vrijdag 29 maart 2013

Drijfnatte dweilen; of De leer der muzelmannen in ons vaderland

Officieel is het inmiddels lente. En toch wil het maar geen lente worden. Het weer loopt wat dat betreft aardig in de pas met die andere lente: de Arabische. Ook die is in de praktijk eerder een eindeloze gure winter gebleken.

In het Syrië van meneer Assad is de zo gewenste lenterevolutie verworden tot een bloederige burgeroorlog. Ook in Nederland woonachtige moslims blijken naar Syrië af te reizen om zich in de strijd te mengen. Daar is veel over te doen. Allerlei experts, betrokkenen en vertegenwoordigers vangen elkaar vliegen af, niet het minst de woordvoerders van de vele tientallen 'contactorganen' en 'belangenorganisaties' van moslims die ons land rijk is. En intussen heeft niemand vat op de jongeren, de ouders wel in de laatste plaats.

Niets nieuws onder de waterige zon. Wat wel nieuw is, is de plotselinge manifeste aanwezigheid van bekeerlingen. Hollandse jongens die islamiet zijn geworden en hun nieuwe identiteit nu met vuur uitventen. We hadden vorige week al Dennis Honing, die tegenwoordig Abdelkarim heet en bij Pauw & Witteman een warrig betoog mocht komen houden over de toestand in de wereld.

En afgelopen zondag was het weer raak. Marokkaanse organisaties organiseerden een discussiebijeenkomst over het probleem van de Syriëgangers. Een groepje radicale jongeren schopte stennis door openlijk op te roepen tot de jihad, 'onder wie ook Nederlandse jongeren die zich bekeerd hebben tot de islam', aldus het journaal. En voor de microfoon verscheen weer zo'n bleke zemelaar met sik en sjaal die in de wij-vorm namens de moslimwereld meende te moeten spreken, daarbij duchtig verwijzend naar al het moois uit de koran.

Van alle gelovigen zijn bekeerlingen in de regel de gevaarlijkste. Dat geldt eigenlijk in potentie voor iedere persoon die van de ene sociale groep naar de andere overgaat. Ze menen iets in te moeten halen, iets goed te maken, zich te moeten bewijzen. Daardoor gaan ze veel radicaler en overdrevener te werk dan de gemiddelde van-huis-uit-gelovige, die veel organischer deel uitmaakt van de betreffende groep.

In 1919 publiceerde Bordewijk het magistrale verhaal 'Twee proeven genomen op Jos van der Haerden'. Daarin vertelt een Leidse student hoe hij met enkele leden van zijn studentenvereniging op het idee komt 'een bond te stichten op mohammedaans godsdienstige grondslag, een bond, die zich ten doel zou stellen de leer der muzelmannen in ons vaderland te verspreiden.' Ze doen dit uit balorigheid en omdat de vereniging 'er haar eer in [stelde] de algemene aandacht levendig te houden.'

Toen ik dit verhaal deze week las moest ik onwillekeurig aan die bekeerlingen van afgelopen week denken. Het zijn jongens die hebben moeten opgroeien in geïslamiseerde wijken, en daardoor zo in de knoop raakten met hun identiteit dat ze zich tot de islam hebben bekeerd om in de aandacht te blijven, om er in godsnaam maar bij te horen, en die nu - de bekeerling eigen - de heilige opdracht denken te hebben hebben de leer der muzelmannen in ons vaderland te verspreiden. En toch werken ze ergens ook op de lachspieren.

De Leidse studenten van Bordewijk noemen zich 'de ware volgelingen van Mohammed', promoveren een 'buitengewoon grote kei in de Breestraat' tot hun Kaäba, dossen zich uit als pelgrims en beginnen te knielen en te bidden en te prevelen rondom de steen. Maar dan worden ze aangevallen door de autochtone bevolking, die het al te gek vindt worden, en ze vluchten de kroeg in. Daar is het snel afgelopen met de waanzin: 'Daar [...] besloten wij de vereniging op staande voet feestelijk op te heffen, wat ten gevolge had, dat wij tot middernacht zaten te brassen'.

Op iets dergelijks hoop ik ook voor onze Nederlandse muzelmannen. Dat die godsdienstwaanzin aan het eind van de dag ook maar een toneelstukje blijkt te zijn, het dubieuze resultaat van de combinatie van verveling en de behoefte bij een club te horen. En eenmaal weer bij zinnen wordt er feestelijk gebrast. 'Ik herinner me nog dat ik zelf een emmer half vol zwart watersop aan mijn arm had en een drijfnatte dweil in mijn hand', vertelt de Leidse student over zijn moslimescapades.

Dat lijkt me de oplossing voor onze bekeerlingen: geen AK-47's maar drijfnatte dweilen in de hand. Als het dan toch nog lente wordt kunnen ze in één moeite door met de voorjaarsschoonmaak beginnen.

Geen opmerkingen: