mosterd heeft gehaald. Kanttekening heb ik wel bij de doelstelling van de reeks: 'de positie van de roman te bevorderen in de multimediale en multiculturele samenleving'. Dat nieuwe media de status van de roman kunnen aantasten, wil ik nog wel geloven. Maar dat de multicultuur funest zou zijn voor het genre, begrijp ik niet. Misschien lezen allochtone jongeren iets minder dan autochtone, maar daar staat tegenover dat schrijvers als Kader Abdolah en Hafid Bouazza een verrijkende impuls aan de roman hebben gegeven.

Filosofie. De nieuwste filosofie. Derrida, Sloterdijk, Nussbaum (2006), 579 blz.
Met het werk van Peter Sloterdijk ben ik redelijk vertrouwd. Hij is echter de enige hedendaagse filosoof van wie ik een aantal primaire werken heb gelezen. Verder had ik weinig zicht op wie nu eigenlijk de belangrijkste denkers van deze tijd zijn. Deze bundel, deel vijf van de filosofiecassette van wattenstaafjeswinkel het Kruidvat (jazeker!), is een bloemlezing van teksten van negentien moderne filosofen. Naast Sloterdijk kende ik Michel Foucault, Jacques Derrida, Julia Kristeva en Pierre Bourdieu al enigszins van hun literatuurtheoretische of -sociologische teksten. Van Richard Rorty had ik al wel wat gelezen, van Martha Nussbaum en Hilary Putnam een aantal fragmenten. De overige denkers kende ik slechts van naam, of zelfs dat niet. 'Nieuwe' namen die mijn belangstelling hebben gekregen zijn Leszek Kolakowski, Gianni Vattimo en Slavoj Zizek. De Poolse filosoof Kolakowski verenigt in Over het alledaagse leven in een glasheldere stijl common sense en diepere inzichten. Beheerst weegt hij voors en tegens af bij zowel politieke als menselijke zaken om dan steeds een zeer redelijk standpunt in te nemen. Soms dringt zijn katholicisme daarbij wat al te veel op de voorgrond, maar daar hebben alle Polen last van. Vattimo onderneemt in Ik geloof dat ik geloof een poging de tradities van het christelijke geloof te verenigen met het (post)moderne leven. Hij heeft een punt als hij stelt dat de twee grote systemen die in staat werden geacht de ultieme waarheidsaanspraak van religie over te nemen, de experimentele natuurwetenschap en het (marxistische) historisme, ook niet het laatste antwoord op alle vragen zullen kunnen geven: 'Er zijn vandaag de dag geen aannemelijke, krachtige filosofische redenen meer om atheist te zijn.' Vattimo stelt zich kwetsbaar op en pleit voor een bijdetijdser geloof. De 'provocerende' Sloveense denker Zizek schiet in zijn kritiek op het kapitalisme zowel op het linkse als rechtse liberalisme. In zijn Pleidooi voor intolerantie ontmaskert hij multiculturele tolerantie als juist nadelig voor etnische minderheden. Interessant is verder de feministische visie van Judith Butler, opmerkelijk is de verbinding die Jean-Luc Nancy legt tussen zijn eigen harttransplantatie en de begrippen 'vreemdeling' en 'indringer', onleesbaar is Giorgio Agamben. De teksten van Charles Taylor, Willard van O. Quine, Pascal Bruckner, Marc-Alain Oauknin en Abdelkarim Soroesj tot slot hebben geen blijvende indruk achtergelaten. De samenstellers hebben voor uniformiteit gekozen door van elke filosoof een tekst te kiezen met een politiek-maatschappelijke inslag. Zo is van Bourdieu 'Over televisie' opgenomen en van Kristeva een verhandeling over immigratie en gastvrijheid. De hedendaagse filosofie lijkt mij de facto grotendeels politieke filosofie. Mijn enige leesdoel was kennis te maken met onbekende namen en daarin voldoet De nieuwste filosofie, al laten de vertalingen soms te wensen over. Dieptepunt: twee keer de constructie 'wordt [...] ik', waarbij 'wordt' toch echt de persoonsvorm bij 'ik' is.