Don DeLillo - Kosmopolis Soms komt het voor dat je een boek op precies het juiste moment leest. Dat het exact aansluit bij waar je op dat moment mee bezig bent. Met Kosmopolis had ik zo'n ervaring. Ik moest me verdiepen in de gevolgen van digitalisering en Kosmopolis bleek perfect aan te sluiten bij mijn ideeën daaromtrent. In deze roman staat een dag uit het leven van de 28-jarige beursspeculant Eric Packer centraal. Packer heeft twee missies: de yen laten crashen en naar de kapper gaan. Gedurende de dag wordt hij in zijn gigantische limo bezocht door zijn adviseurs en belandt hij in situaties die variëren van absurd en grotesk tot tragisch en beklemmend. Een aantal malen 'ontmoet' hij zijn vrouw. Zij zijn echter in alle opzichten wildvreemden voor elkaar. DeLillo laat zien hoe het grote geld niet meer Packers bezit is maar zijn slavendrijver. Zaken als geld en tijd hebben hun eigen imperium gevestigd: 'Geld heeft zijn verhalende karakter verloren zoals dat ooit met de schilderkunst gebeurd is. Geld praat nu tegen zichzelf.' De digitalisering van informatiestromen laat een existeniële leegte achter: 'Dingen gebeuren pats-boem ineens. Dit en dat tegelijk. Ik steek mijn hand uit en wat voel ik? [...] Ik ben dol op informatie. Dat is onze hoop en onze zegen. [...] Mensen eten en slapen in de schaduw van wat wij doen. Maar tegelijkertijd, wat?' Packer probeert vanalles om nog te voelen, te leven, maar hij is verloren, zijn menselijkheid is te zeer bedorven door het grootkapitaal (zie fragment). Kosmopolis is een pregnante schets van het verlies van menselijke identiteit en eigenheid in de tijd van het internetkapitaal en digitale globalisering. Mijn essay ging over dit verlies, de docente begreep het niet. Waarschijnlijk heeft ze Kosmopolis nooit gelezen. [****]
Fragment: 'Er zat oppervlakkig denken achter de opvatting dat getallen en tabellen de kille reductie van weerbarstige menselijke energie waren, elke soort hunkering en middernachtelijk zweet teruggebracht tot heldere cijfers op de financiële markten. En dat niet alleen: informatie zelf was bezield en vol gevoel, een dynamisch aspect van het levensproces. Dit was de welsprekendheid van alfabetten en getallenstelsels, nu geheel verwezenlijkt in elektronische vorm, in de nul-eenheid van de wereld [...]'
Willem Frederik Hermans - De god denkbaar denkbaar de god Laatst was ik bij de presentatie van een nieuw deel van de Volledige Werken van Hermans met daarin o.m. deze roman. Eén van de sprekers was Carel Peeters en hij noemde het boek 'postmodern'. Dan weet je bij Peeters al wat zijn oordeel gaat zijn. Inderdaad, hij vond het niks. Postmoderne kenmerken herken ik er nauwelijks in. Wel surrealistische en experimentele scènes en schetsen. De roman beschrijft de opkomst en val van de almachtige god Denkbaar en zijn apostelen: 'alle attributen zijn de mijne, want waarlijk, Denkbaar is god is god is Denkbaar!' Vorm- en taalspel vormen misschien wel de daadwerkelijke inhoud. Ook een zekere maatschappijkritiek ontbreekt echter niet. De godsdienst wordt op de hak genomen. Het volk is verzameld in 'marionettentheaters' waarin kerken te herkennen zijn. De stijl is lichtvoetig en uitwaaierend en het vertelplezier spat er vanaf. Hermans kon het ook niet laten nog een mandarijn op de hak te nemen. Als Denkbaar prehistorische dieren tot leven wekt, zit daar een wel heel merkwaardig 'beest' tussen (zie fragment). [****]
Fragment: [...] Placodonten met zwartglanzende boonvormige tanden op de tong; de monsterlijke schildpad Allopleuron, mobiele koepelkerk; Anton van Duinkerken, hoogleraar te Nijmegen; de Mosasaurus van twintig armslengten lengte en de Brachiosaurus die zich bukken moet om te drinken uit de dakgoten van de hoogste flatgebouwen. [...]
Simon Vinkenoog (red.) - Atonaal De faam van deze bloemlezing is enorm. Als podium voor een nieuwe generatie (Vijftig) was en is haar symbolische waarde zeer groot. Nog nooit wierp ik echter een blik op de gedichten. De inleiding van Vinkenoog is wel overbekend, met zijn beroep op het nihilistische levensgevoel: 'wij leven in de chaos, als men wil: de zinloosheid. En als verscheidene dezer tamelijk willekeurig bijeengebrachte gedichten zinloos of chaotisch mogen schijnen, dan zijn zij niets anders dan een gevolg van de hierboven geschetste ontwikkeling en is het ons niet toegestaan de nieuwe dichtkunst daar een verwijt van te maken, zelfs als het vers van de nieuwe generatie een verbeten, pregnante toon heeft die het een a-poëtisch aanschijn verleent.' Onder de gedichten bevinden zich klassiekers als 'Het proefondervindelijk gedicht' van Lucebert en 'Een neger uit Mozambique' van Campert. Veel is echter in de verste verte niet 'a-poëtisch', bijvoorbeeld deze strofe van Andreus uit 'De stad': 'boven de stad een zon van leisteen/boven de stad een maan van leisteen/maar eens per jaar kleden de bomen/zich aan en altijd zingen de vogels' of deze van Lodeizen: 'en zo stil als nooit ben ik langs de /paden van de tuin gegaan, lachend/tegen de nacht; zal ik zeggen hoe/droevig de geuren roken die langzaam/deinden op de wind als zeilschepen...?' Erg mooi is uit 'De dag' van Kouwenaar: 'Twee handen vol vierkante woorden/brood en vruchten voor brood en vruchten/wind er is veel langzame stekende adem/er is één lange gapende letter'. En qua taal is een strofe van Elburg mijn favoriet: [***]
Fragment: 'Ik zou een mens willen maken uit wrok/en afgeslagen splinters: een winterman/met een gezicht van louter ellebogen./En bomen zouden stampen bij zijn langsgaan/en had hij één minuut te leven,/rood zou hij zijn en rood van kindertranen/en rood.'
Harry Mulisch - Siegfried De vele ploeteraars die het fenomeen Hitler psychologisch willen verklaren heb ik nooit zo goed begrepen. In Mulisch' laatste en misschien wel meest autobiografische roman verklaart diens alter ego Herter hem op magistrale wijze filosofisch-theologisch, want hij is een 'logisch' probleem. Siegfried laat bovendien zien waarom Mulisch boven veel schrijvers uitsteekt: 'Er is een chinees gezegde, dat luidt: grote mensen spreken over ideeën, middelgrote over gebeurtenissen, kleine over mensen. [...] In de literatuur gaat het om alle drie, maar meestal ontbreken de ideeën.' [****]
Niccolò Machiavelli - De heerser Machiavelli's meesterwerk bevat enkele bijzonder interessante gedachten die actueel zijn en dat waarschijnlijk altijd zullen blijven. Het merendeel van de beschouwingen in De heerser kon door hun historische verankering en/of vaagheid mijn aandacht echter niet altijd vasthouden. [**]
Jan Siebelink - Knielen op een bed violen Deze bestseller bleek niet helemaal de klassieker te zijn die ik verwachtte te lezen. Er wordt iets te veel uitgelegd en iets te weinig getoond: meer telling dan showing. Niettemin is Knielen op een bed violen een aangrijpend verhaal, zijn de beschrijvingen van het kwekerijwezen erg treffend en is het door Siebelink allemaal zeer zorgvuldig en overtuigend opgeschreven [****]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten