zondag 6 mei 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: 6 mei

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Vandaag was het precies tien jaar geleden dat Pim Fortuyn werd vermoord. In de media werd zoals verwacht uitgebreid stilgestaan bij die gebeurtenis. Bij de herdenkingsmis vanochtend had broer Simon Fortuyn al gezegd blij te zijn dat de opinie over Fortuyn in tien jaar zo veranderd is. Dat is zeker het geval, het is zelfs wonderlijk hoe er her en der met weemoed wordt verteld over Fortuyn. Het zal de ervaring van tien jaar Wilders zijn. Alleen het groene deel der natie - GroenLinks en De Groene - is de ontgroeningsfase nog niet voorbij. Hoezeer de ratio en de bedachtzaamheid het daarbuiten hebben gewonnen van de domheid en de angst als het gaat om de plaatsing en duiding van Fortuyn bleek bijvoorbeeld uit enkele nieuws-, achtergrond- en opinieprogramma's die gisteren aandacht besteedden aan de tiende verjaardag van de zesde mei 2002.

Andere tijden blikte met vier buitenlandse correspondenten die destijds in Nederland werkten terug op de opkomst van Fortuyn en de moord: 'Fortuyn - The Dutch dandy'. Was Fortuyn al niet erg te spreken over de bejegening van mede-politici en de vaderlandse media, van de verslaggeving van de buitenlandse pers werd hij helemaal onpasselijk. Vergelijkingen met Haider, Le Pen en zelfs Mussolini waren niet van de lucht, Fortuyn werd zonder pardon extreem-rechts en een racist genoemd, en hier en daar werd zelfs van neonazi gesproken (Wallonië).

Het is bizar hoe achteloos er met de term 'racist' werd gesmeten. Volgens Kirsty Lang van de BBC was dat nu eenmaal een makkelijk label om op politici te plakken die een anti-immigratiestandpunt voerden. We zien Fortuyn in abominabel Engels de BBC-verslaggever John Simpson aan het verstand proberen te brengen dat het 'stupid' is een religie eenzijdig te vereenzelvigen met een ras, maar tevergeefs. Ook de Belgische correspondente, Goedele Devroy, heeft een op zijn zachtst gezegd merkwaardig verhaal. Met glimmende pretoogjes verwoordt ze de stemming die in België heerste toen Fortuyn doorbrak: ahá, jullie doen altijd wel meewarig over het extreemrechtse Vlaams Blok bij ons, maar nu hebben jullie ook een extreemrechtse politicus. Zelf had ze wel 'een beetje' geprobeerd de vergelijking De Winter-Fortuyn te nuanceren, 'ook al had Fortuyn racistische uitspraken gedaan.' Maar welke racistische uitspraken dat dan waren geweest bleef onopgehelderd. En hoe zou het ook anders kunnen.

De Franse en de Duitse correspondent hebben naar eigen zeggen van meet af aan geprobeerd de eigenheid van Fortuyn ten opzichte van respectievelijk Le Pen en Haider te benadrukken. De Franse correspondent Jean Pierre Stroobants - heel typisch met zwarte coltrui en moeilijke bril - somt op: Le Pen verdedigde de nazicollaboratie, bagatelliseerde de concentratiekampen, maakte grappen over die kampen, identificeerde zich openlijk met nazisme en extreemrechts, enzovoorts, allemaal zaken die een vergelijking met Fortuyn des te navranter en onbegrijpelijker maken. Ook de Duitse correspondent, Helmut Hetzel, ijverde van meet af aan voor een van vooroordelen en onzinnige vergelijkingen ontdane beeldvorming van Fortuyn. Hij bekent zelfs dat hem na het uittypen van zijn commentaar bij de moord de tranen over de wangen rolden.

Opvallend was dat alle vier zo'n beetje van mening waren dat de pers in hun land Fortuyn ten onrechte had afgeschilderd als racist, extreem-rechts, enzovoort. Dat bevreemdt me wel enigszins: het zijn toch juist deze correspondenten zélf die in die media over Fortuyn hebben geschreven? Zíj hebben toentertijd toch verslag gedaan van de situatie in Nederland? Wast men de handen dan nu, tien jaar later, in onschuld? Voor de aimabele Hetzel geldt dat ieder geval niet. Hij schreef op 25 maart 2002 al in Die Welt: 'Ist Pim Fortuyn der Jörg Haider der Niederlande? Er ist es nicht. Wer ihn zuhört und seine Bücher liest (es sind inzwischen elf), kommt zu dem Schluss: Der Provokateur ist ein Ordoliberaler [...] und ein Rechts-Populist.' Het is vrees ik eerder zo dat het correspondentschap een ondankbare baan is. Omdat je als insider weliswaar je vaderland werkelijk kunt voorlichten, de vooroordelen kunt bijstellen en de broodnodige nuanceringen kunt aanbrengen, maar je toch een roepende in de woestijn bent omdat de pers in je land toch de eigen opinie doordrukt en er steeds minder plaats is voor nuancering en diepgang.

Eerder vandaag besteedden Buitenhof en Eva Jinek op Zondag enige aandacht aan Fortuyn door terug te blikken met betrokkenen van toen. Te gast bij Pieter Jan Hagens was Ronald Sörensen, indertijd een van de voormannen van Leefbaar Rotterdam ('"We zouden toch advertenties zetten Pim," klinkt het plotseling uit de gang. Het is Ronald Sörensen, de nummer twee van Leefbaar Rotterdam. Hij drinkt een blikje Palm-bier en heeft meegeluisterd. Pim: "Rot op jij! Doe je eigen interviews."' - Marcel van Roosmalen, Op pad met Pim, 2002, p. 80). Sörensen kwam met de 'primeur' dat hij tien jaar geleden gedwongen werd zijn baan als leraar neer te leggen vanwege zijn politieke gezindheid. 'Een Berufsverbot,' zei Hagens ironisch. Sörensen zat nog steeds vol woede over 'de elite' en de islam en noemde voorts 'rancune' als een belangrijke drijfveer om voor de PVV actief te blijven - hij zit tegenwoordig in de Senaat voor de PVV -, waarmee hij maar weer eens onbedoeld maar haarscherp het verschil tussen Fortuyn en Wilders aangaf.

Bij Eva Jinek op de bank zaten Joost Eerdmans en Mat Herben, niet toevallig zo'n beetje de enige twee ex-LPF'ers die je nog met goed fatsoen op je verjaardag zou kunnen uitnodigen. Eerdmans had eens gekeken welke van Fortuyns aanbevelingen uit De puinhopen nu na tien jaar gerealiseerd waren en kwam tot een treurig stemmende conclusie: de wachtlijsten zijn iets korter geworden en 'we hebben iets aan de grenzen gedaan', maar verder is er weinig veranderd: de menselijke maat is nog steeds niet terug in het onderwijs en de zorg, integendeel: de schaalvergroting heeft onverminderd doorgezet.

Herben citeerde de openingszin van De verweesde samenleving: 'Ik houd mij sinds 1990 bezig met de omgang van Nederland met de moderniteit', en stak vervolgens een gloedvol betoog af over de imperatief van Fortuyn: 'Wat heeft Nederland welvarend gemaakt, wat moeten wij bewaren, wat moeten wij doorgeven aan onze kinderen, wat moeten wij doorgeven aan nieuwkomers? Dat maakt de discussie explosief. Waarom 1990? In 1989 was de Muur gevallen, het oude socialisme was dood, dachten wij in 1990, de secularisatie, de ontkerkelijking, de opkomst van de islam, het was nodig in de jaren '90 dat mensen een visie ontwikkelden: hoe gaan we verder. Maar wat is er nu aan de hand: men deelt de wereld weer in: je bent links of je bent rechts. Dan heb je er niets van begrepen, de wereld zit veel complexer in elkaar, het gaat om problemen oplossen, los van ideologische vooroordelen.' Jinek: 'Meneer Herben, u moet weer campagne gaan voeren, u bent helemaal opgewonden hier op zondagochtend.'

Geen opmerkingen: