donderdag 30 september 2010

Gedoogsteun PVV blijkt zegen voor links

Toen Job Cohen van de zomer alle linkse en middenopties voor een nieuwe regering had geblokkeerd, moest men wel over rechts gaan. De Partij voor de Vrijheid was daarbij onmisbaar, als coalitiepartner of als gedoger. De linkse partijen en de christelijk-sociale vleugel van het CDA waren vervolgens bang dat de betrokkenheid van de PVV bij Rutte I zou leiden tot een nog rechtser beleid dan zij in hun bangste dromen voor zich zagen. Paradoxaal genoeg lijkt het er nu juist op dat de PVV de balans wat minder ver naar rechts doet doorslaan.

Rutte, Verhagen en Wilders presenteerden gisteren hun plannen voor de komende jaren. Vrijheid en Verantwoordelijkheid wordt het devies. Er wordt flink bezuinigd, vooral op bureaucratie, de ontwikkelingssamenwerking en de zorgtoeslag. Keihard zijn de plannen wat betreft immigratie en integratie. Integreren wordt duurder en lastiger, nieuwe immigranten moeten zo mogelijk hun oude paspoort opgeven en recidiverende criminelen van allochtone afkomst kunnen hun biezen pakken. Maar dit zijn geen honderd procent PVV-standpunten. Ook de VVD is de laatste jaren immers meer en meer de PVV gaan kopiëren als het om zaken als strafbeleid, islam en veiligheid gaat. De VVD - en in zekere zin ook de Verhagenvleugel van het CDA - scoort hier dus een voltreffer, en bovendien een voltreffer die bij hevige weerstand al te gemakkelijk afgewenteld kan worden op Wilders' eisen.

De PVV zegeviert alleen hoog op symbolisch gebied. Wilders riep triomfantelijk dat het aantal niet-Westerse allochtonen met 50% zal verminderen, maar dit staat nergens zwart op wit. En dat illegaal verblijf strafbaar wordt om illegalen het land uit te kunnen zetten is een onnodige omweg, want dat is nu ook al de dagelijkse praktijk, zo beaamde Cohen gisteravond bij P&W. Ideologisch doet de PVV uitstekende zaken, maar daarmee is de partij nog geen stap verder dan ze altijd al is geweest: een partij met ideologisch uitgesproken standpunten die eenmaal op pragmatisch en dus politiek gebied - de weg van droom naar daad - op wetten en praktische bezwaren kapot ketsen.

Werkelijk succes behaalde de PVV - en stiekem ook Verhagen, die hiermee de twijfelaars en gewetensbezwaarden van zijn partij zal weten te paaien - juist op sociaal-economisch terrein. Het ontslagrecht wordt niet nog meer versoepeld, de AOW-leeftijd gaat pas in 2020 omhoog en dan nog maar naar 66, de numerus fixus gaat eruit en er gaat, tegen alle zorgbezuinigingen in, een miljard extra naar de ouderenzorg. Allemaal zaken waar de VVD stevig wilde hervormen (lees: snijden).

De rigide islam- en minderhedenpolitiek van de PVV is dus voor het belangrijkste deel van symbolische en retorische waarde voor dit kabinet. De praktische maatregelen - restrictie, strafverzwaring, integratie - komen al voort uit de programma's en ideeën van Rutte en Verhagen en zijn geen verworvenheden van Wilders. Die heeft met name succes geboekt op sociaal-economisch vlak. Zonder de PVV zou links een verrechtsing van het veiligheids - en minderhedenbeleid te verwerken krijgen én een flinke ruk naar rechts zien wat betreft zorg, economie en sociale zekerheid. Nu is er maar op een van die twee gebieden voor stuurboord gekozen.

De PVV heeft dus in feite de belangen van links verdedigd. Toch is 'links' hier een generalistaie. Er is namelijk niet één links blok, er zijn twee blokjes. Aan de ene kant staan de socialistisch-linkse partijen SP en PvdA en aan de andere kant de liberaal-linkse GroenLinks en D66. Die twee blokken staan op sociaal-economisch gebied dikwijls recht tegenover elkaar (behouden vs. hervormen). De sluwe Verhagen en Rutte zullen niet schromen deze situatie uit te spelen en de ene keer bij PVV en SGP hun meerderheid halen, de andere keer bij SP-PvdA en weer een volgende keer bij GL en D66. Frits Wester zei het al: het zal nog tegenvallen succesvol oppositie te voeren.

De politieke constellatie in Nederland was al niet erg overzichtelijk meer, maar zo wordt het er alleen maar verwarrender op.

dinsdag 28 september 2010

In a graveyard I feel so alive

Het VPRO-programma Vrije geluiden boycot ik een beetje sinds men daar de onvergeeflijke fout heeft gemaakt cultheld Hans Flupsen van de presentatie af te halen. Afgelopen zondag heb ik godzijdank toch weer eens een stukje gezien. Net wakker zette ik de tv aan, waarop na enkele seconden Vrije geluiden verscheen. De daaropvolgende drieënhalve minuut heb ik gebiologeerd liggen kijken.

Ik zag een artiest, met gitaar, keurig in het pak. Eerst dacht ik dat daar Eric Clapton stond op te treden. Die heeft immers net een nieuwe cd uit en kapsel, bril en papperig gezicht waren ook helemaal Clapton. Maar Eric Clapton zal niet zo snel in zo'n programma komen en het stemgeluid van deze meneer was ook anders. Iets ruwer, maar toch ook gevoelvoller, dieper.

Ik bleek naar een optreden van Gregory Page te hebben gekeken. Page is een van origine Engelse, in San Diego wonende singer-songwriter die in Nederland nog onbekend is, maar hopelijk is daar na zondag verandering in gekomen. Dit nummer staat bij mij al de hele week op repeat:

Gregory Page - 'Sleeping Dogs'

zaterdag 25 september 2010

Zeven dagen lang (32)

19 t/m 25 september

ZONDAG Herkenbaar
Arie Storm, Het onontkoombaar eigene van de Nederlandse literatuur, p. 23: 'Ik moet [...] zeggen dat ik alleen al gelukkig word van het voor me uit fluisteren van de naam Simon Vestdijk.'

MAANDAG Piskijker
De Pers heeft een artikeltje over 'trendprofeet' Gerald Celente, die voorspelt dat vanaf 2012 in Europa massaal etnische zuiveringen van moslims zullen plaatsvinden. In een kader staat een opsomming van wat Celente allemaal al eens goed heeft voorspeld: o.a. de val van de muur, dat de islam het nieuwe communisme voor het westen zou worden, dat de overheid banken overeind zou houden en de kredietcrisis. Ik ben meer benieuwd naar een lijstje met wat hij allemaal fout voorspelde. Maar dat past vast niet op één pagina.

DINSDAG Roma
Mirjam Sterk (CDA) wil net als Sarkozy Roma uitzetten. Gerald Celente zal wel juichen: zie je wel! Jammer voor hem dat er tussen alle Roma in West-Europa nauwelijks een moslim te vinden zal zijn.

WOENSDAG DWDD
Beschamende televisie: drie jonge bankiers die hun 'praktijkopleiding' op Wall Street hebben genoten komen praten over de crisis, de banken en hun levensstijl. Daar zitten de veroorzakers van de crisis, maar ze zijn zich van geen kwaad bewust. Grootste ergernis wekt - excusez le mot - het wijf dat verontwaardigd reageert op het verwijt dat banken speculeren met ons spaargeld. Dat weet je toch als spaarder, is haar verweer. Nee, de spaarder gaat er vanuit dat zijn bank verstandig op zijn centen past, jongedame. Maar wij suffe Hollanders moeten niet zo zaniken, in New York heerst een 'vibe' en is de 'quality of life' groot. Daar wordt dan onder verstaan: op een avond duizenden dollars spenderen aan champagne. Deze jonge mensen zijn gebrainwashed (ik bedoel natuurlijk gehersenspoeld maar ik blijf maar even in hun jeukende jargon).
Beschamende televisie, maar ook verhelderend, want het kwaad heeft wat gezichten gekregen.

DONDERDAG Welriekende flashback
Het parfum van een langsrennende man roept bij mij ineens heel sterk de herinnering op aan het Aladdin-stickerboek van Panini. Toen mama in het ziekenhuis lag, mochten mijn broertje en ik elke avond in het winkeltje een zakje met plaatjes gaan kopen. Op een avond waren er geen meer. 'Jullie hebben ze allemaal gekocht,' zei de dame achter de kassa met slecht verborgen ergernis.
Hoe werken die geurherinneringen? Had mijn pa toen dat parfum? Fascinerend.

VRIJDAG Rocker
Vandaag The Rocker (2008) voor de tweede keer gekeken. Er zitten enkele schitterende quotes in deze film. Na een stukje muziek: 'John Lennon would turn around in his grave... To hide the boner you just gave him!'

ZATERDAG Vooruitgang op z'n gereformeerds
In romans over gereformeerde milieus, zoals die van Maarten 't Hart, valt steevast te lezen dat de kerkgangers fanatiek op pepermunten zuigen. Bij Franca Treur (Dorsvloer vol confetti, p. 78) zien we dat zelfs de steile gereformeerden enige progressie niet vreemd is. Kinderen sabbelen er in de kerk namelijk op 'Fruitella's', 'Mentosjes' en 'Topdropjes'.

donderdag 23 september 2010

CD-recensie: CD van de Somberheid; tevens Encyclopedie van de somberheid (12)

'Beter laat dan nooit.'


Neerlandicus, journalist, discjockey, blogger en troubadour Stefan Meeuws bracht op 6 maart van dit jaar de CD van de Somberheid uit (oplage: 1). Het album telt twintig nummers van twintig verschillende artiesten. Twintig sombere nummers dus, maar wat verstaat Stefan onder somberheid? Een recensie.

Laat ik beginnen met te stellen dat Stefan een beruchte valkuil vakkundig heeft omzeild: somberheid staat niet gelijk aan depressiviteit. Op dit album dus geen suïcidale, verknipte, levensmoede liedjes. De CD van de Somberheid is niet in de laatste plaats een staalkaart van de canon van ditissstefan.nl (zelf zou hij van 'kanon' spreken). Alle artiesten die meer dan gemiddeld aandacht krijgen op het weblog zijn op deze cd vertegenwoordigd met hun somberste creatie: Tom McRae, Kings of Convenience, Keane, Ray LaMontagne, I Am Kloot en natuurlijk Turin Brakes.

Een groot deel van de namen kende ik dus al van ditisstefan, maar van de twintig liedjes kende ik er pas twee: 'The Way You Want It', een heerlijk herfstig b-kantje van Keane, en 'The Cave' van Mumford & Sons, dat kort na de release van de CD van de Somberheid een hit werd in Nederland. Eén en één is twee. Dat nummer is trouwens behoorlijk energiek en dynamisch en lijkt in niets op het archetypische bedaarde, stemmige somberlied. Het verhaalt van hoop en optimisme. Toch vertrekt het vanuit angst en besef van onvolkomenheid en vertegenwoordigt daarmee in feite ook een aspect van de somberheid.

De voorzet voor de conclusie is hiermee al gegeven: alle aspecten van de somberheid komen aan bod op dit album. De titels van de nummers wijzen al in die richting. Er is nostalgie ('This Old House'), er is verdriet ('A Falling Through', 'Sadsong St.'), er zijn zorgen ('Trouble's What You're In', 'All the Way Down') en er is zelfreflectie ('Not a Reasonable Man', 'Can't Find You'). Op de CD van de Somberheid hebben de ingetogen luisterliedjes de overhand. Weinig drums, veel akoestische gitaren en gevoelvolle zang. Wat dat laatste betreft vind ik Lisa Hannigan een positieve verrassing met haar kristallen stem en innemende accent. Van de vrouwelijke vertenwoordiging noem ik ook nog Sia. Van haar kende ik 'Soon We'll Be Found', dat op deze cd overigens ook niet had misstaan, maar de keuze is hier gevallen op het net zo mooie 'Breathe Me'.

Onder de indruk ben ik van 'I Thought You Said Summer Is Going to Take the Pain Away' van Hello Saferide, een nummer dat ondanks de eenvoudige tekst ('Have you ever had the feeling no one really knows what you're all about / And when you try to show them, they all have things to do') toch iets mysterieus over zich blijft houden. Schitterend triestig is 'Can't Find You' van Tom McRae, net als I Am Kloots 'Not a Reasonable Man'.

Op zo'n bloemlezingachtige cd kan natuurlijk niet alles evenveel indruk maken. 'Glory Box' van Portishead deed me helemaal niks en tegenvallers waren 'grote' namen Nick Drake en Kings of Convenience, met respectievelijk 'Parasite' en 'Scars on Land'. Tot slot noem ik nog een omissie, al valt de samensteller in dezen niets kwalijk te nemen. Uit de ditisstefan-rubriek 'Een week muziek' was ik behoorlijk in de ban geraakt van 'The Sailor Song' van The Gadsdens. Een prachtig nummer dat de kaart der somberheid perfect uitspeelt en als het ware gemaakt is voor deze cd.

Maar laat ik ophouden. De CD van de Somberheid is een treffende verzameling Stefan-liedjes uit het sombere segment, coherent en toch gevarieerd. Misschien is het tijd voor een nieuwe, grotere oplage.

maandag 20 september 2010

Vergane glorie #10: Jos Verstappen

Naam: Jos Verstappen
Functie: Autocoureur


De glorie
Mart Smeets klaagt vaak over de behandeling die Nederland zijn topsporters geeft. Worden sporthelden in andere landen op een voetstuk geplaatst, in Nederland worden ze in de regel met argwaan bekeken en is hun krediet minimaal. Jos Verstappen kan daar over meepraten. En met hem de liefhebbers van de autosport. Als jochie kreeg ik het uitentreuren te horen als ik mij de naam Jos Verstappen liet ontvallen: ‘Grindbak!’ Want Verstappen, die kon er niks van, die stond meer naast dan op de baan.

Die kritiek was onterecht. Misschien crashte Verstappen zijn bolide iets vaker dan de gemiddelde coureur – en ik betwijfel of dat statistisch werkelijk zo is –, hij nam nu eenmaal altijd risico’s en met hem erbij was het zelden saai. Even zo vaak leverde zijn gedurfde rijstijl hem positiewinst of zelfs een WK-punt op.

Jos Verstappen (Montfort 1972) debuteerde in 1994 in de Formule I voor Benneton, het team van Michael Schumacher. Begonnen als testrijder mocht hij door een blessure van tweede rijder JJ Lehto al in Brazilië debuteren. Nu wil de mythe dat hij meteen in zijn eerste race met een drieste actie een lelijk ongeluk veroorzaakte. In werkelijkheid werd hij bij een gewaagde inhaalmanoeuvre van de baan gedrukt door Eddie Irvine, waarna hij de macht over het stuur verloor (oordeel zelf). Zijn naam als brokkenpiloot was echter gevestigd. Ook de brand bij een pitstop in Duitsland later dat jaar droeg bij aan dit beeld, al trof Verstappen hier evenmin blaam. Hij wist in 1994 zelfs drie keer een podiumplek te veroveren.

Toch moest hij in 1995 weg. In de Formule I gaat het in de eerste plaats om de kracht van de auto en pas in laatste instantie om het individuele talent van de rijder. Verstappen was zo’n coureur die altijd meer uit zijn auto wist te halen dan een ander. Hij stond standaard een aantal rijen voor zijn teamgenoot op de grid. In de regen was hij fenomenaal. Die specifieke kwaliteiten leverden hem dan ook altijd weer een startbewijs op. Simtek (’95), Footwork (’96), Tyrrell (‘97), Stewart (’98), Arrows (’00-’01), steevast wist Verstappen met minimale middelen het maximale uit de auto te halen. Maar ook een begenadigd racer als Verstappen was uiteindelijk niet opgewassen tegen het malheur van de technisch inferieure bolides onder zijn kont.

De vergetelheid
De Formule I is altijd al een speeltje voor rijke ondernemers en fabrikanten geweest. Meer en meer heeft het aantal sponsors dat een racer meebrengt, de zak geld, de overhand gekregen op diens racecapaciteiten. Nederland heeft nooit echt warm gelopen voor Verstappen en de racerij in het algemeen en de Limburger kreeg het dan ook steeds moeilijker om een stoeltje te bemachtigen. In 2003 mocht hij het nog proberen bij Minardi, het sympathieke lelijke eendje van de hoogste raceklasse. Het zou zijn laatste jaar zijn.

Verstappen heeft nadien nog even voor het vaderland in de landencompetitie (A1GP) gereden, waarna hij zich is gaan toeleggen op 24-uurswedstrijden en 1000 kilometerraces. In 2008 won hij met Peter van Merksteijn en Jeroen Bleekemolen de LMP2-klasse van de legendarische 24 uur van Le Mans.

Helaas is het imago van brokkenpiloot altijd aan Verstappen blijven kleven. Ook privé kwam hij vaker negatief dan positief in het nieuws (losse handjes). Tegenwoordig vind ik de hele Formule I geen hol meer aan. Voor mijn gevoel gebeurt er nooit meer wat opzienbarends en rijden er een twintigtal grijze muizen rond. Alleen Olav Mol tettert nog net zo enthousiast zijn commentaar de huiskamer in als toen. Jos Verstappen was nog een echte racer. Niks teamtactiek en veilig de eindstreep halen. Inhalen, dat was het devies. Desnoods ten koste van een crash. De grindbak of de gladiolen.

zaterdag 18 september 2010

Zeven dagen lang (31)

12 t/m 18 september
ZONDAG Wakker
Muziek die ik opzet als ik niet kan slapen: Bob Dylan, met zijn oeverloze, eindeloze vertelsels; de verzamelde b-kantjes van Roy Orbison; 'Tubular Bells' van Mike Oldfield.

MAANDAG Duh
'Balansbandjes Oranje werken niet,' kopt Teletekst. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er geen enkel aantoonbaar effect is. Beetje zinloos, zulk onderzoek. Het hele idee achter bijgelovige dingetjes als balansbandjes is nu juist dat ze werken als je maar gelooft dat ze werken.

DINSDAG DWDD
Pieter Storms streed vroeger voor arme brave mensen die opgelicht waren door bedrijven. Nu strijdt hij voor het vrouwmens aan wie duizenden mensen hun zuurverdiende spaarcenten zijn verloren en klaagt hij en passant de hypocrisie en scoorzucht van de media aan, verpersoonlijkt door Jort Kelder.
Hij zeurt over de splinter in het oog van Kelder maar het breekijzer in zijn eigen oog merkt hij niet.

WOENSDAG Fout
'Willy Vandersteen tekende antisemitische prenten.'
Nu snap ik eindelijk waarom die tante Sidonia toch zo'n gigantische neus heeft.

DONDERDAG Gieter
Storms noemde De Telegraaf als voorbeeld van een krant die nooit de feiten checkt. Vandaag publiceert hij een warrige open brief aan Jort Kelder. In De Telegraaf. Exit Storms.

VRIJDAG Koefnoen
Sneijder en Yolanthe spannen een rechtszaak aan tegen Koefnoen. In de discussie gaat het steeds over wat wel en niet mag, over artistieke vrijheid en lichtgeraaktheid, maar heeft iemand al opgemerkt dat het ook gewoon een belabberde persiflage is? Matig geacteerd, flauw, lelijke animaties, slaapverwekkend. Valt me tegen van Groot en Schumacher.

ZATERDAG Draaideurcriminelen
Lang niets van gehoord: BV Veendam! Daar gaan we weer: 'Administratieve chaos bij BV Veendam.' De club gaat dit seizoen weer lekker eindigen met een mooi begrotingstekort. Er staan naar verluidt fictieve sponsorinkomsten op de begroting. En in Zeist bleef alles rustig...

maandag 13 september 2010

The World's Fastest Indian

The World’s Fastest Indian uit 2005 is een opmerkelijke film. Het verhaal trekt zich namelijk niets aan van een elementaire verhaalwet.

De Russische taal- en volkenkundige Vladimir Propp stelde in de jaren twintig van de vorige eeuw dat elk volkssprookje uit dezelfde elementaire bouwstenen is opgebouwd. Kort gezegd is er altijd een held die een bepaald doel heeft. Bij het najagen van zijn doel wordt hij geholpen door medestanders en tegengewerkt door vijanden. Propp liet zien dat alle sprookjes tot dit patroon te herleiden zijn. Nadien zijn zijn inzichten toegepast op allerlei soorten verhalen, van literatuur tot film.

In The World’s Fastest Indian volgen we de aimabele Nieuw-Zeelander Burt Munro, gespeeld door Anthony Hopkins. Munro, gepensioneerd, heeft één passie: zijn Indian Scout-motorfiets. Hij neemt al zijn spaarcenten op om naar Amerika te gaan. Daar hoopt hij tijdens de Speed Week op de zoutvlakten van Utah het wereldsnelheidsrecord te verbeteren. Aan het eind van de film slaagt hij hierin: hij passeert de magische grens van 200 mijl per uur.

Voor hij zijn ultieme doel bereikt legt Munro een lange weg af. Als kijker zit je te wachten op het moment dat er een tegenstander opduikt, de evil genius die alles in de war schopt. Steeds als je denkt dat dat moment daar is ontpopt de kandidaat-slechterik zich tot een ongevaarlijke bijfiguur of zelfs ruimhartige helper. Dat begint al in de openingsscène. Munro laat voor het krieken van de dag zijn motorfiets knetteren, wat hem een tirade van zijn buurman oplevert. Al snel blijkt Munro echter een wat wereldvreemde maar graaggeziene buurtgenoot te zijn. Bij zijn vertrek wordt hij door de hele buurt uitgewuifd, zelfs de nozems die hem eerder voor schut hadden gezet wensen Burt nu succes. Op het schip waarmee hij de overtocht maakt, wordt hij door de norse kapitein ingezet als kok. De overwegend jonge bemanning beschouwt hem echter al snel als een van hen, of op zijn minst als een vaderfiguur.

Bij aankomst in de VS meldt Munro zich bij de douane. Je ziet aan de gelaatsexpressie van de douaniers dat het hier mis moet gaan. De oude Munro blijkt evenwel alleen maar enig wantrouwen te hebben gewekt met zijn verklaring Amerika te willen betreden om er te racen. Een van de beambten kent hem zelfs uit de krant en Munro wordt zonder verdere toestanden zes maanden toegang tot het land verstrekt.

Nog steeds gaat dus alles crescendo. In de taxi naar Hollywood lijken we dan eindelijk kennis te maken met de boef van het stuk. De chagrijnige chauffeur ergert zich aan de naïeve, zich oprecht verwonderende Munro en eist bij aankomst op de plaats van bestemming schaamteloos tien procent fooi. De halfdove Munro verstaat echter ‘tien cent’, geeft de man een duppie en stapt uit. Je ziet het vervolg nu haarscherp voor je: woedend rijdt de taxichauffeur weg, de bagage van Burt nog in de kofferbak. Maar neen, in het volgende shot zien we de oude man mét zijn koffers de ingang van het motel zoeken. Hij wordt lastiggevallen door een rozenverkoopster die hem tien dollar aftroggelt. Munro laat zijn spullen op de stoep achter om de dievegge te achtervolgen. Onverrichter zake teruggekeerd staat de plunje er nog allemaal. Ook in het bedompte motel vindt de tegenvoeter niet zijn Waterloo. De transseksuele receptionist(e) werpt zich in mum van tijd op tot Burts persoonlijke assistent(e) die hem helpt bij het claimen van zijn ingescheepte Indian.

Zo gaat het de hele film door. Burt Munro improviseert zich een weg naar Bonneville. Verkeerspolitie, morsige stamgasten, een ouwe indiaan, stuk voor stuk vallen ze als een blok voor de ontwapenend onbevangen bejaarde. Zijn naïviteit is als een schild waarop alle potentiële kwaadwilligheid afketst. Munro legt zijn tocht af zonder op een tegenstander te zijn gestuit. Maar de queeste is nog niet ten einde. Hij moet nog racen. Zal het daar dan fout gaan?

Het antwoord is uiteraard neen. Maar voordien ben je als kijker opnieuw een paar keer op het verkeerde been gezet. Munro heeft zijn bestemming bereikt en staart over de zoutvlakte. In de achtergrond komt een andere racer aanrijden. Hij heeft veel eigenschappen van de ware antagonist: een Californische pocher met Lombroso-kin en vileine tandpastagrijns. Dat belooft wat. Munro heeft nog nooit gehoord van registratie, een technisch reglement en veiligheidsvoorschriften en dreigt dan ook uitgesloten te worden van deelname. De Californiër doet echter een goed woordje en ziedaar: Munro mag starten.

Je hebt de hoop op een authentieke bad guy al bijna laten varen als daar dan eindelijk de ultieme kandidaten het toneel betreden: de archetypische corrupte oliebaron – dikke pens, hawaii-blouse, cowboyhoed, grote sigaar – en zijn handlanger – miezerig, zeiksnorretje, gluiperig voorkomen. De twee vragen Munro even mee te komen. Je ziet hem al zijn ondergang tegemoet gaan. Weer mis. De bolle is onder de indruk van de passie en het verhaal van de Nieuw-Zeelander en verleent hem alle financiële en persoonlijke assistentie. Burt scheurt vervolgens met zijn antieke Indian het record aan diggelen.

Munro, uitgeput, lazert echter na zijn succesvolle run van zijn motor af en zijn gezicht verstart. Is daar dan de vijand? Niet een menselijk karakter maar de eigen rikketik? (Munro heeft gedurende de film enkele aanvallen van angina.) In de slotscène zien we Burt echter terug in zijn dorp in Nieuw-Zeeland, topfit en een gevierd man.

The World’s Fastest Indian morrelt aan de basisingrediënten van een verhaal. Een tegenstrever van de held ontbreekt, maar er hebben zich in de loop van het verhaal constant kandidaten aangediend. De film ontregelt op die manier handig de verwachtingen van de kijker. Het feel good-gehalte is zo uiteindelijk zeer hoog, zonder dat je na afloop het gevoel hebt naar een slappe, sentimentele prent te hebben gekeken. Klasse.

zaterdag 11 september 2010

Zeven dagen lang (30)

5 t/m 11 september

ZONDAG Engeland I
op Stansted koop je in de aankomsthal een ticket voor de taxi. Een heel goed systeem. Zo weet je meteen wat de rit gaat kosten en word je niet onaangenaam verrast door stiekem omrijdende chauffeurs.

MAANDAG Engeland II
De conducteur in de trein naar Peterborough maakt een slapende passagier wakker: 'Sorry to wake you, sir.' Vervolgens, tegen ons: 'No, I'm not. I'm evil.' Koning.

DINSDAG Engeland III
'You have arrived on yet another on time flight, last year over 90% of Ryanair flights landed on time,' hoor je na de landing.
Ze zetten de klok een uur terug, zo kan ik ook wel dik op tijd komen.

WOENSDAG De P.F.
Om met vochtige ogen te lezen: Zuidland van P.F. Thomése.

DONDERDAG
Uitgesproken
Ik vind het wel een verademing, die nieuwe verzuiling. Je krijgt precies wat je verwacht. Bij Uitgesproken EO komt Tijs van den Brink met een medisch-ethisch onderwerp en Uitgesproken VARA wordt gepresenteerd door het mastodontje Jan 'uuhh' Tromp.

VRIJDAG Oh oh
Vandaag gespot in de boekhandel in Den Haag: Sniper. Die jongen is nu bekend van tv en hij gaat meteen drukke plaatsen waar hij anders nooit komt opzoeken om maar herkend te worden door mensen zoals ik.
Jokertje was er overigens niet bij. Zal wel in de bibliotheek hebben gezeten.

ZATERDAG FC Oss-VVSB 2-1
Valt nog best mee, die degradatie. Al vier keer op rij gewonnen en nu elk weekend op pagina 801 van teletekst: 'FC Oss verovert koppositie'; 'Gemert verliest van FC Oss'; 'FC Oss verstevigt koppositie'.

woensdag 8 september 2010

Londen-Lincoln

De voorbije dagen was ik in Engeland. Mijn broer kreeg maandag in Lincoln zijn diploma Bachelor of Arts in Creative Advertising. De plechtigheid vond plaats in de prachtige kathedraal van het stadje.

Zondagavond vlogen we - pa, ma, ondergetekende en een goede vriend - vanaf Eindhoven naar London Stansted. Dat vliegveld ligt in feite buiten Londen, want met de taxi was het nog ruim een half uur naar Tottenham, waar broer nu woont. Na een overnachting aldaar was het de volgende ochtend vroeg dag. Via een klein stukje overground en enkele haltes underground kwamen we aan op King's Cross, het Den Haag CS-achtige station. We hadden een halfuurtje om even buiten rond te wandelen. Het opvallendst waren de talloze taxi's, klassieke auto's met steeds een zakenman achterin.

Via Peterborough bereikten we na een reis van zo'n 3 uur Lincoln. Vorig jaar met Pasen was ik er al eens geweest, en ook nu was het weer een indrukwekkend gezicht de kathedraal boven het stadje te zien uittorenen. Van een kopje koffie - zeg maar gerust een soepkom koffie - en een stevige lunch - heerlijke stokbroodjes steak onion, friet en salade - werden we goed wakker, waarna we met de taxi naar het hotel togen om in te checken en ons van de bagage te ontdoen. Niet veel later gingen we alweer in de omgekeerde richting naar de kathedraal.

Daar was het een drukte van jewelste. Op het plein voor het gotische bouwwerk stonden vele tientallen graduates, allen getooid in gowns and hats. Binnen was het al afgeladen vol, waardoor we wat achteraan kwamen te zitten. Gelukkig konden we alles via schermen goed volgen. Na de processie met veel pracht en praal opende de Pro Chancellor van de University of Lincoln de plechtigheid. Hij merkte op dat nergens anders de studenten hun bul op zo'n bijzondere locatie uitgereikt krijgen, zelfs niet in Cambridge en Oxford. Vervolgens klapten we onze handen stuk voor de studenten, zoveel waren het er. Allen dienden kort hun hat te toucheren en de Vice Chancellor de hand te schudden, erg indrukwekkend allemaal.

Buiten werden de groepsfoto's geschoten, waarna de studenten dan eindelijk hun hat de lucht in mochten werpen. Na een glas wijn op de receptie in de kasteeltuin werden de feestelijkheden voortgezet in een café. 's Avonds gingen we eten met de familie van de vriendin van broer. Het was erg gezellig en het eten smaakte goed. Inmiddels was het stevig gaan regenen en over de glibberige cobblestones in de verlaten straatjes bereikten we de laatste locatie, een bar/dancing. Tot in de vroege uurtjes werd de feestelijke dag al dansend en proostend afgesloten.

De volgende dag was het alweer tijd om terug te keren naar Londen. Een laatste wandeling door het aangename Lincoln eindigde op het station, waar door een foutje in de planning de geboekte trein naar Londen King's Cross al weg bleek te zijn. Nu moesten we met vijf verschillende treinen en vier overstaps de hoofdstad zien te bereiken. De overstaps in Peterborough en Ely verliepen nog vlekkeloos, maar in Cambridge ging het mis. De trein naar Liverpool Street had panne. Gelukkig konden we probleemloos een rechtstreekse trein nemen naar Stansted, wat ons nog beter uitkwam ook, niet alleen omdat we vroeg waren, maar ook omdat er stakingen waren in de underground.

Bij de douane moesten de schoenen uit, ging de scanner over het scheerapparaat en meer van dat soort absurd overdreven gedoe. Toen even later de priority-pipo's door de gate waren, mocht ook het gewone volk het Ryanair-toestel in. Net gezeten werd ik door de stewardess gesommeerd ergens anders te gaan zitten omdat een hinkend fossiel per se bij het raam wilde zitten. Tja, dan kun je bij de douane wel weer geconfronteerd zijn met de wereld na 9/11, tegen de terreur van 65+'ers moeten zelfs moslimterroristen het afleggen.

Afijn, we zijn weer thuis. Heelhuids, een ervaring rijker en zeer trots.

zaterdag 4 september 2010

Zeven dagen lang (29)

29 augustus t/m 4 september

ZONDAG Zomergasten
Erwin Olaf. Ik kende de man uitsluitend van naam, in het bijzonder uit de vervolggedigt 'Dode meeuw in bos IV' van P. Kouwes: 'Erwin Olaf / propte / de dode meeuw / in de anus / van een / naakte / lilliputter / en fotografeerde deze / op / een boomstammetje / met / een / schelvis / onder zijn / arm'.
Na vanavond zie ik het helemaal voor me.

MAANDAG In de bieb
'Bibliotheken zitten in de lift,' aldus Teletekst. 'Na jaren van daling neemt het aantal leden van de bibliotheek weer toe. [...] Vooral jongeren weten de bibliotheek steeds vaker te vinden. Ze kunnen er rustig huiswerk maken of gebruiken de bieb als ontmoetingsplek.'
Toevoeging mijnerzijds: 'Ook jonge moeders gebruiken de bieb steeds vaker als speeltuin voor hun jengelend kroost.'

DINSDAG Knevel & Van den Brink
Ik kan die Rob de Wijk maar niet serieus nemen. Ik zie steeds een typetje van Paul Groot zitten.

WOENSDAG Jean
Midden in haar presentatie van het Sportjournaal hoort Dione de Graaff in haar oortje dat de Neel dood is. Met veel moeite brengt ze het bericht over aan de kijker. Ontroerend moment.

DONDERDAG Tip van Le Bob
De metamorfose van Tom Jones: What Good Am I?

VRIJDAG Ruud
Allemaal leuk en aardig, die heroïsche Nederland-Brazilië en dat bereiken van de WK-finale, maar de rentree van Ruud van Nistelrooij - mét een doelpunt -, daar krijg ik toch pas écht kippenvel van.

ZATERDAG Formatie
Veelgehoord de laatste dagen: de partijen moeten nu 'over hun eigen schaduw heen stappen' om mee te mogen regeren.
Naar verluidt moet Ruud Lubbers over zijn five o'clock shadow heen stappen om nog eens informateur te mogen worden.

donderdag 2 september 2010

Jean Nelissen 1936-2010

















Als Mart Smeets God de Vader is, en Maarten Ducrot Zijn Zoon, dan was Jean de Heilige Geest.