Ik ben vrijgezel. Dat heeft voordelen en nadelen. Een groot voordeel is bijvoorbeeld dat ik nog nooit verplicht naar The Voice of Holland heb moeten kijken.
I
The Voice of Holland is een immens populair televisieprogramma. Naar de finale van de tweede editie keken maar liefst 3,6 miljoen mensen. Tegelijkertijd wordt er vanuit bepaalde kringen met enig dédain op neergekeken. Media die vooral hoogopgeleide 40-plussers (de Volkskrant [1]) en hoogopgeleide twintigers en dertigers (GeenStijl [2] [3]) bedienen, bepleiten hartstochtelijk dat het programma plat vermaak voor een hersenloze massa is, 'bedrog, hysterie en volksverlakkerij', afgevuurd op 'dociele ikeabankzombies met een miserabel leventje'.
Hoe behartigenswaardig zulke tirades ook zijn, ze zijn uiteindelijk toch niet meer dan vermakelijke preken voor de eigen parochie. Weinig Volkskrant- en GeenStijl-lezers kijken immers naar The Voice, en Voice-kijkers lezen weinig GeenStijl en nog minder Volkskrant.
Zelf ben ik best een fanatieke culturele omnivoor. Ik schep er zelfs weleens behagen in om op zaterdagmiddag tijdens het uitladen van de boodschappentas de sterren.nl top 20 aan te zetten. Bovenal probeer ik ver te blijven van dédain tegenover de zogenaamde 'lage cultuur'. Omdat het nogal makkelijk en zelfs laf is om met je hoge opleiding af te geven op de minder bedeelden. Dat ook die houding weer een elitair laagje heeft neem ik voor lief.
Maar dan nog dringt de overtuiging zich steeds weer op: naar The Voice of Holland kijken, dat doe je niet.
Er zijn genoeg redenen te bedenken. Ik walg van de muziekterrorist Marco Borsato, een schandalig wanproduct van de meest kwaadaardige commercie. Honderd procent dikke nep. Borsato geeft ook perfect het verschil met de levensliedartiesten uit de sterren.nl top 20 weer, bedenk ik nu: die zijn ten minste nog authentiek en bovenal pretentieloos. Maar die hele entourage van The Voice, Borsato voorop, druipt van de pretentie, alsof het echt ergens om gaat, alsof het om kwaliteit draait, alsof het serieuze competitie is. Dat eindeloze gegil vanaf de tribunes, de sms-dwingelandij, die hypocriete vriendschappelijkheid tussen kandidaten onderling, de schaamteloze emoporno, het is allemaal even ergerniswekkend.
II
Maar ik wil mijn antipathieën eens aan de kant schuiven en objectief de vraag stellen: waarom is dit programma zo populair? Ik geloof namelijk niet dat er onder die 3,6 miljoen mensen niemand is die niet door het flinterdunne laagje entertainment heen prikt. Een groot deel heeft heus wel in de gaten naar een toneelstukje te kijken. En toch kijken ze maar al te graag en dompelen ze zich er zelfs in onder. Die tegenstrijdigheid fascineert me. Wat drijft mensen die kunnen nadenken toch te kijken naar een vulgair programma?
Zo heb ik vrienden - hoogopgeleid - die naar The Voice kijken. Mijn vermoeden was dat ze dat doen omdat hun partners ernaar kijken - omwille van de lieve vrede -, maar als ik dat vermoeden uitspreek zeggen ze dat ze ook kijken als ze alleen zijn. Dat zeggen ze nu omdat die vrouwtjes erbij zijn, denk ik dan, maar ze zeggen het ook tegen me als die er niet bij zijn.
Psycholoog Dr. Steven Reiss heeft onderzoek gedaan naar kijkers van reality-programma's. Hij vond dat met name personen die belang hechten aan status en die veel bezig zijn met welke indruk ze maken op anderen graag naar reality-tv kijken. 'Wie goed scoort in een realityprogramma, krijgt voor het oog van duizenden mensen een hogere status.' [4] Zulk onderzoek wijst echter alleen op bepaalde menselijke karaktertrekken die overheersen binnen een bepaalde populatie. Bovendien zul je met een vergrootglas moeten zoeken naar mensen die niet bezig zijn met hoe ze op andere mensen overkomen. Mij interesseert vooral de vraag waarom The Voice juist nu, anno 2012, zo ongemeen populair is. Welk aspect van het programma appelleert zo aan bewust of onbewust gevoelde verlangens, noden, preoccupaties, etc. van de huidige tijd?
III
Voor een inspirerende blik op de tijdgeest kom je al snel bij Bas Heijne uit. In Moeten wij van elkaar houden? (2011) laat Heijne zijn licht schijnen over de opmars van het populisme in alle lagen van de maatschappij. Zijn analyse richt zich begrijpelijkerwijs vooral op de politieke verschijningsvorm ervan, maar een duiding van de actuele menselijke conditie vormt de opmaat. De populariteit van The Voice verklaren in het licht van die duiding werkt mogelijk verhelderend.
De democratisering van het bestaan sinds de Verlichting heeft tot twee parallelle ontwikkelingen geleid: enerzijds een almaar toenemende individualisering: iedereen is uniek. Het gaat er niet meer om wat je voor de wereld kunt betekenen maar wat jij met de wereld kunt: jezelf ontplooien, je ding doen. En anderzijds, als tegenreactie, een behoefte aan nieuwe gemeenschapszin. Nieuwe gezamenlijke fascinaties, gedeelde verhalen, hypes, gektes en rages. Commercialisering is het corrigerende antwoord op de voortschrijdende individualisering gebleken. Zoals Carel Peeters in Genieten voor miljoenen (2010), in reactie op Carry van Bruggens 'Zijn is ánders zijn' schrijft: 'Zijn is nu veeleer hetzelfde zijn.'
Er heeft een culturele verschuiving plaatsgevonden van de wereld als objectieve werkelijkheid naar de wereld als belevingswereld. Heijne: 'De werkelijkheid zoals die wordt beleefd heeft het streven naar de waarheid ongeldig verklaard, omdat de noodzaak aan een objectieve werkelijkheid buiten onszelf niet langer wordt gevoeld.' We hebben genoeg aan onze beleving van de werkelijkheid. Dat The Voice zorgvuldig gescript wordt, dat er bij lange na geen sprake is van een vrije competitie, dat je als kijker dus opzichtig bedot wordt, het wordt gemakkelijker geaccepteerd met een beroep op die beleving: hoe het werkelijk zit komen we toch nooit te weten, als we maar kunnen genieten van wat we voorgeschoteld krijgen.
Ook de beruchte 'dood van de auteur' is volgens Heijne een aanjager geweest van die tendens: 'Originaliteit, individuele scheppingskracht, de cultus van het genie, das war einmal.' Een typering die woord voor woord van toepassing is op The Voice. De eenvormigheid viert hoogtij, alles wordt ingepast binnen het geijkte stramien, een parade van op imitatie in plaats van inspiratie gebaseerde covers, 'de zoveelste tuthola die meent "Samsung Laik Joe" van 3FM-diva Adele te moeten nadoen'. (GeenStijl)
Maar, zo merkt Heijne terecht op, de scheppende kunstenaar is niet simpelweg uitgestorven, hij is alleen vervangen door een nieuwe categorie: de celebrity. Borsato is de exponent van dit alles: een zeer matige zanger wiens hele oeuvre door een ander is geschreven, die steeds weer gekoppeld wordt aan de nieuwste hype om hem levensvatbaar te houden. Iemand die volledig parasiteert op een zorgvuldig opgebouwd en gecultiveerd image. Een merk. Deelnemers aan een show als The Voice hopen allen een nieuwe Borsato te worden. Ze zijn maar wat graag bereid hun individualiteit op te geven, zich te voegen naar de wetten van het celebrity-schap. Niet omdat ze daar bewust voor kiezen, maar omdat ze niet anders kennen, niet beter weten dan dat het zo werkt.
In deze dynamiek moet het antwoord worden gezocht op de vraag waarom alleszins redelijke wezens vol overgave naar The Voice of Holland kijken. Men weet dat het programma een commercieel product is, en dus gemaakt met als doel er zoveel mogelijk geld mee te verdienen; dat de claim dat het om talent, om de muziek gaat onderdeel van het spel is, van de fictie. Maar juist in die wetenschap ligt de rechtvaardiging: bedot worden is minder erg als je weet dat je bedot wordt. Het is een stilzwijgende overeenkomst tussen maker en kijker. Een transactie, een ruilhandel: jij, de maker, mag aan mij verdienen als je er maar voor zorgt dat alles uit de kast wordt gehaald om mij, de kijker, spectaculair te vermaken.
Alles staat uiteindelijk in dienst van de kortstondige beleving. De vorm is de inhoud geworden. Daarom verdwijnen al die deelnemers aan zulke talentenjachten alweer snel in de vergetelheid. Ze bouwen geen fanbase op, zoals normaliter wel gebeurt met nieuwe artiesten. Ze worden geen zelfstandige artiesten, het blijven Voice-personages. Handelswaar voor de makers, wegwerpvermaak voor de kijkers. Met wederzijdse instemming.
1 opmerking:
Heel interessante benadering. Sterke analyse. Persoonlijk vind ik het overigens een rotprogramma. Met name de massa-hysterie en het eindeloos rekken van de tijd irriteren me. Best jammer, sommigen kunnen inderdaad heel aardig zingen.
Een reactie posten