In de berichtgeving rondom het voorjaarscongres van het CDA, dat afgelopen zaterdag plaatsvond in 's-Hertogenbosch, werden telkens dezelfde drie constateringen gedaan: 1) De toon van Buma is harder geworden ten opzichte van de coalitiepartners, 2) Het CDA weigert nog langer mee te denken met de bezuinigingsvoorstellen van het kabinet en 3) De partij oogst hiermee vooralsnog geen zetelwinst in de peilingen.
Met die toon van Buma valt het reuze mee. Dat wil zeggen: die is niet echt veranderd, echt niet opeens zoveel harder geworden de laatste tijd. Ook niet milder overigens. In juni 2012 lazen we immers al: 'Buma haalt hard uit naar Rutte'. Over Europa ging het toen. En ook nadien bij het afschieten van het woonakkoord en het verzet tegen het sociaal akkoord was Buma's kritiek op de kabinetsplannen niet mals. Wat heeft hij nu weer voor hards gezegd? Dat de samenleving wordt 'gemangeld door het doorgeschoten marktdenken en de allesbeheersende overheid'. Poeh poeh.
'Dat is typisch CDA. Zitten ze in de coalitie, dan vaart de fractie altijd een rechtsere koers, zitten ze in de oppositie, dan varen ze een linksere koers.' Aldus Jos van Rey (VVD), zondagochtend bij Geen Eva Jinek op Zondag. Van Rey de sjoemelaar, de nepotist, die zich begin 2012 van een behaaglijk plekje in gedeputeerde staten van Limburg dacht te hebben verzekerd, tot hij in juni plotseling in opspraak raakte omdat een politieke partij had ontdekt dat Van Rey iets te close was geweest met bepaalde projectontwikkelaars. Die partij was het CDA.
In oktober ging de beerput open en moest us Joske het veld ruimen. Zondag zei Van Rey dat hij is 'vermoord door justitie', maar voor een dode had hij opvallend veel noten op zijn zang. Typisch CDA, zei hij dus, met een blik alsof hij de integriteit zelve was. Nee Jos, typisch politiek: het CDA maakt typisch het geluid van een oppositiepartij. Een oppositiepoliticus spreekt zich bijna per definitie tegen kabinetsplannen uit, en omdat hij zijn media-aandacht moet verdienen doet hij dat in de regel in de vorm van gepeperde uitspraken en vooral niet te veel nuance.
Elke oppositiepartij van enige importantie schuift per pijnpunt een ter zake kundig mannetje of vrouwtje naar voren om onbeperkt kritiek te spuien. Dat was zo bij Teeven en Dolmatov (SP: Gesthuizen; D66: Schouw; CDA: Van Hijum), dat was zo bij Weekers en de Bulgraaiers (SP: Bashir; D66: Koolmees; CDA: Omtzigt) en dat is nu zo bij het Fyra-debacle (SP: weeral Bashir; D66: Stientje; CDA: De Rouwe).
Het is de eeuwige politieke balans van coalitie en oppositie: de coalitie heeft de macht, maar moet wel moeilijke maatregelen zien te verkopen en constant aan damage control doen; de oppositie kan vrijuit schieten op de plannen en blunders, maar heeft geen werkelijke macht iets te veranderen.
Buma brengt de nieuwe partijlijn in de praktijk, die van het 'radicale midden', een voortreffelijk concept. Dat 'midden' van het CDA is niet alleen een horizontale kwestie, van een middenpositie tussen links en rechts, tussen allesbeheersende overheid en doorgeschoten marktdenken, maar wat mij betreft ook een verticale: de partij als belangenbehartiger van de middeninkomens. In zijn paniekerige streven de eigen achterbannen te ontzien is dit kabinet radicaal middeninkomens aan het kaalplukken. Die enorme groep heeft behoefte aan een belangenbehartiger in Den Haag. Dat dit vooralsnog geen zetelwinst oplevert is misschien wel een zegen. Dat is meer iets voor PVV-achtige partijen, die uiteindelijk weer even hard vallen als ze gestegen zijn.
Laat het CDA eerst maar eens een paar jaar zaaien, opnieuw wortel schieten in de maatschappij, en als dan de tijd is gekomen om te oogsten, dan kan Jos van Rey ook meteen mee onder de zeis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten