maandag 8 april 2013

Thatcher en de crises van '80 en nu

I

Aan het overlijden van Margaret Thatcher lijkt een cynische timing van de Tijdgeest ten grondslag te liggen. De vrouw wier naam altijd verbonden zal blijven aan de diepe economische crisis, bittere werkloosheid en keiharde maatregelen van de jaren '80 overlijdt immers precies dertig jaar later in een tijd dat men opnieuw zucht onder economische neergang, massaontslagen en pijnlijke besparingen.

De huidige crisis, zo wordt her en der geconstateerd, heeft het niveau van de jaren '80 bereikt. De werkloosheid is het hoogst sinds 1984, het consumentenvertrouwen even laag als het dieptepunt van 1982, de koopkracht daalt al meer jaren op rij dan in de jaren '80 het geval was. Thatcher, Reagan in Amerika, bij ons Ruud Lubbers, voerden in de jaren '80 een 'no nonsens'-beleid met ingrijpende bezuinigingen en hervormingen. Ook nu moeten Cameron, Obama, Rutte vele miljarden besparen. Er is veel discussie over de gevolgen van deze harde bezuinigingen. Het begrotingstekort moet worden teruggedrongen, zoveel is zeker, maar tegelijk moet de economie gestimuleerd worden. 'Kapotbezuinigen' is een woord dat nogal eens valt.

De rol van 'Brussel' is tegelijk fascinerend en beangstigend. De 'drieprocentnorm' is een heilige graal geworden waarvoor iedere Europese ridder vanuit het Brusselse kasteel eropuit gestuurd wordt, maar die menigeen tot de ondergang drijft. ING berekende vorig jaar dat met 'reguliere' bezuinigingen de economische groei 1% zou bedragen, maar dat wanneer, om de Brusselse drieprocentnorm te halen, hardere bezuinigingen zouden volgen, de groei zou ombuigen tot een krimp van 1,5%. Moeten we die drieprocentnorm dan niet eerder zien als een soort Gouden Standaard, zoals in de jaren '30, die als object van blindstaren de crisis eerder zal verhevigen en verlengen dan verzachten en verkorten? Daar zou ik de televisie-economen weleens over willen horen.

De Grote Bezuinigers van de jaren '80 worden de huidige leiders regelmatig ten voorbeeld gesteld. Feit is dat Thatcher, Reagan, Lubbers met hun beleid uiteindelijk konden meeliften op een aantrekkende wereldeconomie. Ik vraag me dan af of er een volgorde is: trok die aan vanwege de bezuinigingen? Of konden de bezuinigingen alleen maar succesvol zijn omdat de wereldeconomie het beleid wind in de zeilen gaf? Een tweede geluk van Lubbers was het sociaal akkoord van Wassenaar. Ook nu zijn de sociale partners in onderhandeling. Bij monde van werkgeversbestuurder Ed Nijpels is al publiek geworden dat een akkoord er dit keer niet in zit als het kabinet vast blijft houden aan de drieprocentnorm.

II

Ik heb de crisis van de jaren '80 natuurlijk niet bewust meegemaakt, maar het beeld dat ik ervan heb is dat van een donkere, sombere tijd, met 'uitzichtloosheid' als sleutelwoord. Dat komt vooral door de culturele beelden en verhalen die er over die periode zijn overgeleverd, het cultureel collectief geheugen. In de literatuur De man die werk vond (1985) van Herman Brusselmans, een indringende roman waarin de ellende van elke bladzijde afdruipt.

Voetbalgeschiedenis niet te vergeten. De verhalen en zeker ook de foto's. De 'dark eighties' van het voetbal. Nergens zijn voetbal en politiek zo verstrengeld als in Groot-Brittannië. Thatchers maatregelen - vooral het sluiten van de mijnen - maakten veel slachtoffers in de working class, waaruit traditioneel de meeste voetbalsupporters gerekruteerd worden. Vooral Yorkshire, Liverpool en omstreken, Schotland en Wales liepen littekens voor het leven op. Het hooliganisme tierde welig, en werd zelfs een voorpost in het verzet tegen het regeringsbeleid. 'We're havin' a party when Thatcher dies' is een beruchte leus uit die tijd. Vandaag werd inderdaad op verschillende plaatsen het overlijden van Thatcher 'gevierd'.

En natuurlijk de muziek. De klanken van Joy Division, The Smiths waaruit de hopeloosheid opstijgt, maar zeker ook bepaalde liedjes die met hun teksten voor mij een tijdsbeeld neerzetten: 'Telegraph Road' (1982) van Dire Straits uit Thatchers Engeland, en 'My Hometown' (1985) van Bruce Springsteen uit Reagans Amerika, met gelijkaardige, diepe indruk makende regels, respectievelijk 'I used to like to go to work but they shut it down / I got a right to go to work but there's no work here to be found' en 'Main Street's whitewashed windows and vacant stores / Seems like there ain't nobody wants to come down here no more / They're closing down the textile mill across the railroad tracks / Foreman says these jobs are going boys and they aint coming back'.

De zware doem die over dat alles hangt, dat is voor mij de jaren '80. Hoewel de huidige crisis dus gelijkgesteld wordt aan die van de jaren '80 heb ik niet direct het idee dat de sfeer in het land en elders even naargeestig is als toen, althans niet zichtbaar. Terwijl de tekenen des tijds er toch zijn: overal gaan bedrijven op de fles, belanden mensen op straat, komen jongeren massaal niet aan de bak. Wat doet de 'cultuur' daarmee? Worden er nu ook weer liedjes gemaakt, boeken geschreven, die later als schetsen van een tijdsbeeld, van de crisis van deze jaren zullen worden gecanoniseerd? Misschien kunnen we daar pas antwoord op geven tijdens de crisisjaren van 2030.

Geen opmerkingen: