Fragment: 'het tijdperk van de hypermorele zonen van nationaal-socialistische vaders loopt gaandeweg ten einde. Een wat vrijere generatie rukt op. Voor haar betekent de traditionele cultuur van verdenking en beschuldiging niet meer zo veel. [...] Wie verbaast zich er eigenlijk over dat in deze situatie de oude mentaliteitsmachthebbers vóór de aflossing van de wacht nog eenmaal steigeren en hun schuld en hun onvrijheid met een laatste inspanning op het nageslacht proberen af te schuiven? Ze willen voor hun eigen hypermoraal een geweldig monument oprichten, en ze willen nog één keer, net als in de dagen dat geen dode dictator voor ons verzet veilig was, op fascistenjacht gaan.' [Uit de open brief aan Habermas]
J.M. Coetzee - Dagboek van een slecht jaar Coetzee heeft een essaybundel in een semi-romanvorm gegoten. De mini-essays van een oude man bestrijken het grootste deel van het verhaal. Allerhande onderwerpen passeren de revue: Guantánamo Bay, terrorisme, pedofilie, J.S. Bach. Daar doorheen verweven (of eigenlijk: daaronder) lopen twee verhaallijnen. In de ene beschrijft de man zijn omgang met een jonge, bloedmooie vrouw die zijn redactrice wordt. In de tweede is de vrouw aan het woord. Zij geeft haar kijk op de zaken en beschrijft de gemene praktijken van haar vriend. Die gispt de volgens hem ouderwetse meningen van de oude man en breekt in in diens computer. Het lezen wordt door de opmaak niet vergemakkelijkt. Het is steeds weer een gepuzzel om de drie verhalen enigszins simultaan te lezen. De essays zijn bijna zonder uitzondering boeiende verhandelingen waarin intelligente opmerkingen en tot nadenken stemmende meningen vervat zijn. De verhalende elementen gieten het geheel in een fictionele vorm. Door eerst de oude man en vervolgens de vrouw tussen hemzelf en de essays in te plaatsen, speelt Coetzee een slim metafictioneel spel, waardoor de meningen in de essays niet zonder meer aan de Zuid-Afrikaanse schrijver toe te schrijven zijn. [*****]
Fragment: 'In de tijd dat Polen door de communisten werd geregeerd waren er dissidenten die thuis avondcolleges gaven, die werkgroepen leidden over schrijvers en filosofen die van de officiële canon waren uitgesloten (zoals Plato). Er kwam geen geld aan te pas, al waren er misschien andere vormen van betaling. Wil de geest van de universiteit overleven, dan zal er misschien iets in deze trant moeten ontstaan in landen waar het tertiair onderwijs volstrekt ondergeschikt is gemaakt aan commerciële principes. Met andere woorden, de echte universiteit zal misschien naar de mensen thuis moeten verhuizen en titels moeten verlenen die uitsluitend zijn gebaseerd op de namen van de geleerden die de diploma's ondertekenen.'
Sofokles - Oidipous & Antigone Oidipous vraagt zich af waar toch die bode blijft die hij op pad heeft gestuurd en warempel: daar komt hij toevallig toch net aangerend. Dit procédé is inherent aan de Griekse tragedie en mag het leesplezier niet in de weg staan. Zoals miljoenen vóór mij ging ook ik namelijkoverstag voor Oidipous (Oidipous Rex). Ik las het in één ruk uit en vervolgens meteen nog een tweede keer. Het bekende verhaal van de jongeman die onbewust zijn vader vermoordt en met zijn moeder het bed deelt om aan de voorspelling van het orakel te ontkomen, is natuurlijk al geniaal. (Terzijde: en tevens een vroeg voorbeeld van 'intentieloze intentie'?) Sofokles blinkt daarnaast uit in de dialogen en ook de verkondigde wijsheden ('nooit iemand gelukkig noemen voordat hij de eindstreep van het leven gepasseerd is zonder pijn') zijn om te smullen. De dialoog tussen Oidipous en de blinder ziener Teiresias is qua opbouw en woordkeus (de vertaling is van G.Koolschijn) briljant. (OIDIPOUS: 'Ellendeling - ja, u zou zelfs een steen nog driftig maken - nooit spreekt u het [probleem van Oidipous] uit? U blijft zo koppig en onhandelbaar?' TEIRESIAS: 'U klaagt over mijn trots. De uwe ziet u niet, waarmee u leeft. Ik krijg de schuld.')
Antigone kon me iets minder bekoren, maar bevat dezelfde sterke dialogen en scherpe wijsheden. De botsing tussen staatkundige wet en religieuze wet wordt mooi verpersoonlijkt door de tragische Antigone die haar gesneuvelde broer een eervolle begrafenis wil geven, terwijl dat van staatswege verboden is. [***** Oidipous] [**** Antigone]
Fragment: [koor]: 'O, mensengeslachten, voor mij telt uw leven even zwaar als niets. Want wie, welk mens vindt meer van het geluk dan louter schijn en na de schijn de ondergang? Met uw beeld, uw lot voor ogen, het uwe, arme Oidipous, noem ik geen mens gelukkig.'
Phillipe Claudel - Grijze zielen Ingetogen vertelde geschiedenis over schuld, onschuld en het wijde grijze gebied daartussen. Plaats van handeling is een Frans dorpje ten tijde van WO I, waar een tienjarig meisje vermoord wordt gevonden. De daadwerkelijke oorlog blijft buiten het dorp, maar sijpelt onvermijdelijk de gemeenschap binnen. Hoewel de ingetogenheid soms omslaat in sloomheid, zorgt de informatie-uitstellende structuur er toch voor dat het verhaal spannend blijft. De climax is bovendien verrassend. [****]
Ilja Leonard Pfeijffer - Het grote baggerboek Was Pfeijffer stiekem P.Kouwes? Het taalgebruik van deze met roken gestopte, virtuoze Geenstijl-columnist doet sterk denken aan dat van een van de protagonisten van Pfeijffers roman. Bijv. in deze zin: 'Het was qua wat betreft de pornografische liefde allemaal soppietoppie, laat dat maar met een gerust hartje aan deze leutermans over.' De woorden zijn van een baggeraar die in 'Kamelistan' in bizarre situaties verzeild raakt. Om en om zijn hij en zijn gortdroge psychiater aan het woord. De combinatie werkt wonderwel. Leest als een trein. [****]
Paul Auster - De New York-trilogie Stond al eens links in de 'Leeslijst'. Toen was na de eerste twee novellen (Broze stad, Schimmen) de tijd op. Nog maar eens geleend om ook de derde (De gesloten kamer) te lezen en ik kon het niet laten de eerste twee opnieuw te lezen. Auster is een meester in het spelen met de grenzen tussen auteur, verteller en personages. En met de grenzen tussen de drie novellen. Intelligent proza, bij vlagen beklemmend, bij vlagen hilarisch. [****]
Sofokles - Oidipous & Antigone Oidipous vraagt zich af waar toch die bode blijft die hij op pad heeft gestuurd en warempel: daar komt hij toevallig toch net aangerend. Dit procédé is inherent aan de Griekse tragedie en mag het leesplezier niet in de weg staan. Zoals miljoenen vóór mij ging ook ik namelijkoverstag voor Oidipous (Oidipous Rex). Ik las het in één ruk uit en vervolgens meteen nog een tweede keer. Het bekende verhaal van de jongeman die onbewust zijn vader vermoordt en met zijn moeder het bed deelt om aan de voorspelling van het orakel te ontkomen, is natuurlijk al geniaal. (Terzijde: en tevens een vroeg voorbeeld van 'intentieloze intentie'?) Sofokles blinkt daarnaast uit in de dialogen en ook de verkondigde wijsheden ('nooit iemand gelukkig noemen voordat hij de eindstreep van het leven gepasseerd is zonder pijn') zijn om te smullen. De dialoog tussen Oidipous en de blinder ziener Teiresias is qua opbouw en woordkeus (de vertaling is van G.Koolschijn) briljant. (OIDIPOUS: 'Ellendeling - ja, u zou zelfs een steen nog driftig maken - nooit spreekt u het [probleem van Oidipous] uit? U blijft zo koppig en onhandelbaar?' TEIRESIAS: 'U klaagt over mijn trots. De uwe ziet u niet, waarmee u leeft. Ik krijg de schuld.')
Antigone kon me iets minder bekoren, maar bevat dezelfde sterke dialogen en scherpe wijsheden. De botsing tussen staatkundige wet en religieuze wet wordt mooi verpersoonlijkt door de tragische Antigone die haar gesneuvelde broer een eervolle begrafenis wil geven, terwijl dat van staatswege verboden is. [***** Oidipous] [**** Antigone]
Fragment: [koor]: 'O, mensengeslachten, voor mij telt uw leven even zwaar als niets. Want wie, welk mens vindt meer van het geluk dan louter schijn en na de schijn de ondergang? Met uw beeld, uw lot voor ogen, het uwe, arme Oidipous, noem ik geen mens gelukkig.'
Phillipe Claudel - Grijze zielen Ingetogen vertelde geschiedenis over schuld, onschuld en het wijde grijze gebied daartussen. Plaats van handeling is een Frans dorpje ten tijde van WO I, waar een tienjarig meisje vermoord wordt gevonden. De daadwerkelijke oorlog blijft buiten het dorp, maar sijpelt onvermijdelijk de gemeenschap binnen. Hoewel de ingetogenheid soms omslaat in sloomheid, zorgt de informatie-uitstellende structuur er toch voor dat het verhaal spannend blijft. De climax is bovendien verrassend. [****]
Ilja Leonard Pfeijffer - Het grote baggerboek Was Pfeijffer stiekem P.Kouwes? Het taalgebruik van deze met roken gestopte, virtuoze Geenstijl-columnist doet sterk denken aan dat van een van de protagonisten van Pfeijffers roman. Bijv. in deze zin: 'Het was qua wat betreft de pornografische liefde allemaal soppietoppie, laat dat maar met een gerust hartje aan deze leutermans over.' De woorden zijn van een baggeraar die in 'Kamelistan' in bizarre situaties verzeild raakt. Om en om zijn hij en zijn gortdroge psychiater aan het woord. De combinatie werkt wonderwel. Leest als een trein. [****]
Paul Auster - De New York-trilogie Stond al eens links in de 'Leeslijst'. Toen was na de eerste twee novellen (Broze stad, Schimmen) de tijd op. Nog maar eens geleend om ook de derde (De gesloten kamer) te lezen en ik kon het niet laten de eerste twee opnieuw te lezen. Auster is een meester in het spelen met de grenzen tussen auteur, verteller en personages. En met de grenzen tussen de drie novellen. Intelligent proza, bij vlagen beklemmend, bij vlagen hilarisch. [****]