woensdag 14 september 2016

15 jaar na 9/11

Afgelopen zondag, vijftien jaar na de omineuze nine eleven, stelde GeenStijl zijn lezers de volgende vraag: 'Hoe veranderde uw wereld(beeld) door de aanslagen van 9/11 en de gebeurtenissen in de jaren die er op volgden?'
  In mijn geval veranderde het wereldbeeld niet, het werd die dag en in de jaren daarna pas gevormd. W.F. Hermans zei ooit dat hij de oorlog op het meest ongunstigste moment had meegemaakt: toen hij eindexamen deed en het leven open zou moeten gaan kwam de oorlog roet in het eten gooien. Zijn cynische wereld- en mensbeeld werd erdoor in marmer gebeiteld.
  Tot aan die uitzonderlijk warme septemberdinsdag in het zestiende jaar van mijn leven had ik nooit echt na hoeven denken over mijn wereldbeeld en de invloed van de grote gebeurtenissen op wat ik deed en wie ik was. Ik kreeg wel alles mee van wat er zich op het wereldtoneel afspeelde, deels uit oprechte nieuwsgierigheid, deels ook plichtmatig omdat het moest, maar alles gebeurde hoe dan ook buiten mijn leven om. Met 11 september 2001 was dat veranderd. Het ging nu ook over mij.
  Kort erna kwam Pim Fortuyn en de beerput ging open. Fortuyn werd vermoord. Theo van Gogh. Vermoord. Hirsi Ali. De Hofstadgroep. Het ging over de islam, over de multiculturele samenleving, over terrorisme en veiligheid, identiteit en eigenheid. Sociale spanningen, de opkomst van extreem-rechts, de teloorgang van links met haar sleetse idealen en de onwil of het onvermogen om dat in te zien.
  Martin Amis gaf zijn collectie essays over 9/11 de trefzekere titel The Second Plane. Dat tweede vliegtuig in New York was inderdaad het kantelpunt. In het titelstuk schrijft Amis over de impact van United Airlines 175: 'Het was de komst van het tweede vliegtuig, dat als een haai over het Vrijheidsbeeld scheerde; dat was het beslissende moment. Tot dan toe meenden de Amerikanen dat ze niets ergers beleefden dan de ernstigste vliegramp uit de geschiedenis; nu drong tot hen door welk gigantisch geweld er tegen hen in stelling was gebracht.' De boodschap van de terroristen was: 'Amerika, het is tijd dat je merkt hoe hartgrondig je gehaat wordt.' En met Amerika het ganse Vrije Westen. Om met Amis te spreken: de glinstering van dat tweede vliegtuig bracht 'in een flits een wereldwijde toekomstblik'.
  9/11 en ik ben 15 jaar. Wat een tijd om jong te zijn.

Ik herinner me nog dat het aanvankelijk de Palestijnen waren die het gedaan zouden hebben, die claimden het gedaan te hebben, en dat er volop gejuicht werd door Arabieren wereldwijd. (We weten inmiddels dat Abou Jahjah die middag ook de victorie kraaide.) Ik herinner me ook de historische verwarring onder de deskundigen, het vaste begrippenapparaat dat schromelijk tekortschoot om dit te duiden.
  Maarten van Rossem presteerde het nog dezelfde avond op nationale televisie te verklaren alle opwinding maar overdreven gedoe te vinden.
  In de jaren erna bleek 9/11 toch wel degelijk die cesuur te zijn die een nieuw tijdperk had ingeluid. De era van het moslimterrorisme. Aanslagen in Londen en Madrid. Uitzichtloze oorlogen in Afghanistan en Irak, met als langetermijneffect uiteindelijk het herstel van het Kalifaat. De aanslagen in Brussel, Parijs, Istanbul en nogmaals Brussel, de immigrantenstroom.
  'Vandaag', schreef Bart Nijman zondag, 'vijftien jaar na de oorlogsverklaring aan de vrije wereld, zijn alle internationale verhoudingen, maar ook nationale en maatschappelijke verstandhoudingen binnen de westerse wereld, opgeschud en van koers verlegd.'
  De schrijver Jamal Ouariachi noemde 9/11 in de bundel WTF?! Volwassen worden na 11 september (2011) niettemin 'een overschat fenomeen'. Het curieuze is dat zijn argumentatie vervolgens juist een weerlegging van zijn standpunt vormt: 'Natuurlijk is het gruwelijk dat er die dag zo'n drieduizend slachtoffers vielen. Maar rechtvaardigt dat feit werkelijk twee oorlogen, in Afghanistan en Irak, die tien jaar na dato nog altijd niet uitgewoed zijn en inmiddels een veelvoud van het aantal slachtoffers van 9/11 hebben geëist?'
  Die oorlogen en die slachtoffers vormen toch juist het bewijs dat de invloed van 9/11 enorm is geweest - en nog altijd is? Of je die reacties nu rechtvaardig vindt of niet staat daar toch los van.
  De psychologische effecten, de maatschappelijke impact, de politieke gevolgen, je kunt ze niet los zien van de gebeurtenis zelf.
  Je ziet dat nu ook gebeuren met de angst voor terreur die de maatschappij ingrijpend verandert. Of die angst en de maatregelen nu overdreven zijn of niet - als dat überhaupt al vast te stellen is -, feit is dat ze er zijn; de invloed is er, het gebeurt en het verandert ons en onze levens.

Het is verleidelijk om te filosoferen hoe toekomstige historici deze periode zullen gaan labelen. Blijken de jaren tussen de val van de Muur en de val van de Twin Towers uiteindelijk niet meer dan een interbellum te zijn geweest? 1989-2001 als een soort tweede Twaalfjarig Bestand, een oase van voorspoed tussen de kilte van de Koude Oorlog en de hitte van de 'Derde Wereldoorlog', die in 2001 begon en die zich, om met Paus Franciscus te spreken, in hoofdstukjes zal afspelen, zich nog over vele decennia zal uitstrekken en van een heel andere orde is dan de vorige twee?
  Van Rossem bagatelliseerde de aanslagen met het volgende argument: 'Als het oorlog was geweest, waren Arabische pantserdivisies enkele uren later de Amerikaanse grens overgereden of zoiets.'
  Ja, of zoiets. Dat bedoel ik dus met dat verouderde begrippenapparaat. Toen de Eerste Wereldoorlog begon stond men bij wijze van spreken ook nog het negentiende-eeuwse beeld voor ogen van met trommels en vaandels naar het slagveld marcherende soldaten die aldaar om de beurt een schot mochten lossen. Gifgas, mitrailleurs en loopgraven maakten snel genoeg duidelijk dat het gezicht van de oorlog veranderd was.
  Het grootste probleem in het huidige hoofdstuk van de eenentwintigste-eeuwse oorlog is dat het Westen de controle volledig kwijt is. In een voortreffelijk artikel in Trouw toont Ghassan Dahhan overtuigend aan dat Europa de grote verliezer dreigt te worden: 'De Syrische oorlog komt naar Europa.' De vijanden van het Westen zijn in het Midden-Oosten allemaal met elkaar in oorlog, maar op termijn werkt dit averechts: 'Deze oorlog verzwakt de vijanden van het Westen niet, maar maakt ze juist sterker. Hun aantal groeit met de dag, net als hun ervaring en hun ambitie.'
  Dahhan verwijst naar een fabel van Aesopus: 'In een moeras kijken twee kikkers hoe twee stieren strijden om de heerschappij over de kudde. Eén kikker waarschuwt bezorgd: "De stier die verliest zal zich in ons moeras terugtrekken, en elke stap levert een platte kikker op. Hun machtsstrijd kost ons de kop." In Syrië vechten niet twee, maar honderden stieren om de hegemonie. En Europa dreigt straks vertrapt te worden - door de verliezers, maar ook door de vluchtende kudde.'
  In Amerika hanteren ze ook een treffende dierenmetafoor. Een Amerikaanse militair waarschuwde onlangs: 'Tussen de VS en IS zitten een paar continenten en zeeën, maar dat geldt niet voor Europa. In Amerika zeggen we: je hoeft niet sneller dan een beer te kunnen rennen om aan hem te ontkomen; je moet alleen sneller zijn dan de persoon naast je. Jullie zijn in geografisch opzicht kwetsbaarder dan wij, en bovendien militair zwakker.'
  Er zijn helemaal geen invasieve pantserdivisies meer voor nodig om ten onder te gaan. Imploderende natiestaten, een wrede vijand met een doodscultus en poreuze grenzen zijn voldoende: 'De meeste Europese jihadisten hebben er inmiddels meer vechturen opzitten dan de meeste militairen uit hun geboorteland. Bovendien: zij vechten niet om in leven te blijven of om levens te redden, zij vechten om te sterven en om zoveel mogelijk levens te nemen.'
  15 jaar na 9/11 en ik ben 30 jaar. Wat een tijd om volwassen te zijn.

Geen opmerkingen: