dinsdag 29 juli 2008

[Tour 2008] Op rapport

[Foto: Cor Vos]
"Wielrennen is de enige echte sport. Alle andere ‘sporten’ zijn spelletjes. Geen scheidsrechters die fluiten bij vals spel, niet stoppen als je buiten de lijn komt, geen theepauze na drie kwartier, geen rij kurken tussen jou en je tegenstanders."(Maarten Ducrot - Maartens Manifest)

Dit is de laatste bijdrage over de Tour de France 2008
De Tour zit er weer op, de slaven van het asfalt verdienen deze week in kermiskoersjes meer geld dan in de hele Ronde van Frankrijk. De Tour van dit jaar was niet al te opwindend. Dat het spannend bleef tot de laatste tijdrit maakte toch veel goed. Ook werden er weer een paar rotte appels uit de mand gesodemieterd. De Nederlanders reden overwegend sterk, maar onopvallend. Alle tien bereikten Parijs. Hieronder per team het oordeel, uitgaande van de prognose. De cijfers verwijzen dit keer niet naar het rugnummer van de betreffende renner, maar naar zijn positie in het algemeen klassement.

Silence-Lotto [7]
2.Evans - 24.Popovych - 31.Aerts - 83.Cioni - 87.Van Summeren - 122.McEwen - 124.Hoste - 145.Vansevenant - DNF Brandt
Cadel Evans is een wieltjeszuiger en nu gaat hij ook al qua klassement op Joop Zoetemelk lijken. Gelukkig won de Australiër niet, een winnaar zonder ritzege is geen winnaar. Bovendien viel hij vooral op door zijn geagiteerde, hooliganeske gedrag. Evans' team viel tegen. Cioni en Van Summeren konden hem niet van dienst zijn en ook beoogde meesterknecht Popovych hing veelal vroegtijdig aan het elastiek. Alleen good old Mario Aerts bleek bergop van waarde. McEwen won dit jaar eens geen etappe. Wim Vansevenant deed er alles aan om weer laatste te worden en het moet me van het hart dat ik me daar dood aan ergerde. Het is laakbaar, het heeft niets met professionele sport te maken. Ja, ik vind het even erg als doping.

CSC-Saxo Bank [9]
1.Sastre - 6.F.Schleck - 12.A.Schleck - 37.Voigt - 46.Gustov - 57.Arvesen - 65.Cancellara - 109.O'Grady - 118.SörensenMet Carlos Sastre heeft de Tour een waardige winnaar. De aimabele Spanjaard is een scharnier tussen het oude en nieuwe wielrennen. Opgeleid bij Saiz zag hij zijn vriend Jiménez letterlijk kapot gaan aan de dope. Sastre zwoer nooit zo te eindigen. Sastre's zege is grotendeels teamwork. De Schlecks waren ijzersterk, vooral Andy, die door één jour sans buiten de top tien is gevallen. Maar ook de manier waarop mannen als Voigt, Arvesen en de loodzware Cancellara bergop de forcing voerden was indrukwekkend. Frank werd misschien wel het slachtoffer van de sterkte van zijn eigen team. Schrijf Andy maar alvast op voor het podium van volgend jaar.

Euskaltel [6,5]
7.S.Sanchez - 16.Astarloza - 45.Zubeldia - 50.Martinez - 52.Txurruka - 73.Verdugo - 91.Perez - 103.Oroz - 104.Isasi
Tsja. De Basken vielen eerlijk gezegd lichtelijk tegen. Met twee man bij de eerste twintig mag niemand klagen, maar de bekende aanvalsdrift en frivoliteit waren dit jaar toch in Baskenland achtergebleven. Sanchez reed solide naar plaats zeven zonder ooit kans te maken op meer. Astarloza kwam geen moment op zijn niveau van een jaar eerder. Zubeldia - die ik hoog had ingeschat - zakte zelfs vroegtijdig door het ijs. Ook dat schattige Txurrukaatje was onzichtbaar. Alleen Egoi Martinez viel veel aan. Volgend jaar toch maar Igor Antón meenemen?

Caisse d'Epargne [6]
9.Valverde - 30.Arroyo - 51.López - 56.Gutierrez - 62.L.-L.Sanchez - 66.Portal - 115.Coyot - 141.Garcia Acosta - DNF Pereiro
Laat je ogen vluchtig over de klasseringen gaan en concludeer dat de Spanjaarden de sterkte van hun ploeg niet hebben uitgebuit. Oké, met Valverde en Sanchez herbergen ze twee etappewinnaars, maar het nettoresultaat is toch negatief. Valverde komt gewoon tekort voor een Tourzege, dat mag de belangrijkste conclusie zijn. De anderen reden volledig in dienst van hem en deden zichzelf daarmee tekort. López - een van mijn potentiële surprises - bleef zo helaas onzichtbaar. De sympathieke Pereiro maakte een gruwelijke doodsmak. Koos Moerenhout was ervan overtuigd dat hij dood op het asfalt lag. Gelukkig hield Pereiro er 'slechts' enkele botbreuken aan over.

Columbia [9]
8.Kirchen - 17.Sivtsov - 35.Hincapie - 41.Lövkvist - 106.Ciolek - 108.Hansen - 120.Burghardt - 144.Eisel - DNF Cavendish
Bob Stapletons Columbia 'debuteerde' voortreffelijk. Mark Cavendish won op oppermachtige wijze maar liefst vier massasprints en mocht daarna gaan uitrusten. Ook Burghardt stal nog een ritzege. Kim Kirchen droeg enkele dagen het geel en finishte wederom in de top tien. Sivtsov werkte zich een slag in de rondte en werd nog 17de ook. Dat belooft wat als hij voor eigen kansen mag gaan. Eeuwig talent Lövkvist leek eindelijk dat predikaat van zich af te gaan schudden, maar na de eerste week was het toch over. Met Ciolek heeft Columbia overigens hét sprinttalent in huis die gezien zijn klassering moeiteloos de bergen kan overleven.

Barloworld [5,5]
48.Augustyn - 84.Froome - 88.Cheula - 107.Hunter - DNF Soler - DNF Cárdenas - DNF Cooke - DNF Dueñas - DNF Longo BorghiniHet arme Barloworld viel van het ene ongeluk in het andere. Eerst stuiterde klassementsman Soler over het asfalt en moest hij opgeven, vervolgens werd revelatie Moises Dueñas op bloeddoping betrapt en op dezelfde dag vielen Cárdenas en Cooke - onafhankelijk van elkaar - zo hard dat ook zij moesten opgeven... Het team verdient lof dat het ondanks deze tegenslag toch bleef aanvallen. De piepjonge vermetelen John-Lee Augustyn en Chris Froome gingen in de Alpen op avontuur. Augustyn dook head first het ravijn in en bezorgde de wereld memorabele televisie, en de arme Froome stond een dag later geparkeerd op Alpe d'Huez. Zij komen er wel.

Liquigas [7]
13.Kreuziger - 20.Nibali - 67.Pozzato - 76.Fischer - 113.Willems - 128.Kuschynski - 130.Quinziato - DNF Beltrán - DNF ChicchiVooraf had Liquigas met Beltrán en Kreuziger twee kandidaten voor de top tien. Het verhaal Beltrán is bekend. Kreuziger reed naar behoren en werd knap dertiende. Het andere talent - Vincenzo Nibali - verraste vriend en vijand door met de besten mee te gaan en op de witte trui af te stevenen. Drie weken Tour na een loodzware Giro laten je 23-jarige benen echter niet onberoerd en in de derde week sloeg de verzuring dan ook ongenadig hard toe. De andere renners konden weinig klaarmaken. Pozzato bewees weer eens dat het nergens op slaat hem kopman te maken in een wedstrijd als de Tour.

Lampre [4,5]
26.Szmyd - 27.Bruseghin - 49.Tiralongo - 92.Marzano - 94.Ballan - 117.Bono - 127.Righi - 140.Mori - DNF Cunego
Arm, arm Lampre. Damiano Cunego kon de Tour gaan winnen - ik had er in ieder geval alle fiducie in - maar het werd een verschrikkelijke Tour. Cunego bleek niet de topvorm te pakken te hebben en was betrokken bij elke valpartij. Als dan ook meesterknechten Tiralongo en - vooral -Marzano geen deuk in een pakje boter rijden, dan gaat het van kwaad tot erger. Mooi vond ik dat de dappere Cunego van geen opgeven wilde weten. Vlak voor Parijs ging hij echter weer ongenadig hard naar de grond en was het einde oefening. Sylwester Szmyd mocht door alle perikelen pas laat voor eigen succes gaan en werkte zich nog op tot plaats 26.

Crédit Agricole [7,5]
18.Botcharov - 19.Fofonov - 40.Le Mevel - 79.Gerrans - 80.Pauriol - 99.Hushovd - 102.Bonnet - 138.Engoulvent - DNF Renshaw
Ik ging vooraf tegen de stroom in door te stellen dat Fofonov hoger zou eindigen dan Botcharov. Dat is eigenlijk ook zo, ware het niet dat de kleine Rus net een plaatsje hoger staat door met een ontsnapping mee te zijn geweest. Fofonov is overigens na afloop nog 'betrapt' verklaard: hij nam een middeltje tegen kramp en dat mag ook al niet meer. Thor Hushovd wist in het Cavendish-geweld toch nog een etappezege weg te kapen. Simon Gerrans' etappezege in een bergrit was even sneaky als leuk. Van Rémi Pauriol kon ik geen hoogte krijgen. De ene dag met de besten mee omhoog, de volgende dag in de bus.

Quick Step [5]
36.Carrara - 78.Van de Walle - 89.Barredo - 96.Tosatto - 98.Rosseler - 111.Steegmans - 125.De Jongh - DNF Devolder - DNF Facci
Net als Lampre wil ook Quick Step deze Tour zo snel mogelijk vergeten. Topfavoriet Stijn Devolder raakte gedurende de Ronde met zichzelf in de knoop en stapte fysiek en vooral mentaal afgepeigerd van zijn fiets. Devolder barst van het talent, maar het stormt in zijn hoofd. Carrara - die ik hoog inschatte - voldeed aanvankelijk aan de verwachtingen, maar zakte steeds verder weg en eindigde Alpe d'Huez zelfs in de bus. Gert Steegmans - die beste van de ploeg was op Alpe d'Huez (!) - redde de eer nog enigszins door op Champs d'Elysees te winnen. Steven de Jongh deed zoals altijd onopvallend zijn werk.

AG2R [8,5]
10.Valjavec - 11.Efimkin - 21.Goubert - 28.Dessel - 55.Dupont - 71.Elmiger - 72.Arrieta - 137.Riblon - DNF GadretVerlost van Moreau kwam AG2R tot volle wasdom. Met schitterende klasseringen werden de Fransen kort na CSC tweede in het ploegenklassement. De altijd verstoppertje spelende Tadej Valjavec koerste stiekem de top tien binnen. Efimkin viel veelvuldig aan, net als Dessel. De laatste bekroonde zijn werk met een etappezege. Stéphane Goubert - met 38 jaar de oudste van het peloton - reed zijn beste Tour ooit. Er werd niet veel ruchbaarheid aan gegeven, maar het feit dat AG2R met vier man overbleef op de Alpe d'Huez getuigde van grote klasse.

Gerolsteiner [8]
3.Kohl - 25.Schumacher - 33.Fothen - 75.Lang - 93.Scholz - 116.Förster - 126.Haussler - 143.Krauss - DNF Wegmann
Oostenrijk stond op zijn kop: Bernhard Kohl was dé verrassing van deze Tour. Met de bolletjestrui om de schouders op het erepodium. En niets is gestolen. 'Het Kohltje,' zoals de Belgen hem noemden, reed energiek en ging tot het gaatje. Chapeau! De oerlelijke Stefan Schumacher deed in beide tijdritten denken aan zijn beroemde naamgenoot. Hij won twee keer op indrukwekkende wijze en was ook nog eens bijkans elke dag in de aanval. Markus Fothen staat stil in zijn ontwikkeling en de sprinters maakten niks klaar - behalve ongenadig hard je fiets in tweeën rijden op een verkeersbord (Krauss) - maar een kniesoor die daar een punt van maakt.

Agritubel [5]
39.Gonzalo - 64.Vogondy - 81.Lelay - 85.Lequatre - 135.Bichot - DNF Moreau - DNF Casper - DNF Feillu - DNF Jalabert
Beroepsquerulant Christophe Moreau zat in de eerste week weer eens in de verkeerde waaier en kneep verongelijkt in de remmen. Het toch al niet ruim bedeelde Agritubel betaalde hem vorstelijk, maar daar had Moreau geen boodschap aan. De gevaarlijk magere Eduardo Gonzalo kon de fakkel niet overnemen en Lelay en Lequatre konden slechts één dag pieken. Franse kampioen Vogondy miste een zege op een halve haar na en viel later nog op door vanuit de achtergrond met een rotgang Alpe d'Huez op te rijden. De arme lichtgewichten Casper en Feillu strandden in het zicht van de haven door buiten de tijd te finishen.

Rabobank [7,5]
4.Menchov - 22.Ten Dam - 34.Moerenhout - 60.Tankink - 63.Weening - 69.Posthuma - 70.Freire - 131.Langeveld - DNF Flecha
Denis Menchov viel aan en viel neer. Een vierde plek is verdienstelijk, zonder meer, maar zonder alle foutjes die hij gedurende de Ronde maakte stond hij gewoon op het podium. Over Ten Dam niets dan goeds. Hij verzaakte nooit en als Breukink het hem niet had verboden hadden we hem op de Bonette met het groepje-Dessel naar de streep zien rijden. Moerenhouts 34ste plaats toont aan dat hij gewoon goed klimt. Weening had het moeilijk in het begin, maar reed een formidabele Alpe d'Huez. Dat deed me echt deugd. Freire deed het uitstekend met een etappezege en de groene puntentrui. Flecha reed zichzelf voorbij en finishte op de laatste vrijdag buiten tijd. Tankink, Posthuma en Langeveld waren (te) onzichtbaar. Het collectief was ijzersterk: Rabobank eindigde als derde in het ploegenklassement.

Bouygues Telecom [5]
32.Fedrigo - 38.Pineau - 54.Tschopp - 86.Lefevre - 90.Clement - 97.Voeckler - 101.Florencio - 142.Sprick - DNF Trofimov
Mijn 'verrassingen' vielen ook dit jaar weer zonder uitzondering tegen. Ook Yury Trofimov bakte er niets van. Het hele Bouygues viel trouwens door de mand. De ploeg staat bekend om zijn aanvalsdrift, maar zo ongecoördineerd en warrig als het dit jaar ging werkt averechts. Stef Clement - die zelf ook niet meeviel - ergerde zich kapot aan zijn maten. Exemplarisch was het rijden van Johann Tschopp. De Zwitser reed anoniem in de bus in de Pyreneeën, zat in de Alpen ineens in de groep-Gele trui, om uiteindelijk weer in de bus te eindigen. Ook charlatan Voeckler gaf niet thuis.

Milram [6,5]
29.Knees - 43.Zabel - 44.Velo - 58.Velits - 100.Schröder - 105.Müller - 123.Grabsch - 129.Lancaster - 136.TerpstraMilram reed dan volgens kenners wel een onzichtbare, matige Tour, het team is met CSC en Euskaltel wel het enige dat met alle negen renners Parijs bereikte. Niki Terpstra verdient een ruime voldoende voor zijn strijdlust. Hij probeerde het enkele malen. Kopman Erik Zabel wint nooit meer een sprint maar fietst daarentegen steeds gemakkelijker een col op. Klassementsrenner Knees presteerde naar behoren zonder ook maar een moment op te vallen. Velo en Velits verdienden hun mooie plaatsen in het eindklassement door ten aanval te trekken. Milram staat er uiteindelijk nog niet zo slecht op.

Française des Jeux [6]
14.Casar - 59.Di Gregorio - 74.Le Boulanger - 82.Vaugrenard - 112.Gilbert - 121.Roy - 132.Gerard - DNF Jégou - DNF Sé.ChavanelSandy Casar zal altijd een wisselvallige coureur blijven. Na zijn 71ste plek van vorig jaar eindigt hij nu weer glansrijk als 14de. Rémy di Gregorio is een begenadigd klimtalent dat helaas nog slechter daalt dan Menchov, en dat stond een klassement in de weg. Jérémy Roy verdient een eervolle vermelding voor zijn niet aflatende aanvalspogingen. Phillipe Gilbert won zowaar bijna de eerste etappe, in het vervolg was hij even onzichtbaar als de rest van het team. Française des Jeux ontbreekt het elk jaar weer aan renners met een specialiteit

Saunier Duval [4]
DNF Riccò - DNF Bertogliati - DNF Cobo - DNF De La Fuente - DNF Del Nero - DNF Gomez - DNF Jufre - DNF Passeron - DNF Piepoli
Na de arrestatie van Riccò trok de ploeg zich terug uit de Tour. Twee renners waren de geelhemden al kwijt voor de onheilstijding kwam. Angel Gomez krulde zich weer eens om een verkeersbord en Aurélien Passeron werd geveld door een vrouwelijke toeschouwer. Met twee zeges voor Riccò, een voor Piepoli en het uitstekende klassement van Cobo stond men er nochtans goed voor. Ook De La Fuente had zich in de eerste week weer veelvuldig gemengd in de strijd om de bolletjestrui. Piepoli bekende tussen neus en lippen door ook betrokken te zijn bij dopingpraktijken en dat maakt het hele team verdacht.

Cofidis [8]
15.Moinard - 23.Monfort - 42.Moncoutié - 53.Duque - 61.Sy.Chavanel - 114.Dumoulin - 119.Brard - 139.Augé - DNF Duclos-LasalleHervé Duclos-Lasalle was dé pechvogel van deze Ronde. In de eerste etappe vond hij na een krappe 75 kilometer reeds zijn Waterloo nadat Leif Hoste zijn etenszakje tussen Duclos' spaken mikte. Succes was er ook. De kleine Dumoulin won knap een etappe, net als eeuwige schlemiel Chavanel. Die werd ook nog uitgeroepen tot meest strijdlustige renner, in plaats van Schumacher die die titel verdiende. Amaël Moinard is zo'n jong klimmertje die je vooraf ergens tussen plek 25 en 40 inschaalt. Zijn 15de plek getuigt van grote klasse. Ook Monfort reed aardig, al kon hij niet drie weken lang zijn niveau vasthouden. Augé en Brard gingen veelvuldig in de aanval.

Garmin [7]
5.Vandevelde - 47.Hesjedal - 68.Millar - 77.Lowe - 95.Pate - 110.Dean - 133.Frischkorn - 134.Maaskant - DNF Bäckstedt
Na Kohl was Christian Vandevelde de grootste verrassing. De Amerikaan liet zien wat er mogelijk is wanneer een superknecht voor eigen succes mag rijden. Eén jour sans kostte hem hoogstwaarschijnlijk het podium. Martijn Maaskant viel me erg tegen. Geen moment in de aanval, altijd achterin het peloton. De even geblokte Danny Pate viel wél aan en won nog bijna een bergetappe ook. Potentiële verrassingen Hesjedal en Lowe konden niet imponeren. De opvallend witte David Millar begon erg sterk, stond lang in de top tien, maar komt tekort voor het hooggebergte.

Tot slot ook dit jaar weer een 'Top Vijf Maarten Ducrot':

1. "Pereiro wordt altijd tiende. Ook in 2006 werd 'ie tiende, alleen toen werd 'ie eerste omdat hij een half uur cadeau kreeg in een ontsnapping." (Hier is geen speld tussen te krijgen)
2. "Weer zo'n idioot slechte bocht. Hij rijdt 93 meter om... Denkt ie misschien dat er tegenverkeer is?... Ik denk dat 'ie bang is dat in de binnenbocht valkuilen gegraven zijn of zo." (Over het abominabele bochtenwerk van Amaël Moinard)
3. "België is in rouw. Kijk die Belgische vlag wapperen, of is het de Duitse? Ja, het is de Duitse, maar... zelfde kleuren." (Stijn Devolder moet vroegtijdig lossen en brengt Ducrot in verwarring)
4. "Dit is gewoon je hand tegen de muur zetten en hem erdoorheen proberen te drukken." (Maarten schetst kernachtig het wezen van een individuele tijdrit)
5. "Ja jij denkt de Hulk, ik moet toch ook onwillekeurig aan Ko de Boswachter denken." (Herbert en Maarten kijken verschillend tegen de groene trui van Freire aan)

zondag 27 juli 2008

[Zaterdagnacht] Ella Vogelaar, let je even op?

Als het waar is dat mooie mensen eerder een baan vinden dan lelijke...
Als het waar is dat mooie mensen vervolgens meer geld uitgeven...
Als het waar is dat consumenten die veel uitgeven goed zijn voor de economie...
Als het waar is dat 'we' in moeilijke economische tijden leven...
Als het waar is dat immigratiestromen een probleem vormen...

Dan mag minister Ella Vogelaar best eens serieus naar onderstaand fragment kijken:

donderdag 24 juli 2008

De literaire beterweter #13

Michel Houellebecq - Platform Michel Houellebecq is misschien wel dé belangwekkendste schrijver van het moment. Elementaire deeltjes en De wereld als markt en strijd vond ik zeer treffend. Schrijvers als T.S.Eliot, Joyce en Sinclair Lewis braken begin vorige eeuw door omdat tijdgenoten in hun werken een juiste interpretatie van de contemporaine werkelijkheid lazen. In de huidige eeuw heb ik bij Houellebecq een soortgelijke ervaring. Een gevoel van waarachtigheid, van 'zo is het'. Platform geeft een genadeloze analyse van de verwording van het Westen tot 'een systeem waarin je domweg niet meer kunt leven'. Seksualiteit is haast onmerkbaar gaan gehoorzamen aan de wetten van de markteconomie. De eenzame hoofdpersoon vindt toch vrij onverwachts de liefde van zijn leven en bedenkt een succesvolle formule voor sekstoerisme. Het opvallende is, dat je als lezer begrip kweekt voor deze op het eerste gezicht verwerpelijke praktijk. De motieven en drijfveren van de betrokkenen zijn overtuigend en begrijpelijk. Je krijgt sympathie voor de onsympathieken. Hoe je als lezer daarin meegesleept wordt, blijkt soms plotseling uit een opmerking die wél over het randje is: 'Het was toch een geluk dat hij geen dochter in de vijfde klas had; in sommige omstandigheden zag hij niet hoe - en vooral waarom incest moest worden vermeden.' Aan het eind plegen moslimterroristen een bloedige aanslag op het resort in Thailand. Dit zou kunnen leiden tot gemakzuchtige islamkritiek, maar de uitwerking van Houellebecq is geniaal. De agressiviteit van jonge moslims tegen de openlijke seksualiteit en consumptie van het Westen 'was niet meer dan een teken van machteloze jaloezie'. Zoals een Jordaniër hem vertelt: 'Het moslimsysteem is ten dode opgeschreven, het kapitalisme zou zegevieren.' Platform is niet zo onderhoudend als zijn voorgangers - er zit een vrij traag middengedeelte in - maar schetst wederom een beklemmend en bovenal overtuigend beeld van onze maatschappij. [*****]
Fragment: 'aan de ene kant zie je honderdduizenden westerlingen die alles hebben wat ze willen, maar geen seksuele bevrediging meer kunnen vinden: ze zoeken, ze zoeken onophoudelijk verder, maar ze vinden niets, en daar worden ze doodongelukkig van. Aan de andere kant zie je miljarden individuen die niets hebben, die omkomen van de honger, jong sterven [...] en niets anders meer hebben om te verkopen dan hun lichaam en hun onbedorven seksualteit. Het is zo klaar als een klontje: dit is een ideale ruilsituatie. De poen die daarmee te halen valt is haast onvoorstelbaar: meer dan in de informatica, meer dan in de biotechnologie, meer dan in de media-industrie; er is geen enkele economische sector die de vergelijking kan doorstaan.'

Atte Jongstra - De avonturen van Henry II Fix De lijvige boeken van Atte Jongstra zijn altijd speels en levendig. In zijn jongste roman creëert hij een web van autobiografie en fictie. À la Eco schrijft hij in het voorwoord dat hij op een veiling met drie kisten de nalatenschap van ene Henry II Fix heeft verworven. In het vervolg 'bezorgt' hij de teksten van deze achttiende-eeuwse vrijdenker. Diens aartsvijand is de Zwolse dichter Rhijnvis Feith. De insteek van Jongstra blijkt wel uit de namen van beide figuren en eens te meer uit een hoofdstuktitel als 'Fix versus Feith'. De fictie tegen de feiten dus. Maar wat is hun onderlinge verhouding? Jongstra's positie in dezen zit verborgen in zijn 'verantwoording': 'het blijft in elk boek opnieuw de taak van de lezer om een plek ergens in het midden te zoeken die hem of haat bevalt.' De veelal korte hoofdstukken zijn voor het overgrote deel onderhoudend en geestig. Het verzadigingspunt dat in Het huis M. halverwege opdoemde, bleef hier daarom achterwege. Fix beschrijft zijn wereld even indringend en serieus als lichtvoetig en schertsend. Hij komt over als een genegeerde, miskende figuur met bizarre theorieën en heeft een schimmige relatie met 'WWW', de weduwe Wilhelmina Wilders. Jongstra heeft de roman gelardeerd met vele afbeeldingen en voetnoten. Die noten verwijzen steeds naar geciteerde passages uit de Nederlandse literatuur. Hoewel ze weinig met het verhaal te maken hebben, geven ze wel een mooi inkijkje in oudere teksten. [****]
Fragment: De aanblik van de oude Feith gaf me zelfvertrouwen: 'Wankel als dichter, wankel als mens,' riep ik, 'moet ik hier duelleren met een wrak?' [...] 'Trek uw pistolen, perfide Feith!' schreeuwde ik. 'Red althans nog iets van de eer die u door alle critici te Zwol wordt toegedicht. Hier staat Henry II Fix, hij daagt u uit!'

Ilja Leonard Pfeijffer - De eeuw van mijn dochter De titel van dit stuk is tevens de titel van een toespraak van premier Balkenende over de toekomst van ons land. Niet zo verrassend is de Balkenendische politiek dan ook onderwerp van dit als moderne tragedie gepresenteerde werk van enfant terrible Pfeijffer. Het gehele stuk is opgesteld in rijmende zesvoetige alexandrijnen. Een ware krachttoer maar Pfeijffer slaagt erin niet al te geforceerd de rijm te handhaven en zelfs zo nu en dan met een vindingrijke combinatie te komen. Tot zover de vorm. De inhoud valt echter tegen. Het idee belooft veel: de altijd scherpe Pfeijffer die een genadeloze analyse van Nederland zónder Fortuyn en Van Gogh en ónder Balkenende geeft. De uitwerking is lichtelijk teleurstellend. De tragedie begint met een grafrede van Jeroen Krabbé, 'de grootste acteur van Nederland' bij de begrafenis van premier Balkenende: 'Hoe groot kan groot zijn in een land waar grootheid geldt / als overdaad, bescheiden streven wordt geteld / als grote deugd en kleinheid als ons grootste wapen?' Krabbé wordt zelf de nieuwe premier, alleen JP's dochter Amélie doorziet zijn bedoelingen. Zeus, Apollo en Pallas Athene zien toe maar grijpen niet in. De kritiek die in het stuk vervat zit, ligt er erg dik bovenop: Balkenendes retro-politiek van vertrutting en terugkeer-naar-vroeger-tijden heeft geen oog - laat staan een oplossing - voor de werkelijke problemen. Oorzaken of mogelijke oplossingen worden echter niet aangedragen en dat is jammer omdat zo een treffende duiding ontbreekt. De eeuw van mijn dochter is een bij vlagen geestig stuk, maar helaas niet meer dan dat. [**]
Fragment: Kijk neer op de vlakte. Zie: het is een getto / van saaie burgerlijke middelmatigheid, / een duf moeras, bekrompen van kleingeestigheid, / dat binnenkort wel zal verzinken in de zee / omdat de zuidpool smelt. Maar dat is pas vers twee.

Jan Wolkers - Een roos van vlees De brede borstkas, de extreme dierenliefde, het leed om het door onoplettendheid gestorven kindje: in alles is in de hoofdpersoon van deze roman de figuur van Wolkers te herkennen. Een roos van vlees is met momenten ontroerend en aangrijpend, al voltrekt de handeling zich - begrijpelijkerwijs - erg traag. Mooi zijn de beschrijvingen van het winterweer en de uitwerking daarvan op de verteller. Jammer dat ik dit niet in de winter las. [***]

P.C. Hooft - Nederlandse Historiën Dit meesterwerk uit de Nederlandse literatuur was jarenlang niet in een moderne, leesbare editie beschikbaar. En met alle respect, het origineel is qua syntaxis niet te doen. Sinds kort is er gelukkig in de lacune voorzien. Eddy Grootes, Frank van Gestel en Jan de Jongste hebben puik werk geleverd. De hertaling is zo geschied, dat de wijdlopige stijl van Hooft gehandhaafd is, zonder dat dit de leesbaarheid aangetast heeft. Hoofts beschrijving van het begin van de 80-jarige oorlog is indrukwekkend, enerverend en soms zelfs verrassend. Zo wist ik niet dat Willem van Oranje twee jaar voor de fatale moordaanslag door Balthasar Gerards bijna stierf aan de gevolgen van een eerdere aanslag, waarbij de kogel zijn ene kaak in en de andere weer uit ging. [****]

Gerrit Kouwenaar - Ik was geen soldaat Kouwenaar staat vooral bekend als dichter, maar hij heeft ook enkele prozawerken geschreven. Ik was geen soldaat uit 1951 is een hecht gecomponeerd werk waarin de naoorlogse onthechting en vervreemding bij de jongere generatie op beklemmende wijze beschreven worden. Erg pijnlijk vond ik vooral het gegeven dat de hoofdpersoon na zijn verplichte verblijf in Parijs, waar hij geïnterneerd zat na zijn tijd in het concentratiekamp wegens verraad, kort na de oorlog geen enkele behoefte voelt om terug te keren naar zijn ouders. De roman deed me qua sfeer meermaals denken aan De tranen der acacia's van Hermans. [****]

maandag 21 juli 2008

(On)gezegden #3

In een speciale aflevering ter gelegenheid van de Tour de France

1.Met twee maten meten
De huidige gekte rondom doping in het wielrennen is even noodzakelijk als hypocriet. Noodzakelijk omdat de sport zo van zijn kwaadaardige elementen wordt ontdaan, hypocriet omdat er intussen met twee maten gemeten wordt: waarom worden er constant vragen gesteld bij de deelname van Alejandro Valverde en klinkt er geen enkel kritisch geluid op bij de overwinning van Rafael Nadal op Wimbledon? Sinds Operación Puerto van start ging werden zowel Valverde als Nadal immers nadrukkelijk in verband gebracht met de lijst-Fuentes. Wielrenner Valverde mocht echter pas na een hoger beroep deelnemen aan het WK vorig jaar en ondervindt overal weerstand, terwijl de elitaire tenniswereld zonder schroom de handen stukklapte bij de overwinning van Nadal. Hypocrisie ten top.

2.Hij is zo listig als een slang
De bijnaam van Riccardo Riccò is 'de cobra van Formigine'. Riccó staat - of inmiddels: stond - erom bekend zijn tegenstanders hypnotiserend in de ogen te kijken alvorens vernietigend te demarreren. Ook in deze Tour hebben we dit in de praktijk gebracht zien worden. De gladde Italiaan bleek echter om nog een reden een slang te zijn: zijn listigheid. Riccò bleek de hele kluit belazerd te hebben door derde generatie EPO te hebben gebruikt. Maar... hij kronkelt nog steeds als een slang door alles te ontkennen. En dat terwijl ploeggenoot Piepoli schuld bekende met de uitspaak 'ik heb hetzelfde gedaan als Riccardo'...

3.Heb lief en zie niet om
Deze prachtige romantitel van Willem G. van Maanen mag wat mij betreft een vaste uitdrukking worden. Bovendien is hij ineens zeer actueel. Ik erger me dood aan zuurmuilen die boze brieven naar de krant sturen om daarin hun gal te spuien over de 'positieve' attitude van een Mart Smeets en een Maarten Ducrot en en passant melden nooit meer naar de Tour te zullen kijken. Vooral wegblijven. Het geloof van Smeets en Ducrot is de enige juiste houding. De Tour is een te mooi en te groots evenement om kapot te gaan aan individuele schuinsmarcheerders. Betrapte renners moeten eenmalig beschimpt en vervolgens voor altijd genegeerd worden. Wie denkt er nog aan Basso, J.E. Gutierrez, Scarponi? Zo moet het ook met Beltran, Dueñas en Riccò. Heb de Tour lief en zie niet om naar de smeerlapperij.

4.Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is
En een Tukker is altijd grofgebekt. En Bram Tankink is een Tukker en kwaakt er dus lustig op los. Een interview met Tankink is genieten geblazen. De sympathieke schreeuwlelijk heeft van nature een stem op maximaal volume en neemt geen blad voor de mond (ook een gezegde, trouwens). Verslaggever: 'Wat zou je doen als je Riccò nu tegenkwam?' Bram: 'Dan zou ik hem op zijn muil slaan. Dat heb ik trouwens al gedaan, gisteren in de afdaling. Ik heb er geen spijt van, want hij is gewoon een etter.' Zoveel eerlijkheid is een zegen.

5.Wie niet waagt, die niet wint
Dit gezegde kan deze Tour weleens een ongezegde blijken. Cadel Evans beperkt zich immers tot volgen en de schade in de bergen beperkt houden om in de tijdritten genoeg winst te boeken en daarmee in Parijs op de hoogste trede van het podium te staan. De Australische wieltjeszuiger zou een niet bijster tot de verbeelding sprekende winnaar zijn. Mannen als Menchov, Sastre, Kohl en Schleck vallen aan en nemen risico's. Het was daarom erg jammer dat Menchov onderuitschoof toen hij een flitsende aanval had ingezet. Evans verroerde zich nauwelijks en ging alleen mee als Schleck versnelde. Uiteindelijk brak hij toch en is hij het geel kwijt. Er staat echter nog een tijdrit op het programma...

vrijdag 18 juli 2008

[N64] Mario Party

Vorig jaar besprak ik a.d.h.v. de top 25 van een zelfgemaakte lijst de muziek uit mijn jeugd. Dit jaar een tweede serie in de categorie 'wenken voor een toekomstige biograaf' met als onderwerp de Nintendo 64-games. Met welke spellen bracht ik menige regenachtige middag (maar ook als de zon scheen) op mijn kamertje door? Geen toplijst deze keer, maar in chronologische volgorde en in interviewvorm. In aflevering 6: Mario Party.

Mario Party 1, het begin van een succesvolle reeks.
Nou en of. Inmiddels zijn we alweer bij deeltje 8 aanbeland. Nintendo gebruikt de Mario Party-reeks echt als melkkoe. De serie wordt tot de laatste yen uitgemolken. Ik heb overigens alleen het eerste deel gespeeld, de vervolgdelen niet.
Mario Party staat te boek als een echte multiplayergame, nietwaar?
Dat klopt. Ik heb me er echter grotendeels in mijn eentje mee vermaakt. We hadden überhaupt maar twee controllers, dus maximale fun met vier man zat er niet in. Bovendien ben ik altijd iemand geweest die zich het liefst alleen vermaakte met een game, al heb ik gelukkig wel regelmatig een potje Mario Party gespeeld met mijn broer a.k.a. beste vriend.
Hoe is het spel opgebouwd?
Mario Party moet je zien als een digitaal bordspel. Vier spelers - te kiezen uit de zes karakters Mario, Luigi, Wario, Peach, Yoshi en Donkey Kong - nemen deel aan het spel. Door tegen een dobbelsteen aan te springen wordt het aantal zetten bepaald. Nadat elk karakter zo zijn beurt heeft voldaan, switcht het spel naar een semi-random gekozen mini-game. Er zijn vier categorieën: iedereen tegen elkaar, drie tegen een, twee tegen twee en - alleen als je tijdens je beurt op een specifiek vakje beland - een mini-game voor één speler. De mini-games - er zijn er 56 in totaal - variëren van old school button bashen tot tactisch manoeuvreren.
De mate van spelplezier wordt in zulke games bepaald door de kwaliteit van de mini-games. Doorstaan ze de test?
Lang niet alle mini-games zijn even onderhoudend, maar er zijn al met al toch genoeg leuke spelletjes bij om een redelijke levensduur te garanderen.
Beschrijf eens kort je - laten we zeggen: vijf - favoriete mini-games?
O jee. Nou, ik zal er vijf in willekeurige volgorde noemen. 'Bumper Balls' is zeer vermakelijk. Elke speler balanceert op een - overigens fraai vormgegeven - stuiterbal en moet proberen zijn tegenstanders van een drijvend eiland af te beuken (BEELD!). Ook 'Buried Treasure' is erg leuk. Het is een mini-game waarin geluk een grote rol speelt. Je moet gewoon zo snel mogelijk graven tot je op de schat stuit (BEELD!). Dan is daar natuurlijk nog de bobsleerace (BEELD!).
Altijd leuk.
Een van mijn favorieten is verder 'Face Lift', waarin je Bowsers gezicht mag bewerken om hem op het voorbeeld te laten lijken (BEELD!). En tot slot noem ik ook nog 'Crazy Cutter', waarin je als een ware bouwvakker zo snel mogelijk met een drilboor een figuur uit steen moet drillen (BEELD!).
Waren de speelborden net zo vermakelijk als de mini-games?
Er waren zes speelborden, van elk karakter een wereld. Erg mooi vormgegeven waren Wario's Battle Canyon, een oorlogsterrein met kanonnen, overvliegende kogels e.d. en Mario's Rainbow Castle, een zeer gevarieerd bord. Luigi's Engine Room was dan weer erg saai, en Peach's Birthday Cake was nogal... nou ja, nogal gay. Bovendien was een nadeel van alleen spelen dat je steeds moest wachten tot iedereen aan de beurt was geweest en dat ging weleens vervelen.
Het spel was dus wel specifiek ontworpen voor meerdere spelers.
Jawel, maar een geniale optie maakte alles goed: Mini-game Island. Een modus voor één speler waarin je alle mini-games achter elkaar moest afwerken, in oplopende moeilijkheidsgraad.
Leuk, maar de insteek van het spel is toch om er met een groep vrienden van te genieten.
Oké dan. Neem bier en chips mee en een gezellige avond is gegarandeerd.

woensdag 16 juli 2008

[Tour 2008] Op de helft

Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra namen zondag op virtuoze wijze hun criticaster Jan Mulder op de hak. Dijkstra gaf zoals gebruikelijk toelichting bij een kasteel. Zijn informatie was dit keer echter anders dan normaal. In het kasteel zou een wrede heer gewoond hebben, Jean Muldère. Een tovenaar had hem echter in een blauwe leeuw veranderd en Muldère de kasteelheer draafde nog slechts incidenteel op. Briljant!

Na de vermakelijke etappe van vandaag zijn we alweer op - of eigenlijk: net over - de helft van de Tour. De Pyreneeën zijn bedwongen, de Alpen wachten. Aan de hand van acht opvallende renners een balans.

Manuel BeltránDeze veteraan met een mooie staat van dienst (o.m. als knecht van Armstrong) liep in de nadagen van zijn carrière tegen de lamp. Beltran werd betrapt op EPO-gebruik en werd daarmee het eerste dopinggeval van deze Tour. De Spanjaard was een goede doch onopvallende klimmer die een aardig klassement in de benen had. Dat hij zelf zo stom is om op zijn leeftijd nog zijn carrière met een zwarte sluier te bedekken, is zijn eigen verantwoordelijkheid. Dat hij daarmee bijna zijn team Liquigas in zijn val meesleepte, is erger. Gelukkig mogen de verrassend sterke Vincenzo Nibali en de ietwat tegenvallende Roman Kreuziger hun eerste Tour voortzetten.

Moises Dueñas
Vandaag volgde dopinggeval nummertje twee. En weer is het een Spanjaard. Men zegt het vaak over Nederland, maar juist in Spanje lijkt alles vijftig jaar later te gebeuren. Zelfs de democratische vrijheid staat er nog in haar kinderschoenen. Ook qua doping gelijken de Spanjaarden op kinderen die niet willen luisteren. Dueñas (Barloworld) reed een sterke Tour en stond na Hautacam negentiende. Vorig jaar schoof ik hem al naar voren als potentiële verrassing na zijn sterke optreden het jaar ervoor en zijn eindoverwinning in de Tour de l'Avenir. Hij viel echter lichtelijk tegen, maar dit jaar was hij op dreef. Tot vanochtend. De gendarmes voerden hem geboeid af. Weer een veelbelovende carrière gebroken in de knop.

Riccardo Riccò
De Giro ging tot mijn spijt naar de onvoorbereide Alberto Contador. Mijn favoriet Riccò werd tweede. De jonge Italiaan blinkt uit in vermakelijke quotes over mederenners. Zo vindt hij Pozzato 'een C-renner met de uitstraling van een wortel'. Zulke uitspraken zijn alleen maar leuk als ze gedaan worden door iemand die het zelf wel waarmaakt. En dat doet Riccò tot op heden. Twee bergetappes wist hij al te winnen. Hij kwam naar eigen zeggen alleen voor een dagzege naar Frankrijk, het klassement had niet zijn interesse. Zijn huidige negende plaats en het feit dat Saunier Duval ijzersterk is, maken hem echter een gevaarlijke outsider.

Laurens ten DamVoor de wielerleek die alleen de Tour kijkt, is Ten Dam waarschijnlijk een onbekende. De Nederlander heeft echter bewezen uitstekend te kunnen klimmen. Dat heeft hij in de Pyreneeën wederom bevestigd. Ik vond het een prachtig gezicht om hem in gezelschap van klasbakken Cunego en Valverde te zien finishen op Hautacam. Ten Dam staat in zijn eerste Tour momenteel 23ste. Ter vergelijking: Boogerd werd in zijn eerste jaar 31ste, Thomas Dekker 35ste. Maar met 'eerste Tour' is meteen een knelpunt aangeroerd: Ten Dam is alleen koersen van maximaal tien dagen gewend. Hoe verdraagt hij de dubbele lengte van de Tour? Eerlijkheidshalve verwacht ik dat hij in de Alpen een terugslag zal krijgen. Maar de hoop is soms sterker dan de verwachting. Kom op, jongen.

Christian VandeveldeDe media, de kenners, de liefhebbers: iedereen spreekt over wie de Tour zal gaan winnen. Evans, Menchov of Sastre? Of toch die dekselse Frank Schleck? Niemand spreekt echter van de huidige nummer drie: de Amerikaan met Belgische (Gentse) roots Christian Vandevelde. Niemand wist dat hij dit kon en toch hadden we het kunnen weten. Vandevelde diende jarenlang als knecht, eerst voor Armstrong, later voor Sastre. Als je echter als 'simpele' helper achtereenvolgens 24ste en 25ste wordt, dan heb je heel wat in je mars. Dit jaar mag Vandevelde eindelijk voor eigen succes koersen. Het Amerikaanse Garmin - waar Martijn Maaskant overigens volslagen onzichtbaar rijdt - geeft hem de ruimte. En Vandevelde handhaaft zich met gemak, hoeft nergens aan te klampen, zit nooit aan het elastiek. Waar eindigt dit?

Nicolas Vogondy
Het is gebruikelijk dat je als vluchter in een vlakke etappe in principe kansloos bent. Je rijdt de hele dag in beeld, je sponsors incluis, maar zo'n tien kilometer voor de streep walst het peloton over je heen. Dat is nu eenmaal zo, daar doet niemand treurig over, je hebt je uren gemaakt en de sympathie van het publiek gewonnen. Minder gangbaar is het wanneer de vluchter vooruitblijft en tóch op de overwinning afkoerst. Vogondy was de gelukkige. In zijn Franse kampioenstrui zette hij zijn ultieme aanvalspoging in. Voortgestuwd door de juichende toeschouwers naderde de finish. Op het moment dat hij de armen in de lucht wilde werpen, op 50 meter van de streep, stoven ze alsnog voorbij. Vogondy is een held. Weliswaar een tragische, maar een held.

Mark CavendishHet eiland Man in de Ierse zee is 572 km² groot. Veel wegen kunnen er dus niet liggen. Toch komt er een wielrenner vandaan: Mark Cavendish. Twee keer spurtte de gedrongen Brit al naar de zege, twee keer met overmacht. Veel kansen liggen er deze Tour niet voor de sprinters. Cavendish kaapt bovendien het goud weg voor de anderen. Zijn gebrek is echter ook overduidelijk: de eerste renner die eraf waait wanneer het omhoog gaat, is Cavendish. De vraag is dan ook of hij de dit jaar loodzware Alpenetappes overleeft, zowel fysiek als qua tijdslimiet. Een nieuwe heerser in de massasprint is echter zonder meer opgestaan.

Damiano CunegoIn mijn prognostiek wenste ik Cunego naar de eindoverwinning. De sympathieke Italiaan had zijn vizier volledig op de Tour gericht. Hij reed geen Giro, reed haast niks. Te weinig wedstrijdkilometers in de benen hebben lijkt echter een even groot probleem te zijn. Cunego - en met hem het hele Lampre - is niet in vorm. Toch staat hij niet ver in het klassement, zestiende op 5'37". En met de kilometers komt ook het ritme en de vorm. We hebben het zwaarste klimwerk nog voor de boeg met onder meer een finish bergop in Italië. Ik zie Cunego nog wel de top tien bereiken. En wellicht nog een dagsucces?

zondag 13 juli 2008

De Nieuwe Dufheid in de popmuziek

Ergens in de laatste maanden van 1995 ging ik voor het eerst naar muziek luisteren. Op zaterdagmiddag had je altijd de Mega Top 50 op Radio 3, gepresenteerd door Daniël Dekker. Na het voetballen snel naar huis met een zak snoep, teletekst aan op buitenlands voetbal en op de radio de hits van het moment. De kwaliteit van de liedjes was dikwijls niet erg hoog, maar daar maal je als kind niet om. Belangrijker was echter dat de betreffende artiesten ook niet de pretentie hadden muziekgeschiedenis te schrijven.

Ruim tien jaar later ben ik niet meer zo'n actieve volger van de popmuziek. Niettemin dringt er toch nog veel door tot mijn gehoor. TMF staat weleens aan en de radio is een belangrijk bron van nieuwe muziek. Ook struin ik de lijsten zo nu en dan door. En daarbij valt me steeds vaker iets op: 'echte' popmuziek lijkt te verdwijnen. Dat wil zeggen: popmuziek in de definitie van simpele muziek met een korte houdbaarheidsdatum die 'lekker weg' luistert maar verder weinig pretenties koestert. In plaats van zulke 'muzak' komt steeds meer zelfgeschreven muziek van artiesten die zichzelf zeer serieus nemen en daar ook naar worden behandeld. De vraag is echter of het niveau daarmee ook hoger ligt. Het antwoord: nee, integendeel.

Er is eerder sprake van een hausse van het slaapliedje, een soort Nieuwe Dufheid in de popmuziek. Belangrijkste exponent is Colbie Caillat. Twee hits heeft deze dame reeds mogen begroeten, 'Bubbly' en 'The Little Things'. De liedjes kabbelen maar voort en vinden daarmee - uiteraard - een welwillend luisterend oor bij de mensen. In 'Bubbly' zemelt Caillat uitentreuren over hoe gelukkig ze wel niet is in de liefde. Ik weet niet, maar als het je goed gaat in de liefde dan ga je daar toch juist GEEN liedje over schrijven. Dan handel je. Er valt dan ook geen enkel verrassend element te bespeuren, geen spoortje van emotie of subversiviteit. Of je moet in het volgende regeltje als luisteraar een dubbele bodem ontdekken: 'cause every time I see your bubbly face / I get the tinglies in a silly place'. Maar zo 'stout' zal ze wel niet zijn.

Zo mogelijk nog populairder is Amy McDonald, met 'This Is the Life'. Laatst nog aangevraagd bij Q Music door het personeel van een schoonheidssalon. En als zulke specialisten het een leuk nummer vinden, dan moet je oppassen. Dit nummer heeft iets meer pit, maar kabbelt - of laten we zeggen: stuitert - ook maar voort. Een Schots accent is altijd erg mooi, maar als je dan zeven lettergrepen gaat zingen in een regel waar er maar vier passen, tsja, dan verstaat geen mens je en moet men opzoeken dat je 'and your head feels twice the size' blijkt te zingen. Dat haal je er nooit uit, al luister je twintig keer achter elkaar. Iets waar je het liedje trouwens nauwelijks voor op 'repeat' hoeft te zetten, aangezien McDonald in 'This Is the Life' bij gebrek aan inspiratie het refrein maar liefst 8 (acht) keer zingt! Ze komt er glansrijk mee weg.

Dan hebben we ook nog Sara Bareilles met haar hit 'Love Song'. Die ze juist niet zegt te zingen. Maar daarmee tóch zingt. Een paradox! Voorwaar, we gaan de juiste kant op, lijkt het. En nog een aanstekelijk ritme ook. Helaas, niets blijkt minder waar. Er spoelt een feministische golf over ons heen. Ik dacht dat we zoiets na de Spice Girls ('Spice up your life!'), Destiny's Child ('Independent women!') en de Pussycat Dolls ('I don't need a man!') wel gehad hadden, maar de collectieve opstand wordt blijkbaar individueel voortgezet. Na het refrein worden we namelijk getrakteerd op de onsterfelijke zin 'I learned the hard way that they all say things you want to hear'. Pardon? Kijk, het alternatief is dat 'they' dingen tegen je zeggen die je juist NIET wilt horen. Nee, dat is ook geen goed idee natuurlijk. Kortom: wel of niet, het zijn twee kwaden voor mevrouw Bareilles. Dus, met een variant op Bartje: 'zeg maar twee keer nee, dan krijg je er geen.'

Dit zijn drie prominente artiesten van de Nieuwe Dufheid. Maar er zijn er nog meer. Adele: komt er een wekker bij? Leona Lewis: geef dat mens een doekje. Gelukkig is er nog een lichtpuntje. Er is nog een artieste die vanwege haar achternaam zeer goed in de Nieuwe Dufheid lijkt te passen: Aimee Duffy. Zij onttrekt zich echter aan de malaise met een sterke acteerprestatie in de clip van 'Warwick Avenue' en een mooie bijdrage aan de New Sixties met 'Mercy'. De New Sixties? Een andere trend, maar daarover later meer.

woensdag 9 juli 2008

[Tour 2008] Maarten Ducrot: clichébraker of taalvirtuoos?

De eerste week van de Tour is traditioneel voor de sprinters. Een groepje vermetelen kiest al vroeg het hazenpad, de meute laat begaan om de vluchters kort voor de finish in te rekenen, en een massasprint bezegelt de etappe. Dit koersverloop zorgt ervoor dat de kijker dikwijls meer moet afzien dan de renners zelf. Het is immers niet altijd even spannend om naar zo'n voorspelbare etappe te kijken. Veel hangt dan af van de manier waarop de commentatoren de uren volpraten.

Sinds Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot in 2006 het vaste commentaarduo zijn gaan vormen, is er discussie geweest over met name de laatste. Opvallend is de polarisatie in de meningsvorming: er is een kamp met overtuigde aanhangers en een kamp met vurige tegenstanders. De eersten zweren bij Ducrots kennis van zaken en formuleringen, de laatsten spuien voornamelijk hun gal over zijn onorthodoxe taalgebruik en weerkerende boutades. Jan Mulder lijkt zich in het kamp van de tegenstanders te melden in zijn bijdrage aan het televisiekanaal van De Volkskrant. Mulder begrijpt na vele jaren kijken en luisteren wel wat er bedoeld wordt als er wielertermen gebezigd worden, maar met Ducrot is zijn kritische grens bereikt. Hij 'citeert' Ducrot: 'Ik ga hem erop leggen, ja zeg, eerst mijn bordje leegeten, en dan als een nat washandje de coalitie op de kant zetten als de wind schuin van achteren komt.'

Om er vervolgens op zijn Jan Mulders - dat wil zeggen: de armen in wanhoop gestrekt en hevig zuchtend - 'GEEN IDEE waar het over gaat' aan toe te voegen. Toch wel opmerkelijk dat juist Jan Mulder, notoire zeurneus, zich ergert aan Ducrot. Bovendien ben ik er welhaast zeker van dat hij Ducrot niet letterlijk citeert maar een aantal verschillende uitspraken op een hoop heeft gegooid en er een lopende zin van heeft gemaakt. Zo is 'als een nat washandje' (helemaal leeg gereden) bijvoorbeeld absoluut niet te rijmen met 'de coalitie op de kant zetten' (massaal zó gaan rijden dat er breuken in het peloton ontstaan).

Jan Mulders kritiek slaat geen hout. Hij zegt genoeg van het jargon te begrijpen, maar spreekt zichzelf meteen tegen. En bovendien zou juist taalliefhebber Jan Mulder vatbaar moeten zijn voor de taal van Maarten Ducrot. Ik luister persoonlijk graag naar het commentaar van Ducrot, en niet omdat ik hem twee jaar geleden in Morzine kort heb gesproken. Ik geef toe: Ducrots stemgeluid is niet erg toegankelijk. Een wat brommerige, zeurderige stem. Het went echter snel en is altijd nog beter dan de co-commentator op de Belg die praat als 'een klein meisje' (citaat Jean Nelissen). Ducrot lardeert de etappe niet alleen met kundige technische en tactische kennis, hij toont ook zijn enthousiasme ('wat is dit jôh!'), heeft een uitgesproken mening - niet alleen over het 'nieuwe' wielrennen maar ook over algemenere zaken als verkeersveiligheid en de rol van verkeersborden, paaltjes, bloembakken etc. (die hij 'boobytraps' noemt) daarin - en hanteert consequent een authentieke, poëtische stijl.

Afgezien van zijn iets te vaak herhaalde typeringen van concrete renners ('die lange Vansummeren') verveelt Ducrots metaforische taalgebruik nooit. In mijn terugblik op de editie van vorig jaar is al een top vijf opgenomen, maar met plezier citeer ik nog meer klassiekers:

'Vorig jaar nam Rabobank het heft in de koers enorm in handen. Gingen ze met tien man op kop rijden terwijl ze waren gestart met negen.'
'Zo! Die Fedrigo heeft een neus als een zinksnijder.'
'Het is veel te idyllisch voor Hushovd, ... het moet valpartijen regenen ...'
'Tsja, wat moet je doen in de finale als je weet dat je een erkend strijkijzer bent?'
(Over de falende Iban Mayo wiens naam door zijn supporters veelvuldig op het wegdek geschilderd wordt:) 'Een paar jaar geleden was hij nog de gedoodverfde winnaar. Nu is hij alleen nog maar de geverfde winnaar.'

Velen kunnen Maarten Ducrot niet verdragen. Deze haters kijken naar de Belg. De commentatoren aldaar van Sporza zijn zeer vakkundig en blinken uit in het noemen van (de juiste) namen van renners in beeld, maar het is mij op de lange duur toch allemaal iets te braaf, te vlak. De mix van inhoud (praktijkervaring, koersinzicht, uitgesproken opinies) en vorm (virtuositeit, jargon en enthousiasme) zoals die vertegenwoordigd is in Maarten Ducrot, maakt mij echter 'pro Ducrot'.

zondag 6 juli 2008

Finale Coney Island '08 razendspannend

Afgelopen vrijdagnacht stond het vierde grote sportevenement van deze zomer - naast het EK, de Tour en de OS - op het programma: de Nathan's International July Fourth Hot Dog Eating Contest, in de volksmond het WK hotdog eten geheten. Vorig jaar moest mijn grote held Takeru Kobayashi (zie eerder bericht) het na zes opeenvolgende titels afleggen tegen Joey Chestnut, die met 66 broodjes hotdog in 12 minuten een nieuw wereldrecord vestigde.

Dit jaar moest Kobayashi zijn titel heroveren. De kaakproblemen die hem het jaar ervoor parten speelden, waren nu verdwenen. Om niets aan het toeval over te laten, had hij zijn training nog meer geïntensiveerd, en met resultaat: de Japanner zag er nog afgetrainder uit dan normaal. Bovendien werd hij ongevraagd geholpen door de organisatie. Die besloot namelijk de wedstrijdtijd te verkorten van 12 tot 10 minuten. En aangezien Chestnut in 2007 pas aan het eind afstand nam van Kobayashi, zou dat een gunstige ontwikkeling moeten zijn voor The Tsunami. Het zou dan ook spannender dan ooit moeten worden.

En dat werd het! De wedstrijd werd live uitgezonden op ESPN. Kobayashi verscheen met een vuurrode haardos, Chestnut was zichtbaar nerveus en maakte een gejaagde indruk tegenover de sportjournalist die hem interviewde. Zoals verwacht, lieten de twee toppers de concurrentie meteen achter zich. Leuk om te zien was wel dat Tim Janus, in de aflevering van True Life nog een aarzelende nieuwkomer, anno 2008 nummer vier op de wereldranglijst is en erg goed op dreef was. De strijd ging halverwege nog gelijkop, daarna nam Kobayashi een lichte voorsprong. Je kon aan het publiek en aan de commentatoren merken dat de spanning almaar bleef stijgen, vooral toen Chestnut een eindsprint inzette. Na tien minuten was de vertwijfeling merkbaar: wie had er nu gewonnen? Het ongelooflijke bleek waar: beide kemphanen waren gelijk geëindigd met ieder 59 verwerkte hotdogs!

De organisatie besloot tot een soort van 'overtime' in de vorm van een sprint met vijf hotdogs. Wie de broodjes het snelst opgegeten had, werd de kampioen. 'Jaws' Chestnut was in deze beslissingswedstrijd Kobayashi net iets te snel af en kreeg voor de tweede keer de Mustard Yellow Belt omgehangen. Een teleurstellende uitslag dus, maar de spanning van de wedstrijd maakte veel goed. Goed om te zien was dat er geen dilettanten meer meededen, dat wil zeggen: vetzakken voor wie competitief eten meer met vreten dan met sport te maken heeft. Bekijk hier het verslag op de website van de bond. De top vijf:

1.Joey Chestnut: 59
2.Takeru Kobayashi: 59
3.Tim Janus: 42
4.Pat Bertoletti: 38
5.Sonya Thomas: 34

Hieronder in twee delen het kampioenschap op ESPN, opgenomen van tv. Mensen die meteen de beslissing willen zien, kunnen het eerste deel overslaan.





vrijdag 4 juli 2008

[Tour 2008] Voorbeschouwing

Morgen gaat de Tour de France voor de 95ste keer van start, dit keer eens niet met een proloog maar meteen met een volwaardige eerste etappe. Na de waanzin van vorig jaar hoopt iedereen op een rustige Tour, maar het dopingspook waart nog immer rond. Het bevuilde Astana van regerend winnaar Alberto Contador mag niet meedoen. Dat betekent dus ook geen Leipheimer en geen Klöden. Gisteren vond de presentatie plaats in Brest. De Belg zond deze niet uit, Eurosport gelukkig wel. Ik heb alle koppen kunnen bekijken en de koorts begint te komen. Hier volgt een voorbeschouwing.

Silence-Lotto
1.Evans 2.Aerts 3.Brandt 4.Cioni 5.Hoste 6.McEwen 7.Popovych 8.Vansummeren 9.VansevenantCadel Evans is voor de velen dé favoriet. Vorig jaar ternauwernood tweede, nu bij afwezigheid van Contador op de hoogste trede? De Australiër heeft nu in ieder geval wel een topteam om hem heen met meesterknechten als Cioni en Popovych (zelf vorig jaar 8ste). McEwen zal ongetwijfeld weer minstens één etappe winnen. Vansevenant ambieert de rode lantaarn omdat dat hem meer geld oplevert in de criteriums...

CSC-Saxo Bank11.Sastre 12.Arvesen 13.Cancellara 14.Gustov 15.O'Grady 16.A.Schleck 17.F.Schleck 18.Sörensen 19.Voigt
De gigantische sterkte van CSC was al af te zien aan de teampresentatie van gisteren: met Arvesen (Noorwegen), Frank Schleck (Luxemburg) en Sörensen (Denemarken) stonden er maarliefst drie kampioenstruien op het podium. Frank Schlecks broertje Andy is een bijzonder talent, hij werd vorig jaar tweede in de Giro. Ik ben benieuwd wat hij in de Tour kan. Sastre blijft een belangrijke outsider en Cancellara fietst simpelweg het hardst van iedereen.

Euskaltel
21.Zubeldia 22.Astarloza 23.Isasi 24.Martínez 25.Oroz 26.R.Pérez 27.S.Sánchez 28.Txurruka 29.VerdugoDe knaloranje Basken worden elk jaar sterker. Hadden ze vorig jaar al twee man in de top-tien met Zubeldia op 5 en Astarloza op 9, dit jaar komt daar nog Samuel Sánchez bij die derde werd in de Vuelta. Het zou me niet verbazen als deze Sánchez, of misschien wel Zubeldia, in Parijs op het podium staat. Let verder op de smurf Txurruka, vorig jaar meest strijdlustige renner, een genot om naar te kijken. Euskaltel heeft elk jaar een totaal onbekende renner die verrast. Dit keer Oroz?

Caisse d'Epargne31.Valverde 32.Arroyo 33.Coyot 34.García Acosta 35.Gutiérrez 36.D.López 37.Pereiro 38.Portal 39.L.Sánchez
Alejandro Valverde wordt naast Evans het vaakst als winnaar getipt. Aan de ploeg zal het niet liggen. De Spanjaard krijgt acht helpers mee. Oud-winnaar Pereiro is zijn meesterknecht, maar ook Arroyo (vorig jaar 13de) en Gutiérrez (22ste) kunnen heel lang het tempo bergop bepalen. Verder is Luis Sánchez een talent met weer een jaartje ervaring erbij. Erg gecharmeerd ben ik van David López, een rasklimmertje. Die kan weleens gaan verrassen.

Columbia
41.Kirchen 42.Burghardt 43.Cavendish 44.Ciolek 45.Eisel 46.Hansen 47.Hincapie 48.Lövkvist 49.SivtsovAmerikaanse voortzetting van de opgeheven T-Mobile-ploeg. Columbia wedt op twee paarden en niet ten onrechte. Met Kim Kirchen (vorig jaar 7de) heeft het ten eerste een man voor het klassement. Helpers als Hincapie en Sivtsov zijn daarbij een zegen. Bovendien heeft de eeuwig jonge Zweed Thomas Lövkvist een uitstekende voorbereiding gereden. Ten tweede loopt Columbia over van goede sprinters: Cavendish en Ciolek met Eisel en Hansen als back-up! IJzersterk team.

Barloworld
51.Soler 52.Augustyn 53.Cárdenas 54.Cheula 55.Cooke 56.Dueñas 57.Froome 58.Hunter 59.Longo Borghini
De ranke Colombiaan Juan Mauricio Soler was vorig jaar dé revelatie. Hij won een etappe en de bolletjestrui. Dit jaar moet hij bevestigen en dat is geen sinecure. In de breedte is dit continentale team niet erg sterk. Cárdenas is stokoud en zakte vorig jaar al door het ijs. Dueñas tipte ik toen als verrassing maar dat kwam er niet uit. Misschien dit jaar? Met Baden Cooke en vooral Robert Hunter heeft Barloworld wel twee uitstekende sprinters in huis.

Liquigas
61.Pozzato 62.Beltrán 63.Chicchi 64.Fischer 65.Kreuziger 66.Kuchynski 67.Nibali 68.Quinziato 69.WillemsMijn gouden tip: Roman Kreuziger. De piepjonge Tsjech heb ik nog nooit slecht zien rijden. Vorig jaar al ijzersterk in de Vuelta en laatst won hij op imponerende wijze de Ronde van Zwitserland. Een complicatie is echter dat hij pas zijn Tourdebuut maakt en dan is talent alleen nooit genoeg. Kreuziger is echter een koele kikker. Beltrán blijft ook altijd een gevaarlijke klant. Pozzato denkt dat hij de patron is.

Lampre
71.Cunego 72.Ballan 73.Bono 74.Bruseghin 75.Marzano 76.Mori 77.Righi 78.Szmyd 79.Tiralongo
Damiano Cunego is mijn persoonlijke favoriet. Waar Italianen doorgaans 'net niet' zijn in de Tour omdat ze die loodzware Giro in de benen hebben, daar heeft Cunego dit jaar geen Giro gereden en zich volledig toegelegd op de Tour. Met de Pool Szmyd, Tiralongo en vooral Marco Marzano fietsen er geweldige klimmers om hem heen. Ook Bruseghin hoort in dat rijtje thuis. Hij heeft echter al geschitterd in de Giro (3de) en krijgt nu een vrije rol.

Crédit Agricole
81.Hushovd 82.Bonnet 83.Botcharov 84.Engoulvent 85.Fofonov 86.Gerrans 87.Le Mevel 88.Pauriol 89.RenshawDe groen-witte Franse équipe zet zijn kaarten al jarenlang op het Noorse sprintkanon Thor Hushovd. Dat is dit jaar niet anders. De ploeg is er volledig op geselecteerd om hem in stelling te brengen. Als eventuele klimmer wordt dikwijls Botcharov genoemd, maar daar ben ik het niet mee eens. Fofonov (vorig jaar 26ste) maakt meer kans, of wellicht de Fransman Le Mevel. En hét klimtalent van de ploeg, Pierre Rolland, is niet eens geselecteerd.

Quick-Step
91.Devolder 92.Barredo 93.Carrara 94.De Jongh 95.Facci 96.Rosseler 97.Steegmans 98.Tosatto 99.Van de WalleGeen Tom Boonen dit jaar. Maar wie heeft Boonen nodig als je dit team kunt samenstellen? Stijn Devolder is met zijn formidabele klim- én tijdritcapaciteiten dé hoop van de wielergekke Vlamingen. Alles hangt af van de manier waarop hij met de druk om kan gaan. Met Matteo Carrara - die me vorig jaar bij UniBet opviel - heeft hij in ieder geval een geweldige adjudant die stiekem misschien wel beter is. Gert Steegmans moet met behulp van Steven de Jongh Boonen doen vergeten.

AG2R101.Dessel 102.Arrieta 103.Dupont 104.Efimkin 105.Elmiger 106.Gadret 107.Goubert 108.Riblon 109.Valjavec
Vorig jaar was ik vooraf lyrisch over deze Franse ploeg. Toen stelden alle renners teleur. Dit keer is er opnieuw sprake van een sterk team. De oude Goubert kan het nog steeds en met Vladimir Efimkin en Tadejc Valjavec heeft AG2R twee kandidaten voor het klassement. Cyril Dessel werd ooit 7de en is dus een outsider. Dat zijn ook het talent Hubert Dupont en de broodmagere mountainbiker John Gadret.

Gerolsteiner
111.Schumacher 112.Förster 113.Fothen 114.Haussler 115.Kohl 116.Krauss 117.Lang 118.Scholz 119.Wegmann
Met de Duitser Markus Fothen, de Oostenrijker Bernhard Kohl en de Zwitser Oliver Zaugg had Gerolsteiner een uitstekend driemanschap voor in de bergen in huis. Helaas moest Zaugg echter afhaken met een longontsteking. Fothen en Kohl blijven echter kanshebbers op een top-tien-notering. Schumacher is ontzettend onvoorspelbaar en Förster kan een sprint winnen.

Agritubel
121.Moreau 122.Bichot 123.Casper 124.Feillu 125.Gonzalo 126.Jalabert 127.Le Lay 128.Lequatre 129.Vogondy
De kleine Franse continentale ploeg heeft diep in de buidel getast om de oude Christophe Moreau te strikken. Ik betwijfel echter of de oude playboy met iets te veel zelfvertrouwen zijn geld waard zal zijn. Let wel op het sprintertje Romain Feillu. Deze verder vrij matige ploeg herbergt ook de Franse kampioen Nicolas Vogondy.

Rabobank
131.Menchov 132.Flecha 133.Freire 134.Langeveld 135.Moerenhout 136.Posthuma 137.Tankink 138.Ten Dam 139.Weening
Geen Boogerd, geen Rasmussen, geen Thomas Dekker. Rabobank staat er slechter op dan vorig jaar. Enig overgebleven topper Denis Menchov heeft eens een keer voor de Giro als voorbereiding gekozen. Dat kan een gouden greep blijken maar qua vermoeidheid ook averechts werken. Ten Dam reed een uitstekende voorbereiding, maar ik verwacht dat hij in Zwitserland toch veel kruit verschoten heeft. Voor de andere Nederlanders mag hoogstens op een dagsucces gehoopt worden. Als zijn kont het houdt, maakt Freire veel kans op de eerste gele trui.

Bouygues Telecom
141.Fédrigo 142.Clement 143.Florencio 144.Lefèvre 145.Pineau 146.Sprick 147.Trofimov 148.Tschopp 149.VoecklerTraditiegetrouw kent geen Bouygues geen echte kopman. De Fransen nemen negen rasaanvallers mee en gaan voor dagzeges. Het klassement kan ze gestolen worden. Dit jaar rijdt er naast bekende avonturiers als Voeckler en Pineau echter ook een 'black horse' mee: Yury Trofimov. De onbekende jonge Rus won kort geleden een zware bergetappe in de Dauphiné. Stef Clement rijdt zijn tweede Tour. Vorig jaar had hij veel pech, dit jaar verdient hij beter.

Milram
151.Zabel 152.R.Grabsch 153.Knees 154.Lancaster 155.Müller 156.Schröder 157.Terpstra 158.P.Velits 159.Velo
Erik Zabel stapt op voor alweer zijn veertiende Tour. De sleet zit er echter al jaren op en ik betwijfel dan ook ten zeerste of hij nog serieus kans zal maken op een sprintzege. Christian Knees reed opvallend goed in de voorbereiding en wordt getipt voor de bergen. Mooi is dat de ijverige Niki Terpstra zijn debuut mag maken. Verder is Milram een zeer matige ploeg.

Française des Jeux
161.Casar 162.Seb.Chavanel 163 Di Gregorio 164.Gérard 165.Gilbert 166.Jégou 167.Le Boulanger 168.Roy 169.VaugrenardMoeilijk in te schatten formatie. Sandy Casar is het ene jaar super en het andere waardeloos. De Waalse hoop Philippe Gilbert is een leuke klassiekerrenner, maar in de Tour waait hij er altijd snel af als het enigszins omhoog gaat. Mogelijke verrassingen zijn Rémy Di Gregorio en Yoann Le Boulanger die klimpotentie hebben. Benoît Vaugrenard heeft een goede tijdrit in de benen.

Saunier Duval
171.Riccò 172.Bertogliati 173.Cobo 174.De La Fuente 175.Del Nero 176.Gómez Gómez 177.Jufré 178.Passeron 179.PiepoliDe jonge Riccardo Riccò, mijn favoriet in de voorbije Giro - hij werd 2de -, zou eigenlijk niet in de Tour starten, maar door het afhaken van Gómez Marchante is hij er toch bij. Hij richt zich volledig op een dagzege, bij voorkeur Alpe d'Huez. Cobo klom vorig jaar goed mee. Verder lijkt Saunier Duval een allegaartje zonder echte speerpunten.

Cofidis
181.Syl.Chavanel 182.Augé 183.Brard 184.Duclos-Lassalle 185.Dumoulin 186.Duque 187.Moinard 188.Moncoutié 189.MonfortCofidis verliet vorig jaar collectief de ronde na de positieve test van Moreni. Astana mag om dezelfde reden niet meer meedoen, Cofidis wel. Het is dan ook een Frans team... Een zeer matig team, bovendien. Alleen de Waal Maxime Monfort heeft talent, hij kan top-20 rijden. Renners als Augé, Chavanel en Moncoutié zullen weer vroeg op de dag in de aanval gaan.

Garmin
191.Vandevelde 192.Bäckstedt 193.Dean 194.Frischkorn 195.Hesjedal 196.Lowe 197.Maaskant 198.Millar 199.PateDeze nieuwe Amerikaanse ploeg is een onbeschreven blad. Veel afdankertjes (Millar, Bäckstedt, Dean), onbekende Noord-Amerikanen (Frischkorn, Pate) en renners die talent hebben, maar van wie het onduidelijk is of ze dat in de Tour kunnen tonen (Hesjedal, Lowe). Christian Vandevelde brengt ervaring mee. Martijn Maaskant, die in het voorjaar zo goed reed, mag debuteren.

Voorspelling Top 10 eindklassement
1.Damiano Cunego
2.Cadel Evans
3.Alejandro Valverde
4.Carlos Sastre
5.Samuel Sánchez
6.Roman Kreuziger
7.Kim Kirchen
8.Haimar Zubeldia
9.Denis Menchov
10.Stijn Devolder

Groen: Hushovd
Bolletjes: Soler
Wit: Kreuziger

Potentiële verrassingen: Trofimov (BOU) López (CAI) Carrara (QUI) Marzano (LAM) Di Gregorio (FDJ)

woensdag 2 juli 2008

De literaire beterweter #12

Don DeLillo - Kosmopolis Soms komt het voor dat je een boek op precies het juiste moment leest. Dat het exact aansluit bij waar je op dat moment mee bezig bent. Met Kosmopolis had ik zo'n ervaring. Ik moest me verdiepen in de gevolgen van digitalisering en Kosmopolis bleek perfect aan te sluiten bij mijn ideeën daaromtrent. In deze roman staat een dag uit het leven van de 28-jarige beursspeculant Eric Packer centraal. Packer heeft twee missies: de yen laten crashen en naar de kapper gaan. Gedurende de dag wordt hij in zijn gigantische limo bezocht door zijn adviseurs en belandt hij in situaties die variëren van absurd en grotesk tot tragisch en beklemmend. Een aantal malen 'ontmoet' hij zijn vrouw. Zij zijn echter in alle opzichten wildvreemden voor elkaar. DeLillo laat zien hoe het grote geld niet meer Packers bezit is maar zijn slavendrijver. Zaken als geld en tijd hebben hun eigen imperium gevestigd: 'Geld heeft zijn verhalende karakter verloren zoals dat ooit met de schilderkunst gebeurd is. Geld praat nu tegen zichzelf.' De digitalisering van informatiestromen laat een existeniële leegte achter: 'Dingen gebeuren pats-boem ineens. Dit en dat tegelijk. Ik steek mijn hand uit en wat voel ik? [...] Ik ben dol op informatie. Dat is onze hoop en onze zegen. [...] Mensen eten en slapen in de schaduw van wat wij doen. Maar tegelijkertijd, wat?' Packer probeert vanalles om nog te voelen, te leven, maar hij is verloren, zijn menselijkheid is te zeer bedorven door het grootkapitaal (zie fragment). Kosmopolis is een pregnante schets van het verlies van menselijke identiteit en eigenheid in de tijd van het internetkapitaal en digitale globalisering. Mijn essay ging over dit verlies, de docente begreep het niet. Waarschijnlijk heeft ze Kosmopolis nooit gelezen. [****]
Fragment: 'Er zat oppervlakkig denken achter de opvatting dat getallen en tabellen de kille reductie van weerbarstige menselijke energie waren, elke soort hunkering en middernachtelijk zweet teruggebracht tot heldere cijfers op de financiële markten. En dat niet alleen: informatie zelf was bezield en vol gevoel, een dynamisch aspect van het levensproces. Dit was de welsprekendheid van alfabetten en getallenstelsels, nu geheel verwezenlijkt in elektronische vorm, in de nul-eenheid van de wereld [...]'

Willem Frederik Hermans - De god denkbaar denkbaar de god Laatst was ik bij de presentatie van een nieuw deel van de Volledige Werken van Hermans met daarin o.m. deze roman. Eén van de sprekers was Carel Peeters en hij noemde het boek 'postmodern'. Dan weet je bij Peeters al wat zijn oordeel gaat zijn. Inderdaad, hij vond het niks. Postmoderne kenmerken herken ik er nauwelijks in. Wel surrealistische en experimentele scènes en schetsen. De roman beschrijft de opkomst en val van de almachtige god Denkbaar en zijn apostelen: 'alle attributen zijn de mijne, want waarlijk, Denkbaar is god is god is Denkbaar!' Vorm- en taalspel vormen misschien wel de daadwerkelijke inhoud. Ook een zekere maatschappijkritiek ontbreekt echter niet. De godsdienst wordt op de hak genomen. Het volk is verzameld in 'marionettentheaters' waarin kerken te herkennen zijn. De stijl is lichtvoetig en uitwaaierend en het vertelplezier spat er vanaf. Hermans kon het ook niet laten nog een mandarijn op de hak te nemen. Als Denkbaar prehistorische dieren tot leven wekt, zit daar een wel heel merkwaardig 'beest' tussen (zie fragment). [****]
Fragment: [...] Placodonten met zwartglanzende boonvormige tanden op de tong; de monsterlijke schildpad Allopleuron, mobiele koepelkerk; Anton van Duinkerken, hoogleraar te Nijmegen; de Mosasaurus van twintig armslengten lengte en de Brachiosaurus die zich bukken moet om te drinken uit de dakgoten van de hoogste flatgebouwen. [...]

Simon Vinkenoog (red.) - Atonaal De faam van deze bloemlezing is enorm. Als podium voor een nieuwe generatie (Vijftig) was en is haar symbolische waarde zeer groot. Nog nooit wierp ik echter een blik op de gedichten. De inleiding van Vinkenoog is wel overbekend, met zijn beroep op het nihilistische levensgevoel: 'wij leven in de chaos, als men wil: de zinloosheid. En als verscheidene dezer tamelijk willekeurig bijeengebrachte gedichten zinloos of chaotisch mogen schijnen, dan zijn zij niets anders dan een gevolg van de hierboven geschetste ontwikkeling en is het ons niet toegestaan de nieuwe dichtkunst daar een verwijt van te maken, zelfs als het vers van de nieuwe generatie een verbeten, pregnante toon heeft die het een a-poëtisch aanschijn verleent.' Onder de gedichten bevinden zich klassiekers als 'Het proefondervindelijk gedicht' van Lucebert en 'Een neger uit Mozambique' van Campert. Veel is echter in de verste verte niet 'a-poëtisch', bijvoorbeeld deze strofe van Andreus uit 'De stad': 'boven de stad een zon van leisteen/boven de stad een maan van leisteen/maar eens per jaar kleden de bomen/zich aan en altijd zingen de vogels' of deze van Lodeizen: 'en zo stil als nooit ben ik langs de /paden van de tuin gegaan, lachend/tegen de nacht; zal ik zeggen hoe/droevig de geuren roken die langzaam/deinden op de wind als zeilschepen...?' Erg mooi is uit 'De dag' van Kouwenaar: 'Twee handen vol vierkante woorden/brood en vruchten voor brood en vruchten/wind er is veel langzame stekende adem/er is één lange gapende letter'. En qua taal is een strofe van Elburg mijn favoriet: [***]
Fragment: 'Ik zou een mens willen maken uit wrok/en afgeslagen splinters: een winterman/met een gezicht van louter ellebogen./En bomen zouden stampen bij zijn langsgaan/en had hij één minuut te leven,/rood zou hij zijn en rood van kindertranen/en rood.'

Harry Mulisch - Siegfried De vele ploeteraars die het fenomeen Hitler psychologisch willen verklaren heb ik nooit zo goed begrepen. In Mulisch' laatste en misschien wel meest autobiografische roman verklaart diens alter ego Herter hem op magistrale wijze filosofisch-theologisch, want hij is een 'logisch' probleem. Siegfried laat bovendien zien waarom Mulisch boven veel schrijvers uitsteekt: 'Er is een chinees gezegde, dat luidt: grote mensen spreken over ideeën, middelgrote over gebeurtenissen, kleine over mensen. [...] In de literatuur gaat het om alle drie, maar meestal ontbreken de ideeën.' [****]

Niccolò Machiavelli - De heerser Machiavelli's meesterwerk bevat enkele bijzonder interessante gedachten die actueel zijn en dat waarschijnlijk altijd zullen blijven. Het merendeel van de beschouwingen in De heerser kon door hun historische verankering en/of vaagheid mijn aandacht echter niet altijd vasthouden. [**]

Jan Siebelink - Knielen op een bed violen Deze bestseller bleek niet helemaal de klassieker te zijn die ik verwachtte te lezen. Er wordt iets te veel uitgelegd en iets te weinig getoond: meer telling dan showing. Niettemin is Knielen op een bed violen een aangrijpend verhaal, zijn de beschrijvingen van het kwekerijwezen erg treffend en is het door Siebelink allemaal zeer zorgvuldig en overtuigend opgeschreven [****]

dinsdag 1 juli 2008

Two Times Trippin'

De afgelopen tijd zag ik twee films die zowel qua genre als qua titel veel op elkaar leken. De één was erg slecht, de ander kostelijk.

EuroTrip
Na veel positieve verhalen over deze film te hebben gehoord, begon ik enthousiast te kijken. Mijn geestdrift sloeg echter gauw om in teleurstelling en na de aftiteling moest ik concluderen een verschrikkelijke film te hebben gezien.
Het begin is nog wel vermakelijk. Scotty heeft een Duitse penvriend Mieke - door Scotty uitgesproken als 'Mike' - die op zijn beurt een zus genaamd Jan heeft. Twee Amerikaanse namen. U voelt 'm al aankomen: 'Mike' blijkt 'Mieke' te zijn en 'Jan' is haar broer. Als Scotty hier achter komt, heeft hij zijn 'vriend' echter al voor 'pervert' uitgescholden omdat deze een ontmoeting wilde regelen nadat Scotty gedumpt is door zijn vriendin. Helaas, Mieke blijkt een bekoorlijke chick te zijn en om alles goed te maken gaan Scotty en zijn vrienden op EuroTrip om Mieke te vinden. Dat Scotty's broertje Bert (spreek uit: Burt) heet, is ook gewoon enorm grappig.
Maar in Europa gaat alles mis met deze film. Eerst belanden ze in Londen. Daar stuiten ze in een pub op de Manchester United Fan Club. In Londen. Echt waar... Verschillende steden worden bezocht en de vooroordelen stapelen zich op. Bij het Louvre staat een mime-speler een... robot te spelen. In Amsterdam - dat in de verste verte nog niet op Amsterdam lijkt - belanden ze uiteraard in een coffeeshop waar ze high worden van de spacecake. Maar *floep* ineens blijkt de shop een bakkerij te zijn! Het huilen stond me nader... enfin. Dan belanden ze in Slowakije met nog maar $1,83 op zak. Maar, u weet toch, Oost-Europa is arm en dus kunnen ze zich een luxe suite in een prachtig hotel veroorloven... In Vaticaanstad slaat de film definitief op hol. In één adem luidt Scotty's maat per ongeluk de klokken (de paus is dood!), gooit hij een hoed in de haard die witte rook veroorzaakt (een nieuwe paus!) en strompelt Scotty verstrikt in een gordijn het balkon op (daar is de nieuw paus!). En het is niet eens grappig.

Road Trip
Alles wat ontbrak in EuroTrip zit in Road Trip: sterke teksten, kwinkslagen, vermakelijke actie en goede acteurs. Tom Green is magistraal als de slome eeuwige student Barry. Hij leidt potentiële studenten rond op zijn universiteit (Ithaca): 'This is the Joseph H. Nelson library here, okay? It was built in the, uh... 1600s.' Studente: '1600s? It says 1951.' Barry: 'That's the address. Okay? Wise-ass...' Hij vertelt hun het verhaal van zijn maat Josh. Die beleefde een hete nacht met de mooie Beth en legde alles op video vast. Zijn echte vriendin in Austin, Texas mag hier natuurlijk niets van weten, maar door onoplettendheid wordt de video naar haar verzonden. Josh en zijn maten reizen de tape achterna.
Sean William Scott speelt de zeer grappige E.L. (heerlijke naam!). E.L. komt onder meer op de proppen met briljante regels over vreemdgaan: 'Well, there are these rules that guys have, an understanding as to what exactly constitutes cheating. Take your situation for example: it's not cheating. It's never cheating when you're in a different area code, not to mention a different state!' En deze is nog vindingrijker: 'let's say that you were sleeping with two girls at the same time, it wouldn't be cheating because they would cancel each other out.' Ook Rubin en de nerd Keith reizen mee. Als ze in een motel logeren, zit daar de bediende Andy Dick (Green en Dick in één film! Kan niet beter) abominabel de aanwijzingen van Bob Ross vanaf een tv'tje op te volgen. Barry, die in Ithaca is gebleven, blijft intussen de film dragen. Hij vertelt Beth schitterend sloom dat Josh naar Austin, Massachussetts is. 'You mean Boston, Massachussetts?' repliceert Beth vanzelfsprekend. En Barry knikt traag van 'ja'. Briljant.
De mooiste scène vindt plaats op driekwart van de film. Josh, Rubin, Keith en E.L. willen overnachten bij de grootouders van Barry. Aan hun huis hangt een naambord: 'Welcome to the Manilows' (Barry Manilow!). In een kort shot zie je de opa naar halfnaakte dames op tv kijken. Als hij opstaat is een enorme tent in zijn pyjamabroek zichtbaar. Oma: 'George! Your boner!!'. Opa antwoordt dat hij hem er toch niet af kan hakken en stoot en passant met zijn roede wat kristal van het bijzettafeltje. Ik kwam niet meer bij.

Waarom is Road Trip nu honderd keer meer de moeite waard dan EuroTrip? Tuurlijk, Road Trip heeft humor, een behapbaar verhaal en Tom Green, Andy Dick en Sean William Scott. En toch had ik het gevoel dat er meer moest zijn. En ineens begreep ik het: de vondst van de makers om van Road Trip een raamvertelling te maken. Barry vertelt het verhaal van Josh en zijn maten immers. En wetende wat voor een knuppel hij is, neem je eventuele ongeloofwaardigheden of absurditeiten voor lief. Soms wordt daar zelfs expliciet op ingegaan. Als Barry een gesprek tussen studentes aanhaalt, beschrijft hij ze halfnaakt. Een studente reageert: 'Girls don't just walk around naked.' Barry, verontwaardigd: 'Uh, yeah they do.' Wordt EuroTrip verpest door doorgedreven vooroordelen en hemeltergende absurditeiten, Road Trip slaagt glansrijk door Tom Green als verteller Barry op te voeren. Ik sluit af met een fraai lied dat hij halverwege de film ten gehore brengt:

Tiny salmon swimming in a stream
Tiny salmon chasing that impossible dream
The mynah bird says: 'Caw. Ca-Caw'
The chimpanzee says: 'EEEEEEEEEEEEEEEEEE'
The friendly owl says: 'Hoo, hoo-hoo'
But the salmon can only say: 'Bloobloobloobloo. Blooboloobloobloo. Blooboloobolooooo-Blooblooo-Bloobloobloo.'
And it's sad.