maandag 12 juli 2010

WK Kroniek, #5: Deceptie

10 t/m 12 juli
Deze WK-kroniek is het vijfde en laatste deel van de serie. De trouwe lezer zal deel vier gemist hebben. Dat deel, bestrijkende 2 t/m 9 juli, zal worden opgenomen in het vakantieverslag 'Malta 2010', dat de komende tijd in afleveringen zal verschijnen.

ZATERDAG 10 JULI en het land trilt en zucht van verwachting en verlangen. In Duitsland in 1974 waren we de besten, maar verloren we van de geniepige Duitsers. In Argentinië in 1978 waren we er nog dichter bij, maar stonden een doelpaal en de Argentijnse heksenketel in de weg van het goud. Nu, in Zuid-Afrika in 2010, zal alles toch nog goed komen. De tegenstander is niet het gastland, driemaal is scheepsrecht en deze groep is zo gebrand op die cup dat de tweede plaats niet eens een optie ís. Oranje speelt al het ganse toernooi met het geluk en de flow van de gedoodverfde winnaar. Wesley Sneijder speelt moeizaam en is grote delen van de wedstrijden onzichtbaar, maar op de cruciale momenten geeft hij een assist of scoort hij een lelijke goal. In dat mannetje is Guus Geluk gereïncarneerd.
Spanje. De laatste hindernis is Spanje. De beste ploeg ter wereld. Waar Nederland op zijn Duits - bikkelen, linkeballen, mazzelen - naar de finale is geslopen, daar heeft Spanje op z'n Hollands de eindstrijd bereikt: combineren, overvleugelen, domineren. Met één verschil. De doelpunten bleven uit. Met drie keer een schamele 1-0 hebben de Iberiërs hun finaleticket veilig gesteld. Oké, ze speelden voortreffelijk tegen de Duitsers, maar die maakten dan ook de fout ultradefensief en afwachtend aan te treden. Oranje scoort altijd, David Villa neutraliseren en de winst ligt binnen handbereik. Het moet, het zal, het kan.
Aan de vooravond van de dag van ons leven is er eerst nog die merkwaardige strijd om het brons. Twee ploegen die mentaal gebroken zijn en liever naar huis zouden zijn gegaan worden geacht nog één keer alles te geven. Ironisch genoeg zorgt de afwezigheid van druk en stress er nu voor dat de spelers van Duitsland en Uruguay zowaar een vermakelijke wedstrijd op de mat leggen. Duitsland komt wederom snel op voorsprong, maar de moedige Uruguayanen vechten zich naar een voorsprong. Duitsland maakt snel gelijk en vlak voor tijd komt ook nog de winnende treffer uit de lucht vallen. De lethargie na het eindsignaal maakt duidelijk dat Uruguay beter derde had kunnen worden. Dan zijn de zinnen van de Nederlandse bevolking echter al verzet naar de dag van morgen. In veel bedden wordt gewoeld, gedraaid, gedroomd. Menigeen ziet het licht worden.

Hoe word je wakker op de dag van de WK-finale? ZONDAG 11 JULI is vreemd genoeg een dag als alle andere. Al die spetterende etiketten blijken toch rationalisaties te zijn die maar geen vat krijgen op geest en zenuwstelsel. De dag die je je altijd zult blijven herinneren, je eeuwige vandaag, once in a lifetime, enzovoort. Het is nog steeds bloedheet, vanavond moet Oranje weer voetballen en het WK zit er godverdomme bijna op. De nervositeit is ver te zoeken. Wat is dit? Zelfbescherming van het lichaam? Afijn, de grootste Oranje-supporter Jack van Gelder begint al om 12.00 uur vanuit Afrika voor te beschouwen. Dat brengt de sfeer er al een beetje in. Bij iedereen is er dat hardnekkige geloof, dat welhaast zeker weten dat het vanavond dan eindelijk gaat gebeuren. De hele dag is een tunnel naar half negen.
Na de wilde taferelen op het mediterrane Malta is de bestemming nu het gemoedelijke Nijmegen. De trein raakt voller en voller, alles kleurt oranje, iedereen is op de been. De pleinen zijn overvol. Er is enthousiasme en saamhorigheid, maar ook kalmte en nerveuze spanning. 11 juli 2010, 20.30 uur, het hier en nu. De bal rolt. Er is geen weg meer terug.
Spanje begint furieus. De eerste tien minuten wordt Oranje zoekgetikt. De arbiter Howard Webb wordt door alle aanwezigen al snel beschimpt en vervloekt, maar uit elke herhaling blijkt dat de gele kaarten terecht zijn. Van Persie schoffelt, Van Bommel zaagt en Nigel de Jong raakt Alonso vol op zijn aorta. De rust wordt met 0-0 gehaald, maar het besef is er langzaam maar ferm ingeslopen: we zijn de onderliggende partij, dit wordt heel lastig. Maar ook: Brazilië was de eerste helft ook oppermachtig, na de thee stond er een herboren Oranje.
Dat is nu helaas niet het geval. Spanje blijft domineren, Oranje vindt de vrije man niet, Webb krijgt een lamme arm van het kaarten trekken. Maar dan. Het moment. Sneijder schildert een steekpass op Robben. Iedereen houdt op met ademen. Enkele seconden lang is de menselijke CO2-uitstoot gereduceerd tot nul. Vogels stoppen met fluiten. De kreet van afgrijzen uit miljoenen kelen schudt de Aarde even later bijna uit haar baan. Robben heeft gefaald. Dit was het moment, en Robben en Van Marwijk en Wim-Lex en alle Nederlanders weten het. Iets met kansen die je maar één keer krijgt en die je moet grijpen.
Verlenging. Lelijk voetbal, strijd, oorlog, paniek. Maar Stekelenburg staat sterk, strafschoppen lonken. Vragen flitsen: Willen we kampioen worden uit penalty's? Is Casillas beter dan Stekel? Zijn er al mensen gaan slapen? Overbodige vragen, want het staat ineens 0-1. Iniesta, de bleekscheet nota bene, heeft het net gevonden. Er is geen vlag omhoog gegaan. Er is niet afgefloten. Hij was in het zijnet, maar aan de binnenkant. Ongeloof. Ontkenning. Nee, niets helpt meer, hij zit er echt in. Over en uit, weg droom, weg ik was erbij die gedenkwaardige dag. Weinig mensen huilen. De stemming bij de mensen is eerder gelaten dan verdrietig of boos. Omdat Spanje de beste was. Omdat Spanje wel voetbalde. Omdat het een gruwelijke schijtwedstrijd was. We hebben geen voetbal gezien, zijn niet eens eervol ten onder gegaan. Die Webb was een grote drol, maar overal sijpelt al de schaamte voor de veel te agressieve vaderlanders de harten binnen. Negen gele kaarten, wat een schande.
Sommigen gaan naar huis, anderen doen aan collectieve rouwverwerking in kroegen en cafés. Een niet al te snuggere dj gooit 'Rood' van Marco Borsato op de pick-up. Dat nummer draaien is sowieso al een enkeltje Bijlmerbajes waard, maar in dit geval is het extra pijnlijk. Er klinkt wat boe-geroep en gejoel, maar niemand wordt echt kwaad. De gelatenheid is lood- en loodzwaar.

MAANDAG 12 JULI en alles is nu echt voorbij. Na de wedstrijd was er nog steeds de adrenaline, de oranje waas, maar nu is de bubbel dan definitief doorgeprikt. Een volle maand lang heeft de pandemie gewoed, de Oranje-koorts had het land in zijn greep. 11 juni t/m 11 juli 2010 was een gat in de tijd.
Iedereen praat en schrijft nu over de schoppartij, de geïntimideerde Webb, de goal van Iniesta, de niet-gegeven corner. Maar die kans van Robben... Die zal uitgroeien tot de Rensenbrink van mijn generatie. Als Rensenbrink in '78... Als Robben toen in 2010...

2 opmerkingen:

Bob van Tiel zei

Dat gejank over het harde spel van onze jongens, daar word ik echt doodmoe van. Nee, dat constante gebaren om een gele kaart van Puyol, Xavi en Iniesta, dat is sportief.

En voor die overtreding van De Jong heeft nog nooit iemand een rode kaart gekregen. Wij zaten toch ook niet zo te huilen toen die Uruguayaan de tanden uit de mond van De Zeeuw trapte?

Die overtreding van Aogo in de kleine finale, dat was een rode kaart. Maar daar hoor je niemand meer over. Het lijkt wel of iedereen boter op zijn hoofd heeft.

Robe(r)t Vlootje zei

Is monseigneur Le Zoggle nog in Damstro geweest om te kijken wie er nog meer zo gek was de verliezer binnen te halen als winnaar? Van Persie helemaal in de war, die zei op Kaméra dat we toch ook een beetje gewonnen hadden. Dat krijg je er van. Volgend jaar in een pindakaasreclame...

Kudos voor Le Bob (hij zegt maar wat, maar het is leuk dat ie het doet)