woensdag 13 april 2011

Elbert regeert

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar juni schreef Frank Verhoef in HP/De Tijd: 'Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik overweeg soms zelfs een proteststem voor de SGP, tégen de schrijnende onkunde van steeds jonger wordende Kamerleden, en vóór diepgaande kennis van het staatsrecht.' Of Verhoef uiteindelijk zijn proteststem heeft uitgebracht weet ik niet, maar de SGP is er hoe dan ook niet door geraakt: de mannenbroeders bleven wederom steken op twee zetels.

Alles wees dus op wéér vier jaar een rol in de marge van de volksvertegenwoordiging. En met het vertrek van eminence grise Bas van der Vlies was ook het boegbeeld van de partij verdwenen. De huidige politieke constellatie heeft echter als curieus neveneffect dat de SGP plots een sleutelrol vervult. De strenggereformeerden kunnen vanaf mei het kabinet vanuit de Eerste Kamer de broodnodige steun bieden om besluiten erdoor te drukken en trekken dus druk mee aan de touwtjes. Dan kan het gebeuren dat de liberale premier Rutte de SGP ineens een 'leuke partij met leuke mensen' noemt.

Deze week blijkt weer hoe groot de invloed van de SGP feitelijk al is. De boete voor langstudeerders is met een jaar uitgesteld, een vurige wens van de SGP waarmee staatssecretaris Zijlstra aanvankelijk geen rekening wenste te houden. De SGP'er Elbert Dijkgraaf zei gisteren dat huidige studenten ten onrechte geconfronteerd worden met een maatregel die ze niet konden voorzien toen ze gingen studeren. Hoewel het fair is dat een dusdanig ingrijpende maatregel pas ingaat voor nieuwe gevallen, kun je je ook afvragen wat de reikwijdte is van het argument. Zo kun je ook beargumenteren dat de verhoging van de pensioenleeftijd pas mag ingaan voor mensen - kinderen - die nu nog niet werken, omdat mensen die eenmaal aan het arbeidsproces zijn gaan deelnemen niet hadden kunnen voorzien dat ze langer door zullen moeten werken dan ze gedacht hadden.

Net zoals potentiële studenten, hadden die voor aanvang geweten dat studeren ze diep in de schulden zou kunnen brengen, tot het besluit hadden kunnen komen niet te gaan studeren, zo hadden potentiële werknemers ervoor kunnen kiezen maar meteen uit de staatsruif te vreten in plaats van tot hun 70ste in het zweet huns aanschijns een boterham te moeten verdienen. Dit is natuurlijk een nogal gechargeerd voorbeeld, maar het geeft aan dat Dijkgraafs redenering niet altijd geldig is. Hoe dan ook, de langstudeerdersboete een jaartje uitstellen lijkt me zeker te billijken. Als was het maar om te voorkomen dat een student uit wanhoop een scriptie inlevert die volledig is ge-zu-Guttenbergd.

Vandaag moest Dijkgraaf opnieuw aan de bak. In de Kamer ging hij in debat met Marianne Thieme, die een wetsvoorstel had ingediend om onverdoofd ritueel slachten strafbaar te stellen. Alleen de christelijke partijen zijn tegen. Dat lijkt op het eerste gezicht wat vreemd, aangezien van de drie grote religies het christendom juist de enige is waar de rituele slacht niet (meer) voorkomt. Het gaat de partijen echter om de vrijheid van godsdienst die in het geding dreigt te komen. Dijkgraaf heeft dan ook een wat omslachtige redenering nodig om tot zijn standpunt te komen: Nederland is groot geworden in een joods-christelijke traditie, vandaar dat het kosjer slachten niet verboden mag worden, zoiets.

Het is niet de bedoeling dat wij vanuit Den Haag gaan bepalen wat mensen wel of niet mogen geloven, zei Dijkgraaf vanmiddag. Hij vergist zich echter in de aard van de zaak: het gaat hier niet om wat men wel of niet mag geloven, maar om wat men wel of niet mag doen vanuit dat geloof. Sterker nog: om wat de gevolgen kunnen zijn als men het toch doet. Het is juist wel de taak van Den Haag om grenzen te stellen, om vast te leggen wat mag en wat niet. Als fundi's geloven dat ongelovigen afgemaakt moeten worden, mogen ze dat geloven, zolang ze het maar niet in hun botte hersens halen het werkelijk te doen. Als ik heilig geloof dat ik door rood licht mag rijden, dan mag ik dat geloven. Ik kan het zelfs doen, maar de gevolgen zijn dan voor eigen rekening.

De crux is dat gelovigen best zelf mogen weten wat ze doen, als ze maar strikt binnen de eigen kring blijven opereren zonder andersdenkenden voor de voeten te lopen. Het argument van Thieme komt erop neer dat dieren er niet voor kiezen deel te nemen aan het ritueel. Tsja. Als het voorstel het haalt, dan mag er ook wel iets gedaan worden aan een ander ritueel dat overlast bij onschuldigen veroorzaakt: het zaterdagvoetbal. Enkele zaterdagclubs uit de Topklasse willen best promoveren naar de Jupiler League, maar ze hebben grote moeite de zaterdag als enige speeldag op te geven. Want op zondag voetballen, dat mag niet. Deze hopeloos ouderwetse onzin zorgt ervoor dat de zondagkampioen* letterlijk bij god niet weet waar hij aan toe is, want de KNVB blijft de uiterste datum waarop de clubs moeten aangeven of ze overstap willen wagen maar uitstellen.

Gelovigen mogen best geloven dat ze niet op zondag mogen opdraven, maar laat ze dan - weer letterlijk - in godsnaam hun eigen bond oprichten. Hier ligt een taak voor een andere neopoliticus met veel macht: Richard de Mos. De officieuze staatssecretaris voetbalzaken kijkt niet op een proefballonnetje meer of minder. Dat betekent wel dat Elbert Dijkgraaf opnieuw aan de bak zal moeten om een voorstel tegen te houden. Maar dat is dan ook de consequentie die je moet aanvaarden wanneer je plotseling een 'leuk mens' bent geworden dat met je 'leuke partij' in het centrum van de macht is beland.

Geen opmerkingen: