donderdag 30 juni 2011

De ingebouwde politieagent (3): de naweeën van Nawijn

De actualiteit levert nog wat nieuwe brandstof. Maastricht mag toch weer niet haar coffeeshops sluiten om drugstoeristen te weren. 'Mag niet!' riep de rechter. Nu wordt alles op de wietpas gezet om de buitenlanders buiten de deur te houden.

Allochtonen, wat moeten we er toch mee. Joram van Klaveren van de PVV wil de term 'allochtoon' uitbreiden omdat kinderen van tweedegeneratieallochtonen voor het CBS autochtonen zijn en ze zo niet zichtbaar zijn in de statistieken. Het kaalkopje wil nu dat de derde generatie tóch allochtoon genoemd wordt. Dat moet beleid op het gebied van criminaliteit en integratie effectiever maken.

Een PVV'er die voor méér allochtonen pleit - het moet niet gekker worden.

Met zijn voorstel vaart Van Klaveren een andere koers dan zijn voorgangers op rechts. Reeds ex-minister en all time jumpstyle-icoon Hilbrand Nawijn pleitte ooit bij Pauw & Witteman tussen alle proefballonnetjes door voor het afschaffen van de term 'allochtoon'.

Het was een merkwaardige uitzending. Ook de Meiden van Halal waren toen te gast bij Jeroen & Paul. Ze wilden de olijke Hilbrand eens flink het vuur na aan de schenen leggen, maar wat bleek: Groep Nawijn wilde niet alleen af van de naam 'allochtoon', er moesten ook weer meer bankwerkers en dergelijke vakmensen opgeleid worden, allemaal ideeën waar de meiden eigenlijk ook wel voor waren.
Alleen over homo's waren ze het oneens. Homo kon je wel zijn, maar praktiseren mocht niet, aldus Kwiq, Kweq en Kwaq. Hilbrand, voorstander van de doodstraf, was nog wel zo progressief dat dát van hem best mocht.

Hilbrand Nawijn! Wat is er van hem geworden?
Hij politiekt nog steeds. In Zoetermeer is de Lijst Hilbrand Nawijn inmiddels al ruim een half jaar een betrouwbare coalitiepartner.
Zo kan het dus ook.
Het is Hilbrand gegund. Iedereen dacht dat we met hem het dieptepunt wel bereikt hadden qua ministers van Integratie, maar hij was nog niet weg of eerst Rita Verdonk en daarna Ella Vogelaar diepten het dieptepunt nog even wat verder uit. Vogelaar is na het fiasco op Integratie aan de slag gegaan bij een reïntegratiebureau. Sommigen leren het nooit.
En de Meiden van Halal? Nooit meer iets van vernomen.

Nawijn werd indertijd flink op de huid gezeten door Thom de Graaf. 'Lijdt Nawijn aan een meervoudig persoonlijkheidssyndroom?' vroeg de toen nog democratisch gekozen volksvertegenwoordiger Thom zich af nadat Nawijn zich voor de doodstraf had uitgesproken.
Nawijn bleek even later een multitalent. Hij zat er dus niet ver naast, Thom. Zelf is hij nu de ongekozen burgemeester van Nijmegen, een van de 23 ongekozen D66-burgervaders die ons land telt.
En in Zoetermeer regeert Nawijn inmiddels samen met de lokale D66. Leve de democratie.

Had Thom nog moeilijke psychologische termen nodig, de huidige D66-fractie is met haar tijd meegegaan in de bestrijding van het kwaad. Parlementariër Gerard Schouw haalde in een reactie op het voorstel van Van Klaveren meteen de stoplap 'onderbuik' tevoorschijn, een woord dat inmiddels zo vaak uitgebraakt wordt dat het welhaast 'fascisme' en 'nazi' heeft vervangen als de nieuwste polemische vondst om elke discussie dood te slaan.

'Wie nuchter naar de cijfers kijkt,' zegt Schouw, 'ziet dat juist de integratie van deze groep succesvol is'. Jawel hoor, het duurde even maar daar is-ie: onze Hollandse obsessie met statistiek. En een simpele blik op de cijfers is niet voldoende, het moet altijd 'nuchter'. Wat de meerwaarde van die toevoeging is ontgaat mij.
Of Schouw verwart Van Klaveren gewoon met Hero Brinkman, dat kan natuurlijk ook.

Toch vreemd dat we van Schouw nuchter naar de cijfers over deze groep moeten kijken, terwijl volgens van Klaveren deze groep niet als zodanig bestudeerbaar is. Omdat er geen cijfers over bestaan. Omdat de groep nog niet als groep erkend wordt. Wie moeten we nu geloven? Wie hakt de Gordiaanse knoop door?

Hilbrand Nawijn? Hij gaf al een nuttige wenk in zijn evergreen 'Hey Jumpen!': 'Je moet blijven jumpen, tot je sterretjes ziet. De een ziet ze gelijk en de ander ziet ze niet.'*

Zo is het maar net.

dinsdag 28 juni 2011

De ingebouwde politieagent (2): over drugs

Fred Teeven loopt behoorlijk uit de pas door in zijn veiligheidsbeleid objectieve gegevens ondergeschikt te maken aan de subjectieve veiligheidsbeleving van de mensen. Daar is veel op aan te merken, maar Teeven breekt zo in zekere zin wel met wat Thijs Lijster onze 'obsessie met statistieken' noemt: kansberekening en 'doorberekeningen' prevaleren vrijwel altijd boven inhoudelijk debat en denken in onconventionele oplossingen. Onconventioneel is het zeker wat Teeven wil. Hij laat het hart luider spreken dan het hoofd.

Of het wijs is zo politiek te bedrijven is de vraag. Feit is wel dat geestdrift en engagement vaak meer te maken hebben met gevoelspolitiek op basis van overtuiging of sentiment dan met doordacht beleid op basis van ratio en pragmatisme. Het irrationele element van politiek wordt maar al te vaak veronachtzaamd. Persoonlijk heb ik dat erg sterk met het drugsbeleid. Op dat gebied ben ik behoorlijk conservatief.

De drie ooggetuigen van naoorlogs Nederland gaven in 2007 toe dat op sommige punten het afbreken van de taboes een 'beetje uit de hand gelopen' is. Hofland illustreerde dat aan de hand van drugs: 'Zoals met die softdrugs. Je had wiet, die eerst kif heette, toen kreeg je caféachtige ruimtes en dat werden coffeeshops. Dat soort veranderingen heeft ervoor gezorgd dat die ingebouwde agent op de loop is gegaan. [...] Als je hier naar buiten loopt, struikel je over de sufgeblowde Italianen, Britten en Fransen. Dat bepaalt ons gezicht in het buitenland.'

Het hart spreekt zich radicaal uit tegen deze vaderlandse gedoogcultuur. Het zou het liefst zien dat alle shops sluiten en het drugstoerisme volledig verdwijnt. Het verfoeit dat in het buitenland de naam Nederland meteen gelinkt wordt met blowen. Dat ze in Spanje denken dat je deel uitmaakt van een volk dat massaal aan de stuff zit als je laat vallen dat je uit Olanda komt. Dat brave, bange Belgen en Fransen op uitwisseling massaal aan de marihuana gaan zodra ze 'hier' zijn.

Daarom is de eerste impulsieve reactie op het drugsbeleid van de huidige regering er één van geestdriftige instemming. Kom maar op met die wietpas. Geen drugstoeristen meer. Het sluiten van de coffeeshops heeft zich op dat punt al bewezen in Roosendaal en Bergen op Zoom. In Maastricht ijvert de politiek nu ook voor sluiting en schermt daarbij met een onderzoek van de Universiteit van Tilburg Tilburg University dat uitwijst dat invoering van een wietpas of zelfs algehele sluiting dé oplossing zou zijn. Minister Opstelten wil de namen van blowende jongeren bekend maken bij ouders en leraren. Het hart slaat een slag over van enthousiasme. Eindelijk actie.

Maar het hoofd verzet zich soms. De argumenten zijn niet ondubbelzinnig. Straathandel en overlast zouden wél toegenomen zijn in West-Brabant. Amsterdam is tegen het drugsbeleid van de regering. Burgemeester Van der Laan beroept zich op onderzoek dat zou uitwijzen dat de negatieve effecten de overhand hebben: de handel zal zich verplaatsen naar de straat, criminaliteit zal toenemen, toezicht en controle worden lastiger. Dat mag toch ook niet de consequentie zijn.

Tegenstrijdige informatie. Het probleem met statistiek lijkt me in dit geval dan ook niet zozeer dat de cijfers als voldongen feiten het beleid bepalen, maar dat ze juist op elke wenselijke manier te interpreteren of om te buigen zijn, dat elk maatschappelijk topic vervuild wordt met rapportjes en nota's die elkaar tegenspreken en dat juist die onzekerheid er mede voor zorgt dat ad-hocbeleid en gevoelspolitiek het noodzakelijk winnen van objectiviteit, simpelweg omdat die objectiviteit niet gegarandeerd kan worden.

Een politicus is iemand die van zichzelf een staatsman maakt. Persoonlijke sentimenten en onwerkelijke idealismen schakelt hij uit ten koste van nuchtere analyse en pragmatische daadkracht. Het hart staat in verbinding met het hoofd, maar regeren gebeurt in principe altijd in laatste instantie met het hoofd.

Ik ben geen politicus. Het hart krijgt weleens het laatste woord: laat in toeristisch Amsterdam de touwharige Spanjaarden weer in de minderheid zijn ten opzichte van de fotograferende Japanners!

zaterdag 25 juni 2011

Zeven dagen lang (67)

19 t/m 25 juni

ZONDAG Dick
Omdat ik geen gelegenheid voorbij laat gaan om hem hier te noemen: Dick Jaspers weer Europees Kampioen Driebanden!
Check dat palmares!
Ook onze vrienden van PowNed volgen de held overigens op de voet: 1234, 5 en 6. Drie beste reaguurdersreacties:
'We tellen weer mee in de wereld. Sleep de Amsterdamse woonboten maar vast naar het IJ!'
'Wanneer is de huldiging door de Sint Willebrordse grachten?'
'De komende weken zullen we veel te horen krijgen: "Waar was jij toen je hoorde dat Dick Jaspers de cup pakte?"'

MAANDAG Heere
Ben in de bloemlezing inmiddels over de helft, mooi op schema dus. Zwagerman heeft vaak goede keuzes gemaakt: het verborgen juweel 'De sprong der paarden en de zoete zee' van Mulisch, 'Vrouwen winnen' van Hotz i.p.v. weer 'Dood weermiddel'. En van Heere Heeresma het verhaal 'Een winkelier keert niet weerom' uit Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming. Wat een prachtig stuk proza. En dat slot... Vochtige ogen maar weer.

DINSDAG Garden of Love
Prijswinnend wat mij betreft: Down with Johnny Rocks. Authenticiteit bestaat nog. Wat een verademing tussen alle tuthola's, gladjanussen en neppe emoties in al die henkjansmitsiaanse talentenjachten.

WOENSDAG Sar
Bij Knevel & Whatshisname gaat het over Griekenland. Edwin van der Sar heeft de kern van het probleem te pakken: 'Met al die eilanden is het ook lastig om alle belasting te innen.'

DONDERDAG Toverberg
Waarom bestaan er eigenlijk geen sanatoria meer zoals vroeger? Nu zitten alle perpetuele hoesters en kuchers maar vrijuit ziektekiemen te verspreiden in treincoupés en archieven.

VRIJDAG Muziek!
Geniale gift van Google: de Les Paul Doodle heeft een eigen plekje gekregen: hierzo.
Ben al avonden aan het oefenen. Resultaat nihil.

ZATERDAG Weg met die 'weg-met-ons-mentaliteit'!
Rouwstoet voor beschaving

donderdag 23 juni 2011

Wilders vrij

Geert Wilders is vandaag door de rechtbank in Amsterdam op alle punten vrijgesproken. Wilders deed zijn uitspraken als politicus en in een maatschappelijke context, zo oordeelde de rechter. De vrijspraak is geen verrassing. Niemand rekende op een veroordeling, door vriend en vijand werd op vrijspraak gehoopt. Deze zaak was door de massale media-aandacht en de schreeuwende publieke opinie verworden tot een politiek proces dat nauwelijks nog iets met de gebruikelijke gang van zaken in de rechtspraak te maken leek te hebben en waarbij de rechters zich in een toneelstuk waanden. Komedie of tragedie, dat was zelfs niet helemaal duidelijk. Maar in ieder geval met Moszkowicz als de deus ex machina.

Nu moeten, vindt Wilders, 'alle haatzaai-artikelen uit het wetboek van strafrecht'. Dat lijkt onschuldiger dan Fortuyns wens dat Artikel 1 van de Grondwet zou worden afgeschaft, maar dat is het bij nader inzien niet. Het Grondwetsartikel is praktisch een log en onhandelbaar ding: '... Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook'. Hierin worden zaken die bij geboorte gegeven zijn (ras, geslacht) geplaatst naast kenmerken die berusten op keuzevrijheid (politieke gezindheid, levensovertuiging). En dat 'op welke grond dan ook' is al helemaal dodelijk voor de toepasbaarheid.

Het Grondwetsartikel is dan ook de theorie, het ideaal, de abstractie van de rechtspositie van de burger. Dat wist Fortuyn ook wel. De praktijk is vervolgens geregeld in het wetboek van strafrecht, en daar wil Wilders nu korte metten mee maken. Zonder Grondwetartikel 1 blijft er rechtsgrond voor vervolging, zonder de betreffende artikelen uit het Wetboek niet meer.

Wilders verklaarde voorts na het vonnis dat hij 'weer wat vertrouwen heeft gekregen in de Nederlandse rechtspraak'. Meer voer voor hen die menen dat de politicus een gevaar vormt voor de rechtsstaat door de onafhankelijkheid van de rechters te betwisten. Dat is hier echter te veel eer. Het is de typische reactie van de beklaagde die, overtuigd van zijn onschuld, bij een veroordeling automatisch de competentie van zijn berechters in twijfel trekt. En zeker als die beklaagde  iemand is wiens overtuiging zo sterk is dat '"vastbesloten" nog een understatement is', zoals Martin Bosma in zijn boek opmerkt. Bovendien ontneemt het focussen op de uitspraken van Wilders het zicht op het interne gevaar dat de rechtsstaat ondermijnt: de dreigende implosie door alle justitiële blunders die in een mediacratie nu eenmaal breed uitgemeten worden en er, veel meer dan Wilders' geweeklaag, voor zorgen dat de mensen de rechterlijke macht als 'het gebefte geboefte' (Maarten 't Hart) gaan zien.

Het zou ook moeilijk uit te leggen zijn geweest wanneer Wilders wel veroordeeld zou zijn voor zijn uitlatingen terwijl even verderop Klaas Carel Faber vrolijk in vrijheid blijft rondsjokken. Duitsland weigert de laffe moordenaar uit te leveren, op basis van een Hitlerwet uit 1943. Al in 1952 kwam de regering-Adenauer tot dit besluit. Niet omdat de regering-Adenauer uit fascisten bestond, maar omdat zij zwichtte voor de publieke opinie. Is die publieke opinie nog steeds op Fabers hand? Hoe dan ook, het voorbeeld toont aan dat ook in de jaren vijftig de publieke opinie al van invloed was op de toepassing van een wet. Nu is er echter de component van de media-aandacht bijgekomen. En de dubieuze rol van advocaten. Hopelijk luwt de mediastorm nu het proces voorbij is. Moszkowicz hoeft niet meer te bellen.

dinsdag 21 juni 2011

Gedicht: 'Het Binnenhof', door H. Zijlstra

Halbe Zijlstra is staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Weinigen weten dat hij ook een verwoed amateurdichter is in zijn vrije tijd. Vandaag waaide er een kladje uit zijn tas:

Het Binnenhof

Cultuur is voor belegenen of gekkies.
En dan: wat is Cultuur nog in dit land?
Een dure hobby van een dode stand,
Sandalendragers met hun gekke bekkies.

Geef mij zo'n ruige, vrijgevochten rocker,
De vlotte dikke thrillers van Dan Brown,
De kunsten, nooit zo schoon dan als een clown
Cultuurpaus speelt in rode knickerbocker.

Snoeien gaat vlot voor wie niet veel hoogacht
En Geert zal toch de zwartepiet wel vangen,
Alsof niet wij maar hij de schuld hier trof.

Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
In neoliberale vreugdezangen,
Dommig glunderend, op het Binnenhof.

HALBE ZIJLSTRA (1969-)
*

zaterdag 18 juni 2011

Zeven dagen lang (66)

12 t/m 18 juni

ZONDAG Olav, poëet
De Formule 1-grand prix van Canada wordt na overvloedige regenval lang onderbroken. Commentator Olav Mol moet urenlang de tijd zien vol te lullen en wordt daarbij op een gegeven moment wat overmoedig:
'De regen kwam in grosso modo'.

MAANDAG Alles is niets
Over dat culturele omnivoorschap waar ik tegelijkertijd blij mee ben en mee worstel. Ik bezoek het liefst op vrijdag het stadion en op zaterdag het theater, schreef ik.
Motto Feyenoord: Geen woorden maar daden
Literair festival in 's-Hertogenbosch: Geen daden maar woorden (gdmw)

DINSDAG geef ons heden
In De revanche van de roman (2009) schreef Thomas Vaessens: 'Wie, zoals ik, ervan uitgaat dat de literatuur verankerd is in het idee van een vitale burgermaatschappij, heeft vooralsnog van de roman het meest te verwachten.' (p. 90)
Toch is de indrukwekkendste bijdrage aan dit soort engagement sindsdien een poëziebundel geweest: Gemraad Slasser d.d.t. van Robert Anker.
Lees en sla steil achterover.

WOENSDAG Subjectieve lezer
Nog iets over Fredrik Teeven: Vrij Nederland memoreert hoe Teeven zich ooit 'bij Barend en Van Dorp aan tafel mengde in een discussie over de vaste boekenprijs, met het standpunt dat die prijs wat hem betrof gewoon elk jaar moest worden blijven uitgereikt.'

DONDERDAG Zondvloed
Vandaag slachtoffer geworden van een oneerlijke regenbui: overal om je heen blauwe lucht en dan net onder die ene allesvernietigende regenwolk fietsen.

VRIJDAG Anzhi en Grozny
Les 1 reclame & marketing: gebruik nooit iemand uit de voetballerij voor je actie, want niets zo veranderlijk als dat wereldje. Daar kwam ook PSV achter deze week. Balasz Dzsudzsák was nog niet vertrokken naar Rusland of de supporters vonden een wervingsfolder op de deurmat met daarop Dzsudzsák: 'Ik ben er volgend seizoen weer bij, u toch ook?'
Ook leuk: Ruud Gullit in de reclame van BeterHoren: 'Bij wedstrijdbesprekingen kan ik de mensen steeds minder goed verstaan.' Misschien door alle decibellen in die nachtclubs, Ruud?

ZATERDAG WFH
Gisteren weer twee prachtboeken verschenen: Willem Frederik Hermans, Volledige Werken deel 14 en Willem Frederik Hermans & F. Bordewijk, Een onmiskenbare verwantschap. Brieven 1944-1965.

woensdag 15 juni 2011

De ingebouwde politieagent

Fred Teeven heeft een uitstekend cv, maar toch heb ik het gevoel dat hij een non-valeur is. Heb ik het dan mis? Nee, in ieder geval niet volgens de logica van Fred Teeven zelf. Teeven is namelijk van mening dat 'subjectieve veiligheid' - veiligheid zoals die door de mensen ervaren wordt - belangrijker is dan 'objectieve' - de harde cijfers.

Daarom ijvert hij al jaren voor hogere straffen, ook al wijzen de statistieken uit dat dat niet helpt. En daarom voert hij nu als staatssecretaris strengere gevangenisregimes in. Lastige gevangenen verliezen hun privileges, moeten 23 uur per dag in hun cel blijven en verliezen het recht op verlof.

Waarom is het veiligheidsgevoel van de mensen zo laag? Waarom loopt de subjectieve veiligheid niet in de pas met de objectieve statistieken? Waar is het mis gegaan? Misschien moeten we te rade gaan bij drie wijze mannen die het naoorlogse Nederland hebben zien veranderen.

Vrij Nederland interviewde Jan Blokker, Harry Mulisch en Henk Hofland, alle drie geboren in 1927, in totaal vier keer. De laatste keer was in 2007, toen het ronden van de kaap van 80 jaar werd gevierd. Het overlijden vorig jaar van Blokker en Mulisch betekende het einde van deze traditie. De vier interviews zijn nu gebundeld in Ik heb nooit iets met leeftijd gehad. De grote Vrij Nederland-gesprekken.

In het interview van 2007 schampert Blokker dat Huizinga 'er helemaal naast' zat toen die in Nederland's geestesmerk (1935) de Nederlandse identiteit omschreef in termen als 'nuchter', 'tolerant' en 'onheroïsch'. Een ietwat vreemde opmerking voor iemand die een boek heeft geschreven om aan te tonen dat niets zo veranderlijk is als de Nederlandse identiteit. Andere tijd, andere identiteit dan toch zeker?

Blokker corrigeert zichzelf dan ook bijtijds. Hij zaagt eerst nog even door - 'zat-ie in een ivoren toren in Leiden en had-ie het niet in de gaten?' -, maar maakt dan ineens een grote draai: 'Maar er ontbrak in zijn tijd een aantal voorwaarden. Als je in een park liep, stond er om de tien meter een bord: "Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen de eigenaar van dit park de schillen en de dozen". Er was nog een soort rare orde in dit land.' Waarop Mulisch: 'Iedereen had een ingebouwde politieagent.'

Een mooie opmerking. 'Die agent is ontsnapt', voegt Mulisch eraan toe. De anderen beamen dat. De interviewers, Pieter van den Blink en Mischa Cohen, stellen dan de enig juiste vraag: 'Heeft uw generatie niet juist meegewerkt aan zijn verdwijning?' De heren sputteren tegen, wijzen op taboes en het verzet dat ze ertegen gepleegd hebben. Hofland toont zich toch nog enigszins realistisch: 'Het is alleen 'n beetje uit de hand gelopen.'

Beroemd is een foto uit 1966 waarop een groepje jongeren te zien is dat de pet van een agent heeft afgepakt. De arme diender weet zich met de situatie geen raad. Toen ik de foto in mijn geschiedenisboek voor het eerst zag, kreeg ik er een ongemakkelijk gevoel bij. Was het mijn ingebouwde politieagent die zich roerde?

Ooit was de subjectieve veiligheid groter dan nu, niet omdat de criminaliteit zoveel lager was maar omdat in iedereen een politieagent huisde. Die agent is ervandoor gegaan, op zoek naar zijn pet. Fred Teeven kan zich beter inspannen om die ontsnapte agent weer terug in de mensen te krijgen. Misschien zal zijn beleid 'objectief' mislukken. Maar mijn subjectieve waardering voor Teeven zal dan toch een beetje gestegen zijn.

zaterdag 11 juni 2011

Zeven dagen lang (65)

5 t/m 11 juni

ZONDAG The Optimist
Bestuur, directie en redactie van zoggel.blogspot.com feliciteren vandaag collega-blogger Stefan Meeuws met zijn 25ste verjaardag. Proost!

MAANDAG Helden
Eenmalig weer bijeen: de Vliegende Panters. Gisteren traden ze op in het Vondelpark, begeleid door de New Cool Collective. Met Diederik Ebbinge in een oogverblindend mooie outfit.
Check die footage: Lekker reppe; Stukjes poep.

DINSDAG 'we voelen ons hier net Barcelona'
Ja hoor, daar is er weer eentje, een ingezonden brief van een Vogel uit Spakenburg in de VI. Meneer legt even uit waarom ze niet willen promoveren: 'Moeten wij dan bijvoorbeeld Fortuna Sittard ontvangen dat zes man en een paraplu meeneemt?'
Als er één club is in de Jupiler die altijd een goeie groep hondstrouwe fans meeneemt, dan is het Fortuna wel.
Nog nooit op de verharde weg geweest, maar wel denken te weten hoe het zit.

WOENSDAG Mart
Wonderlijk toch, die virulente haat die zoveel Nederlanders koesteren tegen Mart Smeets. Het is ongetwijfeld waar dat wij het talent voor oprechte bewondering van grootheden missen.
In België ontmoet je steevast verbaasde blikken als je vertelt dat Smeets hier niet alom beschouwd wordt als een groot 'reporter'.

DONDERDAG Max
Ergert u zich ook zo aan die Nuon-reclames met die vreselijke clichémannetjes?
Extra vervelend is dat een van de twee de aanstormende cabaretier Max van den Berg is, na Arie K. dus alweer een humorist die zich vergaloppeert. En Van den Berg is nog wel verantwoordelijk voor 'Het dorp 2011', een geniale actualisering van/satire op de evergreen van Sonneveld en Wiegersma. 'Thuis heb ik nog een mp3...' Check!

VRIJDAG Marleen
De bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg zijn 'onrechtvaardig', aldus ggz-voorzitter Marleen Barth op het NOS-journaal. Marleen Barth, de riant scheefwonende burgemeestersvrouw die privacy van patiënten en beroepsgeheim van artsen verkwanselde aan de verzekeraars. 'Onrechtvaardig'. Met een uitgestreken gezicht.

ZATERDAG Kale leider
Na de Knevel & Vierkanthoofd van gisteravond weet ik het zeker: bij de volgende verkiezingen stem ik op Humberto Tan.

donderdag 9 juni 2011

Lezen, lezen, lezen #24

Gerrit Voerman (red.) - De conjunctuur van de macht. Het Christen Democratisch Appèl 1980-2010 (2011), 252 blz.
Vorig jaar bestond het CDA dertig jaar. Het was echter allesbehalve een feestelijk jaar voor de christendemocraten. Na de historisch zware verkiezingsnederlaag waren doemgedachten over het einde van de partij niet van de lucht. Dat blijkt echter vaker het geval te zijn geweest in de voorbije dertig jaar, zelfs al vóór de partij goed en wel bestond. In De conjunctuur van de macht bestuderen politicologen en historici, onder wie bekende namen als James Kennedy, Ruud Koole en Marcel ten Hooven, vanuit verschillende invalshoeken de ontwikkeling van het CDA sinds 1980. Zo blijkt dat het CDA pas (of al?) onder Lubbers de richting van het sociaalconservatisme insloeg en dat Balkenende een grote rol heeft gespeeld in de bestendiging van deze profilering, als premier maar vooral in zijn tijd bij het Wetenschappelijk Bureau.
De interessantste bijdragen onderzoeken de vraag of het CDA inderdaad, zoals de gangbare mening luidt, een ruk naar rechts heeft gemaakt. Kennedy en Hans-Martien ten Napel concluderen van niet. Hoewel de onderzoekers feitelijk onderzocht hebben of de partij conservatiever is geworden, wat ik niet hetzelfde vind als rechtser, blijkt dat niet zozeer het CDA als wel de Nederlandse politiek als geheel conservatiever is geworden en dat het CDA zich in die zin slechts heeft aangepast aan de tijdgeest. Het electoraat is echter wel verschoven naar (gematigd) rechts, met een sterke voorkeur voor de VVD en steeds minder voor de PvdA, zo concluderen Joop van Holsteyn en Galen Irwin uit empirisch onderzoek. Die wetenschap stemt somber, omdat mijn idee toch was en is dat het CDA zich meer moet inspannen een echte middenpartij te blijven, wil het zijn toekomst garanderen. De appeasementpolitiek ten opzichte van de PVV is hierbij vanzelfsprekend een belangrijk punt, maar persoonlijk acht ik de verinniging van de band met de neoliberale VVD en de steeds wijder wordende kloof met de PvdA veel gevaarlijker. Hier is overigens ook de koers binnen de PvdA debet aan. Als het CDA steeds meer een slap aftreksel van de VVD wordt, verliest het zijn bestaansrecht. De enige eigenheid zit dan nog in de, historisch bepaalde, confessionele signatuur.
Ook daar is echter verandering noodzakelijk. De immer voortdurende secularisering van de maatschappij maakt het echt bittere noodzaak dat de partij definitief de religieuze banden losser maakt. Ik haal graag nogmaals Bert Ramakers aan, die pleit voor een verruiming van de grondslag van het CDA, zodat 'ook mensen met een niet-christelijke geloofs- of levensovertuiging zich thuis kunnen voelen bij de partij'. Tot slot nog dit: dit boek is feitelijk een bundel wetenschappelijke artikelen. Dat het 'gewoon' te vinden is in de reguliere boekhandel op het tafeltje politieke boeken bewijst evenwel dat het CDA nog steeds een partij is die ertoe doet en waar nog veel belangstelling voor bestaat.

Multatuli, een zelfportret. Het leven van Eduard Douwes Dekker, door Multatuli verteld. Samengesteld door Dik van der Meulen, Cees Fasseur en Hans van den Bergh (2010), 360 blz.
Van Multatuli las ik alleen Max Havelaar en her en der wat Ideen. De man heeft echter nog veel en veel meer geschreven, van fictioneel en non-fictioneel werk tot massa's brieven. De vijfentwintig dundrukdelen Volledige Werken hebben me niettemin altijd eerder afgeschrikt dan verleid tot meer lezen. Multatuli, een zelfportret biedt nu een ruimhartig overzicht van de veelzijdige productie van Multatuli. Grondthema is het autobiografische aspect, 'alles wat hem in het dagelijks leven en in zijn ideeënwereld bezighield'. De samenstellers, de usual suspects Dik van der Meulen, Cees Fasseur en Hans van den Bergh - de biograaf, de monarchist en de republikein -, hebben echter ook bekende teksten als het Saïdja-en-Adinda-verhaaltje en grote gedeelten uit Woutertje Pieterse opgenomen, zodat dit boek veeleer een traditionele bloemlezing is dan een zelfportret of autobiografie.
Hoewel de heren met dit boek hebben gepoogd 'oude en nieuwe lezers [te] verleiden de weg (terug) te vinden naar de meesterwerken' van Multatuli, moest ik naar het einde toe toch constateren dat de auteur er meer en meer uit oprijst als een ongelooflijke druktemaker, een wervelwind die zowel inhoudelijk als stilistisch kortstondige oplichtingen van briljantie afwisselde met onverteerbare woordenvloeden en kronkelredeneringen. Aan het eind van zijn leven was Multatuli zelfs verworden tot een soort goeroe, een negentiende-eeuwse Emile Ratelband die zichzelf bovendien verloren had in gokschulden en zelfverheerlijking. De afstand in de tijd speelt hier vast ook een rol, maar te zelden zijn de geselecteerde fragmenten nog leesbaar of onderhoudend genoeg dat ze het verlangen in me wakker roepen de volledige tekst te willen lezen. Dat is toch de paradoxale en ietwat wrange conclusie na lectuur van dit boek: hoezeer ik me er ook mee vermaakt heb, ik weet nu zeker dat ik me niet verder ga verdiepen in het oeuvre van Multatuli. Deze bloemlezing is precies genoeg.

Herman Pleij - 'Moet kunnen.' Een kleine mentaliteitsgeschiedenis van de Nederlander (2011), 128 blz.
Met 'moet kunnen' duidt cultuurhistoricus en mediëvist Herman Pleij het misschien wel succesvolste Nederlandse identiteitsaspect aan: de gedoogcultuur die een economische oorsprong heeft en inmiddels ook het culturele en politieke leven beheerst. Naast de gedoogcultuur ligt het poldermodel, al eeuwenlang het tweede basiselement van de vaderlandse vooruitgang: 'Zelden is een gemeenschap zo lang getraind in ruziemaken om vooruit te komen.' Pleij strooit kwistig met voorbeelden en typeringen van de mentaliteit van de Nederlander, zonder veel mitsen en maren en daardoor met een amusante toon en in een prettig tempo. Twee bedenkingen hierbij: Pleij gaat ten eerste dikwijls voorbij aan de vraag voor wie een bepaald aspect eigenlijk evident is. Zo noemt hij de spreekwoordelijke 'gierigheid' van de Nederlander in de ogen van de Belgen en hun 'domheid' in onze ogen, twee overbekende clichés. Hier voegt hij dan echter aan toe dat Nederlanders 'grossieren [...] in anekdoten over de gierigheid van Schotten'. Dit was echter totaal nieuw voor mij. Pleij veronachtzaamt zo soms de cultuur-, tijd- en persoonsgebondenheid van bepaalde typeringen. Een tweede bezwaar is dat Pleij in de valkuil valt waar iedereen in lijkt te vallen die iets beweert over 'de' Nederlander, en zeker zij die negatieve eigenschappen signaleren: ze pretenderen iets algemeen geldigs te beweren over Nederlanders, maar die bewering is impliciet niet op henzelf van toepassing. Ja, dit is typisch Nederlands, maar neen, ikzelf maak me er niet schuldig aan, die houding.
Uit dit boekje komen eigenlijk twee Herman Pleijen naar voren. De ene een luchtig generaliserende en vrij associerende causeur, de ander een kundige en erudiete kenner van de laat-middeleeuwse (volks)cultuur. Je merkt het zelfs aan de stijl, die wordt ineens veel bedaarder en doorwrochter wanneer de volkscultuur en burgermoraal aan de orde komen. Interessant is dat Pleij veelvuldig gebruikmaakt van reisverslagen van buitenlanders die in vroeger eeuwen ons land bezochten. Hij verliest echter nooit de actualiteit uit het oog. Nederland is tegenwoordig 'het land van Sinterklaas en de Rijdende Rechter. Met een flinke scheut Paul de Leeuw.'

dinsdag 7 juni 2011

Een jaar na 11 juni

Patrick Bernhart - 2010. Zo werden wij wereldkampioen. Carrera, 2018 [=2010], 213 blz.

Komende zaterdag, 11 juni, is het alweer een jaar geleden dat het WK in Zuid-Afrika begon. Dat stemt tot nadenken, niet alleen over de in moordend tempo voortrazende tijd maar ook over die wonderlijke maand die bijna uitmondde in de wereldtitel. De oefenwedstrijden tegen Brazilië en Uruguay die deze dagen afgewerkt worden dragen ook hun steentje bij aan het mijmeren.

Ik hield een jaar geleden een wekelijkse 'WK-kroniek' bij, in enkele veel te lange berichten - zeker voor een blog. Toch ben ik nu dolblij dat ik dat toen gedaan heb, want in zo'n voorbijvliegend jaar verdampt er ongemerkt toch een gigantische hoeveelheid herinneringen en impressies. Jammer alleen dat juist het meest beschamende element van het WK, die volledig misplaatste grachtenrondvaart, zich stevig in het geheugen genesteld heeft.

Afijn, de aanleiding voor dit bericht was eigenlijk de gedachte dat er na het plotselinge ontwaken uit de WK-koorts eigenlijk niet of nauwelijks aandacht meer is geweest voor die verloren finale, en de zich daarbij meteen opdringende vraag of dat in '74-'75 en '78-'79 ook zo is geweest. Die eerste twee verloren finales worden algemeen gezien als nationale trauma's, en bij trauma's horen weerkerende terugblikken en een lang nadreunende impact.

Wellicht hebben die twee finales pas in een later stadium hun mythische status bereikt, in de vroege jaren tachtig, toen pijnlijk bleek dat de glorietijd echt voorbij was. Nu is, op Gio na, de hele groep van 2010 nog bij elkaar en is Oranje nog steeds een absoluut wereldteam en topfavoriet voor het EK 2012. Toch vraag ik me ook af of die finale van vorig jaar niet alleen verschilt van de finales van de jaren zeventig qua tijdsgewricht maar misschien ook inhoudelijk dermate anders was dat de impact kleiner is of zal zijn.

In '74 veroverde Oranje vrijwel vanuit het niets met 'totaalvoetbal' de wereld; de nederlaag werd alom als onverdiend ervaren, want 'wij waren de besten', zoals Auke Kok schreef. En in '78 wonnen we nog bijna ondanks de intimiderende sfeer en Freek de Jonge. In '10 daarentegen was de overwinnaar nu eens echt ook gewoon beter. Daar komt nog bij dat Oranje gedurende het toernooit feitelijk nergens echt indruk maakte en dat de kaartenregen een grimmige sluier over de finale legde.

Onlangs las ik 2010. Zo werden wij wereldkampioen van Patrick Bernhart. Dit merkwaardige boek - een roman? - werd kort vóór het WK gepubliceerd en bibliografisch bewust gepostdateerd op 2018. Bernhart presenteert een fictieve terugblik op het door Oranje gewonnen WK in Zuid-Afrika. Dat in werkelijkheid het Nederlands elftal warempel op een haar na de titel pakte, maakt dit boek een nog curieuzer geval. Het is een interessante kwestie wat ermee gebeurd zou zijn als Nederland daadwerkelijk wereldkampioen was geworden. Waarschijnlijk had dit de verkoopcijfers een enorme boost gegeven, maar tegelijkertijd zouden massa's argeloze kopers zich bestolen hebben gevoeld en zou het boek zowel het curiosum als de paria onder alle terugblikboeken zijn geworden.

In 2010. Zo werden wij wereldkampioen bereikt Oranje met veel moeite en geluk de tweede ronde. Na een dikke nederlaag tegen de Denen en een gelijkspel tegen Japan is een krappe 1-0 tegen Kameroen net voldoende voor de volgende ronde. Vervolgens gaan Italië (1-0), Portugal (3-2 na 0-2 bij rust) en Duitsland (penalty's na 2-2) over de knie en verslaat Nederland in de finale Engeland met 2-1. Bernhart heeft er alles aan gedaan om vooral niet te serieus over te komen. Spelers zijn karikaturen van zichzelf, Gordon komt erin voor en Nigel de Jong 'mist' de eerste helft van de finale omdat hij tevoren nog even een stukje is gaan rijden en in een township met de arme jochies is gaan ballen.

Verder staat Van Nistelrooij er bij Bernhart gewoon in, is Dré Ooijer in geen velden of wegen te bekennen en valt de winnende treffer in de finale op een, volgens mij, natuurkundig onmogelijke wijze in het doel. Bernhart heeft ook een tijdsbeeld willen schetsen van het Nederland van 2010, bezien vanuit het perspectief van 2018. Dat levert veelal wat gezapige clichés op over Balkenende, twitter en Yolanthe, maar ook niet ongeestige parodieën op bijvoorbeeld de schrijfstijl van Herman Pleij en de taalvondsten van bedrijven die WK-producten in de markt zetten: in het kader van de wedstrijd tegen Japan het drankje 'Hupsaké'.

2010. Zo werden wij wereldkampioen verscheen net voor het echte WK en moet, met alle feitjes en wetenswaardigheden die er toch ook in verwerkt zijn, zeker ook als voorbeschouwing zijn functie gehad hebben. Met de kennis van nu, om ook maar eens in de tijdgeest van 2010 te blijven, is het boek nog steeds interessant om de gedachten terug te leiden naar die WK-bubbel van vorig jaar. 'Nederland verlangde met elke vezel naar de eerste wereldtitel' heet het op bladzijde 183, kort voor de finale. Een waar woord.

Ik moet bekennen dat ik zelf ook niet elke dag zwaar getraumatiseerd terugdenk aan de elfde juli. Ik word nog weleens zwetend wakker van de kans van Robben, maar meer ook niet. Waarschijnlijk ben ik te ongeduldig en is het gewoon wachten tot de huidige generatie spelers afzwaait en de finale zich in het collectieve geheugen te ruste heeft gelegd voor er iets zinnigs over de impact en status van die derde verloren finale op te merken valt. De Auke Kok van 2040 mag het zeggen.

zaterdag 4 juni 2011

Zeven dagen lang (64)

29 mei t/m 4 juni

ZONDAG Mooie dag
Steven Kruijswijk negende in het eindklassement van de Giro, verdomd een uitmuntende prestatie. En dan te bedenken dat Matthijs van Nieuwkerk vorig jaar nog quasi-lollig aan de piepjonge renner vroeg: 'En sinds wanneer zit jij op de fiets?'
Sowieso een trieste dag voor Matthijs, want ADO Den Haag wint vandaag de play-offs en is dus officieel als vijfde geëindigd.
Ik stel voor dat Matthijs live op tv zijn excuses maakt aan Kruijswijkje terwijl hij kaal wordt geschoren door Wesley Verhoek.

MAANDAG The Art of Sugarcoating
Vrouw op tv: 'Ik ben in between jobs.'
Werkeloos dus.

DINSDAG Foutje
Uit de categorie 'daar hadden we net iets langer over moeten nadenken': een tv-reclame voor schoenen met de boodschap: 'Schoenen: je staat er mee op en je gaat ermee naar bed.'
Euh, nee, dat nou juist niet.

WOENSDAG Overbevolkt?
'In meetkundige termen vertaald is onze aanwezigheid op de planeet belachelijk op zichzelf: als de hele mensheid, ongeveer 250 miljoen ton, gelijkmatig over al het vaste land werd uitgestreken, zou de "hoogheid van de mens" niet met het blote oog zichtbaar zijn: het zou een laagje opleveren van om en nabij een zestienduizendste millimeter.' (Primo Levi, Het periodiek systeem, p.231)
Levi's boek is van 1975, toen er nog 'maar' 4 miljard mensen waren. We ronden dit jaar de kaap van 7 miljard en voor het einde van deze eeuw zijn we met 10 miljard. Het laagje wordt steeds dikker.

DONDERDAG Melig
De spellingcorrector van Word stelt voor 'posteriori' te verbeteren tot 'potverdorie', zo signaleerde ik al eens.
Ik heb er nog één: 'witteboordenmisdaad' (op p.127 van Peter Buwalda's Bonita Avenue) wordt niet als correct woord erkend, het voorgestelde alternatief is 'wittebrodenmisdaad'.

VRIJDAG Eindhovuh
'Eindhoven slimste regio ter wereld' (Teletekst)
Dan hebben de onderzoekers zeker het Philips Stadion en omstreken niet meegeteld, toch Theo?

ZATERDAG Dan klinkt een symfonie
Nog meer goed nieuws uit Eindhoven: 'Jan Smit helpt tegen eenzaamheid.' (Eindhovens Dagblad)

vrijdag 3 juni 2011

Ronald Giphart - IJsland

Ronald Giphart - IJsland. Podium (2010), 240 blz.

Van Ronald Giphart had ik nog nooit iets gelezen. Nog nooit een roman moet ik zeggen, want ik las wel ooit De liefde die Feyenoord heet, een bijzonder sympathiek boek dat Giphart samen met Rob van Scheers en Peter Blokdijk schreef.

Dat ik nu zijn nieuwste roman IJsland ben gaan lezen, had twee redenen: uit besprekingen van het boek meende ik ten eerste op te maken dat de schijtlolligheid die Giphart eigen schijnt te zijn, in zijn nieuwste roman veel minder prominent aanwezig was, en ten tweede zag ik Giphart ergens vertellen dat het idee voor IJsland gebaseerd was op de break up van de Vliegende Panters, het cabarettrio aan wie ik veel te danken heb.

Om met het laatste te beginnen: het trio in IJsland heet 'Groep Smulders', een duidelijke verwijzing naar de typetjes Peter, Pascal en Pierreke Smulders uit Hype, de tweede show van de Panters. Verder verschilt de groep nogal van de 'echte' Panters. In IJsland gaat het om twee broers en de schrijver en ik-verteller Giph en zijn de heren niet op elkaar uitgekeken, maar is het alleen Giph die de handdoek in de ring wil gooien.

Wat betreft de schijtlolligheid: die is nog steeds aanwezig. Bijvoorbeeld in een al te flauwe opsomming van theaters waar Groep Smulders optreedt: 'De Fuk in Vaessensdam. De Drol in Hoogeland. De Klit in Marmelo. De Gulp in Bremmersvorden. De Nattewind in Gietsenbeek.' Maar misschien is dit wel extra aangedikt om de serieuze component beter te laten uitkomen.

Giph krijgt namelijk een relatie met de zwangere Friezin Teaske. Haar zoon Bent wordt door Giph als zijn eigen zoon omarmd, zeker wanneer de kleine kort na zijn geboorte in het ziekenhuis belandt en wekenlang moet vechten voor zijn leven. Teaske kan de inspanningen van Giph echter minder waarderen: als Bent weer beter is, vertrekt zij terug naar Friesland naar haar ex-vriend, die overigens ook niet de vader is.

Giphart kan zeker schrijven. Hij is bij vlagen in staat je bladzijden lang ademloos door te laten lezen. Erg knap gedaan is 'De Saga van het Einde van de Goddelijke Bulder', een fragment in de taal van de oude, mythische IJslandse epiek: 'De Hoge, de Even-Hoge en de Derde hielden het land jarenlang gevangen tussen de Kaken van de Lach. Toen werd de Derde [...] verliefd op de Vrouw Met Het Universum In Haar Buik, dóttir van het Sekreet van het Noorden. Zij baarde hem een Zoon, een jongen die lafhartig werd overvallen door de Dieven van de Duistere Slaap.' etc.

Giph vertelt de geschiedenis in de vorm van enkele brieven aan de lezer. De blurb spreekt van 'een herbezinning op de dingen die belangrijk zijn' en dat is voor de verandering wel een adequate typering. De autobiografisch geïnspireerde plotlijn over het kleine manneke is opgebouwd uit beschrijvende passages en interessante bespiegelingen over de relevantie van humor, vriendschap en de zin en onzin van menselijke verhoudingen.

Het lijkt erop dat Gipharts exuberanties in IJsland wat onderkoeld zijn geraakt. Met af en toe nog een geiseruitbarsting van schijtlolligheid.

*****