Een voetbalsupporter moet zich soms een mohammedaan wanen. Zoals een huis-tuin-en-keuken-moslim de wrange vruchten plukt van fundamentalistische malloten die zijn geloof en daarmee ook hem een slechte naam bezorgen, zo moet de supporterende supporter geregeld met lede ogen aanzien hoe een troepje doorgesnoven vechtersbazen het blazoen van zijn geliefde club bezoedelt.
De gematigde moslim dient zich telkens weer te distantiëren van zijn geradicaliseerde geloofsgenoten en wordt vriendelijk of minder vriendelijk doch immer dringend verzocht zijn goede wil te tonen aan de huiverig geworden gemeenschap, de gewone supporter idem dito.
Toch zijn er steeds weer politici en opiniemakers die beweren dat er uiteindelijk niet zo'n groot verschil is tussen de bonafide moslim en de bloeddorstige jihadist - de islam is wat hen bindt. Ze zien alle moslims als een gevaar en bepleiten bijvoorbeeld een
inreisverbod voor de VS en het
hermetisch afsluiten van AZC's, of ze verkondigen dat bidden op straat gelijkstaat aan de
nazibezetting. En zo zijn er ook steeds weer politici en opiniemakers die menen dat ook uitgelaten voetbalfans hooligans zijn en dat alle supporters gestraft moeten worden voor de wandaden van een kleine minderheid.
Toch nemen de hardliners die voor maatregelen tegen alle moslims ijveren ondanks hun populariteit vooralsnog een betrekkelijk geïsoleerde positie in het politieke landschap in en worden hun ideeën krachtig van repliek gediend. En zo springt men ook massaal voor de normale voetbalsupporter in de bres en worden... o wacht, daar gaat de vergelijking opeens mank.
De onschuldige fan wordt immers al jaren als een halve terrorist behandeld. Met het gevangenentransport dat heel eufemistisch 'combiregeling' wordt genoemd en dat samengaat met een ernstige inbreuk op de privacy en aantasting van de menselijke waardigheid. En met hermetisch afgesloten vakken en inreisverboden in andere steden en stadions. Hier is wat Trump en Wilders willen, mutatis mutandis, allang werkelijkheid geworden.
Afgelopen zondag werd een nieuw dieptepunt bereikt toen supporters van FC Utrecht hun eigen stadion niet in mochten. De gehele Bunnikside, 5500 stoeltjes, moest leeg blijven. Vorig seizoen hadden onverlaten tijdens FC Utrecht-Ajax vanaf die tribune kwetsende spreekkoren ten gehore gebracht. Hoeveel zullen het er zijn geweest? Een paar honderd? Het is echter niet zo eenvoudig de individuele daders te pakken en de verleiding is dan groot om de gehele populatie te straffen. Te groot, zo bleek, en daarom moesten vele duizenden fans boeten voor het wangedrag van die paar honderd randdebielen.
De clubleiding van FC Utrecht wilde hen op andere tribunes laten plaatsnemen, waarna een storm van protest opstak. Menigeen beweerde zelfs dat de Utrechtse burgemeester vanwege deze actie had verordonneerd dat er geen supporters van de bezoekende club welkom waren, maar dit was omdat er aanwijzingen waren voor Amsterdamse wraakacties. Ongetwijfeld ook weer beraamd door een smaller dan smaldeel, maar meteen mocht er helemaal niemand meer naar Utrecht om hun club aan te moedigen.
De parallel tussen de benadering van terrorisme enerzijds en van hooliganisme anderzijds, en het verschil in bejegening van de 'gematigden' en de 'fundamentalisten' binnen de respectieve groepen is al langer een stokpaardje van me. Onlangs kreeg ik navolging van taalmedicus Jan Kuitenbrouwer, die er in zijn
NRC-
column op wees dat de relatie tussen supporterschap en voetbalgeweld een parallel vertoont met die tussen de islam en jihadgeweld.
Supporters die ontkennen dat hooligans iets met hun club te maken hebben begaan volgens Kuitenbrouwer dezelfde fout als moslims die beweren dat IS niks met de islam te maken heeft, al is erkennen dat die link er wel degelijk is ook weer niet goed: 'Die relatie ontkennen is zinloos, maar roepen dat hij wel bestaat, is net zo zinloos.' Het is een verder nogal duistere column, duister van betoogtrant en qua wereldbeeld dat eruit spreekt, en de auteur slaat ergens de plank nogal mis. Zo hebben supporters en hooligans volgens Kuitenbrouwer een 'seizoensabonnement of iets dergelijks'. En moslims en jihadisten hebben dan zeker een jaarabonnement op de Koran?
Als het al zo ver heeft kunnen komen dat normale aanhangers gediscrimineerd en uitgesloten kunnen worden onder het mom van de bestrijding van een kleine minderheid van terreurplegers, dan mag men zich ook afvragen hoe groot de kans is dat figuren als Le Pen, Wilders en Trump ooit in de positie komen dat ze hun 'voorzorgsmaatregelen' ten uitvoer kunnen brengen.
Neem zo'n Donald Trump. Wie de berichtgeving rond de voorverkiezingen oppervlakkig volgt, gaat welhaast denken dat de vastgoedmagnaat de enige kandidaat is, zo vaak gaat het over Trump en alleen over Trump. Nu hoor ik al maanden dat hij nooit een serieuze kandidaat zal zijn, maar ging dat eerst nog om de nominatie namens de Republikeinen - dat zou Jeb Bush of Ted Cruz worden -, inmiddels is het al zo ver gekomen dat steeds meer
experts erkennen dat Trump die nominatie best weleens zou kunnen gaan winnen. De kans dat hij vervolgens ook de daadwerkelijke presidentsverkiezingen wint wordt echter op nihil geschat: zonder twijfel zal Trump dan verliezen van Clinton.
Er is dus niks aan de hand, al is er inmiddels al minder niks aan de hand dan voorheen.
Waarom zou Trump niet ook die tweede voorspelling kunnen logenstraffen? Vanwaar die rotsvaste overtuiging dat iemand als hij nooit president van de VS zal kunnen worden? Is het politiek correct wensdenken, miskenning van de onvoorspelbaarheid van de toekomst, zeker in het huidige tijdsgewricht, en van menselijk gedrag in de op hol geslagen mediacratie? De animatieserie South Park, die altijd de vinger op de zere plekken van de Amerikaanse samenleving weet te leggen, anticipeerde in een aflevering van het huidige seizoen op deze ontwikkeling. In Canada was zogenaamd een Trump-achtige figuur aan de macht gekomen. Met fatale gevolgen, zoals een gevluchte Canadees vol berouw moest erkennen:
'He didn't really offer any solutions, he just said outrageous things. We thought it was funny. Nobody really thought he'd ever be president. It was a joke! But we just let the joke go on for too long. He kept gaining momentum, and by the time we were ready to say, OK, let's get serious now, who should really be president, he was already being sworn into office.'
Terreur is bij uitstek een leverancier van momentum. Een aanslag van Parijs-achtige proporties of erger op Amerikaans grondgebied kan een kettingreactie veroorzaken. En wat als Clinton iets overkomt - een onthulling, een blunder, een drama - wat haar op slag kansloos maakt. De tijden zijn veel te woelig om het ogenschijnlijk onvoorstelbare uit te sluiten.