'Zijn we in oorlog?' lijkt dezer dagen de hamvraag;
de Volkskrant wijdt er zelfs een aparte
website aan. Maarten van Rossem vond alvast van niet. In
Pauw zei de historicus vorige week dat we pas van 'oorlog' mogen spreken wanneer net als in '40-'45 de voedseldistributie wordt ingevoerd. Hij leek het te menen.
Montasser Alde'emeh, terrorisme-expert en inwoner van 'afvoerputje' Molenbeek, reageerde ad rem op Van Rossem met de tegenwerping dat oorlogen van aard en aanzien veranderen. Vorig jaar september was het paus Franciscus die zei dat er momenteel een Derde Wereldoorlog gaande is, een die 'in hoofdstukjes' wordt uitgevochten en in vrijwel niets lijkt op de twee wereldoorlogen van de twintigste eeuw. Na de terreur in Parijs reageerde de Heilige Vader desgevraagd: 'Dit is zo'n stukje.'
Hadden we met een traditionele oorlog tussen soevereine staten te maken, dan zou Frankrijk immers België hebben moeten aanvallen, want daar kwamen de meeste terroristen vandaan. Dat wordt door niemand serieus overwogen, al was er wel een Franse columnist die Hollande opriep niet Raqqa maar Molenbeek te bombarderen.
Dat we 'in oorlog zijn' met IS is evident, maar een relevantere vraag is: 'Waar zijn we in oorlog?' In Irak en Syrië uiteraard, maar niet uitsluitend daar. De aard van het terrorisme en het gegeven dat strijders doodeenvoudig onder ons kunnen zijn door het onvermogen van de EU de buitengrenzen te bewaken én omdat ze vaak home grown zijn, impliceert dat sommige hoofdstukjes zich ook hier kunnen en zullen afspelen.
Parijs was al zo'n akelig chapiter, in Hannover was het kantje boord, en Brussel was dagenlang een bezette stad. Zoiets is ook voor een deel een gevoelskwestie. Men denkt bij 'oorlog' allicht aan permanente gevechtshandelingen, maar een oorlog bestaat voor het grootste deel uit onzekerheid over, vrezen voor, wachten op zulke handelingen. En dat was en is onmiskenbaar het geval.
Om de vraag nog verder toe te spitsen: wie zijn die 'we' in dit geval? Hoort Nederland er ook bij, ook al ontspringt ons land tot op heden de dans en lijkt de dreiging hier minder acuut en ernstig dan in ons omringende landen? Dat laatste kan overigens maar schijn zijn, en als het al waar is dan kan het razendsnel omslaan. Vriend en vijand zijn het er inmiddels over eens dat IS moet worden weggevaagd. Buma (CDA) vindt dat ook Nederland grondtroepen naar Irak en Syrië moet sturen. Om meerdere redenen is dat een precaire kwestie.
Ten eerste is er de vrees dat een actievere deelname van Nederland aan de oorlog tegen IS de kans op aanslagen alhier verhoogt. Ten tweede zou je de paradoxale situatie krijgen dat 'onze jongens en meisjes' daar landen aan het bevrijden zijn terwijl hier de asielzoekerscentra vol zitten met jonge, gezonde, uit die landen gevluchte mannen. Ten derde is er de cruciale kwestie of een grondoorlog effectief genoeg is en op de lange termijn geen averechts effect heeft. Een vergelijking met de situatie na nine eleven dringt zich op.
Dat Frankrijk en Rusland nu de handen ineenslaan om IS aan te pakken is, gezien wat er in Parijs en in de Sinaï is gebeurd, het minste wat ze kunnen doen. Sywert van Lienden kreeg de twitterinquisitie achter zich aan toen hij zijn steun uitsprak voor de Franse bombardementen op Raqqa. Wraak, daar doen wij geciviliseerden toch niet aan, meenden de inquisiteurs. Wraak en vergelding zijn echter verschillende zaken, zoals Sywert terecht aangaf.
Toen de Amerikanen in oktober 2001 Afghanistan binnenvielen, schreef de eerbiedwaardige mr. J.L. Heldring al in NRC Handelsblad: 'de aanvallen op Afghaans grondgebied waren onvermijdelijk en zijn gerechtvaardigd. Gerechtvaardigd niet als wraakoefening, maar als vergelding. Zoals in een rechtsstaat elke misdaad door straf vergolden wordt, zo konden de aanslagen van 11 september op New York en Washington niet ongestraft blijven.'
Relevanter is de kwestie hoe IS op termijn effectief en definitief te elimineren en tegelijkertijd te verhinderen dat op de puinhopen een nog veel monsterlijker groepering wortel schiet, zoals IS zelf ook is ontstaan. Heldring vervolgde destijds: 'Deze prealabele vaststelling maakt evenwel geen einde aan de twijfel die overblijft en die uitgesproken mag worden. De aanvallen die vorige zondag begonnen, mogen onvermijdelijk en gerechtvaardigd zijn, zijn zij ook een doeltreffend antwoord op het verschijnsel terrorisme? Is dit niet een hydra, waaraan, bij elke kop die haar afgeslagen wordt, twee nieuwe koppen ontspruiten?'
Heldrings vrees zou bewaarheid worden, echter niet in Afghanistan maar in Irak. Van Rossem schreef afgelopen week de opkomst van IS uiteraard geheel en al op het conto van de Amerikanen. Nu zal niemand ontkennen dat Bush en de zijnen een chaos hebben achtergelaten in Irak na hun op leugens gebaseerde invasie. Maar voor Van Rossem is dat altijd begin en eind van het verhaal. In het geval van Syrië zou men met evenveel recht het tegenovergestelde staande kunnen houden: daar heeft IS kunnen oprukken juist door het achterwege blijven van een interventie.
Obama's beruchte red line - bij een aanval met chemische wapens zou Amerika interveniëren - werd in 2013 door Assad overschreden toen hij gifgas inzette in Damascus. Maar Obama deed niets. Hans-Jaap Melissen schrijft in IS - Tot alles in staat dat Amerikaans ingrijpen de toen lopende onderhandelingen met Iran - bondgenoot van Assad - over het nucleaire programma van dat land zou hebben gefrustreerd. Veel Syriërs waren zo teleurgesteld in Obama dat ze hun lot in handen van het gretig toehappende IS legden. Melissen is ook pessimistisch over de stabiliteit van de regio ná een eventuele nederlaag van IS: 'Dan is er nog steeds een gevaar dat soennitische en sjiitische milities elkaar blijven bevechten. Of dat sjiieten tegen sjiieten vechten en soennieten tegen soennieten.'
Hoe stabiel is het Westen eigenlijk? Zijn we wel weerbaar genoeg? De nazi's van de eenentwintigste eeuw verschillen in die zin van de oorspronkelijke nazi's dat ze een zelfmoordcultus belijden. Bas Heijne zei het onlangs nog, zoals Heldring destijds al. Die citeerde toen de Duitse intellectueel Hans Magnus Enzensberger, die erop wees dat in het Westen 'de drang tot zelfbehoud de leidraad van het menselijk leven is', een vlieger die niet opgaat in het geval van de zelfmoordterroristen. Daar zijn we nog altijd niet voldoende van doordrongen.
In het gepalaver over de vraag in hoeverre de terreur inherent is aan de islam bijvoorbeeld, is er altijd wel iemand die naar Anders Breivik verwijst, immers ook een terrorist maar bepaald geen moslim. Het verschil is dat Breivik geen zelfmoord pleegde en zijn gruweldaad in de rechtbank wenste te verdedigen. De jihadisten willen zelf dood, en dan is elk middel geoorloofd.
Cruciaal is het punt waarop de vergelijking met al-Qaida mank gaat: IS is de eerste groepering die actief de vorming van een staat nastreeft en daar bijzonder effectief in is. Loretta Napoleoni hierover in De terugkeer van het Kalifaat: 'Waarin IS de gewapende organisaties uit het verleden overtreft, is militaire bekwaamheid, mediamanipulatie, sociale programma's en bovenal natievorming.' De manier waarop IS van de sociale media gebruik maakt om angst te zaaien, propaganda te verspreiden en fondsen te verwerven is zelfs zonder precedent. Ze hebben Facebook-, YouTube- en Twitterkanalen in vele talen en zelfs een eigen glossy tijdschrift.
Met die combinatie van barbarij en moderniteit weten we ons nauwelijks raad. Ronduit schrijnend was zondag de reactie van burgers op het verzoek van de Belgische autoriteiten om niet over de politieacties te berichten: men ging kattenplaatjes twitteren... Alsof IS met zijn geavanceerde technologie zich daardoor op een dwaalspoor zou laten brengen. Het enige gevolg was dat onze informatievoorziening verstoord raakte. Niettemin was de zelffelicitatie niet van de lucht. Men kan daar luchtig over doen, maar het is ergens ook typerend.
We zijn zo angstig en veel te gauw in paniek, wordt vaak gezegd, en dat is zeker waar. Maar we zijn ook zo ontstellend naïef en moreel verward. Als ooit een Loe de Jong zijn kroniek van de Derde Wereldoorlog schrijft, dan zal dat de thematische cocktail van het 'Voorspel'-deel zijn.