Wanneer: donderdag 26 januari 2012
Waar: Theater aan de Parade, 's-Hertogenbosch
Wat: Gijsbrecht van Amstel
Wie: Het Toneel Speelt (met o.a. Mark Rietman, Carine Crutzen, Daan Schuurmans, Marisa van Eyle, Paul Hoes, Fockeline Ouwerkerk)
Eeuwenlang werd Vondels Gijsbrecht van Aemstel rond de jaarwisseling - meestal met Nieuwjaar - op de planken gebracht. In 1968 kwam onder druk van tomatengooiende oproerkraaiers die voor toneelvernieuwing streden een einde aan deze traditie. De laatste jaren zien we een opleving in de aandacht voor de Gijsbrecht en voor Vondel in het algemeen. Het Toneel Speelt lijkt met haar eigen versie van de toneelklassieker dus op het juiste moment aan te haken bij deze voorzichtige revival.
De grote zaal van het Bossche Theater aan de Parade zat donderdagavond zo goed als vol. Wel werd ongeveer een vijfde van de stoelen bezet door scholieren, die blijkbaar verplicht de voorstelling moesten bijwonen. Dat betekende - heel voorspelbaar - aanhoudend gefluister en regelmatig een 'ssst' sissende vaste bezoeker. En uiteraard hield iedere scholier de smartfoon, die kanker van deze tijd, onophoudelijk ferm in de hand. Maar laat ons door deze ergernissen heen kijken en de docenten prijzen die tegen de stroom in onvermoeibaar blijven proberen hun pupillen met kunst en cultuur in aanraking te brengen. Als ook maar bij één van de honderdvijftig scholieren een vonk is overgesprongen, dan is de missie geslaagd.
Het stuk dan. Het Toneel Speelt bracht een bewerking van de originele Gijsbrecht - de modern gespelde titel geeft dat al weg. De vrees dat een al te moderne bewerking de magische, vlammende taal van Vondel teniet zou doen bleek gelukkig ongegrond: er was gekozen voor een minimale hertaling. De grootste originaliteit zat in het decor en in de reien, wat respectievelijk goed en minder goed uitpakte.
Om met het laatste te beginnen: de reien werden niet door een koor gezongen maar door een enkele persoon opgezegd. De tekst was nieuw en thematisch toegespitst op het fysieke baren van Jezus door de Heilige Moeder Maria. De verzen - van de hand van Willem Jan Otten - waren nogal onopgesmukt en fysiek ('Maria, vol van ontsluiting'; 'laat je water stromen, alle vliezen mogen breken') en vormden daardoor een te groot contrast met de klassiek-plechtige Vondel. De reien vermochten daarentegen wel de scholieren kortstondig uit hun verveling te wekken, dus wat betreft het aanboren van nieuw publiek is de missie wel geslaagd.
Het decor was een hydraulisch gevaarte dat vele meters hoog de lucht in kon maar ook gekanteld kon worden. In de openingsmonoloog torende Gijsbrecht hoog boven het publiek uit. Werd de achterkant naar boven gekanteld, dan keek men in de kamer van Gijsbrecht en Badeloch, werd de voorkant naar boven gekanteld, dan stelde de aldus zichtbare onderkant het Kartuizerklooster voor. Die laatste variant maakte een prachtige scène mogelijk: die waarin Gozewijn en Klaeris weigeren te vluchten en hun dood tegemoet treden. De aanblik van het verstrengelde koppel, de bisschop nog slechts in een wijd wit nachthemd en de non in een nauw sluitend rood gewaad, was al indrukwekkend, maar de aftocht was waarlijk prachtig: in het licht van zeer felle lampen die achteraan op het podium opgesteld stonden en onder bombastische klanken verdwenen de twee langzaam onder het decor, een ontroerend moment.
De puike acteerprestatie van Paul Hoes als Gozewijn droeg zeker bij aan dit effect. Overtuigend gaf hij Gozewijn gestalte en zijn tekst sprak hij levendig uit, alsof hij ter plekke improviseerde. Dat contrasteerde enigszins met Mark Rietman, die zijn tekst minder zuiver uitsprak en van Gijsbrecht net geen overtuigende protagonist wist te maken.
Al met al heeft regisseur Jaap Spijkers een prachtige Gijsbrecht op de planken gebracht die, afgezien van de reien, een nagenoeg perfect evenwicht vindt tussen een bevattelijke hedendaagse tekst en de schitterende taal van Vondels origineel.
dinsdag 31 januari 2012
zaterdag 28 januari 2012
Zeven dagen lang (96)
22 t/m 28 januari
ZONDAG AZ-Ajax
Frank de Boer: 'We hebben bij vlagen goed gespeeld en bij sommige vlagen ondermaats.'
Er stond inderdaad erg veel wind.
MAANDAG Vertraging
Idee ter bestrijding van het chagrijn: Als de NS nou eens die vreselijke geautomatiseerde onpersoonlijke omroepstem eruitgooit en deze vervangt door een levend wezen dat dan bijvoorbeeld zegt: 'Dames en heren, het enige wat wij hoeven te doen is de treinen op tijd laten rijden, maar omdat we incompetent zijn heeft uw trein weer eens een kwartier vertraging.' Dat je de schaamte en het schuldgevoel keihard door de woorden heen hoort.
DINSDAG Die-easy
'Onder leiding van de diehard-supporters Sander Martens en Peter Taylor Parkins krijgt FC Den Bosch een nieuwe businessclub.' (Brabants Dagblad)
Diehard!? Die Taylor Parkins was jarenlang voorzitter van de Osse businessclub! Die is net zo diehard FC Den Bosch als Johan Cruijff een diehard Ajacied is...
WOENSDAG Dylanesque
'I pity the poor immigrant who wishes he would've stayed home.' (Bob Dylan, 'I Pity the Poor Immigrant', John Wesley Harding, 1967)
'In plaats van immigratie kan beter de (vrijwillige) remigratie van vreemdelingen naar hun land van herkomst worden bevorderd.' (Punt 18 PVV-immigratieplan, 2006)
DONDERDAG Gedichtendag
Het winnende gedicht van de Nationale Gedichtenwedstrijd is volgens juryvoorzitter Ramsey Nasr 'doordesemd [...] van boerse aardsheid.' En dat bedoelt-ie uiteraard niet in positieve zin, onze anti-Nederlandse ('Dood! Alles moet dood!') dichter des vaderlands. In het gedicht wordt genadeloos met het eerlijke boerenleven afgerekend, zelfs de dood en begraven boeren wordt hun eeuwige rust misgund: ze liggen daar maar te liggen. Wat moeten ze anders, denk ik dan, maar goed, we hadden het kunnen weten; de winnaar heeft heel slim geanticipeerd op de nukken van de voorzitter.
VRIJDAG Multicultikul
Uitstekende column van Kustaw Bessems in De Pers over de multiculturele samenleving:
'Zullen we hiermee stoppen? Dat de een zegt: "De multiculturele samenleving is mislukt." En dat de ander zegt: "Onzin, de multiculturele samenleving is een feit." [...]
Wie zegt dat "de multiculturele samenleving een feit is", wijst erop dat hier nu eenmaal mensen met verschillende culturen wonen en dat kan niet lukken of mislukken, dat is gewoonweg zo.
Maar de mislukt-zeggers bedóelen natuurlijk ook niet dat Nederland geen culturele verscheidenheid kent. Welke gek beweert dat nu? Nee, zij bekritiseren de multiculturele samenleving als ideaal: het multiculturalisme, een sterk relativerende denkrichting. [...]
Maar ook dat "mislukt" roepen is inmiddels wat overbodig: het nuttige sloopwerk is wel gebeurd,de grootste naïviteit is eraf. En als we toch bezig zijn: het is óók onzinnig om te wijzen op successen van migranten of hun kinderen en dan te verklaren: "De multiculturele samenleving is een succes!" Alsof individuele prestaties steeds de vrucht zijn van culturele variëteit – soms is het eerder omgekeerd, vaak staan ze er los van.'
Lees de hele column hier (p. 2).
ZATERDAG Zevende dag (III)
'I like my sugar with coffee and cream
Got to keep it going keep it going full steam'
(Beastie Boys - 'Intergalactic')
ZONDAG AZ-Ajax
Frank de Boer: 'We hebben bij vlagen goed gespeeld en bij sommige vlagen ondermaats.'
Er stond inderdaad erg veel wind.
MAANDAG Vertraging
Idee ter bestrijding van het chagrijn: Als de NS nou eens die vreselijke geautomatiseerde onpersoonlijke omroepstem eruitgooit en deze vervangt door een levend wezen dat dan bijvoorbeeld zegt: 'Dames en heren, het enige wat wij hoeven te doen is de treinen op tijd laten rijden, maar omdat we incompetent zijn heeft uw trein weer eens een kwartier vertraging.' Dat je de schaamte en het schuldgevoel keihard door de woorden heen hoort.
DINSDAG Die-easy
'Onder leiding van de diehard-supporters Sander Martens en Peter Taylor Parkins krijgt FC Den Bosch een nieuwe businessclub.' (Brabants Dagblad)
Diehard!? Die Taylor Parkins was jarenlang voorzitter van de Osse businessclub! Die is net zo diehard FC Den Bosch als Johan Cruijff een diehard Ajacied is...
WOENSDAG Dylanesque
'I pity the poor immigrant who wishes he would've stayed home.' (Bob Dylan, 'I Pity the Poor Immigrant', John Wesley Harding, 1967)
'In plaats van immigratie kan beter de (vrijwillige) remigratie van vreemdelingen naar hun land van herkomst worden bevorderd.' (Punt 18 PVV-immigratieplan, 2006)
DONDERDAG Gedichtendag
Het winnende gedicht van de Nationale Gedichtenwedstrijd is volgens juryvoorzitter Ramsey Nasr 'doordesemd [...] van boerse aardsheid.' En dat bedoelt-ie uiteraard niet in positieve zin, onze anti-Nederlandse ('Dood! Alles moet dood!') dichter des vaderlands. In het gedicht wordt genadeloos met het eerlijke boerenleven afgerekend, zelfs de dood en begraven boeren wordt hun eeuwige rust misgund: ze liggen daar maar te liggen. Wat moeten ze anders, denk ik dan, maar goed, we hadden het kunnen weten; de winnaar heeft heel slim geanticipeerd op de nukken van de voorzitter.
VRIJDAG Multicultikul
Uitstekende column van Kustaw Bessems in De Pers over de multiculturele samenleving:
'Zullen we hiermee stoppen? Dat de een zegt: "De multiculturele samenleving is mislukt." En dat de ander zegt: "Onzin, de multiculturele samenleving is een feit." [...]
Wie zegt dat "de multiculturele samenleving een feit is", wijst erop dat hier nu eenmaal mensen met verschillende culturen wonen en dat kan niet lukken of mislukken, dat is gewoonweg zo.
Maar de mislukt-zeggers bedóelen natuurlijk ook niet dat Nederland geen culturele verscheidenheid kent. Welke gek beweert dat nu? Nee, zij bekritiseren de multiculturele samenleving als ideaal: het multiculturalisme, een sterk relativerende denkrichting. [...]
Maar ook dat "mislukt" roepen is inmiddels wat overbodig: het nuttige sloopwerk is wel gebeurd,de grootste naïviteit is eraf. En als we toch bezig zijn: het is óók onzinnig om te wijzen op successen van migranten of hun kinderen en dan te verklaren: "De multiculturele samenleving is een succes!" Alsof individuele prestaties steeds de vrucht zijn van culturele variëteit – soms is het eerder omgekeerd, vaak staan ze er los van.'
Lees de hele column hier (p. 2).
ZATERDAG Zevende dag (III)
'I like my sugar with coffee and cream
Got to keep it going keep it going full steam'
(Beastie Boys - 'Intergalactic')
donderdag 26 januari 2012
Waarom is The Voice of Holland zo populair?
Ik ben vrijgezel. Dat heeft voordelen en nadelen. Een groot voordeel is bijvoorbeeld dat ik nog nooit verplicht naar The Voice of Holland heb moeten kijken.
I
The Voice of Holland is een immens populair televisieprogramma. Naar de finale van de tweede editie keken maar liefst 3,6 miljoen mensen. Tegelijkertijd wordt er vanuit bepaalde kringen met enig dédain op neergekeken. Media die vooral hoogopgeleide 40-plussers (de Volkskrant [1]) en hoogopgeleide twintigers en dertigers (GeenStijl [2] [3]) bedienen, bepleiten hartstochtelijk dat het programma plat vermaak voor een hersenloze massa is, 'bedrog, hysterie en volksverlakkerij', afgevuurd op 'dociele ikeabankzombies met een miserabel leventje'.
Hoe behartigenswaardig zulke tirades ook zijn, ze zijn uiteindelijk toch niet meer dan vermakelijke preken voor de eigen parochie. Weinig Volkskrant- en GeenStijl-lezers kijken immers naar The Voice, en Voice-kijkers lezen weinig GeenStijl en nog minder Volkskrant.
Zelf ben ik best een fanatieke culturele omnivoor. Ik schep er zelfs weleens behagen in om op zaterdagmiddag tijdens het uitladen van de boodschappentas de sterren.nl top 20 aan te zetten. Bovenal probeer ik ver te blijven van dédain tegenover de zogenaamde 'lage cultuur'. Omdat het nogal makkelijk en zelfs laf is om met je hoge opleiding af te geven op de minder bedeelden. Dat ook die houding weer een elitair laagje heeft neem ik voor lief.
Maar dan nog dringt de overtuiging zich steeds weer op: naar The Voice of Holland kijken, dat doe je niet.
Er zijn genoeg redenen te bedenken. Ik walg van de muziekterrorist Marco Borsato, een schandalig wanproduct van de meest kwaadaardige commercie. Honderd procent dikke nep. Borsato geeft ook perfect het verschil met de levensliedartiesten uit de sterren.nl top 20 weer, bedenk ik nu: die zijn ten minste nog authentiek en bovenal pretentieloos. Maar die hele entourage van The Voice, Borsato voorop, druipt van de pretentie, alsof het echt ergens om gaat, alsof het om kwaliteit draait, alsof het serieuze competitie is. Dat eindeloze gegil vanaf de tribunes, de sms-dwingelandij, die hypocriete vriendschappelijkheid tussen kandidaten onderling, de schaamteloze emoporno, het is allemaal even ergerniswekkend.
II
Maar ik wil mijn antipathieën eens aan de kant schuiven en objectief de vraag stellen: waarom is dit programma zo populair? Ik geloof namelijk niet dat er onder die 3,6 miljoen mensen niemand is die niet door het flinterdunne laagje entertainment heen prikt. Een groot deel heeft heus wel in de gaten naar een toneelstukje te kijken. En toch kijken ze maar al te graag en dompelen ze zich er zelfs in onder. Die tegenstrijdigheid fascineert me. Wat drijft mensen die kunnen nadenken toch te kijken naar een vulgair programma?
Zo heb ik vrienden - hoogopgeleid - die naar The Voice kijken. Mijn vermoeden was dat ze dat doen omdat hun partners ernaar kijken - omwille van de lieve vrede -, maar als ik dat vermoeden uitspreek zeggen ze dat ze ook kijken als ze alleen zijn. Dat zeggen ze nu omdat die vrouwtjes erbij zijn, denk ik dan, maar ze zeggen het ook tegen me als die er niet bij zijn.
Psycholoog Dr. Steven Reiss heeft onderzoek gedaan naar kijkers van reality-programma's. Hij vond dat met name personen die belang hechten aan status en die veel bezig zijn met welke indruk ze maken op anderen graag naar reality-tv kijken. 'Wie goed scoort in een realityprogramma, krijgt voor het oog van duizenden mensen een hogere status.' [4] Zulk onderzoek wijst echter alleen op bepaalde menselijke karaktertrekken die overheersen binnen een bepaalde populatie. Bovendien zul je met een vergrootglas moeten zoeken naar mensen die niet bezig zijn met hoe ze op andere mensen overkomen. Mij interesseert vooral de vraag waarom The Voice juist nu, anno 2012, zo ongemeen populair is. Welk aspect van het programma appelleert zo aan bewust of onbewust gevoelde verlangens, noden, preoccupaties, etc. van de huidige tijd?
III
Voor een inspirerende blik op de tijdgeest kom je al snel bij Bas Heijne uit. In Moeten wij van elkaar houden? (2011) laat Heijne zijn licht schijnen over de opmars van het populisme in alle lagen van de maatschappij. Zijn analyse richt zich begrijpelijkerwijs vooral op de politieke verschijningsvorm ervan, maar een duiding van de actuele menselijke conditie vormt de opmaat. De populariteit van The Voice verklaren in het licht van die duiding werkt mogelijk verhelderend.
De democratisering van het bestaan sinds de Verlichting heeft tot twee parallelle ontwikkelingen geleid: enerzijds een almaar toenemende individualisering: iedereen is uniek. Het gaat er niet meer om wat je voor de wereld kunt betekenen maar wat jij met de wereld kunt: jezelf ontplooien, je ding doen. En anderzijds, als tegenreactie, een behoefte aan nieuwe gemeenschapszin. Nieuwe gezamenlijke fascinaties, gedeelde verhalen, hypes, gektes en rages. Commercialisering is het corrigerende antwoord op de voortschrijdende individualisering gebleken. Zoals Carel Peeters in Genieten voor miljoenen (2010), in reactie op Carry van Bruggens 'Zijn is ánders zijn' schrijft: 'Zijn is nu veeleer hetzelfde zijn.'
Er heeft een culturele verschuiving plaatsgevonden van de wereld als objectieve werkelijkheid naar de wereld als belevingswereld. Heijne: 'De werkelijkheid zoals die wordt beleefd heeft het streven naar de waarheid ongeldig verklaard, omdat de noodzaak aan een objectieve werkelijkheid buiten onszelf niet langer wordt gevoeld.' We hebben genoeg aan onze beleving van de werkelijkheid. Dat The Voice zorgvuldig gescript wordt, dat er bij lange na geen sprake is van een vrije competitie, dat je als kijker dus opzichtig bedot wordt, het wordt gemakkelijker geaccepteerd met een beroep op die beleving: hoe het werkelijk zit komen we toch nooit te weten, als we maar kunnen genieten van wat we voorgeschoteld krijgen.
Ook de beruchte 'dood van de auteur' is volgens Heijne een aanjager geweest van die tendens: 'Originaliteit, individuele scheppingskracht, de cultus van het genie, das war einmal.' Een typering die woord voor woord van toepassing is op The Voice. De eenvormigheid viert hoogtij, alles wordt ingepast binnen het geijkte stramien, een parade van op imitatie in plaats van inspiratie gebaseerde covers, 'de zoveelste tuthola die meent "Samsung Laik Joe" van 3FM-diva Adele te moeten nadoen'. (GeenStijl)
Maar, zo merkt Heijne terecht op, de scheppende kunstenaar is niet simpelweg uitgestorven, hij is alleen vervangen door een nieuwe categorie: de celebrity. Borsato is de exponent van dit alles: een zeer matige zanger wiens hele oeuvre door een ander is geschreven, die steeds weer gekoppeld wordt aan de nieuwste hype om hem levensvatbaar te houden. Iemand die volledig parasiteert op een zorgvuldig opgebouwd en gecultiveerd image. Een merk. Deelnemers aan een show als The Voice hopen allen een nieuwe Borsato te worden. Ze zijn maar wat graag bereid hun individualiteit op te geven, zich te voegen naar de wetten van het celebrity-schap. Niet omdat ze daar bewust voor kiezen, maar omdat ze niet anders kennen, niet beter weten dan dat het zo werkt.
In deze dynamiek moet het antwoord worden gezocht op de vraag waarom alleszins redelijke wezens vol overgave naar The Voice of Holland kijken. Men weet dat het programma een commercieel product is, en dus gemaakt met als doel er zoveel mogelijk geld mee te verdienen; dat de claim dat het om talent, om de muziek gaat onderdeel van het spel is, van de fictie. Maar juist in die wetenschap ligt de rechtvaardiging: bedot worden is minder erg als je weet dat je bedot wordt. Het is een stilzwijgende overeenkomst tussen maker en kijker. Een transactie, een ruilhandel: jij, de maker, mag aan mij verdienen als je er maar voor zorgt dat alles uit de kast wordt gehaald om mij, de kijker, spectaculair te vermaken.
Alles staat uiteindelijk in dienst van de kortstondige beleving. De vorm is de inhoud geworden. Daarom verdwijnen al die deelnemers aan zulke talentenjachten alweer snel in de vergetelheid. Ze bouwen geen fanbase op, zoals normaliter wel gebeurt met nieuwe artiesten. Ze worden geen zelfstandige artiesten, het blijven Voice-personages. Handelswaar voor de makers, wegwerpvermaak voor de kijkers. Met wederzijdse instemming.
I
The Voice of Holland is een immens populair televisieprogramma. Naar de finale van de tweede editie keken maar liefst 3,6 miljoen mensen. Tegelijkertijd wordt er vanuit bepaalde kringen met enig dédain op neergekeken. Media die vooral hoogopgeleide 40-plussers (de Volkskrant [1]) en hoogopgeleide twintigers en dertigers (GeenStijl [2] [3]) bedienen, bepleiten hartstochtelijk dat het programma plat vermaak voor een hersenloze massa is, 'bedrog, hysterie en volksverlakkerij', afgevuurd op 'dociele ikeabankzombies met een miserabel leventje'.
Hoe behartigenswaardig zulke tirades ook zijn, ze zijn uiteindelijk toch niet meer dan vermakelijke preken voor de eigen parochie. Weinig Volkskrant- en GeenStijl-lezers kijken immers naar The Voice, en Voice-kijkers lezen weinig GeenStijl en nog minder Volkskrant.
Zelf ben ik best een fanatieke culturele omnivoor. Ik schep er zelfs weleens behagen in om op zaterdagmiddag tijdens het uitladen van de boodschappentas de sterren.nl top 20 aan te zetten. Bovenal probeer ik ver te blijven van dédain tegenover de zogenaamde 'lage cultuur'. Omdat het nogal makkelijk en zelfs laf is om met je hoge opleiding af te geven op de minder bedeelden. Dat ook die houding weer een elitair laagje heeft neem ik voor lief.
Maar dan nog dringt de overtuiging zich steeds weer op: naar The Voice of Holland kijken, dat doe je niet.
Er zijn genoeg redenen te bedenken. Ik walg van de muziekterrorist Marco Borsato, een schandalig wanproduct van de meest kwaadaardige commercie. Honderd procent dikke nep. Borsato geeft ook perfect het verschil met de levensliedartiesten uit de sterren.nl top 20 weer, bedenk ik nu: die zijn ten minste nog authentiek en bovenal pretentieloos. Maar die hele entourage van The Voice, Borsato voorop, druipt van de pretentie, alsof het echt ergens om gaat, alsof het om kwaliteit draait, alsof het serieuze competitie is. Dat eindeloze gegil vanaf de tribunes, de sms-dwingelandij, die hypocriete vriendschappelijkheid tussen kandidaten onderling, de schaamteloze emoporno, het is allemaal even ergerniswekkend.
II
Maar ik wil mijn antipathieën eens aan de kant schuiven en objectief de vraag stellen: waarom is dit programma zo populair? Ik geloof namelijk niet dat er onder die 3,6 miljoen mensen niemand is die niet door het flinterdunne laagje entertainment heen prikt. Een groot deel heeft heus wel in de gaten naar een toneelstukje te kijken. En toch kijken ze maar al te graag en dompelen ze zich er zelfs in onder. Die tegenstrijdigheid fascineert me. Wat drijft mensen die kunnen nadenken toch te kijken naar een vulgair programma?
Zo heb ik vrienden - hoogopgeleid - die naar The Voice kijken. Mijn vermoeden was dat ze dat doen omdat hun partners ernaar kijken - omwille van de lieve vrede -, maar als ik dat vermoeden uitspreek zeggen ze dat ze ook kijken als ze alleen zijn. Dat zeggen ze nu omdat die vrouwtjes erbij zijn, denk ik dan, maar ze zeggen het ook tegen me als die er niet bij zijn.
Psycholoog Dr. Steven Reiss heeft onderzoek gedaan naar kijkers van reality-programma's. Hij vond dat met name personen die belang hechten aan status en die veel bezig zijn met welke indruk ze maken op anderen graag naar reality-tv kijken. 'Wie goed scoort in een realityprogramma, krijgt voor het oog van duizenden mensen een hogere status.' [4] Zulk onderzoek wijst echter alleen op bepaalde menselijke karaktertrekken die overheersen binnen een bepaalde populatie. Bovendien zul je met een vergrootglas moeten zoeken naar mensen die niet bezig zijn met hoe ze op andere mensen overkomen. Mij interesseert vooral de vraag waarom The Voice juist nu, anno 2012, zo ongemeen populair is. Welk aspect van het programma appelleert zo aan bewust of onbewust gevoelde verlangens, noden, preoccupaties, etc. van de huidige tijd?
III
Voor een inspirerende blik op de tijdgeest kom je al snel bij Bas Heijne uit. In Moeten wij van elkaar houden? (2011) laat Heijne zijn licht schijnen over de opmars van het populisme in alle lagen van de maatschappij. Zijn analyse richt zich begrijpelijkerwijs vooral op de politieke verschijningsvorm ervan, maar een duiding van de actuele menselijke conditie vormt de opmaat. De populariteit van The Voice verklaren in het licht van die duiding werkt mogelijk verhelderend.
De democratisering van het bestaan sinds de Verlichting heeft tot twee parallelle ontwikkelingen geleid: enerzijds een almaar toenemende individualisering: iedereen is uniek. Het gaat er niet meer om wat je voor de wereld kunt betekenen maar wat jij met de wereld kunt: jezelf ontplooien, je ding doen. En anderzijds, als tegenreactie, een behoefte aan nieuwe gemeenschapszin. Nieuwe gezamenlijke fascinaties, gedeelde verhalen, hypes, gektes en rages. Commercialisering is het corrigerende antwoord op de voortschrijdende individualisering gebleken. Zoals Carel Peeters in Genieten voor miljoenen (2010), in reactie op Carry van Bruggens 'Zijn is ánders zijn' schrijft: 'Zijn is nu veeleer hetzelfde zijn.'
Er heeft een culturele verschuiving plaatsgevonden van de wereld als objectieve werkelijkheid naar de wereld als belevingswereld. Heijne: 'De werkelijkheid zoals die wordt beleefd heeft het streven naar de waarheid ongeldig verklaard, omdat de noodzaak aan een objectieve werkelijkheid buiten onszelf niet langer wordt gevoeld.' We hebben genoeg aan onze beleving van de werkelijkheid. Dat The Voice zorgvuldig gescript wordt, dat er bij lange na geen sprake is van een vrije competitie, dat je als kijker dus opzichtig bedot wordt, het wordt gemakkelijker geaccepteerd met een beroep op die beleving: hoe het werkelijk zit komen we toch nooit te weten, als we maar kunnen genieten van wat we voorgeschoteld krijgen.
Ook de beruchte 'dood van de auteur' is volgens Heijne een aanjager geweest van die tendens: 'Originaliteit, individuele scheppingskracht, de cultus van het genie, das war einmal.' Een typering die woord voor woord van toepassing is op The Voice. De eenvormigheid viert hoogtij, alles wordt ingepast binnen het geijkte stramien, een parade van op imitatie in plaats van inspiratie gebaseerde covers, 'de zoveelste tuthola die meent "Samsung Laik Joe" van 3FM-diva Adele te moeten nadoen'. (GeenStijl)
Maar, zo merkt Heijne terecht op, de scheppende kunstenaar is niet simpelweg uitgestorven, hij is alleen vervangen door een nieuwe categorie: de celebrity. Borsato is de exponent van dit alles: een zeer matige zanger wiens hele oeuvre door een ander is geschreven, die steeds weer gekoppeld wordt aan de nieuwste hype om hem levensvatbaar te houden. Iemand die volledig parasiteert op een zorgvuldig opgebouwd en gecultiveerd image. Een merk. Deelnemers aan een show als The Voice hopen allen een nieuwe Borsato te worden. Ze zijn maar wat graag bereid hun individualiteit op te geven, zich te voegen naar de wetten van het celebrity-schap. Niet omdat ze daar bewust voor kiezen, maar omdat ze niet anders kennen, niet beter weten dan dat het zo werkt.
In deze dynamiek moet het antwoord worden gezocht op de vraag waarom alleszins redelijke wezens vol overgave naar The Voice of Holland kijken. Men weet dat het programma een commercieel product is, en dus gemaakt met als doel er zoveel mogelijk geld mee te verdienen; dat de claim dat het om talent, om de muziek gaat onderdeel van het spel is, van de fictie. Maar juist in die wetenschap ligt de rechtvaardiging: bedot worden is minder erg als je weet dat je bedot wordt. Het is een stilzwijgende overeenkomst tussen maker en kijker. Een transactie, een ruilhandel: jij, de maker, mag aan mij verdienen als je er maar voor zorgt dat alles uit de kast wordt gehaald om mij, de kijker, spectaculair te vermaken.
Alles staat uiteindelijk in dienst van de kortstondige beleving. De vorm is de inhoud geworden. Daarom verdwijnen al die deelnemers aan zulke talentenjachten alweer snel in de vergetelheid. Ze bouwen geen fanbase op, zoals normaliter wel gebeurt met nieuwe artiesten. Ze worden geen zelfstandige artiesten, het blijven Voice-personages. Handelswaar voor de makers, wegwerpvermaak voor de kijkers. Met wederzijdse instemming.
maandag 23 januari 2012
Stephan Enter - Grip
Stephan Enter - Grip. Van Oorschot, 2011, 190 blz.
Grip, het vierde boek van Stephan Enter, lijkt nu al een grote kanshebber voor de Ako of Libris 2012. De laaiend enthousiaste recensies spreken wat dat betreft boekdelen. NRC Handelsblad sprak zelfs van een instant-klassieker.
In Grip zijn Paul en Vincent per trein op weg naar Martin en Lotte in Swansea, Wales voor een reünie. De vier kennen elkaar uit 'alpinistenkringen'. Twintig jaar geleden is er iets ingrijpends voorgevallen tijdens een beklimming in Noorwegen, een bijna-dodelijke val van Lotte, waarvan gesuggereerd wordt dat het méér was dan een ongeluk.
Meanderende herinneringen aan hun gezamenlijke studententijd en wijdlopige overpeinzingen over hoe het leven zich sindsdien heeft ontvouwd sturen de gedachten - en deels ook de gedragingen - van de personages. Het perspectief verspringt steeds tussen de drie mannen - alleen Lotte blijft buiten beeld, al is zij wel de spil in de verhoudingen tussen de drie.
Alle drie hebben ze een andere kijk op het verleden, op elkaar en op de wereld. Hun herinneringen komen - logischerwijs - niet overeen; de verteller speelt wel een sturende rol met zijn beschrijvingen, maar de compositie is dusdanig dat de lezer toch grotendeels in het ongewisse blijft en zich moet beroepen op de onbetrouwbare perceptie van de personages. Zo heeft niemand grip op het verleden.
Het motief van de Noorse expeditie wijst op W.F. Hermans' Nooit meer slapen als intertekst. Eenmaal wordt er letterlijk aan deze roman gerefereerd wanneer de moordende aanwezigheid van muggen wordt gebagatelliseerd, maar de impliciete verwijzingen zijn talrijk; vooral in de filosofische gesprekken tussen de vier zijn parallellen aan te wijzen.
Martin ziet onsterfelijkheid vooral als een eeuwig vergeten: 'vergat je op den duur niet alles als je duizenden jaren leefde? Je kon wel een dagboek bijhouden waarin je - "Dat dagboek wordt ook weer zo dik dat je het nooit meer allemaal kunt lezen," sprong Vincent bij.' (148) Een passage die sterk doet denken aan een gesprek uit Nooit meer slapen tussen Alfred en Arne: 'Het is een gek idee dat er van al die miljarden dingen die er op aarde gebeurd zijn en gebeuren, op den duur geen spoort overblijft.' En als er ergens een administratie van zou bestaan - die dan het hele heelal zou moeten omvatten -, dan zou die 'een heelal op zichzelf worden, een duplicaat van ons heelal'. Maar ook 'de geschiedenis van de administratie zou weer moeten worden geadministreerd: een derde heelal. [...] niets zou ermee gewonnen worden, geen enkel raadsel opgelost.'
Ook Mulisch is nooit ver weg. Het achteloze omdraaien van een cliché, waardoor opeens een nieuw gezichtspunt doorbreekt, heeft Enter gemeen met Mulisch. Een voorbeeld is de vermeende nietigheid die de mens ervaart bij het aanschouwen van het heelal. In De ontdekking van de hemel poneert Max Delius dat het eerder verbazingwekkend is dat de zogenaamd nietige mens het hele heelal onder zijn minieme schedeldak kan bevatten en erover kan reflecteren: ‘Dat maakt hem in zekere zin zelfs groter dan het heelal.’ In Grip bedenkt Martin: 'Hij staarde naar de zon en voelde zich oneindig nietig en breekbaar, een gevoel dat opeens werd tegengesproken door de gedachte dat hij het was die naar de zon keek, dat de zon zich niet eens van zijn eigen bestaan bewust was - en dus was hij in een bepaald opzicht superieur aan diezelfde oppermachtige zon.' (109)
Enter is vooral geprezen om zijn 'trefzekere' stijl. Er zijn inderdaad tig voorbeelden te geven van mooie vergelijkingen, verrassende beschrijvingen en rake inzichten. Vincent 'trok een kleine koffer op wieltjes als een weerspannig hondje achter zich aan', een nare periode waaruit je bent ontkomen blijft in de herinnering achter 'als een ziekte waarbij je je, eenmaal genezen, nauwelijks meer kon voorstellen hoe miserabel je je even daarvoor had gevoeld', zoals je je ook kort na je eigen studententijd al doodergert aan studenten. Herinneringen volgen hun eigen logica, 'zoals je naar kerst en oudjaar kon uitzien zonder je af te vragen of het afgelopen jaar wel zo leuk was geweest.' En een schrijnend besef kwelt Vincent: 'Mijn hele leven, dacht hij, heb ik alleen leeftijdgenoten ontmoet die aardiger waren dan ikzelf.'
De complexiteit van de menselijke verhoudingen is feitelijk het hoofdmotief van Grip. Typerend is het veelvuldige gebruik van het woord 'ironie', dat door de overdaad een enigszins storend element is, maar dat desalniettemin bij uitstek functioneel is om de lading van de dialogen weer te geven: men weet van elkaar nooit helemaal zeker of iets gemeend is of dat er een verborgen betekenis of verborgen verwijzing naar een eerder gesprek onder de oppervlakte zit.
Grip is typisch zo'n boek dat bij een eerste lezing, wanneer je als lezer gefocust bent op de ontwikkeling van de plot, nog niet de helft van zijn rijkdom heeft prijsgegeven. Ik wil het dan ook zeker nog eens herlezen, uiterst traag, puur voor de beelden en de zinnen. Misschien als de shortlists bekend zijn gemaakt.
*****
Grip, het vierde boek van Stephan Enter, lijkt nu al een grote kanshebber voor de Ako of Libris 2012. De laaiend enthousiaste recensies spreken wat dat betreft boekdelen. NRC Handelsblad sprak zelfs van een instant-klassieker.
In Grip zijn Paul en Vincent per trein op weg naar Martin en Lotte in Swansea, Wales voor een reünie. De vier kennen elkaar uit 'alpinistenkringen'. Twintig jaar geleden is er iets ingrijpends voorgevallen tijdens een beklimming in Noorwegen, een bijna-dodelijke val van Lotte, waarvan gesuggereerd wordt dat het méér was dan een ongeluk.
Meanderende herinneringen aan hun gezamenlijke studententijd en wijdlopige overpeinzingen over hoe het leven zich sindsdien heeft ontvouwd sturen de gedachten - en deels ook de gedragingen - van de personages. Het perspectief verspringt steeds tussen de drie mannen - alleen Lotte blijft buiten beeld, al is zij wel de spil in de verhoudingen tussen de drie.
Alle drie hebben ze een andere kijk op het verleden, op elkaar en op de wereld. Hun herinneringen komen - logischerwijs - niet overeen; de verteller speelt wel een sturende rol met zijn beschrijvingen, maar de compositie is dusdanig dat de lezer toch grotendeels in het ongewisse blijft en zich moet beroepen op de onbetrouwbare perceptie van de personages. Zo heeft niemand grip op het verleden.
Het motief van de Noorse expeditie wijst op W.F. Hermans' Nooit meer slapen als intertekst. Eenmaal wordt er letterlijk aan deze roman gerefereerd wanneer de moordende aanwezigheid van muggen wordt gebagatelliseerd, maar de impliciete verwijzingen zijn talrijk; vooral in de filosofische gesprekken tussen de vier zijn parallellen aan te wijzen.
Martin ziet onsterfelijkheid vooral als een eeuwig vergeten: 'vergat je op den duur niet alles als je duizenden jaren leefde? Je kon wel een dagboek bijhouden waarin je - "Dat dagboek wordt ook weer zo dik dat je het nooit meer allemaal kunt lezen," sprong Vincent bij.' (148) Een passage die sterk doet denken aan een gesprek uit Nooit meer slapen tussen Alfred en Arne: 'Het is een gek idee dat er van al die miljarden dingen die er op aarde gebeurd zijn en gebeuren, op den duur geen spoort overblijft.' En als er ergens een administratie van zou bestaan - die dan het hele heelal zou moeten omvatten -, dan zou die 'een heelal op zichzelf worden, een duplicaat van ons heelal'. Maar ook 'de geschiedenis van de administratie zou weer moeten worden geadministreerd: een derde heelal. [...] niets zou ermee gewonnen worden, geen enkel raadsel opgelost.'
Ook Mulisch is nooit ver weg. Het achteloze omdraaien van een cliché, waardoor opeens een nieuw gezichtspunt doorbreekt, heeft Enter gemeen met Mulisch. Een voorbeeld is de vermeende nietigheid die de mens ervaart bij het aanschouwen van het heelal. In De ontdekking van de hemel poneert Max Delius dat het eerder verbazingwekkend is dat de zogenaamd nietige mens het hele heelal onder zijn minieme schedeldak kan bevatten en erover kan reflecteren: ‘Dat maakt hem in zekere zin zelfs groter dan het heelal.’ In Grip bedenkt Martin: 'Hij staarde naar de zon en voelde zich oneindig nietig en breekbaar, een gevoel dat opeens werd tegengesproken door de gedachte dat hij het was die naar de zon keek, dat de zon zich niet eens van zijn eigen bestaan bewust was - en dus was hij in een bepaald opzicht superieur aan diezelfde oppermachtige zon.' (109)
Enter is vooral geprezen om zijn 'trefzekere' stijl. Er zijn inderdaad tig voorbeelden te geven van mooie vergelijkingen, verrassende beschrijvingen en rake inzichten. Vincent 'trok een kleine koffer op wieltjes als een weerspannig hondje achter zich aan', een nare periode waaruit je bent ontkomen blijft in de herinnering achter 'als een ziekte waarbij je je, eenmaal genezen, nauwelijks meer kon voorstellen hoe miserabel je je even daarvoor had gevoeld', zoals je je ook kort na je eigen studententijd al doodergert aan studenten. Herinneringen volgen hun eigen logica, 'zoals je naar kerst en oudjaar kon uitzien zonder je af te vragen of het afgelopen jaar wel zo leuk was geweest.' En een schrijnend besef kwelt Vincent: 'Mijn hele leven, dacht hij, heb ik alleen leeftijdgenoten ontmoet die aardiger waren dan ikzelf.'
De complexiteit van de menselijke verhoudingen is feitelijk het hoofdmotief van Grip. Typerend is het veelvuldige gebruik van het woord 'ironie', dat door de overdaad een enigszins storend element is, maar dat desalniettemin bij uitstek functioneel is om de lading van de dialogen weer te geven: men weet van elkaar nooit helemaal zeker of iets gemeend is of dat er een verborgen betekenis of verborgen verwijzing naar een eerder gesprek onder de oppervlakte zit.
Grip is typisch zo'n boek dat bij een eerste lezing, wanneer je als lezer gefocust bent op de ontwikkeling van de plot, nog niet de helft van zijn rijkdom heeft prijsgegeven. Ik wil het dan ook zeker nog eens herlezen, uiterst traag, puur voor de beelden en de zinnen. Misschien als de shortlists bekend zijn gemaakt.
*****
zaterdag 21 januari 2012
Zeven dagen lang (95)
15 t/m 21 januari
ZONDAG Live
Commentator bij Sparta-Zwolle, net na rust: 'De eretribune was tevreden over de eerste helft van Sparta, met name over Bokila. Of zoals Jules Deelder zei: over Bokito.'
MAANDAG VI
Zeer gedurfd van René van der Gijp: uitgerekend op Blue Monday terugkeren.
Er zaten trouwens drie in plaats van de gebruikelijke twee commercial breaks in de uitzending van vanavond; dat gaat toch geen gewoonte worden, mag ik hopen?
DINSDAG DWDD
Volgens Matthijs is Holleeder een 'volksheld' geworden.
Hij heeft inderdaad een hoge 'gunfactor'.
Een hele grote gun om hem door zijn kop te knallen.
WOENSDAG Nagekomen mededeling
Paulien Cornelisse signaleerde eind vorig jaar dat ineens het woord 'vrouwtje' veelvuldig wordt gebruikt. Ze vroeg zich af hoe dat komt. Het zou geen reactie zijn op 'mannetje': '"Mannetje" is een woord dat je vaker hoort. Maar nooit wordt het gebruikt voor een echtgenoot.'
Dat is niet waar, 'vrouwtje' lijkt me bij uitstek een reactie op al die deernes die hun wederhelft aanduiden met 'mijn mannetje'.
DONDERDAG Ajax-AZ
Ik weet nu hoe de hel eruitziet. En zeker hoe de hel klinkt.
VRIJDAG Meuk
De grootste rotzooi die er is: de prijsstickers op tweedehands boeken van De Slegte. Vroeger schreven ze nog gewoon met potlood de prijs op het schutblad, maar tegenwoordig zitten er kloterige stickers op die na verwijdering altijd smerig plaksel achterlaten waardoor in je kast allerlei boeken als ongewilde duo's aan elkaar vastgeplakt raken.
ZATERDAG Zevende dag (II)
De geur van koffie: 'de wierook van het rijk der levenden'. (Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel, 1992, p. 356)
ZONDAG Live
Commentator bij Sparta-Zwolle, net na rust: 'De eretribune was tevreden over de eerste helft van Sparta, met name over Bokila. Of zoals Jules Deelder zei: over Bokito.'
MAANDAG VI
Zeer gedurfd van René van der Gijp: uitgerekend op Blue Monday terugkeren.
Er zaten trouwens drie in plaats van de gebruikelijke twee commercial breaks in de uitzending van vanavond; dat gaat toch geen gewoonte worden, mag ik hopen?
DINSDAG DWDD
Volgens Matthijs is Holleeder een 'volksheld' geworden.
Hij heeft inderdaad een hoge 'gunfactor'.
Een hele grote gun om hem door zijn kop te knallen.
WOENSDAG Nagekomen mededeling
Paulien Cornelisse signaleerde eind vorig jaar dat ineens het woord 'vrouwtje' veelvuldig wordt gebruikt. Ze vroeg zich af hoe dat komt. Het zou geen reactie zijn op 'mannetje': '"Mannetje" is een woord dat je vaker hoort. Maar nooit wordt het gebruikt voor een echtgenoot.'
Dat is niet waar, 'vrouwtje' lijkt me bij uitstek een reactie op al die deernes die hun wederhelft aanduiden met 'mijn mannetje'.
DONDERDAG Ajax-AZ
Ik weet nu hoe de hel eruitziet. En zeker hoe de hel klinkt.
VRIJDAG Meuk
De grootste rotzooi die er is: de prijsstickers op tweedehands boeken van De Slegte. Vroeger schreven ze nog gewoon met potlood de prijs op het schutblad, maar tegenwoordig zitten er kloterige stickers op die na verwijdering altijd smerig plaksel achterlaten waardoor in je kast allerlei boeken als ongewilde duo's aan elkaar vastgeplakt raken.
ZATERDAG Zevende dag (II)
De geur van koffie: 'de wierook van het rijk der levenden'. (Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel, 1992, p. 356)
donderdag 19 januari 2012
5 zogenaamde redenen om niet op de PVV te stemmen die helemaal geen redenen om niet op de PVV te stemmen zijn
Er zijn tal van redenen te bedenken om bij verkiezingen niet op de PVV te stemmen. (Er zijn ook genoeg redenen te verzinnen om wél een stem op Wilders uit te brengen, maar dat nu even terzijde.) Toch hoor je die redenen vrijwel nooit. Wat je hoort zijn immers altijd grofweg dezelfde vijf redenen om steun of sympathie voor de PVV als achterlijk/verwerpelijk/gevaarlijk weg te zetten. Ik meen dat alle vijf onhoudbaar zijn.
Ik zal niet steeds naar specifieke personen of instanties die (een van) de argumenten gebruiken verwijzen, ik gebruik in de koptitels de stijl van de semi-objectieve constatering die Karel van het Reve in zijn gedaante van Henk Broekhuis zo virtuoos toepast in Uren met Henk Broekhuis (1978), waarin 'gemeenplaatsen van onze tijd' worden behandeld.
Daar gaan we.
1) Na de affaires met Eric Lucassen, Marcial Hernandez, Daniël van der Stoep en Cor Bosman kun je onmogelijk nog op de PVV stemmen.
Een bijkomstigheid van ons politiek bestel en onze politieke cultuur is dat elke stem op een persoon feitelijk een stem op de partij betekent. En laten we wel wezen: bij elke stem op een persoon en dus een partij, krijgt men er gratis enkele debielen bij. Zo zou ik graag op Tofik Dibi stemmen. Maar dan stem ik op GroenLinks en krijg ik er die doodenge Liesbeth 'basaltblok' van Tongeren bij. Ik zou ook graag eens op Ahmed Marcouch stemmen. Maar een stem op de PvdA is ook een keuze voor Job 'kunt u ons de weg zonodig stamelen?' Cohen. Emile Roemer? Prima kerel, maar hij speelt voor hetzelfde team als Harry Hamas.
Een stem uitbrengen is als de aankoop van een complex product: geen enkel merk voldoet volledig aan je eisen, elke optie heeft specifieke voor- en nadelen, het gaat erom welke je de doorslag laat geven. Met de PVV zal het niet anders zijn. Agema, Wim Kortenoeven, Wilders... prima keuze, maar je neemt de idioten dan noodgedwongen voor lief. Bovendien: die sjembek Bosman - zelfs z'n snor trekt zich zo ver mogelijk terug van de mond waaruit al die bagger komt -, die zat niet eens in Den Haag.
2) Menige columnist is van mening dat bewezen is dat de PVV bestaat uit racisten sinds de Europese fractie verstek gaf bij de uitreiking van de Sacharovprijs.
Vooral jonge en middelbare romanciers en dichters die bijbeunen als columnist in forenzenkrantjes en jongerenedities van hoogbejaarde, in Vlaamse handen gevallen kwaliteitskranten zijn hiervan overtuigd. Op 14 december jongstleden werd in Brussel de Sacharovprijs, de vrijheidsprijs van het Europees Parlement, uitgereikt aan 'de' Arabische Lente. De europarlementariërs van de PVV boycotten de ceremonie en namen de vrijheid om een middagje vrijaf te nemen en een kopje koffie (cafeïnevrij) te gaan drinken. Die Arabische Lente is immers niets meer dan een ordinaire burgeroorlog, zo riep hopman Madlener. Bewijs! het zijn racisten!
Om minstens twee redenen is dit onzin. Ten eerste wordt hier - zoals zo vaak - het begrip 'racisme' oneigenlijk gebruikt. Is Arabier een ras? Nee toch zeker. Het is eerder een uiting van islamofobie, de zoveelste. Immers: iedere getinte persoon met voldoende afkeer van de islam zal welkom zijn in de partij.
Ten tweede, een citaat: 'De onlusten die maart vorig jaar onder de noemer "Arabische Lente" begonnen, hebben inmiddels het stadium van burgeroorlog bereikt.' Dixit embedded oorlogsjournalist Arnold Karskens (De Pers, 16 jan.). Als die het al zegt. Met z'n tulband.
3) Dit is ook een heel bekende: de PVV is een fascistische partij.
Het is nu zelfs onomstotelijk wetenschappelijk aangetoond. Doorde Universiteit van Tilburg de Tilburg University, nietwaar? En anders kijken we even in het woordenboek en weten we het ook, volgens een Nederlandse acteur die er nog wat poëzie naast doet.
Arme Henkie Bovekerk, hij denkt met zijn scriptie een geniaal werkstuk te hebben afgeleverd, maar hij bleek slechts het vehikel te zijn waarmee zijn begeleiders hun persoonlijke frustraties een wetenschappelijk laagje hebben willen geven. Schande.
Het meest stuitende is eigenlijk nog het cijfer: een tien! Wat ben je nou voor een docent als je een student een tien geeft voor een open opdracht? Het is voor de heren prof Jan Blommaert en doc Jan Jaap de Ruiter maar te hopen dat ze hun hele verdere leven geen beter stukje huiswerk meer in hun postvakje of mailbox vinden, want dan kunnen ze geen kant op.
De PVV fascistisch noemen is een onderschatting van het fascisme en een overschatting van de PVV. Maar het werkelijk gevaarlijke van deze drogreden is dat discussie over de werkelijke problematiek die de PVV aanroert er geniepig mee ontweken wordt.
4) Wat je ook vaak hoort is dat de PVV een anti- of ondemocratische partij zou zijn, omdat je er geen lid van kunt worden.
Dit is gelul, niet omdat het niet waar is, want het is in zekere zin wel waar, maar omdat het zou veronderstellen dat het bij de andere partijen anders geregeld is. Wat natuurlijk onzin is. Alsof partijen mét een ledenstelsel wel zo democratisch zijn. Alsof daar niet alles in achterkamertjes bekonkeld wordt, alsof daar wel de 'gewone' leden het voor het zeggen hebben. Alsof dat sponsjes uitdelende voetvolk van de SP géén sekte-achtige indruk maakt. Wat zei Van Muiswinkel ook alweer? O ja, 'als het CDA-congres het feest van de democratie was, dan was Auschwitz het feest van het openbaar vervoer'. Ik bedoel maar.
Een fundamenteler bezwaar: lid worden van een partij impliceert trouw zweren, je binden aan de partij. Elke verkiezing weer op die partij stemmen, consequent en volhardend. Terwijl het feit dat je als burger ongebonden bent en elke verkiezing weer, naar voortschrijdend inzicht of anticiperend op de actuele stand van zaken, op een andere partij kunt stemmen me nu juist veel meer in de geest van de democratie dunkt. Je zou immers maar lid zijn geworden van de PvdA onder Wouter Bos, dan had die lidmaatschapskaart je nu verplicht ook Job Cohen te volgen. Ik bedoel maar.
5) De PVV sluit mensen/groepen uit!
Klopt, helemaal mee eens. Maar... dat doet elke partij. De PVV doet het met moslims, bepaalde moslims dan nog. De SP sluit grootverdieners, vermogenden en de adel uit. Het CDA sluit natuurorganisaties, drugsgebruikers en een 18-jarige Angolees uit. De Partij voor de Dieren sluit vleeseters, jagers en boeren uit. De VVD sluit psychiatrisch zieken, kunstenaars en bejaarden uit. De SGP sluit katholieken, zondagsporters en ongelovigen uit. D66 sluit eurosceptici, conservatieven en vaderlandslievenden uit. Enzovoort.
En nagenoeg allemaal sluiten ze de PVV uit - al dan niet in of uit principe - ...
De implicatie is natuurlijk dat het bij de PVV allemaal een graadje erger en een niveautje enger is qua uitsluiten: ze willen het de moslims onmogelijk maken deel te nemen aan de samenleving. Dat uitsluiten betekent dan niet meer buitensluiten, of pesten voor mijn part, maar buiten de deur houden, over de grens jagen. Zelfs deporteren wordt niet.. euh... uitgesloten.
Ja, en morgen hebben ze 76 zetels en gaan de treinen rijden.
Ziet u het werkelijk voor u? Dan zou ik toch maar eens psychiatrische hulp gaan zoeken. Tenzij u VVD hebt gestemd, dan hebt u uzelf uitgesloten.
Genoeg.
Al deze drogredenen maken de PVV alleen maar groter, onaantastbaarder, mythischer. De enig juiste reden om niet op de PVV te stemmen is dezelfde reden waarom je niet op een willekeurig andere partij zou stemmen: omdat het uiteindelijk toch weer een incapabele, tekortschietende partij is die niet de mensen, de ideeën, de oplossingen biedt voor gerezen problemen, die niet je belangen behartigt, die Nederland er netto niet beter op maakt. Niet minder, maar zeker ook niet meer.
Ik zei al dat er ook genoeg redenen zijn om wél op de PVV te stemmen. De belangrijkste is de eeuwige wederkeer van de hierboven opgesomde kletspraat, als stok om de gedoogpoedel mee te slaan.
Schei er toch mee uit, het werkt de PVV alleen maar in de hand, het werkt alleen maar averechts!
Ik zal niet steeds naar specifieke personen of instanties die (een van) de argumenten gebruiken verwijzen, ik gebruik in de koptitels de stijl van de semi-objectieve constatering die Karel van het Reve in zijn gedaante van Henk Broekhuis zo virtuoos toepast in Uren met Henk Broekhuis (1978), waarin 'gemeenplaatsen van onze tijd' worden behandeld.
Daar gaan we.
1) Na de affaires met Eric Lucassen, Marcial Hernandez, Daniël van der Stoep en Cor Bosman kun je onmogelijk nog op de PVV stemmen.
Een bijkomstigheid van ons politiek bestel en onze politieke cultuur is dat elke stem op een persoon feitelijk een stem op de partij betekent. En laten we wel wezen: bij elke stem op een persoon en dus een partij, krijgt men er gratis enkele debielen bij. Zo zou ik graag op Tofik Dibi stemmen. Maar dan stem ik op GroenLinks en krijg ik er die doodenge Liesbeth 'basaltblok' van Tongeren bij. Ik zou ook graag eens op Ahmed Marcouch stemmen. Maar een stem op de PvdA is ook een keuze voor Job 'kunt u ons de weg zonodig stamelen?' Cohen. Emile Roemer? Prima kerel, maar hij speelt voor hetzelfde team als Harry Hamas.
Een stem uitbrengen is als de aankoop van een complex product: geen enkel merk voldoet volledig aan je eisen, elke optie heeft specifieke voor- en nadelen, het gaat erom welke je de doorslag laat geven. Met de PVV zal het niet anders zijn. Agema, Wim Kortenoeven, Wilders... prima keuze, maar je neemt de idioten dan noodgedwongen voor lief. Bovendien: die sjembek Bosman - zelfs z'n snor trekt zich zo ver mogelijk terug van de mond waaruit al die bagger komt -, die zat niet eens in Den Haag.
2) Menige columnist is van mening dat bewezen is dat de PVV bestaat uit racisten sinds de Europese fractie verstek gaf bij de uitreiking van de Sacharovprijs.
Vooral jonge en middelbare romanciers en dichters die bijbeunen als columnist in forenzenkrantjes en jongerenedities van hoogbejaarde, in Vlaamse handen gevallen kwaliteitskranten zijn hiervan overtuigd. Op 14 december jongstleden werd in Brussel de Sacharovprijs, de vrijheidsprijs van het Europees Parlement, uitgereikt aan 'de' Arabische Lente. De europarlementariërs van de PVV boycotten de ceremonie en namen de vrijheid om een middagje vrijaf te nemen en een kopje koffie (cafeïnevrij) te gaan drinken. Die Arabische Lente is immers niets meer dan een ordinaire burgeroorlog, zo riep hopman Madlener. Bewijs! het zijn racisten!
Om minstens twee redenen is dit onzin. Ten eerste wordt hier - zoals zo vaak - het begrip 'racisme' oneigenlijk gebruikt. Is Arabier een ras? Nee toch zeker. Het is eerder een uiting van islamofobie, de zoveelste. Immers: iedere getinte persoon met voldoende afkeer van de islam zal welkom zijn in de partij.
Ten tweede, een citaat: 'De onlusten die maart vorig jaar onder de noemer "Arabische Lente" begonnen, hebben inmiddels het stadium van burgeroorlog bereikt.' Dixit embedded oorlogsjournalist Arnold Karskens (De Pers, 16 jan.). Als die het al zegt. Met z'n tulband.
3) Dit is ook een heel bekende: de PVV is een fascistische partij.
Het is nu zelfs onomstotelijk wetenschappelijk aangetoond. Door
Arme Henkie Bovekerk, hij denkt met zijn scriptie een geniaal werkstuk te hebben afgeleverd, maar hij bleek slechts het vehikel te zijn waarmee zijn begeleiders hun persoonlijke frustraties een wetenschappelijk laagje hebben willen geven. Schande.
Het meest stuitende is eigenlijk nog het cijfer: een tien! Wat ben je nou voor een docent als je een student een tien geeft voor een open opdracht? Het is voor de heren prof Jan Blommaert en doc Jan Jaap de Ruiter maar te hopen dat ze hun hele verdere leven geen beter stukje huiswerk meer in hun postvakje of mailbox vinden, want dan kunnen ze geen kant op.
De PVV fascistisch noemen is een onderschatting van het fascisme en een overschatting van de PVV. Maar het werkelijk gevaarlijke van deze drogreden is dat discussie over de werkelijke problematiek die de PVV aanroert er geniepig mee ontweken wordt.
4) Wat je ook vaak hoort is dat de PVV een anti- of ondemocratische partij zou zijn, omdat je er geen lid van kunt worden.
Dit is gelul, niet omdat het niet waar is, want het is in zekere zin wel waar, maar omdat het zou veronderstellen dat het bij de andere partijen anders geregeld is. Wat natuurlijk onzin is. Alsof partijen mét een ledenstelsel wel zo democratisch zijn. Alsof daar niet alles in achterkamertjes bekonkeld wordt, alsof daar wel de 'gewone' leden het voor het zeggen hebben. Alsof dat sponsjes uitdelende voetvolk van de SP géén sekte-achtige indruk maakt. Wat zei Van Muiswinkel ook alweer? O ja, 'als het CDA-congres het feest van de democratie was, dan was Auschwitz het feest van het openbaar vervoer'. Ik bedoel maar.
Een fundamenteler bezwaar: lid worden van een partij impliceert trouw zweren, je binden aan de partij. Elke verkiezing weer op die partij stemmen, consequent en volhardend. Terwijl het feit dat je als burger ongebonden bent en elke verkiezing weer, naar voortschrijdend inzicht of anticiperend op de actuele stand van zaken, op een andere partij kunt stemmen me nu juist veel meer in de geest van de democratie dunkt. Je zou immers maar lid zijn geworden van de PvdA onder Wouter Bos, dan had die lidmaatschapskaart je nu verplicht ook Job Cohen te volgen. Ik bedoel maar.
5) De PVV sluit mensen/groepen uit!
Klopt, helemaal mee eens. Maar... dat doet elke partij. De PVV doet het met moslims, bepaalde moslims dan nog. De SP sluit grootverdieners, vermogenden en de adel uit. Het CDA sluit natuurorganisaties, drugsgebruikers en een 18-jarige Angolees uit. De Partij voor de Dieren sluit vleeseters, jagers en boeren uit. De VVD sluit psychiatrisch zieken, kunstenaars en bejaarden uit. De SGP sluit katholieken, zondagsporters en ongelovigen uit. D66 sluit eurosceptici, conservatieven en vaderlandslievenden uit. Enzovoort.
En nagenoeg allemaal sluiten ze de PVV uit - al dan niet in of uit principe - ...
De implicatie is natuurlijk dat het bij de PVV allemaal een graadje erger en een niveautje enger is qua uitsluiten: ze willen het de moslims onmogelijk maken deel te nemen aan de samenleving. Dat uitsluiten betekent dan niet meer buitensluiten, of pesten voor mijn part, maar buiten de deur houden, over de grens jagen. Zelfs deporteren wordt niet.. euh... uitgesloten.
Ja, en morgen hebben ze 76 zetels en gaan de treinen rijden.
Ziet u het werkelijk voor u? Dan zou ik toch maar eens psychiatrische hulp gaan zoeken. Tenzij u VVD hebt gestemd, dan hebt u uzelf uitgesloten.
Genoeg.
Al deze drogredenen maken de PVV alleen maar groter, onaantastbaarder, mythischer. De enig juiste reden om niet op de PVV te stemmen is dezelfde reden waarom je niet op een willekeurig andere partij zou stemmen: omdat het uiteindelijk toch weer een incapabele, tekortschietende partij is die niet de mensen, de ideeën, de oplossingen biedt voor gerezen problemen, die niet je belangen behartigt, die Nederland er netto niet beter op maakt. Niet minder, maar zeker ook niet meer.
Ik zei al dat er ook genoeg redenen zijn om wél op de PVV te stemmen. De belangrijkste is de eeuwige wederkeer van de hierboven opgesomde kletspraat, als stok om de gedoogpoedel mee te slaan.
Schei er toch mee uit, het werkt de PVV alleen maar in de hand, het werkt alleen maar averechts!
dinsdag 17 januari 2012
De PVV fascistisch noemen is te veel eer
De PVV is met afstand de belangrijkste politieke partij van het moment. Dat wil zeggen: ze is tot de belangrijkste partij gemaakt, niet eens zozeer door de politieke partners VVD en CDA, die er het welslagen van hun regeringsprogramma aan verbonden hebben - met alle verplichtingen en ongemakkelijkheden van dien -, maar vooral door de tegenstanders, politieke, maatschappelijke en sinds kort ook wetenschappelijke.
Het plakken van het label 'fascist' is al vele decennia een veel beoefende nationale hobby en bovendien een beproefd middel om elke discussie dood te slaan. Het is daardoor van de weeromstuit een holle term geworden, ontdaan van elke betekenis, louter nog vorm. Iemand een fascist noemen of een partij als fascistisch wegzetten maakt weliswaar de tongen los, maar alle aandacht gaat dan uit naar de aanklager en de beklaagde, terwijl de term fascistisch voor lief wordt genomen.
In plaats van eindeloos te touwtrekken over de vraag of iemand of iets wel of niet fascistisch is zou eerst eens helder gemaakt moeten worden wat we moeten verstaan onder het begrip.
De socioloog Dick Pels hekelt het reflexmatige karakter van de fascismedrogreden in zijn mooie dwarse studie De geest van Pim (2003). Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: iedereen zou dit boek eens moeten lezen. Fortuyn werd vanuit 'weldenkende' kringen geregeld een fascist genoemd, waarbij tot fascisme vaak ook in één moeite door het Duitse nationaalsocialisme werd gerekend. Bovendien werd fascisme afgedaan als 'het product van een opportunistische avonturiersmentaliteit die werd aangejaagd door een nietsontziende wil tot de macht'. (p. 18)
Pels wijst erop dat het fascisme veeleer 'een complexe, systematische en coherente doctrine' was met 'een respectabele intellectuele voorgeschiedenis'. Onder historici heeft het inzicht postgevat dat het fascisme 'wellicht discutabele en bedenkelijke, maar in elk geval coherente antwoorden gaf waar rivaliserende ideologieën als marxisme en liberalisme zwegen of steken lieten vallen'. (p. 19) Pels poneert - en ik ben het daar hartgrondig mee eens - dat ook Fortuyn een coherente en systematische maatschappijvisie voorstond. Gecombineerd met het 'volksnationale' sausje uit zijn laatste periode zou hij dus raakpunten hebben met het intellectuele fascisme.
Van lieverlede is 'fascisme' verworden tot het ultieme kwaad, vrijwel geheel synoniem met nazisme, de vreeswekkendste bedreiging die koste wat kost op afstand gehouden moet worden. Pels stelt dat die taboeïsering averechts werkt, omdat het zo een betekenisloos begrip wordt. Alles wat we niet begrijpen boezemt ons angst in. We moeten er echter niet van wegkijken, maar juist het contact zoeken: 'het fascisme wordt minder raadselachtig wanneer we het niet krampachtig bezweren als de tot institutie verworden perversie, als datgene "wat wij niet zijn", maar het dichterbij brengen en trekken in de sfeer van zelfonderzoek en sociologische vergelijking'. (p. 225) Mussolini-biograaf Renzo De Felice concludeerde bijvoorbeeld na jarenlang onderzoek dat het (Italiaanse) fascisme moest worden beschouwd als 'een authentiek revolutionaire en intellectuele respectabele links-totalitaire beweging'.
Zij die Fortuyn met fascisme in verband brachten hadden dus misschien wel gelijk, maar om de verkeerde, oneigenlijke redenen. Ze kwamen niet verder dan een halfslachtige vergelijking met lichtgewichten als Jörg Haider, daar waar een intellectuele vergelijking van het historische fascisme met de ideeën en visie in Fortuyns omvangrijke oeuvre wellicht veel meer had opgeleverd.
En juist in zo'n vergelijking zullen Wilders c.s. genadeloos door de mand vallen. Want geen van de kenmerken van het historische fascisme is van toepassing op de PVV-ideologie. Complex? Nee, eerder simplistisch, oppervlakkig en doorzichtig. Systematisch? Opportunistisch juist. 'Verhoging AOW is breekpunt!' klonk het voor de verkiezingen. 'AOW is geen breekpunt meer,' was de kreet onmiddellijk na de uitslag, een draai van honderdtachtig graden. Alleen in de 'weg-met'-fraseologie is de partij consequent: weg met Europa, weg met links, weg met de Islam. Coherent? Die 'vrijheid' uit de partijnaam wordt in de praktijk zeer selectief toegepast; ideologisch eet de partij van vele walletjes. Intellectueel? Commentaar overbodig.
De PVV als een fascistische partij bestempelen is onzinnig. Niet zozeer omdat de PVV daarmee onterecht gedemoniseerd wordt maar veeleer omdat daarmee het fascisme daarmee geen recht wordt gedaan. Nee, de PVV fascistisch noemen is eigenlijk te veel eer.
Het plakken van het label 'fascist' is al vele decennia een veel beoefende nationale hobby en bovendien een beproefd middel om elke discussie dood te slaan. Het is daardoor van de weeromstuit een holle term geworden, ontdaan van elke betekenis, louter nog vorm. Iemand een fascist noemen of een partij als fascistisch wegzetten maakt weliswaar de tongen los, maar alle aandacht gaat dan uit naar de aanklager en de beklaagde, terwijl de term fascistisch voor lief wordt genomen.
In plaats van eindeloos te touwtrekken over de vraag of iemand of iets wel of niet fascistisch is zou eerst eens helder gemaakt moeten worden wat we moeten verstaan onder het begrip.
De socioloog Dick Pels hekelt het reflexmatige karakter van de fascismedrogreden in zijn mooie dwarse studie De geest van Pim (2003). Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: iedereen zou dit boek eens moeten lezen. Fortuyn werd vanuit 'weldenkende' kringen geregeld een fascist genoemd, waarbij tot fascisme vaak ook in één moeite door het Duitse nationaalsocialisme werd gerekend. Bovendien werd fascisme afgedaan als 'het product van een opportunistische avonturiersmentaliteit die werd aangejaagd door een nietsontziende wil tot de macht'. (p. 18)
Pels wijst erop dat het fascisme veeleer 'een complexe, systematische en coherente doctrine' was met 'een respectabele intellectuele voorgeschiedenis'. Onder historici heeft het inzicht postgevat dat het fascisme 'wellicht discutabele en bedenkelijke, maar in elk geval coherente antwoorden gaf waar rivaliserende ideologieën als marxisme en liberalisme zwegen of steken lieten vallen'. (p. 19) Pels poneert - en ik ben het daar hartgrondig mee eens - dat ook Fortuyn een coherente en systematische maatschappijvisie voorstond. Gecombineerd met het 'volksnationale' sausje uit zijn laatste periode zou hij dus raakpunten hebben met het intellectuele fascisme.
Van lieverlede is 'fascisme' verworden tot het ultieme kwaad, vrijwel geheel synoniem met nazisme, de vreeswekkendste bedreiging die koste wat kost op afstand gehouden moet worden. Pels stelt dat die taboeïsering averechts werkt, omdat het zo een betekenisloos begrip wordt. Alles wat we niet begrijpen boezemt ons angst in. We moeten er echter niet van wegkijken, maar juist het contact zoeken: 'het fascisme wordt minder raadselachtig wanneer we het niet krampachtig bezweren als de tot institutie verworden perversie, als datgene "wat wij niet zijn", maar het dichterbij brengen en trekken in de sfeer van zelfonderzoek en sociologische vergelijking'. (p. 225) Mussolini-biograaf Renzo De Felice concludeerde bijvoorbeeld na jarenlang onderzoek dat het (Italiaanse) fascisme moest worden beschouwd als 'een authentiek revolutionaire en intellectuele respectabele links-totalitaire beweging'.
Zij die Fortuyn met fascisme in verband brachten hadden dus misschien wel gelijk, maar om de verkeerde, oneigenlijke redenen. Ze kwamen niet verder dan een halfslachtige vergelijking met lichtgewichten als Jörg Haider, daar waar een intellectuele vergelijking van het historische fascisme met de ideeën en visie in Fortuyns omvangrijke oeuvre wellicht veel meer had opgeleverd.
En juist in zo'n vergelijking zullen Wilders c.s. genadeloos door de mand vallen. Want geen van de kenmerken van het historische fascisme is van toepassing op de PVV-ideologie. Complex? Nee, eerder simplistisch, oppervlakkig en doorzichtig. Systematisch? Opportunistisch juist. 'Verhoging AOW is breekpunt!' klonk het voor de verkiezingen. 'AOW is geen breekpunt meer,' was de kreet onmiddellijk na de uitslag, een draai van honderdtachtig graden. Alleen in de 'weg-met'-fraseologie is de partij consequent: weg met Europa, weg met links, weg met de Islam. Coherent? Die 'vrijheid' uit de partijnaam wordt in de praktijk zeer selectief toegepast; ideologisch eet de partij van vele walletjes. Intellectueel? Commentaar overbodig.
De PVV als een fascistische partij bestempelen is onzinnig. Niet zozeer omdat de PVV daarmee onterecht gedemoniseerd wordt maar veeleer omdat daarmee het fascisme daarmee geen recht wordt gedaan. Nee, de PVV fascistisch noemen is eigenlijk te veel eer.
zaterdag 14 januari 2012
Zeven dagen lang (94)
8 t/m 14 januari
ZONDAG Hype
Ditisstefan signaleert een trend op Facebook om het liedje te posten dat op 1 stond toen je werd geboren.
Bij mij stond op 1: Billy Ocean - 'When the Going Gets Tough'.
Jammer.
MAANDAG Laudamus
Middernacht, het 'Te Deum' van Arvo Pärt op de radio en mijn nacht is goed.
DINSDAG Teeuwen
Toch maar eens naar Hans Teeuwens Spiksplinter gekeken. Tegenvaller. Het eerste halfuur is het slechtste halfuur uit de hele Nederlandse cabaretgeschiedenis.
WOENSDAG Koters
De populairste kindernamen zijn weer bekend gemaakt, met op 1 Daan en Emma.
Het is de lijst na toepassing van Mohammedcorrectie?
DONDERDAG What's in a name
'Hier in ditzelfde eerbiedwaardige stadhuis [...] heerste in de oorlog een NSB-burgemeester, een zekere S.L.A. Plekker, en dus door iedereen "Slaap Lekker" genoemd. Ik heb mij later wel eens afgevraagd, hoe iemand die Plekker heet zijn zoon de voorletters S.L.A. kan geven. Plekker Senior heeft zich laten meeslepen door zijn gevoel voor humor, en dat krijg je er dan van.'
(Harry Mulisch, Aan het woord, 1986, p. 49-50)
'In NRC Handelsblad van 8 augustus stond te lezen: "Mr. G.A.T. Wind is benoemd tot president van de Rechtbank in Roermond."
Zal er een frisse wind door het juridische bestel aldaar gaan waaien, of zal de mening ingang vinden dat er een luchtje aan zit?
Dit schrijf ik op om te bewijzen dat ik niet minder gevoel voor humor bezit dan de vader van Mr. G.A.T.'
(Willem Frederik Hermans, Dinky Toys, 1988, p. 42; geciteerd naar Volledige Werken 11, p. 800)
VRIJDAG Over die PVV-klootzak
'Wacht even, dus dat varken heeft eerst halal vlees gegeten en daar dan een stuk van uitgekotst en dat was dan die Turkse meneer van de PvdA?'
(@diederikebbinge)
ZATERDAG Zevende dag
En op de zevende dagrustte God schiep God - als kroon op het werk - de koffie.
ZONDAG Hype
Ditisstefan signaleert een trend op Facebook om het liedje te posten dat op 1 stond toen je werd geboren.
Bij mij stond op 1: Billy Ocean - 'When the Going Gets Tough'.
Jammer.
MAANDAG Laudamus
Middernacht, het 'Te Deum' van Arvo Pärt op de radio en mijn nacht is goed.
DINSDAG Teeuwen
Toch maar eens naar Hans Teeuwens Spiksplinter gekeken. Tegenvaller. Het eerste halfuur is het slechtste halfuur uit de hele Nederlandse cabaretgeschiedenis.
WOENSDAG Koters
De populairste kindernamen zijn weer bekend gemaakt, met op 1 Daan en Emma.
Het is de lijst na toepassing van Mohammedcorrectie?
DONDERDAG What's in a name
'Hier in ditzelfde eerbiedwaardige stadhuis [...] heerste in de oorlog een NSB-burgemeester, een zekere S.L.A. Plekker, en dus door iedereen "Slaap Lekker" genoemd. Ik heb mij later wel eens afgevraagd, hoe iemand die Plekker heet zijn zoon de voorletters S.L.A. kan geven. Plekker Senior heeft zich laten meeslepen door zijn gevoel voor humor, en dat krijg je er dan van.'
(Harry Mulisch, Aan het woord, 1986, p. 49-50)
'In NRC Handelsblad van 8 augustus stond te lezen: "Mr. G.A.T. Wind is benoemd tot president van de Rechtbank in Roermond."
Zal er een frisse wind door het juridische bestel aldaar gaan waaien, of zal de mening ingang vinden dat er een luchtje aan zit?
Dit schrijf ik op om te bewijzen dat ik niet minder gevoel voor humor bezit dan de vader van Mr. G.A.T.'
(Willem Frederik Hermans, Dinky Toys, 1988, p. 42; geciteerd naar Volledige Werken 11, p. 800)
VRIJDAG Over die PVV-klootzak
'Wacht even, dus dat varken heeft eerst halal vlees gegeten en daar dan een stuk van uitgekotst en dat was dan die Turkse meneer van de PvdA?'
(@diederikebbinge)
ZATERDAG Zevende dag
En op de zevende dag
woensdag 11 januari 2012
Bas Nijhuis is een dolfijn
Eerder deze week schreef ik over een foto in de VI. Over Ryan Giggs, die er ook op staat. Over nostalgie, ontroering, een brok in de keel.
Maar er stond meer in die VI. Ook andere emoties werden aangeraakt. Woede, verontwaardiging. Bliksem in mijn hoofd.
Er stond namelijk ook een interview met Bas Nijhuis in.
Ik was vorige maand nogal uitgevaren tegen Bas naar aanleiding van Ajax-AZ. Niet dat hij een rode kaart trok voor Esteban had mijn irritatie gewekt, maar dat hij ook toen de storm was gaan liggen nog bij zijn beslissing bleef. Dat hij, gesoigneerd en wel, verklaarde dat de doelman had moeten gaan rennen, dat deed mijn haren te berge rijzen.
'Klasse, Bas, UEFA en FIFA zullen trots op je zijn,' scheef ik toen, hintend op Bas zijn verborgen motieven.
En wat zegt Bas nu tegen VI? 'Als ik in die wedstrijd géén rode kaart had gegeven, had ik internationaal een groot probleem kunnen krijgen.'
Aha.
Bas was namelijk net gepromoveerd naar de Elite Development Group van de UEFA. Maar daar had niemand het over, iedereen had het verdorie over Ajax-AZ! Bas ging boodschappen doen:
'Er lag voor zestig euro aan spullen in mijn karretje, zo veel was dat dus niet. Toch duurde het drieënhalf uur voor ik bij de uitgang was. Iedereen sprak me aan en het ging alleen maar over die wedstrijd. Niemand had het over de promotie.'
'Bas Nijhuis is,' schreef ik ook nog, 'zo'n type dat met zijn fiets in het holst van de nacht op een totaal verlaten kruispunt voor een rood stoplicht gaat staan wachten. Want dat is nu eenmaal de regel.' En ziet met welk argument onze Bas op de proppen komt: 'in de geest van het verkeer mag je ook niet door het rode licht rijden.'
'U bent ijdel,' zegt de verslaggever. En Bas: 'Wij zijn toch allemaal ijdel?' Een typisch voorbeeld van wat ik het 'zijn-we-niet-allemaal?'-argument noem. Een verwijt of kritiek pareren door te stellen dat iedereen zo is of doet. 'Zijn we niet allemaal schuldig?' 'Zijn we niet allemaal een beetje racistisch?' Of de tegenhanger: 'Zijn we niet allemaal wereldburgers?'
Bas moet ook nog weleens naar de Jupiler League, naar TOP Oss-FC Den Bosch bijvoorbeeld: 'Dan doe je je warming-up voor het vak met een paar honderd Den Bosch-supporters die iedere keer een liedje zingen als je langskomt. Het is zo'n klein stadion waardoor je een direct contact met de mensen kunt krijgen.'
Ik heb dat tafereel toen verbijsterd gadegeslagen. Normaal doet het arbitrale trio met z'n drieën de warming-up, en nooit voor het uitvak. Maar Bas is ijdel, nietwaar? En een schik dat hij had, poserend voor de Bosschenaren, lachend en gebarend en ginnegappend dat het een aard had.
Bas floot die middag een uitstekende partij, niets op aan te merken. En gelukkig maar, want bij elke verkeerde beslissing in het voordeel van de gasten had hij de schijn tegen gehad.
Dat geparadeer voor dat uitvak, het deed me toen ook nog ergens aan denken, maar ik kon maar niet bedenken wat.
Nu weet ik het eindelijk, dankzij Bas zelf. Hij had een screening van zijn persoonlijkheid gehad, en wat bleek:
'Ik kwam eruit als een dolfijn.'
Dát was het: zoals een dolfijn in een dolfinarium op zijn staart over het wateroppervlak 'loopt', zo stuiterde Bas daar toen over het gras.
Dolfijnen zwemmen ook met gehandicapten. Dat schijnt een positief effect te hebben. Wesley van W. heeft een iq van 71. Misschien moet hij eens in een bassin gaan zwemmen met Bas Nijhuis. Of het hem zal helpen weet ik niet, maar het zou in ieder geval voor beiden een geschikte taakstraf zijn.
Maar er stond meer in die VI. Ook andere emoties werden aangeraakt. Woede, verontwaardiging. Bliksem in mijn hoofd.
Er stond namelijk ook een interview met Bas Nijhuis in.
Ik was vorige maand nogal uitgevaren tegen Bas naar aanleiding van Ajax-AZ. Niet dat hij een rode kaart trok voor Esteban had mijn irritatie gewekt, maar dat hij ook toen de storm was gaan liggen nog bij zijn beslissing bleef. Dat hij, gesoigneerd en wel, verklaarde dat de doelman had moeten gaan rennen, dat deed mijn haren te berge rijzen.
'Klasse, Bas, UEFA en FIFA zullen trots op je zijn,' scheef ik toen, hintend op Bas zijn verborgen motieven.
En wat zegt Bas nu tegen VI? 'Als ik in die wedstrijd géén rode kaart had gegeven, had ik internationaal een groot probleem kunnen krijgen.'
Aha.
Bas was namelijk net gepromoveerd naar de Elite Development Group van de UEFA. Maar daar had niemand het over, iedereen had het verdorie over Ajax-AZ! Bas ging boodschappen doen:
'Er lag voor zestig euro aan spullen in mijn karretje, zo veel was dat dus niet. Toch duurde het drieënhalf uur voor ik bij de uitgang was. Iedereen sprak me aan en het ging alleen maar over die wedstrijd. Niemand had het over de promotie.'
'Bas Nijhuis is,' schreef ik ook nog, 'zo'n type dat met zijn fiets in het holst van de nacht op een totaal verlaten kruispunt voor een rood stoplicht gaat staan wachten. Want dat is nu eenmaal de regel.' En ziet met welk argument onze Bas op de proppen komt: 'in de geest van het verkeer mag je ook niet door het rode licht rijden.'
'U bent ijdel,' zegt de verslaggever. En Bas: 'Wij zijn toch allemaal ijdel?' Een typisch voorbeeld van wat ik het 'zijn-we-niet-allemaal?'-argument noem. Een verwijt of kritiek pareren door te stellen dat iedereen zo is of doet. 'Zijn we niet allemaal schuldig?' 'Zijn we niet allemaal een beetje racistisch?' Of de tegenhanger: 'Zijn we niet allemaal wereldburgers?'
Bas moet ook nog weleens naar de Jupiler League, naar TOP Oss-FC Den Bosch bijvoorbeeld: 'Dan doe je je warming-up voor het vak met een paar honderd Den Bosch-supporters die iedere keer een liedje zingen als je langskomt. Het is zo'n klein stadion waardoor je een direct contact met de mensen kunt krijgen.'
Ik heb dat tafereel toen verbijsterd gadegeslagen. Normaal doet het arbitrale trio met z'n drieën de warming-up, en nooit voor het uitvak. Maar Bas is ijdel, nietwaar? En een schik dat hij had, poserend voor de Bosschenaren, lachend en gebarend en ginnegappend dat het een aard had.
Bas floot die middag een uitstekende partij, niets op aan te merken. En gelukkig maar, want bij elke verkeerde beslissing in het voordeel van de gasten had hij de schijn tegen gehad.
Dat geparadeer voor dat uitvak, het deed me toen ook nog ergens aan denken, maar ik kon maar niet bedenken wat.
Nu weet ik het eindelijk, dankzij Bas zelf. Hij had een screening van zijn persoonlijkheid gehad, en wat bleek:
'Ik kwam eruit als een dolfijn.'
Dát was het: zoals een dolfijn in een dolfinarium op zijn staart over het wateroppervlak 'loopt', zo stuiterde Bas daar toen over het gras.
Dolfijnen zwemmen ook met gehandicapten. Dat schijnt een positief effect te hebben. Wesley van W. heeft een iq van 71. Misschien moet hij eens in een bassin gaan zwemmen met Bas Nijhuis. Of het hem zal helpen weet ik niet, maar het zou in ieder geval voor beiden een geschikte taakstraf zijn.
maandag 9 januari 2012
Een foto van vroeger
Gistermiddag won Manchester United in de 3e ronde van de FA Cup in een spannende derby met 2-3 bij rivaal Manchester City. Hoogtepunt van de wedstrijd was de invalbeurt van Paul Scholes in de 59ste minuut. Scholes was eind vorig seizoen gestopt, maar hij miste het spelletje en keerde terug. De rossige mannetjesputter kwam op het middenveld naast Ryan Giggs te spelen. Daarmee was het even of de tijd stil heeft gestaan.
De 37-jarige Scholes en de 38-jarige Giggs spelen al mijn hele bewuste leven voor United. Mijn vroegste voetbalherinneringen gaan terug tot 1993/1994 en Scholes en Giggs maakten toen al geregeld hun opwachting in het eerste elftal van de Red Devils. Onder meer door deze spelers werd ik fan van Manchester United. De euforie was groot toen de mannen van Alex Ferguson in 1999 de Champions League wonnen met een 2-1 zege op Bayern München. Ik kan het dreamteam van dat jaar nog moeiteloos opdreunen: Schmeichel; G. Neville, Johnsen, Stam, Irwin; Beckham, Keane, Scholes, Giggs; Cole en Yorke. Met als wissels P. Neville, Blomqvist, Butt, Solskjaer en Sheringham.
Die finale, het lijkt soms eeuwen geleden. De meeste spelers van toen zijn inmiddels gestopt, na nog een meer of minder succesvolle voortzetting van hun carrière elders. United is in de grijpgrage handen van de Glazers gekomen, de gewonnen Europese finale van 2008 had bij lange na niet de impact van die bizarre eindstrijd van 1999, anonieme spelers zijn gekomen en gegaan. Alleen Ferguson zit er nog altijd - de kauwgomvoorraad is oneindig - én dus Scholes en Giggs.
Het laatste nummer van VI bevat een mooi verhaal over leven en werken van Giggs, de bescheiden Welshman die ontroert, emotioneert, simpelweg door er te zijn, door er nog altijd te zijn. Alles uit je kindertijd en uit je jeugdjaren verdwijnt, gaat verloren, blijft achter. Het is alsof Giggs een gaatje in de tijd heeft gevonden waar hij heel geniepig doorheen is geglipt: hij behoort tot een voorbije tijd, maar toch is hij er nog steeds. Een anachronisme, maar wel een heel mooi anachronisme. Nostalgie tastbaar gemaakt. Ik kom er maar ronduit voor uit: een brok in de keel krijg ik er van, steeds weer.
Wat me echter het meest trof was een foto die was afgedrukt bij het artikel:
Het eerste deel van het bijschrift luidt: 'In 1992 als winnaar van de Youth FA Cup.' We zien de coach, Eric Harrison, met zeven jonge gastjes op een rij poserend. Met een mengeling van ongemak en zelfvertrouwen kijken ze in de lens. Ik ga de rij af. Giggs, Nicky Butt, David Beckham. De gouden jeugd. Gary en Phil Neville, Scholes. Alle bekende gezichten, op deze afbeelding pas aan de vooravond van hun zegetocht. Maar de laatste in de rij herken ik niet. Wie is toch die even ondeugend als bleu achter Scholes uit loerende jongen? Het bijschrift geeft 'Terry Cooke'. De naam doet geen enkel belletje rinkelen.
Terry Cooke blijkt de trieste verliezer van het verhaal te zijn. Als zijn teammaatjes een voor een doorbreken in United 1 lijkt het voor hem ook nog slechts een kwestie van tijd. De rechtermiddenvelder ziet echter op zijn positie Beckham wekelijks schitteren. Cooke wordt verhuurd aan Sunderland en Birmingham en na weer een seizoen zonder speeltijd ook aan Wrexham en zelfs Manchester City. Die laatste stap is symbolisch: de poorten van Old Trafford sluiten zich definitief achter Cooke, die in vaste dienst van het dan op een lager niveau acterende City treedt. Ook daar weet hij echter geen doorbraak te forceren en Cooke wordt achtereenvolgens aan Wigan, Sheffield Wednesday en Grimsby verhuurd. City promoveert in 2002 naar de Premier League, Cooke blijft achter. Hij belandt uiteindelijk in Amerika, Australië en zelfs Azerbeidzjan, waar zijn anonieme carrière vorig jaar tot een roemloos einde is gekomen.
Zo ging aan Terry Cooke de glorie voorbij. Die ene foto is feitelijk het enige wat hem nog bindt aan die gouden generatie. En tegelijkertijd zal hij voor altijd die ene jongen op de foto zijn die het níet heeft gered. Butt en Phil Neville werden weliswaar nooit écht vaste waardes, maar zij speelden ieder wel honderden wedstrijden voor Man Utd. Beckham werd meer dan een topvoetballer, hij werd een internationaal icoon. Gary Neville beëindigde vorig jaar zijn loopbaan na 602 officiële wedstrijden voor United, Scholes had er 676 op zijn naam staan.
De teller staat bij Giggs inmiddels op 894. Ongekend. In een tijd waarin spelers van club wisselen dat het een aard heeft, waarin steenrijke tycoons massaal clubs overnemen, waarin de VI zijn toevlucht neemt tot astrologie om Louis van Gaal zwart te maken, in zo'n wispelturige en chaotische tijd is de aanwezigheid van Ryan Giggs een verademing.
Zijn contract loopt eind dit seizoen af. Giggs heeft de club laten weten graag nog een seizoen bij te tekenen.
De 37-jarige Scholes en de 38-jarige Giggs spelen al mijn hele bewuste leven voor United. Mijn vroegste voetbalherinneringen gaan terug tot 1993/1994 en Scholes en Giggs maakten toen al geregeld hun opwachting in het eerste elftal van de Red Devils. Onder meer door deze spelers werd ik fan van Manchester United. De euforie was groot toen de mannen van Alex Ferguson in 1999 de Champions League wonnen met een 2-1 zege op Bayern München. Ik kan het dreamteam van dat jaar nog moeiteloos opdreunen: Schmeichel; G. Neville, Johnsen, Stam, Irwin; Beckham, Keane, Scholes, Giggs; Cole en Yorke. Met als wissels P. Neville, Blomqvist, Butt, Solskjaer en Sheringham.
Die finale, het lijkt soms eeuwen geleden. De meeste spelers van toen zijn inmiddels gestopt, na nog een meer of minder succesvolle voortzetting van hun carrière elders. United is in de grijpgrage handen van de Glazers gekomen, de gewonnen Europese finale van 2008 had bij lange na niet de impact van die bizarre eindstrijd van 1999, anonieme spelers zijn gekomen en gegaan. Alleen Ferguson zit er nog altijd - de kauwgomvoorraad is oneindig - én dus Scholes en Giggs.
Het laatste nummer van VI bevat een mooi verhaal over leven en werken van Giggs, de bescheiden Welshman die ontroert, emotioneert, simpelweg door er te zijn, door er nog altijd te zijn. Alles uit je kindertijd en uit je jeugdjaren verdwijnt, gaat verloren, blijft achter. Het is alsof Giggs een gaatje in de tijd heeft gevonden waar hij heel geniepig doorheen is geglipt: hij behoort tot een voorbije tijd, maar toch is hij er nog steeds. Een anachronisme, maar wel een heel mooi anachronisme. Nostalgie tastbaar gemaakt. Ik kom er maar ronduit voor uit: een brok in de keel krijg ik er van, steeds weer.
Wat me echter het meest trof was een foto die was afgedrukt bij het artikel:
Het eerste deel van het bijschrift luidt: 'In 1992 als winnaar van de Youth FA Cup.' We zien de coach, Eric Harrison, met zeven jonge gastjes op een rij poserend. Met een mengeling van ongemak en zelfvertrouwen kijken ze in de lens. Ik ga de rij af. Giggs, Nicky Butt, David Beckham. De gouden jeugd. Gary en Phil Neville, Scholes. Alle bekende gezichten, op deze afbeelding pas aan de vooravond van hun zegetocht. Maar de laatste in de rij herken ik niet. Wie is toch die even ondeugend als bleu achter Scholes uit loerende jongen? Het bijschrift geeft 'Terry Cooke'. De naam doet geen enkel belletje rinkelen.
Terry Cooke blijkt de trieste verliezer van het verhaal te zijn. Als zijn teammaatjes een voor een doorbreken in United 1 lijkt het voor hem ook nog slechts een kwestie van tijd. De rechtermiddenvelder ziet echter op zijn positie Beckham wekelijks schitteren. Cooke wordt verhuurd aan Sunderland en Birmingham en na weer een seizoen zonder speeltijd ook aan Wrexham en zelfs Manchester City. Die laatste stap is symbolisch: de poorten van Old Trafford sluiten zich definitief achter Cooke, die in vaste dienst van het dan op een lager niveau acterende City treedt. Ook daar weet hij echter geen doorbraak te forceren en Cooke wordt achtereenvolgens aan Wigan, Sheffield Wednesday en Grimsby verhuurd. City promoveert in 2002 naar de Premier League, Cooke blijft achter. Hij belandt uiteindelijk in Amerika, Australië en zelfs Azerbeidzjan, waar zijn anonieme carrière vorig jaar tot een roemloos einde is gekomen.
Zo ging aan Terry Cooke de glorie voorbij. Die ene foto is feitelijk het enige wat hem nog bindt aan die gouden generatie. En tegelijkertijd zal hij voor altijd die ene jongen op de foto zijn die het níet heeft gered. Butt en Phil Neville werden weliswaar nooit écht vaste waardes, maar zij speelden ieder wel honderden wedstrijden voor Man Utd. Beckham werd meer dan een topvoetballer, hij werd een internationaal icoon. Gary Neville beëindigde vorig jaar zijn loopbaan na 602 officiële wedstrijden voor United, Scholes had er 676 op zijn naam staan.
De teller staat bij Giggs inmiddels op 894. Ongekend. In een tijd waarin spelers van club wisselen dat het een aard heeft, waarin steenrijke tycoons massaal clubs overnemen, waarin de VI zijn toevlucht neemt tot astrologie om Louis van Gaal zwart te maken, in zo'n wispelturige en chaotische tijd is de aanwezigheid van Ryan Giggs een verademing.
Zijn contract loopt eind dit seizoen af. Giggs heeft de club laten weten graag nog een seizoen bij te tekenen.
zaterdag 7 januari 2012
Zeven dagen lang (93)
1 t/m 7 januari
ZONDAG Nieuwjaar
In Nieuw-Zeeland is de nieuwjaarsviering afgelast in verband met storm.
Een geniaal idee eigenlijk om de apocalyps van 2012 af te wenden: het gewoon geen 2012 laten worden.
MAANDAG Hoe? Zo!
In 2012 is het alweer tien jaar geleden dat Feyenoord de UEFA Cup won. Het begon allemaal met die fabelachtige goal van Van Hooijdonk uit tegen SC Freiburg, met het epische commentaar van Zevert ten Napel: 'Ik zou niet wéten hoe Van Hooijdonk de bal vanaf deze plek langs die grote lange doelman Golz zou moeten krijgen.'
Zo dus.
DINSDAG Het kan
Niet alleen Wesley van W. maar ook de winnaars van Holland's Got Talent en The Voice of Holland komen uit Almere, waarmee de ongeëvenaarde treurigheid van deze stad toch wel afdoende aangetoond is.
WOENSDAG Echt waar
De twee grootste tegenstrevers van Johan Cruijff zijn Steven ten Have en Marc-Marie Huijbregts.
Respectievelijk voor de macht over Ajax en de titel van meest geïmiteerde Nederlander.
DONDERDAG Linktip
Roger McGuinn (The Byrds) heeft een website waarop hij elke eerste van de maand gratis een door hem opnieuw opgenomen traditionele folk song aanbiedt, inclusief lyrics en wat informatie: Folk Den. Schitterend initiatief.
VRIJDAG Boerka
'He watches three figures in black burkhas emerge from a taxi [...] He can't help his distaste, it's visceral. How dismal, that anyone should be obliged to walk around so entirely obliterated. At least these ladies don't have the leather beaks. They really turn his stomach. And what would the relativists say [...]? That it's sacred, traditional, a stand against the fripperies of Western consumerism? But the men, the husbands [...] wear suits, or trainers and tracksuits, or baggy shorts and Rolexes, and are entirely charming and worldly and thoroughly educated in both traditions. Would they care to carry the folkloric torch, and stumble about in the dark at midday?'
(Ian McEwan, Saturday, 2005, p. 123-124)
ZATERDAG Dilemma
Word je het ganse jaar overspoeld met zeer matig cabaret op tv, gaan ze op de eerste zaterdag van het nieuwe jaar Herman Finkers en Hans Teeuwen tegenover elkaar programmeren.
Dat is als kiezen tussen je kinderen, dat is niet te doen.
Ik heb maar een dvd opgezet.
ZONDAG Nieuwjaar
In Nieuw-Zeeland is de nieuwjaarsviering afgelast in verband met storm.
Een geniaal idee eigenlijk om de apocalyps van 2012 af te wenden: het gewoon geen 2012 laten worden.
MAANDAG Hoe? Zo!
In 2012 is het alweer tien jaar geleden dat Feyenoord de UEFA Cup won. Het begon allemaal met die fabelachtige goal van Van Hooijdonk uit tegen SC Freiburg, met het epische commentaar van Zevert ten Napel: 'Ik zou niet wéten hoe Van Hooijdonk de bal vanaf deze plek langs die grote lange doelman Golz zou moeten krijgen.'
Zo dus.
DINSDAG Het kan
Niet alleen Wesley van W. maar ook de winnaars van Holland's Got Talent en The Voice of Holland komen uit Almere, waarmee de ongeëvenaarde treurigheid van deze stad toch wel afdoende aangetoond is.
WOENSDAG Echt waar
De twee grootste tegenstrevers van Johan Cruijff zijn Steven ten Have en Marc-Marie Huijbregts.
Respectievelijk voor de macht over Ajax en de titel van meest geïmiteerde Nederlander.
DONDERDAG Linktip
Roger McGuinn (The Byrds) heeft een website waarop hij elke eerste van de maand gratis een door hem opnieuw opgenomen traditionele folk song aanbiedt, inclusief lyrics en wat informatie: Folk Den. Schitterend initiatief.
VRIJDAG Boerka
'He watches three figures in black burkhas emerge from a taxi [...] He can't help his distaste, it's visceral. How dismal, that anyone should be obliged to walk around so entirely obliterated. At least these ladies don't have the leather beaks. They really turn his stomach. And what would the relativists say [...]? That it's sacred, traditional, a stand against the fripperies of Western consumerism? But the men, the husbands [...] wear suits, or trainers and tracksuits, or baggy shorts and Rolexes, and are entirely charming and worldly and thoroughly educated in both traditions. Would they care to carry the folkloric torch, and stumble about in the dark at midday?'
(Ian McEwan, Saturday, 2005, p. 123-124)
ZATERDAG Dilemma
Word je het ganse jaar overspoeld met zeer matig cabaret op tv, gaan ze op de eerste zaterdag van het nieuwe jaar Herman Finkers en Hans Teeuwen tegenover elkaar programmeren.
Dat is als kiezen tussen je kinderen, dat is niet te doen.
Ik heb maar een dvd opgezet.
donderdag 5 januari 2012
Erbarmen met Freek de Jonge
Op nieuwjaarsdag zag ik Lone Wolf van Freek de Jonge. Nauwkeuriger: in de nacht van een op twee januari keek ik naar Freek. Van tien voor twaalf tot tien over een. Daarna heb ik tweeënhalf uur gehuild.
Na de fiasco's met Jan-gaap van der Wal (2009) en Erik - 'Als het CDA-congres het feest van de democratie was, dan is Auschwitz het feest van het openbaar vervoer' - van Muiswinkel (2010) had de publieke omroep voor de oud-en-nieuw-conferences dit keer de veteranen Youp van 't Hek en Freek de Jonge maar weer opgetrommeld.
Youp heb ik niet gezien - een kakker die kankert op kakkers, ik ken het trucje inmiddels wel. Wel zag ik - net voor Freek begon - Beau van Erven Dorens. De beroepsloser van de Nederlandse televisie mocht in de voetsporen treden van Guido Weijers, die na vijf succesvolle oudejaars bij de commerciëlen is overgestapt naar de publieken. Beau deed het niet onaardig. Je verwacht er niet veel van - helemaal niks eigenlijk - en dan zijn die onbeholpenheid en zwakke timing op zichzelf al vrij grappig.
Toen kwam Freek. Gedurende de uitzending groeide de nood iets te doen, in te grijpen, iets of iemand te bellen, maar ik besefte op tijd dat het geen live-televisie was. Ik moest Freek helpen, vond ik. Hij stond daar maar. En niemand deed iets.
Het was niet eens zozeer dat hij niet grappig was. Hij was misschien inderdáád niet grappig, maar dat viel niet goed uit te maken: hij riep de hele tijd van alles, maar wát precies, dat was niet duidelijk. Hij murmelde, mompelde, pruttelde, prevelde. En alles in halve zinnen. Het waren wel hele zinnen, maar ze bestonden uit twee helften die niet bij elkaar hoorden.
Drie keer werd er voorzichtig gelachen in de zaal. Eén keer probeerden vier mensen tevergeefs een applaus op te starten. Freek benadrukte vervolgens om de vijf minuten dat zijn voorstelling vooral niet om te lachen was. De mensen moeten na het applausincident doodsbang op hun stoel hebben gezeten, de klappers in stilte vervloekend.
Een paar jaar geleden had Freek bij DWDD, met tegenover zich Marc-Marie Huijbregts, immers al uiteengezet: 'Ik wil niet dat mensen die naar shows gaan van bijvoorbeeld Marc-Marie Huijbregts bij mij in de zaal zitten. Dat publiek hoort niet thuis bij mij, die snappen het toch niet. Wie komt om te lachen gaat maar ergens anders heen.'
Toen hadden we de signalen al moeten opvangen. Hadden de alarmbellen moeten gaan rinkelen. Hadden we de symptomen moeten herkennen. De bevoegde instanties moeten inschakelen. Freek de Jonge tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.
Freek de Jonge wordt vaak een 'dominee' genoemd. Was het maar waar. Een dominee die benadrukt dat men hetgeen hij preekt niet moet geloven, dat zou een zegen zijn voor de wereld. Maar een cabaretier die meent dat wat hij te berde brengt niet meer om te lachen is, dat is nog slechts deerniswekkend.
Na de fiasco's met Jan-gaap van der Wal (2009) en Erik - 'Als het CDA-congres het feest van de democratie was, dan is Auschwitz het feest van het openbaar vervoer' - van Muiswinkel (2010) had de publieke omroep voor de oud-en-nieuw-conferences dit keer de veteranen Youp van 't Hek en Freek de Jonge maar weer opgetrommeld.
Youp heb ik niet gezien - een kakker die kankert op kakkers, ik ken het trucje inmiddels wel. Wel zag ik - net voor Freek begon - Beau van Erven Dorens. De beroepsloser van de Nederlandse televisie mocht in de voetsporen treden van Guido Weijers, die na vijf succesvolle oudejaars bij de commerciëlen is overgestapt naar de publieken. Beau deed het niet onaardig. Je verwacht er niet veel van - helemaal niks eigenlijk - en dan zijn die onbeholpenheid en zwakke timing op zichzelf al vrij grappig.
Toen kwam Freek. Gedurende de uitzending groeide de nood iets te doen, in te grijpen, iets of iemand te bellen, maar ik besefte op tijd dat het geen live-televisie was. Ik moest Freek helpen, vond ik. Hij stond daar maar. En niemand deed iets.
Het was niet eens zozeer dat hij niet grappig was. Hij was misschien inderdáád niet grappig, maar dat viel niet goed uit te maken: hij riep de hele tijd van alles, maar wát precies, dat was niet duidelijk. Hij murmelde, mompelde, pruttelde, prevelde. En alles in halve zinnen. Het waren wel hele zinnen, maar ze bestonden uit twee helften die niet bij elkaar hoorden.
Drie keer werd er voorzichtig gelachen in de zaal. Eén keer probeerden vier mensen tevergeefs een applaus op te starten. Freek benadrukte vervolgens om de vijf minuten dat zijn voorstelling vooral niet om te lachen was. De mensen moeten na het applausincident doodsbang op hun stoel hebben gezeten, de klappers in stilte vervloekend.
Een paar jaar geleden had Freek bij DWDD, met tegenover zich Marc-Marie Huijbregts, immers al uiteengezet: 'Ik wil niet dat mensen die naar shows gaan van bijvoorbeeld Marc-Marie Huijbregts bij mij in de zaal zitten. Dat publiek hoort niet thuis bij mij, die snappen het toch niet. Wie komt om te lachen gaat maar ergens anders heen.'
Toen hadden we de signalen al moeten opvangen. Hadden de alarmbellen moeten gaan rinkelen. Hadden we de symptomen moeten herkennen. De bevoegde instanties moeten inschakelen. Freek de Jonge tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.
Freek de Jonge wordt vaak een 'dominee' genoemd. Was het maar waar. Een dominee die benadrukt dat men hetgeen hij preekt niet moet geloven, dat zou een zegen zijn voor de wereld. Maar een cabaretier die meent dat wat hij te berde brengt niet meer om te lachen is, dat is nog slechts deerniswekkend.
dinsdag 3 januari 2012
13 voorspellingen voor '12
Het bleek niet tegen te houden, er is niets meer aan te veranderen: het is 2012. Naar verluidt het jaar van de ondergang, maar wel pas op 21 december. Voordeel is dat we nog bijna een heel jaar te gaan hebben, nadeel dat we De avonden net niet meer kunnen lezen.
Om 2012 in te luiden zijn hier mijn voorspellingen voor dit jaar:
1.Als in januari de EU de volgende eurotop houdt zullen commentatoren melden dat dit de cruciale top is, waarna er weer geen knopen doorgehakt zullen worden.
2.Als in februari de temperatuur tot net onder het vriespunt daalt zoemt wijd en zijd het woord 'elfstedentocht' rond.
3.Als in maart - of welke maand dan ook - het OM foto's verspreidt om boeven te vangen zal Inez Wesky bij Pauw & Witteman komen vertellen dat de privacy van burgers in het geding is.
4.Als in april de Koninklijke familie Rhenen en Veenendaal bezoekt zullen de kosten van de monarchie voor veel verontwaardiging zorgen.
5.Als in mei de Nederlandse afvaardiging op het Eurovisie Songfestival jammerlijk faalt zal menigeen roepen dat we nooit meer moeten meedoen aan dat circus.
6.Als in juni het EK in Polen en Oekraïne van start gaat zal er kritiek zijn op de wedstrijdbal van Adidas.
7.Als in juli de Tour de France bezig is zal men klagen over de mentale weerbaarheid van de Nederlandse wielrenners.
8.Als in augustus de Olympische Spelen in Londen aanvangen zullen de torenhoge veiligheidskosten de tongen losmaken.
9.Als in september na Prinsjesdag de Algemene Beschouwingen plaatsvinden zal de regering de plannen bejubelen, zullen de oppositiepartijen hevige kritiek spuien, zullen de coalitiefracties een zuinig puntje van kritiek opnemen in hun reactie van algemene instemming en tevredenheid en zullen de journaals openen met een uitspraak van Geert Wilders.
10.Als in oktober de Amerikaanse presidentsverkiezingen hun climax naderen zal FOX de republikeinse tegenstrever van Barack Obama steunen door Obama zwart(er) te maken.
11.Als in november Sinterklaas zijn intocht beleeft gaan er stemmen op dat Zwarte Piet een racistisch fenomeen is.
12.Als in december oudjaar nadert pleiten enkele politici, oogartsen en rancuneuzen voor een landelijk vuurwerkverbod.
13.Ik zal me in 2012 soms goed voelen, soms niet zo goed en soms een beetje ertussenin.
Om 2012 in te luiden zijn hier mijn voorspellingen voor dit jaar:
1.Als in januari de EU de volgende eurotop houdt zullen commentatoren melden dat dit de cruciale top is, waarna er weer geen knopen doorgehakt zullen worden.
2.Als in februari de temperatuur tot net onder het vriespunt daalt zoemt wijd en zijd het woord 'elfstedentocht' rond.
3.Als in maart - of welke maand dan ook - het OM foto's verspreidt om boeven te vangen zal Inez Wesky bij Pauw & Witteman komen vertellen dat de privacy van burgers in het geding is.
4.Als in april de Koninklijke familie Rhenen en Veenendaal bezoekt zullen de kosten van de monarchie voor veel verontwaardiging zorgen.
5.Als in mei de Nederlandse afvaardiging op het Eurovisie Songfestival jammerlijk faalt zal menigeen roepen dat we nooit meer moeten meedoen aan dat circus.
6.Als in juni het EK in Polen en Oekraïne van start gaat zal er kritiek zijn op de wedstrijdbal van Adidas.
7.Als in juli de Tour de France bezig is zal men klagen over de mentale weerbaarheid van de Nederlandse wielrenners.
8.Als in augustus de Olympische Spelen in Londen aanvangen zullen de torenhoge veiligheidskosten de tongen losmaken.
9.Als in september na Prinsjesdag de Algemene Beschouwingen plaatsvinden zal de regering de plannen bejubelen, zullen de oppositiepartijen hevige kritiek spuien, zullen de coalitiefracties een zuinig puntje van kritiek opnemen in hun reactie van algemene instemming en tevredenheid en zullen de journaals openen met een uitspraak van Geert Wilders.
10.Als in oktober de Amerikaanse presidentsverkiezingen hun climax naderen zal FOX de republikeinse tegenstrever van Barack Obama steunen door Obama zwart(er) te maken.
11.Als in november Sinterklaas zijn intocht beleeft gaan er stemmen op dat Zwarte Piet een racistisch fenomeen is.
12.Als in december oudjaar nadert pleiten enkele politici, oogartsen en rancuneuzen voor een landelijk vuurwerkverbod.
13.Ik zal me in 2012 soms goed voelen, soms niet zo goed en soms een beetje ertussenin.
Abonneren op:
Posts (Atom)