donderdag 17 februari 2011

Lezen, lezen, lezen #22

Meindert Fennema - Geert Wilders. Tovenaarsleerling (2010), 284 blz.
De biografie die politicoloog Meindert Fennema van Geert Wilders schreef deed in de media en onder vakgenoten enig stof opwaaien. Fennema zou zich wat te veel hebben verplaatst in het hoofd van Wilders. De PVV-voorman weigerde categorisch zijn medewerking aan dit boek, wat Fennema ertoe verleidde particuliere speculaties over de gedachtewereld en de motieven en drijfveren van Wilders als biografische feiten te presenteren. Dat blijkt allemaal reuze mee te vallen. Zo nu en dan veroorlooft Fennema zich een passage waarin hij pretendeert woordelijk te weten wat er in Wilders' hoofd omging op een bepaald moment, maar het overgrote deel van de biografie bestaat uit een redelijk objectieve kroniek van de politieke carrière van Wilders. Toch, zo bekent Fennema in zijn 'Verantwoording', heeft de omgang met zijn biografisch object hem niet onaangedaan gelaten: 'de biograaf van een politicus die zó zwaar heeft geleden onder doodsbedreigingen van radicale moslims, ontkomt niet aan een gevoel van sympathie met het slachtoffer.' Dat gevoel heeft de biografie zonder meer goed gedaan. Fennema schrijft onderhoudend en blijft vrij van de krampachtigheid en het moralisme dat het discours rondom de PVV nogal eens ontsiert. Hij gebruikt gewoon het woord 'straatterreur', René Danen is extreem links en de speech van Máxima waarin de prinses oreerde dat dé Nederlandse identiteit niet bestaat noemt Fennema 'een onversneden GroenLinkse toespraak'. Wilders is sinds 2006 alomtegenwoordig, extra interessant zijn dan ook de hoofdstukken die de periode ervoor behandelen, toen Wilders een talent op de rechtervleugel van de VVD was. Fennema laat ook mooi zien dat de echte doorbraak van de PVV in feite het directe gevolg is van het conflict tussen Rita Verdonk en haar rechterhand Ed Sinke. Verdonk kelderde in de peilingen en Wilders ging er met de buit vandoor. Geert Wilders. Tovenaarsleerling is een leerrijk, amusant en bij vlagen zelfs spannend boek dat niet alleen een onbevooroordeelde studie over het Venlose fenomeen is maar ook een uitstekende bijdrage aan de recente politieke geschiedschrijving levert.

H.J.A. Hofland - De kronieken van S. Montag. Nederland 1975-2010. Samenstelling Bas Blokker, Sjoerd de Jong, Geert Mak & Hubert Smeets (2010), 311 blz.
Elke zaterdag neemt Henk Hofland de gedaante aan van Samuel Montag, 'een wat bezadigde aankomende grijsaard van een jaar of zestig' die zich 'iedere week met achthonderd woorden in het tumult van het mondiale leven werpt'. Rond de 1500 overpeinzingen zijn er sinds 1975 van Montag verschenen. Uit dit immense aantal hebben vier bewonderaars een bloemlezing samengesteld. Het gevaar van 35 jaar lang de maatschappij onder een vergrootglas houden is dat je op den duur verzuurt, maar Hofland heeft deze kuil weten te omzeilen. Door steevast in te zoomen op een detail, iets veronachtzaamds, het kleine gebaar, weet hij een frisse, open blik te bewaren. Onwillekeurig is Montag in de loop der tijd niet alleen chroniqueur van Nederland geworden ('onze unieke symbiose van de drie klankkleuren zelfbeklag, verontwaardiging en machteloosheid'), maar is hij omgekeerd ook het product van de veranderde tijdgeest. Dat laat deze verzameling mooi zien. De stukjes uit de zorgeloze jaren negentig worden van lieverlede saaier en bleker, maar na 9/11 vindt er een omslag plaats. Plots is Montags zoete mildheid gekruid met een vleugje bitter. De vrijblijvende melancholie is aangevuld met een schrijnend besef van het voorbije én het eeuwig terugkerende. Het is weer oorlog, heet het zelfs ergens. Montag denkt terug aan de tijd dat op station Roosendaal de reizigers naar België nog in een lange rij voor de douane stonden en vreest dat die tijd weerkeert. Maar het uitgangspunt is anders: 'Bin Laden heeft de klok vijfenvijftig jaar teruggezet. Er is een verschil. Wat je toen overkwam, gebeurde na de bevrijding. Het was een uitvloeisel van de oorlog die voorbij was. Nu is het omgekeerd.' De consequent volgehouden Montagse naïviteit speelt zijn schepper nu parten. 'Na de val van de Muur waren we naïef geworden. Morgen zou alles nog mooier, beter, lekkerder worden dan vandaag. Dat was impliciet gegarandeerd. Van de ene dag op de andere zijn we in een andere wereld terechtgekomen. We hebben onze naïviteit verloren.' Montag vraagt zich in zijn overpeinzingen dikwijls hardop af wat er over een x-aantal jaren resteert van zijn observaties, wat ze onthullen dat bij het schrijven nog verborgen bleef. Het 'denkt u alstublieft niet dat wij allen zo zijn' dat een Marokkaan hem ergens in 1993 smekend toevoegt nadat Montags zakken gerold zijn in de tram, is wat dat betreft met terugwerkende kracht veelbetekenend. De kronieken van Montag zijn cultuurhistorie in optima forma.

Frits Bienfait - Is Links beter dan Rechts? Over de grote politieke tweedeling (2010), 126 blz.
De zeldzame vaste volger van dit blog zal bemerkt hebben dat vorig jaar uitzonderlijk veel logs over politiek gingen, culminerend in de geloofsbrieven midden december. De introspectieve vraag of ik 'links' of 'rechts' ben en waarom dan wel was daarbij de spil van de kwestie. Recent las ik dit boekje van Frits Bienfait dat over deze materie handelt. Bienfait verklaart de tweedeling in links en rechts als inherent aan de menselijke natuur, als ordeningsprincipe van de in het duister tastende mens. Taal, tradities en de 'Vaderherinnering' zijn daarbij de vitale factoren. Aan de hand van de betekenis van 'links' en 'rechts' in de taal en de tradities en de traditionele Westerse gezinsopbouw wil Bienfait aantonen dat het politieke dualisme niet zozeer een directe tegenstelling aanduidt als wel een fundamenteel andere kijk op de wereld. Dat klinkt niet erg concreet, maar Bienfaits samenvattende 'soundbite' is verhelderend: 'Rechts: Het is zoals het is. Links: Het kan anders!' Dit verschil in visie is eerder emotioneel gemotiveerd dan intellectueel. Het geeft de verhouding van de mens tot de wereld weer. 'Essentieel is hier wie, in de relatie tussen mij en de wereld, zich dient aan te passen, ik mij aan de wereld (rechts), of de wereld zich aan mij (links).' Bienfait werkt zorgvuldig naar deze conclusie toe, maar uiteindelijk is ze toch niet geheel bevredigend. Links-rechts lijkt hier immers neer te komen op progressief-conservatief. De verwarring over de vervaging (of: verschuiving) van links en rechts blijft dan bestaan. Waarom, bijvoorbeeld, is antisemitisme tegenwoordig vooral te vinden bij links? Volgens de geschetste logica zouden de joden vroeger dus een bedreiging voor de bestaande orde hebben gevormd en zijn ze tegenwoordig juist sta-in-de-weg naar een betere wereld. Dat weiger ik te geloven. Volgens Bienfait zijn links en rechts redelijk stabiele begrippen, respectievelijk veranderingsgezind en behoudend beduidend. Maar is het niet zo dat hun betekenis ook afhankelijk is van de bestaande politieke orde, gebaseerd op conjunctuur? Als links aan de macht is, is het rechts dat het anders wil.

Geen opmerkingen: