donderdag 8 november 2012

Nico Dijkshoorn - Nooit ziek geweest

Nico Dijkshoorn - Nooit ziek geweest. Contact, 2012, 240 blz.

Onder het lemma 'alomtegenwoordig' vinden we vandaag de dag zeker Nico Dijkshoorn. Marc van Oostendorp noemde hem ooit terecht 'een draver, iemand die maar voortraast'. Behalve talloze columns, gedichten en artikelen die bijna dagelijks in de meest uiteenlopende media verschijnen vervaardigt Dijkshoorn ook fictioneel proza. Na het droogkomische De tranen van Kuif den Dolder (2009) is Nooit ziek geweest zijn tweede publicatie met het predicaat 'roman'.

Het is het autobiografische relaas van zoon Nico over de moeizame verstandhouding met zijn vader Klaas. Klaas is een simpele ziel die altijd graag in het middelpunt van de belangstelling staat. Met verhalen, met grappen, met practical jokes, vaak ten koste van anderen, niet het minst zijn vrouw Nel en zijn zonen Nico, Stefan en Bas. Wanneer hij begint te dementeren nemen de groteske scènes tragische proporties aan.

Nooit ziek geweest is een nogal pijnlijk boek, waarin een flinke mand vuile was buiten wordt gehangen. Nico heeft feitelijk twee jeugdtrauma's: toen zijn vader de klokken in huis een uur te vroeg had gezet, zodat Nico, na zich gigantisch gehaast te hebben, arriveerde bij een nog totaal verlaten voetbalveld, en toen hij in een aquarium in blinde paniek raakte omdat hij zijn vader, die zich verborgen hield achter een pilaar, kwijt was.

Al het andere komt neer op de gebruikelijke kloof tussen een persoon en zijn ouders: de gevoelens van gêne om de gewoonten en gebruiken van pa en ma, de schuldgevoelens die gepaard gaan aan het zich losmaken van de ouderlijke banden. Daar komt bij dat Nico, van zeer eenvoudige komaf, gaat studeren en geïnteresseerd raakt in kunst en literatuur en daarmee een andere belevingswereld krijgt dan zijn ouders. Hij is dus een sociale klimmer en beantwoordt volledig aan hét typische kenmerk van zo iemand: hij zet zich zo radicaal af tegen zijn afkomst dat hij weigert nog enig begrip op te brengen voor het anders zijn van zijn ouders. Hij verwijt hun als het ware hun beperkte geestesleven, in plaats van dat hij die betreurt, en dat is altijd unfair.

Humor is Dijkshoorns grootste kwaliteit, maar in een boek als dit is daar weinig ruimte voor. De auteur is er bovendien niet in geslaagd de strakke compositie die de roman aan het begin heeft tot het einde toe vast te houden; gaandeweg wordt de verhaallijn losgelaten ten faveure van losstaande anekdotes. Zo wordt de omgang van Klaas met zijn kleindochter Marlon in een aantal fases beschreven, maar op een gegeven moment is er opeens ook sprake van een kleinzoon, zonder dat die sprong in de tijd verantwoord wordt, laat staan dat de geboorte van dat kind op een of andere manier verwerkt is in het verhaal. Dat is een probleem inherent aan het autobiografische genre: de auteur vult de gaten in het verhaal automatisch in vanuit zijn geheugen, maar voor de lezer kunnen ze de leeservaring verstoren.

Nico Dijkshoorn stuurt regelmatig tweets de wereld in over een figuur genaamd Klaas. Ooit zei hij in een interview dat hij pas laat besefte dat hij dat personage de naam van zijn vader had gegeven; hij had daar niet eerder bij stilgestaan. Die onbegrijpelijke blinde vlek kan mijns inziens maar op één manier verklaard worden: een joekel van een vadercomplex. Uit therapeutisch oogpunt is het schrijven van een boek als Nooit ziek geweest dan een te rechtvaardigen onderneming. Dit boek moest blijkbaar geschreven worden voor de auteur verder kon. Hopelijk is dat nu het geval en kan Dijkshoorn weer gaan draven.

*****

Geen opmerkingen: