Deze Literaire Beterweter heeft even op zich laten wachten omdat ik naast de reguliere romans vooral boeken las die niet in aanmerking komen voor deze rubriek. Heden heb ik dan eindelijk zes romans afgerond.
P.F. Thomése - Vladiwostok! In #8 schreef ik dat M.Februari terecht genomineerd was voor de Libris. Thomése verdient ook een nominatie. Zijn Vladiwostok! verraste mij zeer. Toon is alles en Thomése heeft in deze 'actuele' roman vanaf zin 1 de juiste, wervelende toon te pakken. Naar eigen zeggen is Vladiwostok! een roman over de nieuwe politiek. Dat valt reuze mee; het is vooral een roman over de nieuwe mens, de mens in het media- en communicatietijdperk. Spindoctor Fons Nieuwenhuijs heeft de opdracht Hans Portielje - overigens 'gewoon' lid van een traditionele partij - 'neer te zetten' in de politiek. Beiden falen omdat ze meer bezig zijn met rondneuken of de puinhopen van het verleden op te ruimen. De oprispende gedachten van de twee hoofdpersonages staan in cursief, een machtig procédé dat wat mij betreft veel vaker toegepast mag worden in de romankunst. Thomése schetst met veel zwier en vertelplezier het wereldje. Het is heerlijk om je als lezer te laten mee voeren in zijn snel stromende, meanderende taalrivier. De laatste twee bladzijden wringen evenwel. Dan wordt de 290 pagina's lang als meedogenloze manipuleerder neergezette Fons ineens een weke, tere ziel wanneer hij en zijn vrouw het buitenechtelijke kind van Fons 'adopteren' en hij het kind als zijn redding ziet. Gezien Thoméses biografie begrijpelijk, qua verhaal vrij ongeloofwaardig. Dat neemt niet weg dat Thomése met Vladiwostok! een zeer onderhoudende, bij vlagen hilarische eigentijdse roman heeft afgeleverd. [*****]
Fragment: Portielje dacht: ik zou nu snel even moeten kunnen neuken. Klaarkomen, totaal ontspannen. Het lullige was dat hij het meeste zin had in dat behulpzame meisje van zo-even, ware het niet dat die natuurlijk door Robbert zelf was gereserveerd. Altijd hetzelfde gekloot. Hij had Babs, maar Babs wilde op dit moment 'als mens' gezien worden en dat was wel het laatste waar hij behoefte aan had. Omenselijkheid graag. Anonimiteit. Hier met die billen. Hatsee! En dan gewoon weer door of er niks aan de hand was.
Martin Walser - Tod eines Kritikers In Tod eines Kritikers wordt de literatuurcriticus André Ehrl-König vermist en voor vermoord gehouden. De vermeende moordenaar is schrijver Hans Lach, wiens laatste boek door Ehrl-König in diens literaire tv-programma met de grond gelijk is gemaakt. In Ehrl-König is in alle opzichten de Duitse gezaghebbende criticus Marcel Reich-Ranicki te herkennen, in het programma Reich-Ranicki's befaamde show Das literarische Quartett. In Duitsland ontstond een rel. Walser zou karaktermoord plegen op Reich-Ranicki en zich daarbij bovendien bedienen van - daar gaan we weer - antisemitische typeringen. Na lezing van de roman kan ik concluderen dat de zaak enorm opgeblazen is. Nog even afgezien van het fictionaliteitsgegeven, is de typering van Ehrl-König (merk de opzichtige verwijzing op naar Goethe's wrede elfenkoning) een vermakelijke satire op de dominantie van Reich-Ranicki en diens strategische macht door middel van het medium televisie. De aantijgingen aan Walsers adres getuigen weer eens van een onbeholpen en misplaatst moralisme, zoals eerder geconstateerd in de affaire-Sloterdijk. Goede lezers hadden kunnen constateren dat Walser in een vieve stijl schijnbaar verborgen mechanismen en literair-kritische strategieën blootlegt. En dat Ehrl-König aan het eind van de roman gewoon weer levend en wel opduikt. [****]
Fragment: Sobald der Überraschungsgast mit deutlichen Geste von Ehrl-König begrüßt ist und sich gesetzt hat, sagt Ehrl-König offenbar jedesmal: Spät komm ich, doch ich komme. Das ist das Signal für die Leute im weiten Halbkreis: alle klatschen begeistert. Er lächelt genießerisch. Dan kommt der erste Satz. Den Eröffnungssatz kannte ich, als Bernt Streiff ihn mir vortrug, längst auswendig. Warum soll Hans Lach, solange er eine Verleger hat, der schlechte Bücher gut verkaufen kann, gute Bücher schreiben? Und sein im weiten Halbkreis vor ihm, fast um ihn herum und ein wenig unter ihm sitzendes Publikum lachte.
Marja Brouwers - Casino Ik ben een liefhebber van essayistische passages, mits deze op een zinvolle, functionele manier verweven zijn met het lopende verhaal. Het zijn zulke essayistische uitweidingen die ik bewonder bij Mulisch, Hermans, Februari. Marja Brouwers last in Casino een beschouwing in van ruim dertig pagina's die voor mij op geen enkele manier zinvol of anderszins functioneel met het tot dan toe vertelde kan worden verbonden. Dat is jammer, de essays hebben op zich een interessante inhoud en diepgang, al voldoen ze zeker niet in het overtuigend uiteenzetten van ideeën en maatschappijkritische visie. De plot dan. Die komt helaas nooit tot leven. De personages blijven wildvreemden, willen maar geen geloofwaardige figuren worden. Ze voeren dialogen zonder iets te zeggen, verrichten handelingen zonder iets te doen. Als totaalroman over de jaren negentig voldoet dit boek dan ook niet. Daarvoor is de afwisseling van plot en essay te onnatuurlijk, te ad hoc. [*]
Fragment: 'À la guerre comme à la guerre! Rink stapte achter de palm vandaan en marcheerde naar de brug. Moura en metgezel verlieten de brug en kwamen zijn kant op. Half struikelend op een paar niet op 's mans tempo berekende schoentjes probeerde ze hem bij te houden. Ze was bang. Rink bleef midden op hun pad staan, zodat ze niet gemakkelijk langs hem heen zouden kunnen lopen. Rink! daar kun je niet omheen! herinnerde hij zich de verkiezingsslogan waarmee ze hem op school tot praeses van de gymnasiastenbond hadden gekozen.
J.D. Salinger - The Catcher in the Rye Salingers meesterwerk wordt wel vergeleken met De avonden. Ik vond het laatste-dagen-van-het-jaar-thema bij Salinger echter minder goed uit de verf komen dan bij Reve. Bovendien is Frits van Egters een intrigerender figuur dan zijn evenknie Holden Caulfield. Dat neemt niet weg dat The Catcher in the Rye nog steeds zeer leesbaar, hilarisch en zo nu en dan een tikkeltje ontroerend is. [***]
Piet Meeuse - Het lied van de ezelin Meeuse schreef een bijzonder veelzijdige verhalenbundel waarin grote historische en filosofische thema's op humoristische wijze zijn verpakt. Soms dreigt de humor over te slaan in meligheid - bijvoorbeeld in het verhaal over meester Bong, vaker is de ironisch-beschouwende vertelstem een begeesterde gids. Hoogtepunt is het verhaal waarin dit procédé wordt toegepast, maar waar Meeuse nog een extra dimensie aan toevoegt door er nog een hogere verhaallaag overheen te schuiven. [****]
I.S. Toergenjev - Eerste liefde Het sterkste aspect van Toergenjevs korte roman annex novelle is de inlevende beschrijving van het verscheurde gevoelsleven van de jonge protagonist die zijn liefde voor een oudere jongedame gesmoord ziet worden omdat zij voor een ander kiest. Volgens Margriet de Moor blijft 'tot ver over de helft' ongewis wie deze concurrent is. Dat is - helaas - niet waar. Veel eerder wordt al duidelijk dat het om de vader van de jongen gaat. [**]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten