vrijdag 8 februari 2013

Erik Jan Harmens - De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde

Erik Jan Harmens - De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde. Lebowski, 2012, 160 blz.

Ron van Dijk is geen man met bijzondere talenten, maar op een nacht krijgt hij de eervolle opdracht de Olympische Spelen te organiseren. Daar komt niets van terecht. Zijn assistente Angelique doet wel haar best, maar ze is vooral goed in nadenken over het bestellen van de broodjes. Stadions worden maar niet gebouwd, er is geen Olympisch dorp, de financiële problemen stapelen zich op, kortom: het wordt één groot fiasco.

De organisatie van een evenement als de Spelen is natuurlijk een gigantische operatie. Qua 'dingen waar je aan moet denken' is het vaste getal in deze zegswijze 'duizend-en-één' dan nog maar een fractie. Harmens kan zijn creativiteit de vrije loop laten door alles op de schouders van één man te laten neerkomen en dan te kijken wat er gebeurt.

Soms laat hij mooi zien wat er allemaal op Van Dijk afkomt door een bepaald element tot in het extreme te doordenken. Zo stelt Van Dijk zich op een gegeven moment de vraag of het water in de waterbak van de steeple chase gedurende het toernooi eigenlijk ververst moet worden, en zo ja: met welke frequentie. Op die manier raakt hij verstrikt in allerlei detailkwesties.

Treffend is ook het moment waarop hij zich realiseert dat hij zich door zijn toezegging de Olympische Spelen te organiseren automatisch ook gecommitteerd heeft tot het organiseren van de Paralympics. Dat besef lijkt me ook altijd zo'n domper-op-de-feestvreugde-moment voor een organisatiecomité.

Toch maakt De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde zijn potentieel niet waar. De blurb geeft drie kenmerken van de roman die alle drie in meer of mindere mate onzin zijn: 'een roman over de schoonheid van mismanagement en de lachwekkendheid van deadlines, en een genadeloze afrekening met het aloude adagium "meedoen is belangrijker dan winnen"'.

De Spelen komen er uiteindelijk dus niet, zodat er noch sprake is van meedoen noch van winnen. De 'schoonheid van mismanagement' is een kwalificatie die ik met de beste wil van de wereld niet op het geklooi van Van Dijk kan plakken. En de 'lachwekkendheid van deadlines' zou een urgent actueel thema kunnen zijn, maar dan zou het personage een antiheld moeten zijn met wie je je als lezer engageert en voor wie je, door zijn verzet tegen het systeem, empathie gaat voelen.

Harmens heeft van Van Dijk echter geen menselijke held gemaakt, geen geloofwaardig personage. Zo krijgt hij zijn opdracht midden in de nacht van een rokende Aziaat die zomaar in zijn achtertuin opduikt. Dit absurdistische element dat door het verhaal heen geweven is en het schijtlollige toontje waarmee alles gesausd is doen de roman geen goed. De stap naar een interpretatie van de roman als een kritiek op de deadlinecultuur is nu veel te groot.

*****

Geen opmerkingen: