Het was te verwachten dat Capital Economics, het bureau dat in opdracht van de PVV moest onderzoeken of het mogelijk is dat Nederland uit de EU stapt, vandaag met een positief antwoord kwam: ja, dat is mogelijk en meer nog: het kan zelfs zeer gunstig uitpakken. Door het wegvallen van Europese verplichtingen zouden meer handelsbetrekkingen met andere landen kunnen ontstaan, wat voor economische groei zal zorgen.
Eveneens geheel volgens verwachting was de smalende reactie van het establishment. Jeroen Dijsselbloem sprak van 'een rapport op bestelling'. Economen 'die het rapport hebben gelezen' wijzen op 'onrealistische aannames'. Capital Economics is een onafhankelijk onderzoeksbureau, maar wel 'echt Brits' en 'dus' eurosceptisch. Het rapport, dat naar verluidt 270 000 euro heeft gekost, is geen objectief werkstuk.
Be that as it may, Dijsselbloem moet niet doen alsof de experts die de EU zelf in de arm neemt wél onafhankelijk opereren. Baudet citeert in Oikofobie Paul de Grauwe, hoogleraar Politieke Economie aan de London School of Economics: 'De Europese Commissie nodigde economen uit om hun visie te geven. Het was een darwinistisch proces. Ik werd uitgenodigd, maar toen ik mijn twijfel uitsprak, werd ik niet meer uitgenodigd. Uiteindelijk waren alleen de enthousiastelingen nog over.' (p. 52)
Zo laat iedereen zich vertellen wat hij wil horen, de eurofiel evenzeer als de euroscepticus. Het is inherent aan consultancy dat de 'consultants' precies adviseren wat de opdrachtgever als het gewenste resultaat ziet. Wie betaalt, bepaalt. Niet voor niets huren bedrijven eerst consultants in als er mensen ontslagen moeten worden. Er wordt een rapportje opgesteld waarmee de bedrijfsleiding quasi-objectief kan wapperen: ziejewel, er moeten echt mensen uit, re-organisatie!
Dijsselbloem liet nog weten dat Nederland 'een sterke macht' is binnen de EU en dat 'de meeste handel zich richt op Europa'. Het is een misverstand om dat als een argument tégen het lidmaatschap van de Unie te zien. Handel tussen Europese naties stopt niet opeens als ze niet dezelfde munt hebben. Baudet legt helder uit wat het grote nadeel is van een gemeenschappelijke munt: die 'dwingt de deelnemende landen tot het voeren van eenzelfde rentevoet. Terwijl ieder land een eigen economie heeft, met een eigen conjunctuur. Landen met milde groei hebben belang bij een lagere rentevoet. Voor landen met een economische boom is juist een hogere rente verstandiger. One size fits none.'
Een land als Griekenland heeft zo'n immense schuldenlast kunnen opbouwen omdat de kapitaalmarkt het land niet meer als zelfstandig geheel ziet maar als kleiner onderdeel van een groter geheel, waarbinnen de sterkere delen de zwakkere zullen compenseren - en dat is precies wat er is gebeurd en wat nog steeds gebeurt: de noordelijke landen draaien op voor de zwakkeren uit het zuiden (nieuw steunpakket!). Had Griekenland nog de eigen munt gehad, 'dan was de schuldenlast nooit zo hoog opgelopen omdat de stijgende rente op de kapitaalmarkt bijtijds voor een correctie had gezorgd.' (p. 52-53)
De ellende is natuurlijk dat de situatie zoals die vóór de euro was dan wel aantoonbaar gunstiger kan zijn dan de situatie waarin we nu mét de euro verkeren, maar dat een terugkeer naar die oorspronkelijke situatie niet zo evident is, zelfs onoverkomelijke problemen met zich mee kan brengen. Uitgerekend Capital Economics won in 2012 een prijsvraag waarbij deelnemers waren uitgedaagd een plan op te stellen voor een ordelijke exit uit de euro.
In Leaving the euro: A practical guide werd een stappenplan opgesteld, een handvest voor staten die een exit overwegen. De gids bevat echter ook enkele licht beangstigende paragrafen, zoals 'Informeer het Internationaal Monetair Fonds, want hulp kan noodzakelijk blijken. Maar bel pas een paar uur van tevoren' en 'De waarde van de gulden stort waarschijnlijk onmiddellijk in door de internationale valutahandel, maar dat hoeft op termijn niet erg te zijn.' Onzekerheid troef.
'De PVV wil een Alleingang,' stelde Lex Hoogduin van de Nederlandsche Bank, 'maar de risico's zijn enorm en wij hebben er geen ervaring mee.' Laat dat nu ook precies de situatie zijn geweest voorafgaand aan de invoering van de euro. Die kende ook geen precedent en ging gepaard met grote onzekerheden, maar die werden straal genegeerd omdat de utopisten hun Europese eenwordingsdroom koste wat kost moesten najagen.
De woorden van Jean-Claude Juncker uit 1999 over de te volgen procedure mogen we nooit vergeten: 'We beslissen iets. We brengen dat dan in en wachten enige tijd om te zien wat er gebeurt. Volgt er geen misbaar, breekt er geen opstand uit - de meesten begrijpen toch niet wat er is beslist -, dan gaan we weer wat verder. Stap voor stap tot er geen terugkeer meer mogelijk is.'
Een boeiende optie, die evenwel veel te weinig aan bod komt, is de terugkeer van de gulden, maar dan naast de euro. Die mogelijkheid werd ook in de Tegenlicht-documentaire aangestipt. Het is een idee van econoom Wilhelm Hankel. Het zou complete chaos door abrupte afschaffing van de euro voorkomen en de euro zou in de toekomst zeer stabiel worden omdat de munt gedekt wordt door de nationale munten.
Het is echter een middenweg die nauwelijks weerklank vindt in het gepolariseerde landschap; de PVV spint er electoraal geen garen bij, de Dijsselbloemen zijn gebonden aan de Juncker-doctrine. De burger is en blijft de lul.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten