Een Marokkaanse interviewer vroeg een tijdje geleden aan Gerard Cox waarom er eigenlijk geen Marokkanen in Toen was geluk heel gewoon spelen. Omdat er in die tijd nog helemaal geen Marokkanen in Nederland waren, antwoordde Cox. Daarom heet het ook Toen was geluk heel gewoon, voegde de Rotterdamse kleinkunstenaar daar nog snel aan toe, met ergernis die niet alleen maar gespeeld was.
Cox zal op dit moment ongetwijfeld ook balen van het jammerlijke gelijkspel van zijn Feyenoord bij NAC Breda eerder vandaag.
Het was sowieso een merkwaardig voetbalweekend. Alle wedstrijden in het betaalde voetbal stonden in het teken van de gedode grensrechter van Buitenboys Almere. Er werden teksten voorgelezen, minuten stilte in acht genomen, rouwbanden gedragen. Er was een stille tocht in Almere, al het amateurvoetbal was afgelast, in kantines kwamen spelers, vrijwilligers en bestuurders bijeen voor bezinning en discussie.
Zo stonden in heel Nederland miljoenen mensen stil bij die afschuwelijke gebeurtenis, om het slachtoffer te gedenken en de boodschap uit te dragen dat dit nooit meer mag gebeuren.
Dat is bij nader inzien een merkwaardige vorm van preken voor de eigen parochie. De mensen die de moeite namen naar de kantines te komen zijn immers van zichzelf al mensen die zich netjes gedragen en nooit een grensrechter zullen doodslaan. Mensen met een ingebouwde politieagent.
Het gespuis dat zich stelselmatig misdraagt zal zich niets hebben aangetrokken van dit beschavingsoffensief. Denk maar niet dat bijvoorbeeld het adderengebroed uit de ontluisterende reportage van Erik Dijkstra in Amsterdam-West na dit weekend anders over de gebeurtenissen is gaan denken.
Zoals Theo Maassen al over het reclamebord PSV is tegen racisme zei: 'Wat denken ze daar in godsnaam mee te bereiken?! Dat een racist dat leest en denkt: "O, nee, dan kap ik er ook maar mee." Hou toch op...'
Wat meteen opviel in de eerste week na het drama, was dat er in alle toonaarden gezwegen werd over de achtergrond van de daders. Dan weet je tegenwoordig al hoe laat het is. En inderdaad was het vervolg een invuloefening. Minder scrupuleuze media meldden dat het Marokkanen waren, Geert Wilders twitterde vervolgens dat er geen voetbalprobleem was maar een Marokkanenprobleem, waarop de andere politici Wilders kapittelden. De cirkel was weer rond.
Natuurlijk is agressie op en rond de velden niet alleen een zaak van Marokkanen. Maar er is wel een Marokkanenprobleem in Nederland, dat zich onder meer manifesteert via wangedrag op het sportveld.
Het is bijzonder treurig en ook pessimistisch stemmend dat het blijkbaar nog altijd niet vanzelf spreekt dat Marokkanenprobleem als dusdanig te benoemen.
Nu buitelen de ivorentorenbewoners weer over elkaar heen met hun halfhartige pleidooien voor toonmatiging en hun irrelevante tegenvoorbeelden.
In Hoek van Holland en in Haren waren geen Marokkanen te bekennen, zeggen ze dan. Ik zie werkelijk niet in op welke manier dat zou weerspreken dat er een Marokkanenprobleem is.
Er zijn statistische bewijzen te over: feiten en cijfers, wetenschappelijke studies, de toegankelijke boeken Marokkaanse lieverdjes van Hans Werdmölder (2005) en Het Marokkanendrama van Fleur Jurgens (2007).
Het is tekenend, zoals Johan Derksen al zei, dat je bij het vernemen zo'n incident meteen denkt: dat zullen wel Marokkanen zijn, en dat dat dan ook inderdaad zo blijkt te zijn.
Wat me nog het meest frappeert is dat men het binnen de Marokkaanse gemeenschap zelf niet onderhand volledig beu is. Het moet toch verschrikkelijk zijn dat de hele bevolkingsgroep inmiddels een slechte naam heeft door het misselijkmakende gedrag van een minderheid binnen de eigen gelederen. Maar nee, elke keer als er iets voorvalt schuiven zogenaamde vertegenwoordigers van de Marokkaanse gemeenschap aan bij de praatprogramma's om toch maar vooral te ontkennen dat er een Marokkanenprobleem is.
Ze hebben niet in de gaten dat ze zelf het grootste slachtoffer zijn van de jochies die ze verdedigen.
De moedige politici Aboutaleb en Marcouch hebben dat wel al lang geleden erkend. En toch vinden zij nog steeds onvoldoende navolging binnen de Marokkaanse gemeenschap.
Ook andere politici laten Aboutaleb en Marcouch nog te vaak in de kou staan. Ze hebben Wilders nu een niet te missen kans voor open doel geboden door te verzuimen man en paard te noemen. Als ze zelf niet zo krampachtig hadden gereageerd, dan hadden ze Wilders buitenspel kunnen zetten. Nu gaat Geert er weer met de publieksprijs vandoor. En voor oplossingen, zo weten we, moeten we niet bij Geert Wilders zijn.
Al die bezinningsrituelen, al die discussies, al die goede voornemens, ze zijn zinloos zolang men niet maatschappijbreed erkent dat er een Marokkanenprobleem is. Je kunt een probleem niet oplossen voordat je erkent dat er überhaupt sprake is van een probleem.
Ik geloof nog steeds dat het begin van een oplossing onderaan, in de gezinnen zelf gezocht moet worden. Opvoeding is alles. Die ingebouwde politieagent moet er in de opvoeding ingepeperd worden.
Want ook '1948' van Gerard Cox, het liedje dat beter bekend is als 'Toen was geluk heel gewoon', gaat uiteindelijk niet over dat het in 1948 nog pais en vree was omdat er nog geen Marokkanen waren, maar omdat de kleine Gerard toen nog in de warme geborgenheid van het ouderlijk huis verkeerde. Kijk maar naar de eerste regel van de bridge: 'Die schooltas bleek het eerste teken / dat de zaak al was bekeken.'
Maar in die schooltas zat inmiddels wel een goede opvoeding, waar Gerard van op aan kon.
Natuurlijk biedt opvoeding geen waterdichte garantie, ook door de mazen van dat vangnet zullen altijd individuen blijven glippen die vervolgens ontsporen, dat hou je niet tegen. Maar dan zullen het daadwerkelijk individuele gevallen zijn, in plaats van, zoals nu, een groep die de samenleving ernstiger en blijvender ontwricht dan een overtrekkend sneeuwfront.
1 opmerking:
Helemaal met je eens Marc: zolang je een probleem niet durft of wilt benoemen, kun je het nooit oplossen. En dan blijven de stille tochten net zo zinloos als het geweld wat er aan vooraf ging.
Eric
Een reactie posten