maandag 17 september 2012

Leon de Winter - VSV, of Daden van onbaatzuchtigheid

Leon de Winter - VSV, of Daden van onbaatzuchtigheid. De Bezige Bij, 2012, 431 blz.

In 2004 verscheen van Leon de Winter De vijand, een klein essay over de islamisering van Nederland. Het gold als voorproefje van een roman die de vinger aan de pols van het Nederland van de eenentwintigste eeuw zou houden, een echte post-9/11- en post-Fortuyn-roman. Het bleef echter lang stil. Toen verscheen in 2008 Het recht op terugkeer, een alleszins behoorlijke roman waarin De Winter een eigengereide en doordachte visie ontvouwde op het Israëlisch-Palestijnse conflict, verpakt in een spannend verhaal.

Aangezien De Winter als opiniemaker een nogal rechtlijnige, soms zelfs starre pro-Israëlhouding aanneemt, kwam die brede oriëntering en gematigde visie op de geopolitieke situatie enigszins als een verrassing. Berucht is de aanval op De Winter in Zomergasten door presentator Joris Luyendijk. Die komt regelmatig in het Midden-Oosten en verweet De Winter dat hij zich een mening vormt zonder ooit ter plekke te gaan kijken hoe het werkelijk zit. De Winters reactie was hooghartig, zeker in combinatie met zijn lichaamstaal, en dat beeld beklijft. Overigens ben ik het niet met Luyendijk eens. Het is een misvatting dat je niet of minder beïnvloedbaar bent als je ergens met eigen ogen een situatie gaat beoordelen. Ook dan - of zelfs júist dan - wordt je getoond en verteld wat men wil dat je ziet en hoort, in ieder geval niet minder dan wanneer je alleen boeken, artikelen en reportages leest in de veilige omgeving van de studeerkamer.

Het recht op terugkeer was evenwel niet de al in 2004 aangekondigde roman. Die is nu pas verschenen. Na het 'internationale' Het recht op terugkeer is VSV, of Daden van onbaatzuchtigheid dan eindelijk de langverwachte 'Nederland'-roman. De roman heeft drie uitgangspunten: de moord op Theo van Gogh in 2004, de constante dreiging van een grote terroristische aanslag in Nederland en de positie van de schrijver en columnist Leon de Winter in het debat. De Winter heeft van deze ingrediënten een verhaal gebrouwen met verrassende plotlijnen en een bonte fictionalisering van bestaande personen, maar helaas ook met een schrijnend gebrek aan spanning en visie.

Van Gogh bevindt zich aan het begin van VSV ergens tussen aarde en hemel. Om definitief 'door' te mogen moet hij de taak van engelbewaarder vervullen. Zijn te beschermen object is Max Kohn, een voormalige topcrimineel die vanuit Amerika terugkeert naar Amsterdam om zijn ex te herwinnen. Daar breekt echter net de pleuris uit wanneer een groepje geradicaliseerde moslimjongeren aanslagen pleegt op de Stopera en de Vondel School Vereeniging (VSV). Ze nemen de schoolkinderen in gijzeling, en laat daar nou net het zoontje van Kohn en zijn ex tussen zitten.

Een aardig aspect is dat De Winter zichzelf  met de nodige zelfspot als personage opvoert. Zijn nieuwe vriendin hekelt zijn rabiate 'rechtse praatjes' en zijn vrouw Jessica Durlacher heeft hem verlaten voor een multimiljonair en schrijft nu aan weergaloze afrekening-in-romanvorm. Toch kleeft er aan deze zelfironie ook een gemakzuchtig element, zoals misschien wel voor alle gevallen van ironie geldt, namelijk dat van de goedkope pantsering. Door zelf al de draak te steken met de eigen persoon neemt De Winter zijn critici als het ware de wapens om hem aan te vallen uit handen. Dat geldt ook voor het opvoeren van zijn aartsvijand Van Gogh als personage. Die had De Winter altijd verweten zijn joodse identiteit 'uit te venten'. De Winter nu in VSV: 'De Winter hoorde het verwijt van Van Goghs vrienden al: hij ging Van Gogh uitventen.' Waarmee het verwijt bij voorbaat onschadelijk is gemaakt.

Behalve Van Gogh en De Winter krijgen ook Mohamed Boujeri, Job Cohen, Piet Hein Donner en Geert Wilders hoofdstukken toebedeeld waarin vanuit hun respectieve gezichtspunten wordt verteld, terwijl er voorts nog een belangrijke rol is weggelegd voor Bram Moszkowicz, die als een baken van wijsheid naar voren treedt. Nergens ontsnappen deze figuren echter aan hun oppervlakkige typering, nooit geraakt De Winter in zijn psychologisering voorbij de koude grond. De 'verrassingselementen' - Donner zag als student in Bath een Engels meisje met wie hij een stormachtige liaison beleefde tijdens een boottochtje voor zijn ogen verdrinken; Cohen houdt er buiten zijn gehandicapte vrouw een vriendin op na - zijn echter te potsierlijk om functioneel te kunnen zijn. Ook de jonge terroristen komen nauwelijks tot leven.

In mijn vakantieverslagjes stak ik een beetje de draak met de zinnetjes van De Winter. Dat was wat flauw, maar het neemt niet weg dat De Winter stilistisch een armoedige schrijver blijft. Zelden een pakkende zin, een rake karakterisering of een indringende evocatie. Typerend is de passage waarin Van Gogh eindelijk vleugels krijgt en 'uitzinnig van vreugde en liefde' het zwerk tegemoet vliegt: 'hij vloog over de oceanen en rond wolkenkrabbers en over woestijnen en tussen de stammen van de Giant Sequoias door en zweefde daarna met de adelaren', enzovoort. Je ziet De Winter als het ware afzetten voor een grootse beschrijving, maar hij stort neer voor hij goed en wel van de grond is gekomen.

Ook de plot wil zich maar niet in volle glorie ontvouwen. Uiterst traag moddert het verhaal voort, nodeloos opgehouden door flashbacks en ellenlange dialogen. En wanneer aan het einde van de roman dan eindelijk de spanning stijgt - redden de kinderen het? welke rol speelt Van Gogh hierbij? wat wil De Winter ons nu eigenlijk zeggen over de multiculturele kwestie? -, dan blijkt de climax zo ongeloofwaardig - zelfs voor een roman waarin de bolle Van Gogh als een engeltje opgevoerd wordt! - dat slechts bittere teleurstelling resteert. Ik zal het einde niet verklappen, maar ik geef één woord weg: hartjeshorloge.

Zo is VSV nergens echt overtuigend; het is allemaal net niet. Te weinig spanning, beperkte diepgang, nauwelijks visie op de onderliggende problematiek. In de Volkskrant werd Het recht op terugkeer in 2008 'een gedurfde roman met mulischiaanse allure' genoemd. VSV is alleen mulischiaans in de onwaarschijnlijke bloedbanden tussen personages en de bizarre toevalligheden die hen (opnieuw) met elkaar in contact brengen. De visie en verbeeldingskracht die De ontdekking van de hemel en in mindere mate dus ook Het recht op terugkeer allure verlenen zijn helaas afwezig in VSV.

*****

Geen opmerkingen: