vrijdag 29 april 2016

De LAvA-partij, een rommelende vulkaan

Het was even schrikken toen het nieuws bekend werd, maar dat de dolle dictator Erdogan columniste Ebru Umar in haar vakantiehuis in Kusadasi had laten arresteren mocht nauwelijks een verrassing heten. De Nederlandse van Turkse origine staat bekend om haar kritische columns waarin ze geen blad voor de mond neemt en ook Erdogan niet spaart. Erdogan heeft dankzij de migrantencrisis de volledige EU in zijn achterzak en waant zich onaantastbaar, zeker na de Kotau van Merkel. Klikkende 'Nederturken' deden de rest.
   Schokkend was vooral de tweedeling in de samenleving die zichtbaar werd in de reacties op de arrestatie, en die zich leek te voltrekken langs de scheidslijnen van autochtoon en allochtoon Nederland. Gelukkig lag het in werkelijkheid genuanceerder, maar het kan niemand ontgaan zijn dat wel erg veel Turkse Nederlanders pal stonden voor Erdogan en hun haat jegens Umar niet onder stoelen of banken staken. Vooral jonge Turken, hier geboren nota bene, kraaiden de victorie. Dat is een veel verontrustender fenomeen dan de intimidatiepraktijken van een megalomane tiran.
   In zijn klassieke rede 'Wat is een natie?' (1882) beargumenteerde de Franse filosoof Ernest Renan dat een natie niet gedefinieerd kan worden op basis van ras, taal, religie of geografie. Het is 'de gedeelde wens om samen te leven' van een bevolking die een natiestaat bijeenhoudt. Wanneer nu een belangrijk deel van de inwoners loyaler blijkt aan het land van herkomst dan aan het land waarin ze leven, waar ze geboren en getogen zijn, dan is dat dus potentieel funest voor het bindweefsel van de natiestaat Nederland - bindweefsel dat toch al ernstig wordt aangetast door het federaliseringsfetisjisme van Brussel.
   Daar komt nog bij dat die intens Nederlandvijandige houding intussen ook politieke vertegenwoordiging heeft gekregen. Alle partijen van links tot rechts veroordeelden het Turkse ingrijpen in felle bewoordingen, op twee parlementariërs na: de dissidente ex-PvdA'ers Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk, die de arrestatie van Umar volledig terecht vonden, ze had het immers over zichzelf afgeroepen. Ook klaagden ze dat er voor hen en voor hun achterban gezien de boze reacties blijkbaar geen vrijheid van meningsuiting bestond in dit land - daarmee het fundamentele verschil tussen stevige kritiek op een mening enerzijds en vrijheidsberoving van staatswege om een mening anderzijds missend of schaamteloos negerend. De schandalige oproep van het Turkse consulaat om beledigingen aan het adres van Erdogan te melden deden ze af als een 'mediahype'.
   Eerder deed Öztürk al de wenkbrauwen fronzen toen hij Wilders vergeleek met 'een tumor in je hoofd' en hij het plan om kopstukken uit de islamitische gemeenschap in te zetten om radicaliserende jongeren beter in de gaten te houden als 'stasipraktijken' bestempelde. Kuzu en Öztürk maken sinds hun breuk met de PvdA zoveel mogelijk kabaal met het oog op de verkiezingen van 2017, waaraan ze als de Beweging Denk zullen deelnemen. Denk. Zelden was een naam zo slecht gekozen. De heren denken zelf namelijk niet zo veel na, het zijn filiaalmanagers van de AK-partij, de vuile nagels aan de Lange Arm van Ankara. Dat was een passender naam geweest: de LAvA-partij.
   Denk mikt op het ressentiment van de allochtone Nederlander die gewoontegetrouw PvdA stemt of nooit politiek betrokken is geweest. Dankzij het electorale opportunisme van de sociaaldemocraten zijn Kuzu en Öztürk zelf ooit in de Kamer beland, niet voor niets wordt de voormalige arbeiderspartij vaak gekscherend Partij voor de Allochtonen genoemd. En precies die benaming wordt door Kuzu nu aangegrepen om zich af te zetten tegen zijn vroegere broodheer. Die zou bang zijn om als partij van 'theedrinkers en slapjanussen' te worden weggezet en daarom niet genoeg voor moslims durven opkomen. Zelf kennen ze geen angst om die onvrede als electorale brandstof te misbruiken.
   Maurice de Hond denkt dat Denk bij de volgende verkiezingen best 'een of twee zetels' zou kunnen veroveren. Dat lijkt me nog voorzichtig geschat. Sinds kort heeft immers ook de onvermijdelijke Marokkanenvertegenwoordiger Farid Azarkan zich aangesloten bij de twee Turken. Azarkan, de constant opgefokte uitventer van het allochtone slachtofferschap, de brulboei die aan excuses eisen een dagtaak heeft, en dat steevast met dreinende stemverheffing doet. Wat als Azarkan ook de Marokkaanse gemeenschap meekrijgt?
   Denk is net als de PVV tegelijk product en producent van het wij-zij-denken dat door de elites in Den Haag wordt afgekeurd maar niettemin de wind in de zeilen heeft: 'wij' staat op 40 zetels in de peilingen. Nu hebben 'zij' ook een partij, met als gezegd een enorme en bovendien uitdijende potentiële achterban. Als ze die weten te mobiliseren en in de aanloop naar de verkiezingen hun momentum kunnen vinden, dan kan die LAvA-partij best weleens voor een enorme vulkaanuitbarsting gaan zorgen die het politieke landschap ingrijpend verandert.

zondag 24 april 2016

Zeven dagen lang (281)

18 t/m 24 april

MAANDAG Satire
Waarom staat er boven dit bericht over Abou Jahjah, Anja Meulenbelt en Anton Dautzenberg een foto van Ma Flodder?

DINSDAG Böhmermann
'Ik denk dat veel cabaretiers en vooral linkse cabaretiers niet voldoende inzien dat het uiteindelijk een rel is die zich afspeelt tegen de achtergrond van een culturele strijd.'
'Het zijn bepaalde meningen die iets eerder monddood gemaakt zullen worden, die iets vaker last zullen hebben van dit soort totalitaire neigingen als van Erdogan. Als je in dat "kamp" zit ben je iets meer doordrongen van hoe concreet het probleem is.'
'Iemand als Freek de Jonge ziet het als een filosofische discussie: je hebt twee individuen, de een voelt zich beledigd, dat is hartstikke zielig voor Erdogan, dus dan moet de rechter maar onafhankelijk een oordeel vellen. Maar het ís geen gelijkwaardige rechtszaak, het is een buitenlandse mogendheid die een van onze verouderde wetten misbruikt om een punt te maken, en dat moeten we niet accepteren.'
Diederik Smit spreekt ware woorden aan De tafel van Tijs

WOENSDAG Voorbeeld
Twee fragmenten uit Poubelle van Pieter Waterdrinker:
'Ervoor stond een antieke schrijftafel. Het biljartkrijtblauwe vilt op het werkblad was hier en daar volkomen gaar.' (p. 24)
'Anne Franzovna wees op een bureau, het schrijfblad bespannen met biljartlakengroen vilt'. (p. 96)
Behalve door Tsjechov en W.F. Hermans is de schrijver ook geïnspireerd door Dick Jaspers.

DONDERDAG Muziek
Jan & Kjeld, 'Banjo boy' (1960)

VRIJDAG Abou
'Op het laatste moment liet Abou Jahjah via zijn "secretaresse" (proest) weten dat hij maar liefst 37.9 graden koorts had en verstek moest laten gaan. Van een deep throat in Belgikistan vernam ik dat het Libanese orakel doodsbang was voor Teunke & Tuurke, de gesels van Molenbeek.'
Arthur van Amerongen schittert weer in zijn column in HP/De Tijd

ZATERDAG Goddamn hippies
Op GeenStijl een filmpje met een dilemma: 'Oké, je MOET kiezen. Een zooitje hipsters dat in een (openbare) trein luidkeels Ain't No Sunshine zit te blèren inclusief kampvuur-geklap, òf een mocro die het niet langer pikt en besluit op te treden. Moeilijk moeilijk moeilijk!!!'
Valt wel mee. #TeamMocro hier. Die hippies gedragen zich volgens het principe het is geen stiltecoupé dus dan is alles geoorloofd. 'Je moet niet zo boos doen, je leeft maar één keer!' hoor je zo'n hipstertrutje ook nog zeggen. Ten eerste weet ze dat helemaal niet, en ten tweede is die levenshouding in de praktijk blijkbaar een vrijbrief om geen rekening meer te hoeven houden met andere mensen?

ZONDAG Neveneffect
Ik denk dat Farid Azarkan veel stemmen gaat trekken. Voor de PVV.

woensdag 20 april 2016

Columbine en de tijd

Op 20 april 1999, vandaag alweer 17 jaar geleden, vond in Amerika het beruchte bloedbad op de Columbine High School plaats. Eric Harris (18) en Dylan Klebold (17) schoten op hun middelbare school twaalf medeleerlingen en een docent dood, verwondden er nog eens 24 en pleegden uiteindelijk zelfmoord. Ze hadden hun daad ongeveer een jaar op voorhand al gepland. Eigenlijk had het bloedbad nog vele malen groter moeten zijn; ze wilden de hele school opblazen, maar van de vele bommen die ze hadden gefabriceerd gingen er maar een paar af, met minimaal effect.
   Met Pearl Harbour, de moord op Kennedy en 9/11 behoort 'Columbine' tot de collectieve trauma's van de Verenigde Staten van Amerika - met als grote verschil dat hier twee op het oog doodnormale jongens hun verbijsterende aanslag konden plegen. Goede leerlingen, uit harmonieuze gezinnen, in een slaperig voorstadje van Denver. Het hoe en waarom van deze slachting heeft velen, inclusief schrijver dezes, zelf middelbare scholier toen het gebeurde, dan ook mateloos gefascineerd.
   Columbine is exhaustief en voorbeeldig beschreven door Tim Krabbé, in zijn lijvige studie Wij zijn maar wij zijn niet geschift (2012). Bij verschijning in 2012 leek het het essentiële boek over Columbine, het werd positief gerecenseerd en een vertaling zou een kwestie van tijd zijn. Die vertaling is er echter nooit gekomen, wat hoogst bevreemdend is. Hebben de Amerikanen misschien geen belangstelling voor een boek dat te veel mythes ontrafelt, hele leugens en halve waarheden ontmaskert? Bestsellers over de moorden daar zijn met name boeken van nabestaanden die de tragische dood van hun kind tot een instrument voor evangelische zendingsdrang hebben gemaakt. Dat geeft te denken.
   Vrij van pathetiek en zonder belerend te zijn geeft Krabbé in Wij zijn maar wij zijn niet geschift een reconstructie van de schietpartij en van de jaren voorafgaand aan 20 april 1999. Aan de hand van duizenden pagina's politieverslagen, persoonlijke documenten van de daders en andere bronnen werkt Krabbé omstandig maar nauwgezet toe naar die fatale dag, en toont hij zo wie Eric en Dylan waren, hoe zij leefden, wat zij schreven in hun dagboeken, in schoolwerkstukken en op internet, en hoe er over hen gedacht werd. Hij toont, met nadruk, hij wil niets aantonen - de conclusies laat hij aan de lezer over.
   De bekende 'redenen' en 'oorzaken' worden allemaal onderuitgehaald. Ze zouden gepest zijn. Ze zouden geïnspireerd zijn door gewelddadige videogames. Ze zouden de ochtend voor de moorden eerst nog zijn gaan bowlen. Eric en Dylan wilden naar eigen zeggen wraak nemen op de jocks, de populaire jongens en meisjes van de school die alle aandacht naar zich toe trokken en neerkeken op alternatievelingen zoals zij. Maar dat was het oppervlaktemotief, de haat lag dieper, tegen de 'moraal' van de samenleving, tegen het menselijk bestaan in het algemeen. Veeleer dan games waren lugubere films, met name Natural Born Killers van Stone en Tarantino, hun inspiratiebron; veelvuldig hebben ze het over 'to go NBK'. En ze waren juist níet gaan bowlen, dat fabeltje is de wereld in geholpen door Michael Moores Bowling for Columbine, 'een geestige maar valse film'.
   Na zijn minutieuze, feitelijke en zakelijke reconstructie komt Krabbé toch nog met een interpretatie. Eric was niet, zoals de gangbare visie wil, het meesterbrein dat zijn boezemvriend Dylan in zijn ziekelijke fantasie meesleepte, de twee stuwden elkaar op tot er geen weg terug meer was. Ze waren ieder op hun beurt tot op zekere hoogte gestoord, gefascineerd door pervers geweld, gekweld door gewelddadige fantasieën. Maar pas samen vormden ze een giftige verbinding, een dodelijke combinatie. Eric wilde een massamoord plegen en was bereid daarbij zelf te sterven, Dylan wilde dood en was bereid daarvoor een massamoord te begaan.
   Hoe overtuigend ook, je kunt je toch niet helemaal aan de indruk onttrekken dat Krabbé de literator in zichzelf niet helemaal heeft kunnen neutraliseren. Het romaneske element is onmiskenbaar in zijn interpretatie aanwezig. Het is en blijft dan ook een interpretatie, weliswaar een degelijk onderbouwde en bovendien een aanlokkelijke interpretatie, maar een gebeurtenis als Columbine kan, paradoxaal genoeg, uiteindelijk alleen 'begrepen' worden met verdiscontering van het onbegrijpelijke.
   Eric en Dylan waren raar maar geen psychopaten in de klassieke zin des woords - niet geschift -, in vele opzichten waren ze typische pubers. Emotionele stuiterballen, euforisch het ene moment, diep neerslachtig het volgende, hevig kampend met al die intense en verwarrende emoties - zoals alle pubers. En ze waren gefascineerd door geweld, door de verheerlijking van geweld in de populaire cultuur van hun tijd, ze genoten van dood en verderf in films en games - zoals, laten we eerlijk zijn, velen van ons, de pubers die wij tegelijk met hen waren daar eind jaren negentig. Ze fantaseerden over geweld, over wraak, over moord en zelfmoord - zoals, nog steeds, velen. En goed, ze konden gemakkelijk aan wapens komen daar in de VS. Maar de stap van fantasie naar concrete planning en voorbereiding, en veel meer nog, de stap van een concreet plan naar de daadwerkelijke volvoering ervan, tot de uiterste consequentie, daar raken we ze onherroepelijk kwijt.
   Columbine. Het is alweer zo lang geleden, inmiddels bijna langer dan Eric en Dylan geleefd hebben. Ze wilden een daad plegen die het hele land zou schokken. Tweeënhalf jaar later, op 11 september 2001 - Dylan zou uitgerekend die dag 20 jaar zijn geworden -, boorden zich de vliegtuigen in de Twin Towers en het Pentagon en was niet alleen het land maar de hele wereld in shock, en was er definitief een nieuw tijdperk aangebroken. Ze hebben het nooit geweten. Twee moeilijke jongens, pubers nog, als alle pubers worstelend met hun identiteit, hun omgeving, hun plek in de wereld, de rechtvaardiging van het bestaan. Je ziet ze bezig daar aan het eind van de twintigste eeuw, daar in dat tunneltje in de tijd waar ze nooit uit zijn geraakt - en met hen dertien anderen.

zondag 17 april 2016

Zeven dagen lang (280) - met maar liefst 4 mini-columns!

11 t/m 17 april

MAANDAG Qualis pater talis filius
Viggo Waas bij Pauw met zijn oude vader. Ik natuurlijk razend benieuwd hoe een man die zijn zoon Viggo heeft genoemd zélf heet. Nou:*


DINSDAG Moloch
'In de Sovjet-Unie had je het Gosplan, een commissie in een groot stalinistisch gebouw midden in het centrum van Moskou. Daar zaten ambtenaren de hele dag te plannen hoeveel tractoren er nodig waren in Irkoetsk, hoeveel druiven er geoogst moesten worden in Georgië. Dat is uiteindelijk stukgelopen - de Sovjet-Unie is uiteengevallen en we stonden allemaal te applaudisseren toen dat gebeurde - maar in Brussel laten we een bureaucratische moloch groeien die zich inlaat met de harmonisering van de glastuinbouw en veiliger paperclips.'
Pieter Waterdrinker in een interview met Humo. Leest allen zijn onlangs verschenen Grote Roman Poubelle!

WOENSDAG 150 woorden over de kwestie-Abou Jahjah
In de commotie die is ontstaan over het contracteren van Dyab Abou Jahjah door De Bezige Bij is het meest gehoorde bezwaar van het kamp-Jahjah: de auteurs die nu boos zijn hebben altijd hun mond vol over de vrijheid van meningsuiting maar blijkbaar geldt die niet voor Jahjah. Dat is echt onzin, ze eisen toch geen publicatieverbod, ze overwegen alleen over te stappen naar een andere uitgever omdat ze niet met dit heerschap in één fonds willen worden uitgegeven.
Ze zeggen dus eigenlijk: we gunnen Abou Jahjah zijn vrijheid van meningsuiting, maar dan nemen wij de vrijheid om ons heil ergens anders te zoeken.
Marcel Möring zegt nota bene expliciet in het artikel in De Groene Amsterdammer over deze kwestie dat hij eerst de publicatie van Jahjahs Pleidooi voor radicalisering wil afwachten en daarna een beslissing neemt!
Iemands meningen verafschuwen betekent niet hem het recht ontzeggen die meningen te uiten.

DONDERDAG 150 woorden over de kwestie-Derksen
De uitspraken van Johan Derksen over problemen met Marokkanen bij amateurvoetbalclubs houden de gemoederen nogal bezig. Het typerende is: er wás helemaal geen ophef, totdat de onvermijdelijke Farid Azarkan, permanent verontwaardigde beroepsklager, excuses begon te eisen en zelfs met een rechtszaak dreigde. De teneur was eerder: Derksen is ongenuanceerd als altijd, maar hij zegt niks geks, iedereen die het amateurvoetbal uit eigen ervaring kent weet dat hij slechts een feitelijke constatering doet.
En dan komen de blindemannetjes van de KNVB vertellen dat ze zich absoluut niet herkennen in de woorden van Derksen. Dat is precies het punt dat Derksen, maar ook Özcan Akyol (in een mooie column) en zelfs Lodewijk Asscher willen maken: benoem het probleem nou eens, opdat a) de KNVB er ook zicht op krijgt en b) Wilders dat hele Marokkanenprobleem niet langer kan monopoliseren. Erken het probleem en kom dan met een betere oplossing dan die demagoog.

VRIJDAG 150 woorden over de kwestie-Böhmermann
Zij die Angela Merkel prijzen omdat ze zich gewoon keurig aan de wet zou houden door het oordeel over de strafbaarheid van Jan Böhmermanns sketch aan de rechter over te laten, zien één belangrijk gegeven over het hoofd: het feit dat Merkel eerst toestemming moest geven voor rechtsvervolging geeft al aan dat er onmiskenbaar een politieke component aanwezig is in deze zaak. 
Ze wekt nu de indruk dat zij als bondskanselier geen partij is en dat het een juridische kwestie is, maar die toestemming - 'Ermächtigung', zoals het in het wetsartikel heet -, is juist essentieel, zij gaat aan rechtsvervolging vooraf, vormt er de voorwaarde van, dus ook als Merkel geen toestemming had gegeven, had ze nog steeds binnen de kaders van de rechtsstaat gehandeld. 
Juist nu had Merkel waarlijk leiderschap kunnen en moeten tonen, zich als hoedster van de Europese 'waardengemeenschap' moeten opwerpen. Dit is een compleet verkeerd signaal.

ZATERDAG Nog eens 150 woorden over de kwestie-Böhmermann
Ik lees overal dat Böhmermann de Turkse president Erdogan een geitenneuker geeft genoemd. Dat is een onjuiste en zelfs kwalijke vereenvoudiging. Böhmermann zei expliciet dat hij een voorbeeld ging geven van een gedicht dat in tegenstelling tot het eerdere geruchtmakende liedje ('Erdowie, Erdowo, Erdowann') in Duitsland wél strafbaar is - dat is de cruciale context. 
Stel, ik zeg: 'Je mag Mark Rutte geen "schijnheilige klootzak" noemen.' Heb ik Mark Rutte dan een schijnheilige klootzak genoemd? Daarom is de sketch van Böhmermann politieke satire in de beste traditie: die zoekt altijd naar vormen om de grenzen af te tasten van wat in een vrije samenleving nog moreel toelaatbaar wordt geacht, daar ontleent ze haar bestaansrecht aan.
Böhmermann heeft aangetoond dat de wet die het beledigen van een bevriend staatshoofd strafbaar stelt moreel onhoudbaar is - en Merkel wil er dan ook vanaf. Maar eerst moet de aanbrenger nog worden geslachtofferd. Beangstigend.

ZONDAG There's nothing to be scared of
Deprimerend weekje. En wat een meningen weer. Maar op de zevende dag: hemelse schoonheid! Luister naar 'To Be Scared' van The Rural Alberta Advantage, van het prachtige album Mended with Gold (2014).

* Met dank aan Dennie Oostveen

woensdag 13 april 2016

Als dat geen democratie is

Een van de grootste ergernissen in de discussies omtrent het referendum was de door de media stug volgehouden onzin, gretig uitgebuit door het ja-kamp, dat de initiatiefnemers hadden verklaard dat Oekraïne ze niets kon schelen. Of het kwade trouw was of gewoon die aloude combinatie van stompzinnigheid en luiheid weet ik niet, maar kwalijk en perverterend was het zeker.
   Simplificaties, aannames en regelrechte leugens tierden sowieso welig, in beide kampen, in de aanloop naar 6 april. Het verdrag zou tot een gigantische instroom van Oekraïners leiden (nee-kamp), dit verdrag zou een verdrag zijn zoals de EU ze met tal van landen heeft (ja-kamp), het verdrag zou de opmaat zijn tot een EU-lidmaatschap van Oekraïne (nee-kamp), het verdrag zou géén opmaat zijn tot een EU-lidmaatschap van Oekraïne (ja-kamp).
   Dat laatste twistpunt toonde aan dat er ook nog zoiets is als het onderscheid tussen de letterlijke tekst van een verdrag en de dynamiek waarvan dat verdrag zowel onderdeel als katalysator is. Uiteraard wordt er in het verdrag zelf niets gezegd, laat staan beloofd, over toetreding tot de EU, maar het is ook naïef en zelfs wat vals om te negeren dat dit wel de wens is van de huidige Oekraïense machthebbers en niet in de laatste plaats ook van vele EU-coryfeeën, en dat zo'n verdrag alvast een goede stap in de richting is.
   Ik schreef eerder al dat ik en velen met mij door het referendum nu honderd keer meer te weten zijn gekomen van het akkoord en de (geo)politieke dynamiek eromheen dan zonder het referendum het geval zou zijn geweest. Dat betekent overigens niet dat ik hierdoor eenvoudiger tot een voor- of tegenstem kon besluiten, integendeel. Immers, hoe meer men zich verdiept in een bepaalde zaak, hoe meer men gaat inzien dat de waarheid nooit ondubbelzinnig is, de werkelijkheid nooit eenduidig.
   Het zijn in deze wereld altijd de mensen die het onwankelbaarst van hun gelijk zijn overtuigd die voor de problemen zorgen.
   Ik behoorde bij nader inzien tot wat René Cuperus licht schertsend 'het "ja, mits" en "nee, tenzij"-kamp' noemde. Wierd Duk, uit dezelfde school van onafhankelijke denkers, koos pragmatisch: hij stemde voor, ondanks dat hij het hele verdrag een gedrocht vindt. Maar Oekraïne is nu eenmaal een soevereine natie en heeft deze keuze gemaakt.
   Thierry Baudet gaf donderdagavond in Pauw aan dat er ook een groter verhaal achter de concrete aanleiding een rol speelt. Hij bepleitte meer directe democratie als broodnodige vernieuwing van onze uit de negentiende eeuw stammende representatieve democratie. Tegenwoordig is iedereen geletterd, meer dan de helft van de bevolking is hoogopgeleid, burgers informeren zich via internet en kunnen en willen zich ook veel directer engageren met de politiek. Dat schreeuwt om een modernisering van het democratisch bestel.
   De zondag erna leverde Arend-Jan Boekestijn bij Buitenhof ongewild het bewijs dat Baudet gelijk heeft. De VVD'er etaleerde een bijna laatnegentiende-eeuws dedain voor de burger, een minachting voor het volk die lachwekkend zou zijn als het allemaal niet zo pijnlijk achterhaald was.
   'Het monster van het populisme' had gewonnen, oreerde Boekestijn. 27 landen hadden het verdrag al goedgekeurd en nu kwam Nederland met zijn referendum een stok tussen de spaken steken. Hij vergat voor het gemak dat in geen van die andere 27 landen een plebisciet heeft plaatsgevonden zoals in Nederland. Ik moet nog zien of ons land nog steeds de uitzondering is wanneer dat wel zou gebeuren.
   Boekestijn schreef eerder met Rob de Wijk een smalend opiniestuk waarin hij het referendum reduceerde tot een 'rancunereferendum'. De ironie is dat die rancune zich uiteindelijk misschien wel sterker bij de voorstemmers manifesteerde. Hoevelen hebben niet voor het verdrag gestemd omdat ze een hekel hebben aan GeenStijl, of omdat ze Jan Roos een flapdrol vinden of Thierry Baudet eng?
   De realiteit is dat de traditionele politieke kaste nog altijd geen serieus antwoord heeft op de veranderde maatschappelijke verhoudingen, de mondigheid van de nieuwe middenklasse en het succes van het populistisch discours, en nog altijd in een panische kramp schiet wanneer die drie elementen samenkomen. Democratie en inspraak zijn belangrijk, totdat de uitkomst onwenselijk is, dan zijn ze opeens onverantwoord en 'pre-fascistisch'.
   De politicoloog Willem van Ewijk schreef in de Volkskrant een enthousiasmerend artikel over de impuls die het referendum juist aan het publieke debat heeft gegeven. In de huidige politiek heeft het voortdurende debat, een noodzakelijk ingrediënt van een gezonde democratie, een ondergeschikte rol gekregen: 'In een democratie geldt: eerst debat, dan pas compromis. Nu lijkt het compromis al te worden gesloten voordat er überhaupt verkiezingen of brede debatten zijn gehouden.'
   De initiatiefnemers van het referendum, zelf al een mooie mix van academici, een maatschappelijke denktank en tegendraadse opiniemakers, gingen en gaan onvermoede maar interessante verbonden aan met onconventionele politici en betrokken burgers: 'Het doet denken aan de democratische experimenten met politieke clubs en volksvergaderingen die in de 19de eeuw voor grote veranderingen zorgden.' Zelfs de weg naar het compromis hebben ze al gevonden: 'Rechtse wetenschappers en activistische socialisten slaan aan het polderen, ook dat weten burgers inmiddels zelf te organiseren. Als dat geen democratie is.'
   'Er is niet minder, maar beter populisme nodig,' schreef David van Reybrouck ooit in zijn pamflet Pleidooi voor populisme (2008). Daarin was de vraag leidend of het populisme alleen levensgevaarlijk is of misschien ook vruchtbaar kan zijn voor de democratie. Dat het dat ook kan zijn heeft dit referendum toch wel aangetoond. Er zijn de vervelende kinderziektes en een enkele lelijke misvorming (opkomstdrempel!), maar om dan, zoals Boekestijn, boven de wieg te gaan hangen en van een 'monster' te spreken is een affront en een anachronisme.

zondag 3 april 2016

Zeven dagen lang (279)

28 maart t/m 3 april

MAANDAG Little did Richard Hellmann know
Die marketingjongens van Hellmann's hebben zich maar slecht verdiept in de Nederlandse cultuur. Er is hier echt niemand die mayonaise op zijn boterham doet!

DINSDAG Macht der gewoonte
Sportverslaggevers zijn nog altijd niet gewend aan de spray die scheidsrechters tegenwoordig gebruiken bij vrije trappen. Heel vaak als je een arbiter na een overtreding naar zijn spuitbus ziet grijpen roept de commentator dat er een gele kaart wordt getrokken.

WOENSDAG Twente
FC Twente moet eigenlijk teruggezet worden naar de Topklasse, anders schept de KNVB een geheel verkeerd precedent. Als je meent dat Twente een veel te grote club is om uit de eredivisie te worden gegooid, dan beloon je megalomanie. In Schotland is met Rangers iets vergelijkbaars gebeurd, die dachten ook dat een club van hun statuur zo onmisbaar was dat ze niet uit de Premier League gezet konden worden ondanks een faillissement. Dat gebeurde wel, Rangers degradeerde in 2012 verplicht naar het vierde niveau. Volgend seizoen keren ze terug op het hoogste plan. Prima voorbeeld voor Twente, kunnen die supporters ook meteen bewijzen dat ze inderdaad de trouwe achterban zijn die ze voorgeven te zijn.

DONDERDAG Referendum
Waarom schrijven bijna alle media klakkeloos dat Oekraïne de initiatiefnemers van het referendum niks kan schelen? Alleen het Burgercomité EU heeft gezegd dat het dwarsbomen van de EU de hoofddoelstelling is. Andere partijen die het referendum geïnitieerd hebben, zoals het Forum voor Democratie, Geenpeil en vele duizenden vrijwilligers delen die kortzichtige opvatting helemaal niet.

VRIJDAG Uniek talent
Matthijs van Nieuwkerk was onaangenaam verrast dat Wilfred Genee in zijn interviewprogramma Wat gaat er nu door je heen soms kritisch en zelfs venijnig uit de hoek kwam en hem over veel meer dan alleen diens favoriete sportmomenten doorzaagde, en nu neemt hij heel laf wraak in De wereld draait door
Genee verdient juist alle lof voor zijn lef. Gasten als Bram Moszkowicz, Freek de Jonge, Peter R. de Vries en niet te vergeten Matthijs van Nieuwkerk zijn stuk voor stuk ijdeltuiten die bij de minste weerstand al verongelijkt zijn, groot gelijk dat Genee door die cocon heen probeert te breken.

ZATERDAG Terreur
Belangrijk interview met de moedige jongerenimam Yassin Elforkani in Het Parool. Hij waarschuwt voor een aanslag in Amsterdam binnen anderhalf jaar als de terroristische netwerken niet snel worden opgerold. 
'Als je aan een socioloog vraagt hoe het zo snel zo ver met die jongeren heeft kunnen komen, begint hij over slechte wijken en gebroken gezinnen. Als je het aan mij als theoloog vraagt, zeg ik: die jongens zijn zo overtuigd van hun eigen theologische waarheid, dat ze bereid zijn daarvoor te vechten. Die smoesjes van sociaaleconomische achterstanden kunnen we beter vergeten.' 
Hij pleit ervoor terugkeerders vast te zetten: 'Soms betekent preventie dat je repressief op moet treden om de samenleving te beschermen.'

ZONDAG Teletoeters
Derde column voor Staantribune online: Weg met de wave

vrijdag 1 april 2016

Wanneer wordt Donald Trump doodgeschoten?

'Do you all remember how beautiful and safe a place Brussels was. Not anymore, it is from a different world! U.S. must be vigilant and smart!' Aldus Donald J. Trump naar aanleiding van de verschrikkelijke terroristische aanslagen in Brussel.
   Hij schijnt er al twintig jaar niet meer geweest te zijn.
   Michel Houellebecq laat in Onderworpen, die merkwaardige maar hoogst urgente roman vol voorspellingen en visioenen, zijn personage tenminste nog naar Brussel afreizen om poolshoogte te nemen. Maar het oordeel is gelijkluidend: 'vooral de goorheid en triestheid van de stad hadden me getroffen, en ook de voelbare haat tussen de bevolkingsgroepen, meer nog dan in Parijs of Londen: in Brussel voelde je je meer dan in enige andere Europese hoofdstad op de rand van een burgeroorlog.'
   De dichter Serge van Duijnhoven, die al vele jaren in Brussel woont, zei bij Pauw dat hij zich er al langer niet meer op zijn gemak voelt en dat hij er nu wel weg wil: 'Ik vind dat de verelendung, de verpaupering en de islamisering van de stad zo hard om zich heen grijpen, de gettoïsering, dat het een grimmige stad is geworden.'
   Brussel plukt de wrange vruchten van inefficiënt bestuur, islamisering en een cultuur van ontkennen en wegkijken. Luckas vander Taelen, een oud-politicus van de Vlaamse GroenLinks - nota bene -, schreef hierover na de arrestatie van Salah Abdeslam een vlammend opiniestuk. 'Jarenlang is het een Brusselse specialiteit geweest om te ontkennen, te minimaliseren en problemen te relativeren.' Onwelgevallige feiten werden stelselmatig onder het tapijt geveegd om het ideaal van de harmonische multiculturaliteit maar in stand te kunnen houden. 'Ik ben het beu dat lafheid en electoraal opportunisme het blijven halen in de politiek en dat de realiteit wordt toegedekt met ideologische wishful thinking.' Hij vroeg zich af wat er nog meer moest gebeuren voor men de realiteit onder ogen zou gaan zien.
   Drie dagen later vonden de aanslagen plaats.
   In de berichtgeving rond Trump heeft intussen een merkwaardige verschuiving plaatsgevonden. Werd eerst nog uitentreuren bezworen dat hij met geen mogelijkheid de Republikeinse nominatie zou kunnen winnen, nu luidt de riedel dat hem die nominatie nauwelijks meer kan ontgaan. Het electorale systeem in de VS is echter zo complex dat het allesbehalve een gelopen race is, en Trump weet dat als geen ander.
   Op CNN zei hij hierover daarom iets belangrijks. Wanneer hij niet genoeg gedelegeerden zou winnen om de kandidatuur nog voor de Republikeinse conventie te bezegelen, maar wel een ruime voorsprong op zijn tegenstrevers zou hebben, dan ging hij ervan uit dat hij toch automatisch zou worden gekozen: 'I think it would be - I think you’d have riots…. If you disenfranchise those people and you say, well I’m sorry but you’re a hundred votes short, even though the next one is five hundred votes short, I think you would have problems like you’ve never seen before. I think bad things would happen, I really do. I believe that.' Om daar nog aan toe te voegen dat hij die rellen zeker niet zou aanjagen.
   Dat lijkt verduiveld veel op wat bij ons Geert Wilders onlangs zei: 'Als ik straks de grootste ben en andere politici willen niet met mij samenwerken, dan zullen de mensen dat niet accepteren. Dan komt er een revolte.' Hij liet daar het dubbelzinnige 'Wij laten dat niet gebeuren' op volgen, wat met enige kwade wil ook begrepen kan worden als de verzekering dat hij de uitsluiting door andere politici niet zal laten gebeuren - en de revolte dus juist wél.
   Meer nog doet de verschijning van Trump mij echter denken aan de situatie in Nederland veertien jaar geleden, met Pim Fortuyn. Diens rise to fame ontketende destijds een ongekende demoniseringscampagne. Hoe meer jaren er verstrijken, hoe groter mijn verbijstering wordt over die collectieve verdwazing. Want welbeschouwd waren Fortuyns ideeën nauwelijks opzienbarend, althans absoluut niet in die mate dat die bizarre en uiteindelijk ook fatale heksenjacht er ook maar het begin van een logische reactie op genoemd kan worden.
   Ik denk dan ook dat het veel meer een machtsstrijd moet zijn geweest dan een ideeënstrijd. De gevestigde orde en de Haagse journalistiek vormden een gesloten systeem, een gezapig ons-kent-ons-wereldje dat Fortuyn als buitenstaander opeens hevig aan het wankelen bracht. Hij was de indringer die hun gekochte kostje op het spel kwam zetten. Die institutionele factor moet een veel dominantere rol hebben gespeeld dan het politiek-ideologische aspect.
   In The New York Review of Books staat deze week een merkwaardig stuk over Trump. De presidentskandidaat wordt er vergeleken met Hitler en daarbij wordt cultuurfilosoof Oswald Spengler geciteerd, die naar verluidt in 1933 over de verkiezingsoverwinning van Hitler zei: dit mag geen overwinning heten, want er waren geen tegenstanders. De journalist vindt dat dit nu ook voor Trump geldt: 'Something similar may be said today of two entities, the Republican Party and the media, especially television.' Die zouden geen weerwerk bieden aan Trump.
   Dat is toch een zeer curieuze observatie, want niemand krijgt er harder en geduriger van langs dan Trump. Zijn opponenten hebben voor een recordbedrag aan negatieve commercials over hem gelanceerd, zijn bloedeigen partij broedt op de meest knotsgekke strategieën om hem uit het Witte Huis te houden, tot aan het torpederen van de verkiezingen toe om dan in godsnaam maar de Democratische kandidaat te laten winnen, en in al die razend populaire latenightshows wordt Trump dagelijks tot op het bot gefileerd, zelfs op het ultrarechtse Fox. En neem The Daily Show, die ook in Nederland te zien is. Avond aan avond is het Trump voor en Trump na.
   Als er iemand een eventuele verkiezingswinst met recht een overwinning op zijn opponenten mag noemen, dan is het wel Donald John Trump.
   Ook in de Nederlandse media is de berichtgeving schrijnend eenzijdig. Let maar eens op als Twan Huys weer eens ergens zijn commentaar geeft. Hij heeft het altijd over 'Trump', maar nooit over 'Clinton' en 'Sanders', die noemt hij steevast 'Hillary' en 'Bernie'.
   En altijd maar weer die overtrokken aandacht voor de zoveelste krankzinnige quote van de vastgoedmagnaat. Ik weet ook wel dat Trump niet spoort, maar dat is toch geen nieuws? Wat ik bedoel is: waarom vernemen we relatief zo weinig over de diepere oorzaken en achtergronden van de populariteit van Trump? Hij trekt kiezers uit alle lagen van de bevolking, begrijp ik, van hoog- tot laag- en niet-opgeleid, mannen en vrouwen, blanken en latino's, rijk en arm, conservatief en gematigd. Wie zijn die Amerikanen die hem steunen? Welke mechanismen zitten erachter, welke onvrede en welke hoop koesteren zijn aanhangers? Daar zou ik zo graag meer over horen.
   Er wordt nu zelfs een beeld gecreëerd dat Donald Trump als president van de Verenigde Staten een grotere ramp zou zijn dan Ted Cruz. Terwijl een evangelische glimpieper als Cruz in zijn bigotterie veel rabiater is. Trump is tenminste nog een ijdele opportunist.
   In het algemeen geloof ik dat, zeker vanuit Europees of mondiaal perspectief, een Democraat in het Witte Huis altijd te verkiezen valt boven een Republikein, maar de waarheid is dat Trump een onorthodoxe Republikein is. Hij is een populist, met populistische - lees: niet-Republikeinse - ideeën over de vrije markt, de gezondheidszorg en buitenlandbeleid. Geen wonder dat Trump de nachtmerrie is voor het partijestablishment.
   Amerikaanse commentatoren buitelen over elkaar heen om te benadrukken dat men van de geschiedenis moet leren, daarmee doelend op het Duitsland van Hitler - en soms levert dat heel aardige stukken op, zoals dit artikel van Robert Reich. Maar kijk ook eens naar Nederland, zou ik zeggen, waar ze al eens meegemaakt hebben wat er nu in de VS gaande is: een plotseling opkomende en schier onaantastbare anti-establishmentkandidaat op wie alle, steeds wanhopiger wordende aanvallen afketsen, zelfs een omgekeerd effect lijken te hebben. Inhoudelijk liggen Fortuyn en Trump natuurlijk mijlenver uiteen, maar de reacties die beiden oproepen vertonen soms huiveringwekkende gelijkenissen.
   Gelukkig liggen in Amerika de wapens niet voor het oprapen.