Vorig jaar signaleerde ik dat enkele Vlaamse auteurs hun nieuwste roman een wel heel lange en lelijke titel hadden gegeven. Tom Naegels kwam met Beleg, of hoe mijn lief mij bedroog met een Masaï, en hoe dat ons huwelijk in gevaar bracht. Ivo Victoria ging daar nog eens vlotjes overheen met Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt). Toch zijn ook korte titels soms een gruwel. Zoggel presenteert tien (plus één) lelijke Nederlandstalige boektitels. Na lang beraad en zonder nuance. Titels die een grote afkeer oproepen, die allesbehalve uitnodigen tot lezen, die soms zelfs een nare jeuk veroorzaken, ergens in een hoekje van het brein.
Surrogaten voor Murk Tuinstra (S. Vestdijk)
Op het tweede deel van zijn Anton Wachter-cyclus plakte Simon Vestdijk deze afgrijselijke titel. Antons boezemvriend Murk Tuinstra verhuist van Lahringen naar Amsterdam en Anton moet op zoek naar nieuwe makkers. Opvolgers, vervangers. En daar wordt dan de term 'surrogaten' voor gebruikt. De naam 'Murk Tuinstra' blinkt al niet uit in schoonheid, maar om de nieuwe kameraden nu 'surrogaten' te noemen is wel het toppunt. Het gaat hier om vrienden, om
menselijke wezens. Dit lijkt eerder een term uit het curriculum levensmiddelentechnologie.
De ingebeelde zieke (Molière)
Deze titel heb ik nooit begrepen. Volgens mij zit er ook een fout in. Kijk, je kunt hypochonder zijn. Dan beeld je je in dat je ziek bent. Dat is dan een ingebeelde ziekte. Met een 't' dus. Iemand die zich inbeeldt ziek te zijn, is echter niet een 'ingebeelde zieke' te noemen, want dat zou iemand zijn, een ziek iemand, die door iemand anders 'ingebeeld' wordt. Dat zou in principe nog wel het geval kunnen zijn. Ik ken het stuk niet, maar uit samenvattingen blijkt evenwel dat het hier toch echt om iemand gaat die zich inbeeldt ziek te zijn. Zit er dan een fout in de vertaling? Nee, ook dat lijkt niet het geval. Het origineel is
Le Malade imaginaire getiteld, en niet
Le Maladie imaginaire. Curieus...
Wij (Elvis Peeters, Jeroen Olyslaegers)
Hebben de Vlamingen uit de inleiding hun roman een ellenlange titel gegeven, twee collega's kozen voor de ultrakorte variant. Zowel Elvis Peeters als Jeroen Olyslaegers bracht in 2009 een roman uit met de titel
Wij. Nogal ongelukkig, twee keer dezelfde titel. Marketingdeskundigen hebben daar ongetwijfeld iets op tegen. Overigens verscheen er niet veel later ook een roman met de titel
Jij. Mance ter Andere heet de schrijver, of schrijfster. Die naam zou in een lijst met lelijke schrijversnamen dan weer niet misstaan.
Jij die mij ik maakt (Huub Oosterhuis)
'De copywriter van de Firma Christus & Co., de psalmberijmer, de liturgievernieuwer, de half-linkse paap, de pastoor in spijkerpak', zo schilderde Gerrit Komrij ooit het portret van Huub Oosterhuis. Tegenwoordig combineert de pastoor zijn casual christendom met het staatssocialisme van de SP, voor welke partij hij regelmatig de functie van roeptoeter vervult. 'De meest gelezen dichter van Nederland' heette het stuk van Komrij uit 1978 waarin hij bovenstaande woorden schreef. Ruim dertig jaar later is die titel nog steeds actueel. Vorig jaar prijkte immers wekenlang de nieuwste bundel van Oosterhuis op de bestsellerslijst tussen Noort, Kluun en Siebelink.
Jij die mij ik maakt heette het tuiltje poezij. Hopelijk kreeg je er gratis een teiltje bij.
De Econome (Allard Schröder)
Van Allard Schröder heb ik nog nooit iets gelezen. Toch heb ik een bepaald beeld van deze auteur, grotendeels gebaseerd op zijn boektitels.
De muziek van zwarte toetsen,
Het pak van Kleindienst,
De hydrograaf,
De Econome. Het zijn alle wat pedant aandoende titels. Neem de laatstgenoemde. Je ziet de auteur wroeten op een boektitel. Een econoom, die hebben we nog niet gehad. Maken we daar een vrouwelijke van, dat staat veel sjieker, euh.. chiquer. En al die bepaalde lidwoorden. Je krijgt onwillekeurig heimwee naar de naturalisten met hun bescheidener titels als
Een huwelijk,
Een liefde,
Een zwakke, et cetera.
De vanger in het graan (J.D. Salinger)
Salinger's klassieker
The Catcher in the Rye in Nederlandse vertaling gebruik ik maar even als
pars pro toto voor een groter fenomeen: de prachtige, welluidende Engelse titel die vertaald in het Nederlands plotsklaps een lompe en lelijke indruk maakt.
Woeste hoogten.
Hart der duisternis. Vervreemding speelt ook een rol, net als bij songteksten die je voor jezelf vertaalt, waarna blijkt dat je al die tijd slappe thee voor hemelse nectar hebt gehouden.
Heer der vliegen.
Terwijl ik al heenging.
Heerlijke nieuwe wereld. Bah.
Zoeken naar Eileen W. (Leon de Winter)
Zijn Engelse titels die in het Nederlands vertaald zijn al geen pretje, nog erger is misschien de combinatie. Leon de Winter brak ooit door met
Zoeken naar Eileen W., een titel waarmee op het oog weinig mis is. Als lezer probeer je echter altijd op de een of andere manier de woorden en de zinnen uit te spreken, al is het maar in jezelf, en dan levert 'Eileen W.' problemen op. Eileen is een Noord-Ierse, dus eigenlijk moet je Eileen Double-U zeggen. Maar dat loopt voor geen meter. Eileen Wee is dan weer zo tussen wal en schip. Blijft jeuken, deze titel.
Art. 285b en Via Cappello 23 (Christiaan Weijts)
Het grootste talent van de vaderlandse letteren is naar mijn mening Christiaan Weijts. Zijn eerste roman was veelbelovend, de tweede is zelfs een meesterwerk. En toch heb ik elke keer weer moeite mij de exacte titels te herinneren. Dat zit hem natuurlijk in die getallen. Zelfs nu ik dit bericht typ heb ik het huisnummer van de Cappellostraat weer even moeten checken. Weijts leek even een gimmick te pakken te hebben - ook omdat in
Art. 285b zelfs alle hoofdstuktitels een cijfer bevatten -, maar gelukkig draagt zijn derde boek, een novelle, de titel
De etaleur. Dat is al wat meer Allard Schröder.
Dr. Dumay verliest (Menno ter Braak)
Deze roman van de grote intellectueel uit het interbellum heeft de titel van de eerste de beste driestuiverroman. Of van weer nieuw deeltje uit een stripreeks. Dr. Dumay gaat varen. Dr. Dumay op avontuur. En dat terwijl Ter Braak zoveel mooie titels voor zijn geschriften wist te bedenken:
Het carnaval der burgers,
Politicus zonder partij,
Démasqué der schoonheid. Prachtige krachtige titels. Daar steekt Doctor Dumay wel heel schril bij af.
Hoi, leuk dat je mijn profiel bekijkt! (Martin Brester)
Na de
chicklit schijnt er tegenwoordig ook een variant voor kerels te bestaan,
ladlit genoemd. Luchtig, vlot, lichtvoetig. Het debuut van Martin Brester wordt tot dit genre gerekend. De wereld van het internetdaten is het thema van de roman. Prima, maar moet dat dan zo pontificaal en puberaal in de titel? Dat de titel van een luchtig boek ook vederlicht moet zijn, begrijp ik, maar je kunt ook doorslaan. Overigens is het qua ladlit nog wachten op de tegenhangers van de chicklittitels.
De vrouwenketser.
Berry Jansens dagboek.
Komt een man bij de fysio.
(In de comments gaarne uw favoriete lelijke boektitel!)