donderdag 20 november 2014

Zorgen

'Wie goed voor zichzelf kan zorgen, zorgt vaak ook goed voor de mensen om zich heen en daarin schuilt het bezielend verband in de samenleving.'
Dit zei Mark Rutte vorige week woensdag in zijn Kerkdijklezing in Den Haag.
Hij meent dat 'sterke en zelfstandige' mensen de samenleving als geheel sterker maken, dat ook de zwakkere, meer afhankelijke medemens baat heeft bij de zelfredzaamheid en het maatschappelijke succes van de sterken en zelfstandigen.
Ik heb me lang blindgestaard op de uitspraak, hem gewikt en gewogen, ingeschat op ironie, beproefd als provocatie, maar alles wijst erop dat Rutte het echt meende.
Heeft onze minister-president het misschien zo druk gehad sinds hij in oktober 2010 in het Torentje trok dat hij geen tijd meer vond om de kranten te lezen? Want als er iets de laatste jaren duidelijk is geworden, dan is het wel dat de mensen die goed voor zichzelf kunnen zorgen vooral goed voor zichzelf zorgen.
Bertje van der Roest en Coen van Veenendaal van de liefdadigheid, Rijkman Groenink en Sjoerd van Keulen van de banken, en natuurlijk Erik Staal en Hubert Möllenkamp van de woningcorporaties. Het rijtje kan moeiteloos aangevuld worden. De grote accountantskantoren. Imtech. Uiteenlopende functies, uiteenlopende sectoren, maar als gemene deler schaamteloze zelfverrijking.
Allemaal wisten ze vooral heel goed voor zichzelf te zorgen. Maar waar iemand als Van der Roest een graai uit de kas van de Straatkrant deed en daarmee gewoon een ordinaire dief is, daar zijn figuren als Groenink en Staal eerder gecorrumpeerd door het systeem waarin ze jarenlang actief zijn geweest, door de cultuur die ze zich eigen hebben moeten maken om te overleven. Ze lijken dan ook oprecht te geloven dat hen geen enkele blaam treft.
De parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties concludeerde dat Staal bij Vestia 'prima voor zichzelf heeft gezorgd, geaccordeerd door de Raad van Commissarissen'. En ook Groenink was geen graaier op eigen houtje, hij voegde zich in een bestaand systeem waarin riante bonussen, te verzilveren aandelen en als gouden handdruk aangeduide oprotpremies de gewoonste zaak van de wereld zijn. De toorn die Groenink tentoonspreidt wanneer hij kritiek krijgt - van Coen Verbraak in Kijken in de ziel, van Jeroen Smit in De prooi - spreekt boekdelen. Hij wordt onheus bejegend, hij is zijn boekje nergens te buiten gegaan, de verontwaardiging moet zich op dat boekje richten, niet op hem.
De politiek slaagt er maar niet in het systeem structureel te veranderen. Toen minister Dijsselbloem een bonusplafond wilde invoeren waarbij de bonus die bestuurders uitgekeerd kunnen krijgen maximaal 20 procent van hun vaste salaris mag bedragen, kondigde ABN Amro prompt aan de vaste salarissen van zijn managers met 20 procent te verhogen. Een nieuwe golf van maatschappelijke verontwaardiging was het gevolg.
Rutte zat er vorige week naast. Het had moeten zijn: 'Wie goed voor zichzelf kan zorgen, zorgt vooral goed voor zichzelf en daarin schuilt het betonrot van de moderne samenleving.' En daarna had zijn visie moeten komen op hoe daar iets aan te doen. Maar die heeft hij niet. Daarom zegt hij ook 'bezielend' in plaats van het gebruikelijke 'bezield' verband. Goed voor jezelf zorgen is voor Rutte niet iets wat pas gedijt bij de gratie van een gedeeld belang, een gedeeld verhaal, een bezield verband dus, nee, het is er het sine qua non van.

Geen opmerkingen: