De laatste week van maart en de eerste week van april waren erg hectisch. Daarom vond ik het een prettig vooruitzicht de paasdagen door te brengen in het gezelschap van mijn broeder Stefan (20). Hij volgt een studie Creative Advertising in Lincoln, Engeland. Met vijf andere Nederlanders woont hij in een huis in Avondale Street. Met de Kerst was hij een paar weken in Nederland, daarna had ik hem alleen nog via telefoon en pc gesproken.
Dag 1 (Vrijdag)
Vrijdagmiddag half vijf vertrok ik met mijn ouders naar Rotterdam. Europoort om precies te zijn. De auto werd daar de immense Pride of Rotterdam binnengereden. Deze 'ferry' zou ons naar Engeland vervoeren. Het schip was van buiten al indrukwekkend, ook binnen was er genoeg te zien. Restaurant, kleinere eet- en drinkgelegenheden, vele winkels, een casino, twee bioscoopzalen, een loungebar, een entertainmentzaal met podium, kortom: het leek wel een cruiseschip.
De 'cabin' was begrijpelijkerwijs nogal klein, de bedden zaten economisch in muur en plafond verborgen. Deze hut zouden we toch alleen maar nodig hebben om te slapen en daarom togen we naar de grote zaal. Daar was de bingo net begonnen. Het schip werd vooral bevolkt door Engelsen die huiswaarts keerden en nog eenmaal onbekommerd wilden drinken. Een zichtbaar dronken kerel met zwarte hoed schreeuwde op een gegeven moment een aantal klanken naar de bingoman, iets als "do a deal, do a deal". De arme bingoman begreep er begrijpelijkerwijs niets van, maar redde zich er met verve uit: "I have to inform you sir that Japanese is nót my first language..."
Na de bingo was het de beurt aan Howard Ellis, zanger en elektrisch gitarist. Ellis is blijkens zijn website een artiest met een staat van dienst, al kun je je afvragen in hoeverre dat nog steeds het geval is als je je geld moet verdienen met het vermaken van toeristen die de tijd op een boot moeten doden en die óf dronken óf uitgeput zijn. De man-met-de-hoed begaf zich regelmatig op de dansvloer - hij was de enige -, al zal hij dat in zijn dronkenschap zelf niet beseft hebben. Dansen deed hij overigens niet echt, zijn bewegingen hielden het midden tussen droogzwemmen en het imiteren van een vliegtuig.
Het slapen ging me niet echt goed af. Je ligt steeds lichtjes te trillen of te schudden in je bed door het geweld van de ferry, maar daar kan het niet aan gelegen hebben. Ik had waarschijnlijk te veel cola op.
Dag 2 (Zaterdag)
's Ochtends werden we om 6 uur gewekt door de intercom-Aziaat die in drie talen meldde dat de winkels opengingen. Om een uur of 8 meerde de Pride of Rotterdam aan in Hull. We moesten vrijwel direct aan wal. De autorit van Hull naar Lincoln zou ongeveer anderhalf uur duren. Het links rijden viel mij enorm mee (voor de duidelijkheid: ik reed zelf NIET, maar de verwachte verwarring en chaos bleven uit en het links rijden - ook op de tweebaansrotondes - was eigenlijk al vlug net zo logisch als rechts rijden). Ook de inderhaast geleende tomtom bewees zijn waarde. We arriveerden zonder problemen in Avondale Street, Lincoln, waar onze jongen in de deuropening verscheen!!
Ik stapte uit en zette daarmee voor het eerst van mijn leven daadwerkelijk en letterlijk voet op Britse bodem. Stefan - of 'Jezus' zoals ik hem om ook voor mij niet geheel heldere redenen weleens noem ("doe de groeten aan god" smste een vriend vooraf) - leidde ons rond door het huis. Een echt studentenhuis, maar dan zonder de smerigheid en wanorde. Op de oven na (boeiuh) zag alles er piekfijn uit. Snookertafel, tafelvoetbalspel en dartbord ontbraken niet. De kamer van Stefan was erg mooi en knus, veel kleiner in het echt dan op de skypebeelden het geval leek. Ik zou hier blijven slapen, mijn ouders gingen naar een 'guest house' even verderop. Na de huiselijke tour was het tijd voor de stadstour. Wat meteen opviel waren de typisch Engelse dingetjes: pauperheid, zwervers en alcoholisten, dikke mensen, maar ook de rijtjeshuizen en oude winkeltjes.
Na wat gegeten te hebben in een koffiehuis, beklommen we Steep Hill, de belangrijkste straat van Lincoln. Een pittoresk weggetje, zeer steil zoals de naam al aangeeft, met toeristische winkeltjes aan weerskanten. Boven op de heuvel lag dé attractie van Lincoln: de 'Cathedral Church of the Blessed Virgin Mary of Lincoln'. Een werkelijk gigantische kathedraal, overweldigend en magistraal, zowel van buiten als van binnen. Bij binnenkomst kon je langs het orgel helemaal naar achteren kijken, een enorme afstand. Dat gedeelte was echter afgesloten. De vloer was bezaaid met ingemetselde grafstenen en her en der stonden tomben en andere monumenten. Stefan vertelde dat 'The Da Vinci Code' gedeeltelijk in deze kathedraal was opgenomen. De Lincoln Cathedral is door zijn ligging, vorm en historische betekenis een bijzondere plek. Ik was zeer onder de indruk.
's Avonds aten we in een café annex bar. Ik ging voor het broodje hamburger. Wat opviel was dat deze tent - en de horeca in het algemeen - vele platte televisieschermen had opgehangen (soms wel meer dan tien stuks). Na de maaltijd gingen we wat drinken in een zeer relaxed, ruim en gezellig etablissement. De jeugd stroomde langzaam binnen op deze zaterdagavond. De studenten waren voor het merendeel naar huis vanwege de paasdagen, dus het betrof vooral 'locals'. Terug in het huis gingen we meteen onder de wol, maar niet na eerst nog ouderwets gelachen te hebben om grappige filmpjes en tv-fragmenten via YouTube. Van eindeloos praten zoals vroeger kwam niet veel terecht: ik viel al gauw als een blok in slaap.
(Zie ook het blogbericht op stefaninlincoln)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten