Een rubriek over de zin en onzin van spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen in het hedendaagse tijdperk.
'Beledigende opmerkingen krijg je naar je hoofd geslingerd: "je mag er nog best wezen" - Hoezo? Als je minder mooi was geweest, had je dan op moeten flikkeren of zo?!' (T.Maassen)
'Wir haben es nicht gewusst'
Kardinaal Simonis bij Pauw & Witteman over het kindermisbruik binnen de katholieke kerk. Een discutabele uitspraak, maar stiekem ook een bekentenis? Duitsers die deze woorden kort na WOII spraken, waren immers wel degelijk in zekere zin op de hoogte van de gruwelen. En de laatste weken is wel gebleken dat het misbruik tot in de hoogste kringen van de kerk bekend was en altijd een hoog doofpotgehalte heeft gehad.
Dwergen op de schouders van reuzen
Naar verluidt was het de neoplatonist Bernard van Chartres die deze uitdrukking muntte. Hij wilde ermee aangeven dat de wijsgeren van zijn tijd slechts zo wijs waren omdat ze konden voortbouwen op de kennis van voorgangers. De dwerg moet, om de beeldspraak vol te houden, dus wel boven het hoofd van de reus uitreiken om hem in kennis te overtreffen. Maar krijgen we dan niet te maken met kleine reuzen en grote dwergen? De standaardverhoudingen hoofd-romp-benen van een volwassene zijn 1:3:4.
Als we uitgaan van een relatief kleine reus, zeg 3 meter, dan meet zijn hoofd 37,5 centimeter. De dwerg moet dan toch minstens 40 centimeter lang zijn. Een reus van 5 meter heeft al een hoofd van 62,5 centimeter, een reus van 10 meter eist een dwerg van 1,25 meter. Het zou allemaal net kunnen. Er treedt echter een complicatie op: Bernard van Chartres sprak van dwergen die op de schouders van reuzen zitten...*
Een appeltje voor de dorst
Deze heb ik nooit begrepen. Als je ergens dorst van krijgt, dan is het wel van een appel. Een appel is daarentegen een perfect tussendoortje om voortijdige honger een uurtje de kop in te drukken. Een appeltje voor de honger dus.
Yes we Cohen
Overenthousiaste PvdA'ers lanceerden deze slogan om Job Cohen als de Hollandse Obama te afficheren. Het is een symptoom van de hype die is ontstaan nadat de PvdA Cohen presenteerde als kandidaat-premier. Meteen steeg de PvdA in de peilingen en barstte er een euforie los ter linkerzijde van het spectrum die wat ongemakkelijk aanvoelt. Cohen heeft immers nog geen debat gevoerd, nog geen idee geopperd, nog geen plannen gepresenteerd. Kenmerk van een hype is dat de populariteit van het fenomeen net zo snel weer verdwenen kan zijn als zij opgekomen is. Misschien is hier dan ook eerder een ander gezegde van toepassing: te vroeg pieken.
Peper-en-zoutkleurig haar
Altijd als in een boek het haar van een personage wordt omschreven als 'peper-en-zout-kleurig', frons ik even de wenkbrauwen. Hoe moet ik me dat voorstellen? Peper is zwart of donkergrijs, en zout is wit. Zwart haar oké, helblond bestaat ook, maar peper én zout? Volgens mij is er maar één iemand op wie 'peper-en-zoutkleurig haar' van toepassing is: Gerda!
* Misschien had Bernard menselijke reuzen en dwergen in gedachten. Eerder deze maand overleed He Pingping, met 73 centimeter de kleinste volwassen man ter wereld. Op deze foto zien we hem met Bao Xishun, de langste man ter wereld. Hij is 2 meter 36. De verhouding dwerg-reus is dan zo ongeveer 1:3.
zondag 28 maart 2010
zaterdag 27 maart 2010
Zeven dagen lang (11)
21 t/m 27 maart
ZONDAG Wederkerend besef
Taalkundig virus dat zich de laatste maanden razendsnel verspreidt: 'zich beseffen'.
MAANDAG Misdaad loont
BV Veendam lijkt gered: drie sponsoren nemen de schuldenlast op zich. Een van de drie is... Jans Norder. De man die eerder nog door de club voor de rechter werd gedaagd om met miljoenen over de brug te komen die hij nooit had toegezegd, steekt nu de helpende hand toe.
DINSDAG Waar kan ik me aanmelden?
Volgens nu.nl zijn koffie en thee de populairste dranken. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de 'Nederlandse Vereniging Frisdranken Water Sappen'.
WOENSDAG Hilbrand
Sophie Hilbrand in een commercial tegen discriminatie van met HIV besmette mensen: 'Zou je nog naar me kijken als ik HIV-positief zou zijn?'
Al was je het niet, dan nog niet, meid.
DONDERDAG Talentje
En weer breekt er in het voorjaar een nieuw Nederlands klimtalent door: Michel Kreder (Garmin) rijdt uitstekend in Catalonië.
VRIJDAG Kafka
Ergens op het web zie ik een advertentie voor De gedaanteverwisseling van Kafka in de Perpetua-reeks. Vreemd, aangezien Het proces als Kafka-titel was gekozen. Heeft men nu al voor de tweede keer een keuze gewijzigd? Eerder werd immers al op het laatste nippertje Oliver Twist van Dickens vervangen door Grote verwachtingen. Voor aanvang van de reeks werd door een jury besloten welke titels de eer hadden in de reeks te mogen verschijnen. Terugkomen op de gemaakte selectie is raar, maar acceptabel als het een unaniem besluit betreft. Dat kan echter niet, aangezien een van de juryleden Kees Fens was, die in 2008 overleed. Alleen al uit respect voor Fens zou men van de lijst af moeten blijven.
ZATERDAG Meer wissels
Als ze dan toch gaan wijzigen: graag Anna Karenina vervangen door Oorlog en Vrede, De koperen tuin door De kellner en de levenden en Mrs Dalloway door Naar de vuurtoren.
ZONDAG Wederkerend besef
Taalkundig virus dat zich de laatste maanden razendsnel verspreidt: 'zich beseffen'.
MAANDAG Misdaad loont
BV Veendam lijkt gered: drie sponsoren nemen de schuldenlast op zich. Een van de drie is... Jans Norder. De man die eerder nog door de club voor de rechter werd gedaagd om met miljoenen over de brug te komen die hij nooit had toegezegd, steekt nu de helpende hand toe.
DINSDAG Waar kan ik me aanmelden?
Volgens nu.nl zijn koffie en thee de populairste dranken. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de 'Nederlandse Vereniging Frisdranken Water Sappen'.
WOENSDAG Hilbrand
Sophie Hilbrand in een commercial tegen discriminatie van met HIV besmette mensen: 'Zou je nog naar me kijken als ik HIV-positief zou zijn?'
Al was je het niet, dan nog niet, meid.
DONDERDAG Talentje
En weer breekt er in het voorjaar een nieuw Nederlands klimtalent door: Michel Kreder (Garmin) rijdt uitstekend in Catalonië.
VRIJDAG Kafka
Ergens op het web zie ik een advertentie voor De gedaanteverwisseling van Kafka in de Perpetua-reeks. Vreemd, aangezien Het proces als Kafka-titel was gekozen. Heeft men nu al voor de tweede keer een keuze gewijzigd? Eerder werd immers al op het laatste nippertje Oliver Twist van Dickens vervangen door Grote verwachtingen. Voor aanvang van de reeks werd door een jury besloten welke titels de eer hadden in de reeks te mogen verschijnen. Terugkomen op de gemaakte selectie is raar, maar acceptabel als het een unaniem besluit betreft. Dat kan echter niet, aangezien een van de juryleden Kees Fens was, die in 2008 overleed. Alleen al uit respect voor Fens zou men van de lijst af moeten blijven.
ZATERDAG Meer wissels
Als ze dan toch gaan wijzigen: graag Anna Karenina vervangen door Oorlog en Vrede, De koperen tuin door De kellner en de levenden en Mrs Dalloway door Naar de vuurtoren.
dinsdag 23 maart 2010
Joost Zwagerman - Duel
Joost Zwagerman - Duel. CPNB 2010, 96 blz.
'Godverdomme' is het eerste woord van Duel, het boekenweekgeschenk van Joost Zwagerman. De recensenten van het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad kapittelen de novelle hierom. Het is toch bijzonder tragisch zo allergisch voor vloeken te zijn dat je niet voorbij het eerste woord van een boek geraakt. En dat terwijl Zwagerman aan het eind van Duel de befaamde uitspraak van Cioran aanhaalt dat God veel te danken heeft aan Johann Sebastian Bach.
De mentions van God aan begin en eind maken van Duel een mooi rond verhaal. God heeft veel te danken aan Mark Rothko, zo betoogt de progressieve kunstcriticus Bernard Shorto aan het eind. De vloek uit de eerste regel is van Jelmer Verhooff, de directeur van het Hollands Museum, geuit wanneer hij per ongeluk het doek Untitled No. 18 van Rothko beschadigt. Verhooff is het slachtoffer geworden van een doorgeslagen kunstenares, Emma Duiker, die bedacht heeft dat de klassieke kunstwerken het museum moeten verlaten om weer onder de mensen te komen. Ze heeft Untitled No. 18 ontvreemd en vervangen door een vervalsing.
Duel is allereerst een spannende pageturner. Verhooff en zijn partner Olde Husink, restaurateur, belanden uiteindelijk in Slovenië om het doek te heroveren. Zwagerman reflecteert met Duel ook op zijn eigen schrijverschap. De lamballen uit Gimmick! zijn in Duel de gevestigde orde van kunstenaars geworden. Toch is er weinig veranderd in de kunstwereld. In Gimmick! haalde het hoofdpersonage Raam gemakkelijk zijn subsidie binnen door wat werk van vrienden te tonen aan commissieleden. In Duel is er kritiek op de ontaarding van de moderne kunst, waar 'installaties' de zalen bezetten en zelfs 'twintig blokken hardhout in een weiland in Patagonië' voor kunst doorgaan. Het 'project' van Duiker wordt zelfs met onmiskenbare sympathie behandeld. Het idee erachter raakt dan ook aan een van Zwagermans stokpaardjes: kunst die de wereld intrekt, straatrumoer veroorzaakt.
Toch ontstaat er zo een merkwaardige paradox. Het werk van Rothko is behoorlijk solipsistisch te noemen. Alleen een zeer select groepje ingewijden zal een werkelijke ontvreemding van een werk als Untitled No. 18 als schokkend ervaren. Verreweg de meeste leken zal het onverschillig laten. Het doek wordt in Duel door Verhooff in lyrische termen beschreven: 'Het rood en het blauw leken te trillen als een landschap in laaiende hitte - maar een iets ander blikveld en beide kleuren spoelden als het koelst denkbare water over je heen. [...] kleur als toneelmatig drama, kleur als serene vertelling, kleuren die, zoals Rothko het zelf had omschreven, "ademden".' Hoe geloofwaardig deze woorden ook klinken, en hoe dicht Duel ook op de tijdgeest zit, het onderwerp moderne abstracte kunst is wel het laatste onderwerp dat de literatuur tot een serieuze stem in het maatschappelijke debat maakt.
Dan zijn de columns van Zwagerman toch vele malen concreter, geëngageerder en bovenal urgenter. Is dat de reden dat zijn proza maar niet explosief wil worden? Zwagerman is met een zachte landing teruggekeerd in de literatuur, terwijl de harde bons aangewezen en verwacht was. Zwagerman moet daarom in de eerste plaats weer columns gaan schrijven. Ik citeer in dit verband met instemming de mening van Arnold Heumakers in NRC: 'De literatuur kan hem nog wel even missen, de krant niet.'
*****
De mentions van God aan begin en eind maken van Duel een mooi rond verhaal. God heeft veel te danken aan Mark Rothko, zo betoogt de progressieve kunstcriticus Bernard Shorto aan het eind. De vloek uit de eerste regel is van Jelmer Verhooff, de directeur van het Hollands Museum, geuit wanneer hij per ongeluk het doek Untitled No. 18 van Rothko beschadigt. Verhooff is het slachtoffer geworden van een doorgeslagen kunstenares, Emma Duiker, die bedacht heeft dat de klassieke kunstwerken het museum moeten verlaten om weer onder de mensen te komen. Ze heeft Untitled No. 18 ontvreemd en vervangen door een vervalsing.
Duel is allereerst een spannende pageturner. Verhooff en zijn partner Olde Husink, restaurateur, belanden uiteindelijk in Slovenië om het doek te heroveren. Zwagerman reflecteert met Duel ook op zijn eigen schrijverschap. De lamballen uit Gimmick! zijn in Duel de gevestigde orde van kunstenaars geworden. Toch is er weinig veranderd in de kunstwereld. In Gimmick! haalde het hoofdpersonage Raam gemakkelijk zijn subsidie binnen door wat werk van vrienden te tonen aan commissieleden. In Duel is er kritiek op de ontaarding van de moderne kunst, waar 'installaties' de zalen bezetten en zelfs 'twintig blokken hardhout in een weiland in Patagonië' voor kunst doorgaan. Het 'project' van Duiker wordt zelfs met onmiskenbare sympathie behandeld. Het idee erachter raakt dan ook aan een van Zwagermans stokpaardjes: kunst die de wereld intrekt, straatrumoer veroorzaakt.
Toch ontstaat er zo een merkwaardige paradox. Het werk van Rothko is behoorlijk solipsistisch te noemen. Alleen een zeer select groepje ingewijden zal een werkelijke ontvreemding van een werk als Untitled No. 18 als schokkend ervaren. Verreweg de meeste leken zal het onverschillig laten. Het doek wordt in Duel door Verhooff in lyrische termen beschreven: 'Het rood en het blauw leken te trillen als een landschap in laaiende hitte - maar een iets ander blikveld en beide kleuren spoelden als het koelst denkbare water over je heen. [...] kleur als toneelmatig drama, kleur als serene vertelling, kleuren die, zoals Rothko het zelf had omschreven, "ademden".' Hoe geloofwaardig deze woorden ook klinken, en hoe dicht Duel ook op de tijdgeest zit, het onderwerp moderne abstracte kunst is wel het laatste onderwerp dat de literatuur tot een serieuze stem in het maatschappelijke debat maakt.
Dan zijn de columns van Zwagerman toch vele malen concreter, geëngageerder en bovenal urgenter. Is dat de reden dat zijn proza maar niet explosief wil worden? Zwagerman is met een zachte landing teruggekeerd in de literatuur, terwijl de harde bons aangewezen en verwacht was. Zwagerman moet daarom in de eerste plaats weer columns gaan schrijven. Ik citeer in dit verband met instemming de mening van Arnold Heumakers in NRC: 'De literatuur kan hem nog wel even missen, de krant niet.'
*****
zaterdag 20 maart 2010
Zeven dagen lang (10)
14 t/m 20 maart
ZONDAG Top
FC Oss - FC Den Bosch 1-3
Spandoek in uitvak: Succes in de topklasse, volgend jaar tegen OJC.
Meest gehoorde reactie: wij degraderen niet.
Effectievere reactie: Alsof OJC naar de topklasse promoveert...
MAANDAG Gogme
Als de dvd van Eredivisie Live met de mooiste doelpunten van de laatste tien seizoenen iets duidelijk maakt, is het wel dat er tegenwoordig terecht een gele kaart wordt gegeven voor het uittrekken van het shirt na een doelpunt. Je ziet het op de dvd praktisch iedereen doen.
Op de dvd mag Jan van Halst enkele doelpunten van commentaar voorzien met zijn paintbrush-apparaat. Een van deze gedeelten is getiteld: 'Het gogme van Mateja Kezman'. Die moet Jantje zelf bedacht hebben.
DINSDAG Skele meloen
Een tijdje terug besprak ik de prachtige persiflage op de 3 J's in Koefnoen. De onzichtbaarheid van de derde J werd er treffend uitgelicht. Vandaag zitten de drie bij DWDD. En jawel hoor: de derde J komt nauwelijks in beeld en heeft nul komma nul tekst! Altijd mooi als de werkelijkheid de kunst navolgt.
WOENSDAG Hart voor Lucia
Het OM vraagt om vrijspraak voor Lucia de B. Een van de personen die zich altijd beijverd hebben voor de verpleegster is Maarten 't Hart. In EenVandaag wordt hem gevraagd waarom. Zijn eerste antwoord: 'Ze bleek van tuinieren te houden en daar houd ik ook van.' Wat een koning.
DONDERDAG Feeks
In de trein begint de vrouw die tegenover me zit met een waaier te wapperen tegen de gierlucht.
Dat je überhaupt op het idee komt een waaier mee te nemen omdat het voorjaar is en er op de weilanden en akkers weleens gegierd kan worden...
Zulke mensen moeten ze een enkelband omdoen die een stroomstoot afgeeft zodra ze de grote stad verlaten.
VRIJDAG HAFMO
In het eensluidende koor van juichtonen is Maarten van Rossem de enige die een dissonant geluid laat horen over Hans van Mierlo: politiek bedrijven via de televisie zou zonder hem ook wel groot zijn geworden en van alle bestuurlijke vernieuwingen die D66 voorstond is niets terecht gekomen.
Ik ben geneigd hem gelijk te geven.
ZATERDAG PSV-Twente 1-1De grote denker Blaise Nkufo brengt FC Twente een stapje dichter bij de landstitel. Na dit seizoen vertrekt hij naar Amerika. Yale? Princeton? Columbia? Harvard? Nee, naar de Seattle Sounders.
ZONDAG Top
FC Oss - FC Den Bosch 1-3
Spandoek in uitvak: Succes in de topklasse, volgend jaar tegen OJC.
Meest gehoorde reactie: wij degraderen niet.
Effectievere reactie: Alsof OJC naar de topklasse promoveert...
MAANDAG Gogme
Als de dvd van Eredivisie Live met de mooiste doelpunten van de laatste tien seizoenen iets duidelijk maakt, is het wel dat er tegenwoordig terecht een gele kaart wordt gegeven voor het uittrekken van het shirt na een doelpunt. Je ziet het op de dvd praktisch iedereen doen.
Op de dvd mag Jan van Halst enkele doelpunten van commentaar voorzien met zijn paintbrush-apparaat. Een van deze gedeelten is getiteld: 'Het gogme van Mateja Kezman'. Die moet Jantje zelf bedacht hebben.
DINSDAG Skele meloen
Een tijdje terug besprak ik de prachtige persiflage op de 3 J's in Koefnoen. De onzichtbaarheid van de derde J werd er treffend uitgelicht. Vandaag zitten de drie bij DWDD. En jawel hoor: de derde J komt nauwelijks in beeld en heeft nul komma nul tekst! Altijd mooi als de werkelijkheid de kunst navolgt.
WOENSDAG Hart voor Lucia
Het OM vraagt om vrijspraak voor Lucia de B. Een van de personen die zich altijd beijverd hebben voor de verpleegster is Maarten 't Hart. In EenVandaag wordt hem gevraagd waarom. Zijn eerste antwoord: 'Ze bleek van tuinieren te houden en daar houd ik ook van.' Wat een koning.
DONDERDAG Feeks
In de trein begint de vrouw die tegenover me zit met een waaier te wapperen tegen de gierlucht.
Dat je überhaupt op het idee komt een waaier mee te nemen omdat het voorjaar is en er op de weilanden en akkers weleens gegierd kan worden...
Zulke mensen moeten ze een enkelband omdoen die een stroomstoot afgeeft zodra ze de grote stad verlaten.
VRIJDAG HAFMO
In het eensluidende koor van juichtonen is Maarten van Rossem de enige die een dissonant geluid laat horen over Hans van Mierlo: politiek bedrijven via de televisie zou zonder hem ook wel groot zijn geworden en van alle bestuurlijke vernieuwingen die D66 voorstond is niets terecht gekomen.
Ik ben geneigd hem gelijk te geven.
ZATERDAG PSV-Twente 1-1De grote denker Blaise Nkufo brengt FC Twente een stapje dichter bij de landstitel. Na dit seizoen vertrekt hij naar Amerika. Yale? Princeton? Columbia? Harvard? Nee, naar de Seattle Sounders.
donderdag 18 maart 2010
Lezen, lezen, lezen #17
Ine Veen - Moord namens de 'kroon'? Het ultieme leven van Pim Fortuyn (2008), 424 blz.
Politieke moorden zijn altijd voer voor complottheorieën. Velen geloven niet dat Lee Harvey Oswald de werkelijke en/of enige moordenaar van Kennedy was. Dat Volkert van der Graaf de enige moordenaar van Pim Fortuyn is wordt nu betwist door actrice Ine Veen. In haar boek wil ze aantonen dat Fortuyn slachtoffer van een politiek complot is. Zulke theorieën hangen vaak als los zand aan elkaar en dat is hier niet anders. Veens kernpunt is de vaagheid over de vijfde kogel die bij Fortuyn voorin de schedel insloeg. Een 'oudere meneer' zou haar verteld hebben dat die kogel nooit vanuit de positie waarin Van der Graaf stond - schuin van achteren - op die manier Fortuyn getroffen kan hebben. Er moet dus nog iemand anders geschoten hebben. Veens theorie zakt als een kaartenhuis in elkaar wanneer zij in hoofdstuk 9 de bevindingen van het NFI over de vijf kogels opsomt. Bij de vijfde staat er: 'Een tweede beschadiging van het schedelbot en botsplinters in de hersenen. De vermoedelijke schootsrichting is van voren naar achteren.' In de bijbehorende eindnoot citeert ze het volledige rapport, maar daar komt de laatste zin uit het citaat niet voor. Daar voegt ze dan haar commentaar aan toe: 'Hier is echter geen sprake meer van een mogelijke schootsrichting van voor naar achter!' Maar daar is nooit sprake van gewéést. Die toevoeging heeft ze er in de lopende tekst dus blijkbaar zelf bij verzonnen! Weg theorie. Veen slaagt er trouwens ook niet in het vermeende complot inzichtelijk te maken. Ze somt vier mogelijkheden op - waaronder de onvermijdelijke Bilderberg Groep - die nauwelijks uitgewerkt worden. Ook de opvoering van de tweede moordenaar, een zekere Abu Fatah, als een soort diabolus ex machina, is lachwekkend. Triest zijn de toespelingen op de betrokkenheid van Mat Herben bij het complot, die alles geweten zou hebben. Moord namens de 'kroon'?, een boek waarin meer uitroeptekens dan onderbouwingen voorkomen, is helaas een warrig, ongeloofwaardig en slecht geschreven boek.
Theodore Dalrymple - Profeten en charlatans. Hoe schrijvers ons de wereld laten zien (2009), 376 blz.
De aartsconservatieve psychiater en cultuurfilosoof Theodore Dalrymple is een rabiate verdediger van hoge cultuur en sociale elite. Hij is zo iemand die meent dat met de opkomst van de jeugdcultuur en de popmuziek in de jaren zestig de beschaving aan het degenereren is geslagen. In Profeten en charlatans opinieert Dalrymple over de huidige maatschappij aan de hand van literaire auteurs, die hij als 'seismografen van maatschappelijke ontwikkelingen' ziet. Het tweede essay in deze bundel, over H.G. Wells' The Time Machine, laat perfect zien hoe hij denkt. Dalrymple beschrijft hoe hij na concertbezoek - Mahler - angstig de in de amusementsbuurt gelegen concertzaal verlaat. Hij en de andere gedistingeerden zijn bang voor de nachtclubs met hun 'auditieve gifgas' en voor de uitgaande jongeren, de 'nachtelijke straatschuimers'. Het tafereel doet Dalrymple denken aan The Time Machine, de toekomstroman waarin de mensheid zich biologisch heeft gesplitst in de zachtaardige, overdag levende Eloi en de verdorven, 's nachts op Eloi jagende Morlocks. Dalrymple projecteert die opdeling achteloos op de beschreven situatie en op de oppositie 'elite' en 'bevolking' van Engeland. Dalrymple, zelf 'een van de hedendaagse Europese Eloi', constateert: 'Van onderling begrip tussen de twee groepen, laat staan van sympathie, was geen sprake, noch in Wells verhaal noch in de hedendaagse werkelijkheid.' Het is hier echter bij uitstek Dalrymple die geen enkel begrip toont voor jongeren die niets met Mahler hebben maar liever een disco bezoeken. Hij ziet ze eerder als de representanten van 'onderaards geweld, een potentieel verschrikkelijk geweld dat ieder ogenblik door het kalme korstje van de samenleving kan barsten'. We geven hem hier een credit voor het vermijden van de staande uitdrukking 'het dunne laagje vernis', maar de kortzichtigheid is evident: zowel binnen het volk als de elite is het merendeel van de mensen oppassend en beschaafd; een klein deel zorgt voor grote problemen. In onze tijd zijn het immers zowel volkse straatterroristen als rijke witteboordencriminelen die veel misère veroorzaken en afkeer oproepen. Deze kritiek mag niet verbloemen dat er ook sympathieke essays in Profeten en charlatans staan, bijvoorbeeld over de kleine stillevens van Adriaen Coorte. En vaak las ik Dalrymple's gefulmineer met een meewarige glimlach, bijvoorbeeld wanneer hij pleit voor begrijpelijke poëzie en daarbij bekent een vooroordeel te koesteren 'jegens hen die menen dat hun gedachten zo diepzinnig zijn dat er een leven lang exegese voor nodig is om dan nog maar door een spiegel en in raadselen een glimp van hun betekenis op te vangen'. Ik vermoed dat Dalrymple zich uiteindelijk zo krampachtig vastklampt aan de elitaire hoogcultuur omdat hij zelf nooit helemaal tot dit hoogste spirituele niveau heeft kunnen reiken.
Leo Blokhuis - Grijsgedraaid. Liedjes en lijstjes uit de popgeschiedenis (2006), 167 blz.; Leo Blokhuis - Het plaatjesboek. Een muzikale ontdekkingsreis (2007), 203 blz.
Het mooiste onderdeel van Top 2000 a go-go is altijd de muziekles van Leo Blokhuis. Alle aanwezigen en televisiekijkers hangen aan de lippen van de officieuze popprofessor. De achterliggende gedachte is simpel maar doeltreffend: wij denken allemaal van een bepaalde tophit dat het een originele uitvoering betreft, of, als we weten dat het een cover is, van wie het lied oorspronkelijk is. Maar dan komt Blokhuis met een versie uit 1688 en blijkt het nummer veel en veel ouder te zijn. Dit procédé wordt toegepast, maar dan veel uitgebreider en gedetailleerder, in de prachtboeken Grijsgedraaid en Het plaatjesboek. Hierin wordt van vijftien respectievelijk zestien bekende nummers minutieus de geschiedenis uit de doeken gedaan, van ontstaan via vroege versies en de tophit tot de slappe navolgers. Bijna altijd vindt een nummer zijn oorsprong in de volkscultuur of in de zwarte muziekscene van de eerste helft van de twintigste eeuw. De verhalen achter de platen zijn vergeven van triomf en tragedie. Onbeduidende muzikanten worden schatrijk van een latere uitvoering van een door hen geschreven nummer en rechtenkwesties en inschattingsfouten drijven getalenteerden tot wanhoop en zelfmoord. Blokhuis' teksten zijn informatief, meeslepend en met persoonlijke bezieling en kennis van zaken geschreven. En passant rehabiliteert hij weggeschreven artiesten en componisten als Harry Nilsson, P.F. Sloan en Robert Johnson. Blokhuis heeft beide boeken schitterend verlucht met full-colour afbeeldingen van parafernalia uit zijn collectie. Ook de ingevoegde lijstjes - 'beste Beatles-nummers', 'grootste draken', 'beste gitaristen', enz. - zijn zeer de moeite waard. Het mooiste extra zijn echter de bijgevoegde cd's waarop de meeste vroege of originele maar toch zeker betere versies van de bekende hits staan.
Politieke moorden zijn altijd voer voor complottheorieën. Velen geloven niet dat Lee Harvey Oswald de werkelijke en/of enige moordenaar van Kennedy was. Dat Volkert van der Graaf de enige moordenaar van Pim Fortuyn is wordt nu betwist door actrice Ine Veen. In haar boek wil ze aantonen dat Fortuyn slachtoffer van een politiek complot is. Zulke theorieën hangen vaak als los zand aan elkaar en dat is hier niet anders. Veens kernpunt is de vaagheid over de vijfde kogel die bij Fortuyn voorin de schedel insloeg. Een 'oudere meneer' zou haar verteld hebben dat die kogel nooit vanuit de positie waarin Van der Graaf stond - schuin van achteren - op die manier Fortuyn getroffen kan hebben. Er moet dus nog iemand anders geschoten hebben. Veens theorie zakt als een kaartenhuis in elkaar wanneer zij in hoofdstuk 9 de bevindingen van het NFI over de vijf kogels opsomt. Bij de vijfde staat er: 'Een tweede beschadiging van het schedelbot en botsplinters in de hersenen. De vermoedelijke schootsrichting is van voren naar achteren.' In de bijbehorende eindnoot citeert ze het volledige rapport, maar daar komt de laatste zin uit het citaat niet voor. Daar voegt ze dan haar commentaar aan toe: 'Hier is echter geen sprake meer van een mogelijke schootsrichting van voor naar achter!' Maar daar is nooit sprake van gewéést. Die toevoeging heeft ze er in de lopende tekst dus blijkbaar zelf bij verzonnen! Weg theorie. Veen slaagt er trouwens ook niet in het vermeende complot inzichtelijk te maken. Ze somt vier mogelijkheden op - waaronder de onvermijdelijke Bilderberg Groep - die nauwelijks uitgewerkt worden. Ook de opvoering van de tweede moordenaar, een zekere Abu Fatah, als een soort diabolus ex machina, is lachwekkend. Triest zijn de toespelingen op de betrokkenheid van Mat Herben bij het complot, die alles geweten zou hebben. Moord namens de 'kroon'?, een boek waarin meer uitroeptekens dan onderbouwingen voorkomen, is helaas een warrig, ongeloofwaardig en slecht geschreven boek.
Theodore Dalrymple - Profeten en charlatans. Hoe schrijvers ons de wereld laten zien (2009), 376 blz.
De aartsconservatieve psychiater en cultuurfilosoof Theodore Dalrymple is een rabiate verdediger van hoge cultuur en sociale elite. Hij is zo iemand die meent dat met de opkomst van de jeugdcultuur en de popmuziek in de jaren zestig de beschaving aan het degenereren is geslagen. In Profeten en charlatans opinieert Dalrymple over de huidige maatschappij aan de hand van literaire auteurs, die hij als 'seismografen van maatschappelijke ontwikkelingen' ziet. Het tweede essay in deze bundel, over H.G. Wells' The Time Machine, laat perfect zien hoe hij denkt. Dalrymple beschrijft hoe hij na concertbezoek - Mahler - angstig de in de amusementsbuurt gelegen concertzaal verlaat. Hij en de andere gedistingeerden zijn bang voor de nachtclubs met hun 'auditieve gifgas' en voor de uitgaande jongeren, de 'nachtelijke straatschuimers'. Het tafereel doet Dalrymple denken aan The Time Machine, de toekomstroman waarin de mensheid zich biologisch heeft gesplitst in de zachtaardige, overdag levende Eloi en de verdorven, 's nachts op Eloi jagende Morlocks. Dalrymple projecteert die opdeling achteloos op de beschreven situatie en op de oppositie 'elite' en 'bevolking' van Engeland. Dalrymple, zelf 'een van de hedendaagse Europese Eloi', constateert: 'Van onderling begrip tussen de twee groepen, laat staan van sympathie, was geen sprake, noch in Wells verhaal noch in de hedendaagse werkelijkheid.' Het is hier echter bij uitstek Dalrymple die geen enkel begrip toont voor jongeren die niets met Mahler hebben maar liever een disco bezoeken. Hij ziet ze eerder als de representanten van 'onderaards geweld, een potentieel verschrikkelijk geweld dat ieder ogenblik door het kalme korstje van de samenleving kan barsten'. We geven hem hier een credit voor het vermijden van de staande uitdrukking 'het dunne laagje vernis', maar de kortzichtigheid is evident: zowel binnen het volk als de elite is het merendeel van de mensen oppassend en beschaafd; een klein deel zorgt voor grote problemen. In onze tijd zijn het immers zowel volkse straatterroristen als rijke witteboordencriminelen die veel misère veroorzaken en afkeer oproepen. Deze kritiek mag niet verbloemen dat er ook sympathieke essays in Profeten en charlatans staan, bijvoorbeeld over de kleine stillevens van Adriaen Coorte. En vaak las ik Dalrymple's gefulmineer met een meewarige glimlach, bijvoorbeeld wanneer hij pleit voor begrijpelijke poëzie en daarbij bekent een vooroordeel te koesteren 'jegens hen die menen dat hun gedachten zo diepzinnig zijn dat er een leven lang exegese voor nodig is om dan nog maar door een spiegel en in raadselen een glimp van hun betekenis op te vangen'. Ik vermoed dat Dalrymple zich uiteindelijk zo krampachtig vastklampt aan de elitaire hoogcultuur omdat hij zelf nooit helemaal tot dit hoogste spirituele niveau heeft kunnen reiken.
Leo Blokhuis - Grijsgedraaid. Liedjes en lijstjes uit de popgeschiedenis (2006), 167 blz.; Leo Blokhuis - Het plaatjesboek. Een muzikale ontdekkingsreis (2007), 203 blz.
Het mooiste onderdeel van Top 2000 a go-go is altijd de muziekles van Leo Blokhuis. Alle aanwezigen en televisiekijkers hangen aan de lippen van de officieuze popprofessor. De achterliggende gedachte is simpel maar doeltreffend: wij denken allemaal van een bepaalde tophit dat het een originele uitvoering betreft, of, als we weten dat het een cover is, van wie het lied oorspronkelijk is. Maar dan komt Blokhuis met een versie uit 1688 en blijkt het nummer veel en veel ouder te zijn. Dit procédé wordt toegepast, maar dan veel uitgebreider en gedetailleerder, in de prachtboeken Grijsgedraaid en Het plaatjesboek. Hierin wordt van vijftien respectievelijk zestien bekende nummers minutieus de geschiedenis uit de doeken gedaan, van ontstaan via vroege versies en de tophit tot de slappe navolgers. Bijna altijd vindt een nummer zijn oorsprong in de volkscultuur of in de zwarte muziekscene van de eerste helft van de twintigste eeuw. De verhalen achter de platen zijn vergeven van triomf en tragedie. Onbeduidende muzikanten worden schatrijk van een latere uitvoering van een door hen geschreven nummer en rechtenkwesties en inschattingsfouten drijven getalenteerden tot wanhoop en zelfmoord. Blokhuis' teksten zijn informatief, meeslepend en met persoonlijke bezieling en kennis van zaken geschreven. En passant rehabiliteert hij weggeschreven artiesten en componisten als Harry Nilsson, P.F. Sloan en Robert Johnson. Blokhuis heeft beide boeken schitterend verlucht met full-colour afbeeldingen van parafernalia uit zijn collectie. Ook de ingevoegde lijstjes - 'beste Beatles-nummers', 'grootste draken', 'beste gitaristen', enz. - zijn zeer de moeite waard. Het mooiste extra zijn echter de bijgevoegde cd's waarop de meeste vroege of originele maar toch zeker betere versies van de bekende hits staan.
dinsdag 16 maart 2010
Thomas Rosenboom - Zoete mond
Thomas Rosenboom - Zoete mond. Querido 2009, 550 blz.
Romans van Thomas Rosenboom zijn in de regel zo meeslepend dat stoppen met lezen maar met moeite lukt. Bij Zoete mond werd mijn blik echter steeds naar het omslag getrokken. Het jongetje in te ruim vallende kleren, de haren iets opwaaiend, de manier waarop de hond zijn kop neervlijt op de schouder van het jongetje, het rechterpootje eronder. De afbeelding is misschien suikerzoet te noemen, maar 'vertederend' is ook van toepassing. De foto representeert bovendien het meest geslaagde aspect van deze roman.
Zoete mond schetst namelijk een haarscherp beeld van een vervlogen idylle: een Nederlands dorp in de jaren 60 waar harmonisch samenleven en gestaag toenemende welvaart hand in hand gaan. Rosenboom heeft in een interview gezegd dat hij die verdwenen tijd wilde oproepen. Het was in zijn jeugd niet aan de orde de achterdeur op slot te doen als je even wegging. De onschuld komt tot uiting in de wat naïeve dweepzucht van de kinderen met hun huisdieren.
In Angelen, het fictieve dorp van Zoete mond, raken de zoete dorpskinderen in de greep van de dierenliefde door de komst van dierenarts en jonge weduwnaar Rebert van Buyten. Deze Rebert zorgt echter voor een verstoring in de verhoudingen in het dorp. De plaatselijke lolbroek Jan de Loper - echte naam Jan Florian van Zuylen Rothaar - staat door de populariteit van de dierenarts plotseling niet meer in het middelpunt van de aandacht. Maar ook Rebert voelt haat opkomen als de naam van De Loper valt.
Beide hoofdfiguren kenmerken zich door een zekere lethargie. In eerder werk van Rosenboom joegen personages een doel na, verbeten en fanatisch, om onherroepelijk ten onder te gaan. Van Buyten en De Loper zweren juist bij het nietsdoen. In feite verzetten ze zich met alle macht - zij het deels onbewust - tegen de voortdenderende tijd en de maatschappelijke veranderingen die in de loop van de jaren zestig inzetten. Aan het slot lijken ze beiden gemoedsrust te vinden.
Misschien is dit positieve einde er debet aan dat deze Rosenboom je minder bij de keel grijpt dan eerder werk. Ook is Rebert een nogal ongrijpbaar personage, terwijl Rosenboom wel de helft van het aantal bladzijden besteedt aan zijn levensbeschrijving. Jan de Loper is wel een geweldig karakter, een goedzak die veel sympathie en menige glimlach oproept. Er is de psychologische vraag waarom er de wederzijdse haat is tussen de twee. Van De Loper is die nog wel te vatten: hij is niet meer de held van het dorp en wijde omgeving, maar Rebert wil juist het liefst anoniem en onopvallend leven na de dood van zijn vrouw. Het blijft wat gissen naar de motieven van Rebert en dat maakt hem boeiend maar toch ook wat kleurloos.
De stijl van Rosenboom lijkt wat ontoegankelijker te zijn geworden. Sprekend voorbeeld is de curieuze openingszin: 'De mannen die hem vingen waren vissers, maar ook jagers, want hij was een vis, maar ook een zoogdier - een walvis, wit en klein, een beloegadolfijn.' Bij eerste lezing is dit een moeizame en wat hoekige zin, maar ze bezit bij nader inzien toch een enorme poëtische kracht.
Wat blijft hangen van Zoete mond zijn uiteindelijk toch vooral de weemoedige sfeer en de kinderlijke onschuld. Maar kinderen zijn ook duivels, zo blijkt uit de ellende van het Dickensiaanse jongetje Japie, dat ongenadig gepest wordt. Rebert wordt overspoeld door een golf van medelijden en afkeer als hij het jongetje alleen ziet staan, roerloos, zijn jas hebben ze over een tak gegooid, het door hem gekochte brood dat ze altijd afpakken had hij nog ternauwernood onder een auto in veiligheid kunnen brengen: 'een splijtende mengeling van medelijden, bewondering, afschuw en woede schoot Rebert door het hart. Hoeveel moed bezat dit jongetje wel niet?' Weet Japie al wat hij later wil worden? vraagt Rebert. Jazeker. Hij wil dierenarts worden. Japie is het jongetje van de foto op het omslag.
*****
Romans van Thomas Rosenboom zijn in de regel zo meeslepend dat stoppen met lezen maar met moeite lukt. Bij Zoete mond werd mijn blik echter steeds naar het omslag getrokken. Het jongetje in te ruim vallende kleren, de haren iets opwaaiend, de manier waarop de hond zijn kop neervlijt op de schouder van het jongetje, het rechterpootje eronder. De afbeelding is misschien suikerzoet te noemen, maar 'vertederend' is ook van toepassing. De foto representeert bovendien het meest geslaagde aspect van deze roman.
Zoete mond schetst namelijk een haarscherp beeld van een vervlogen idylle: een Nederlands dorp in de jaren 60 waar harmonisch samenleven en gestaag toenemende welvaart hand in hand gaan. Rosenboom heeft in een interview gezegd dat hij die verdwenen tijd wilde oproepen. Het was in zijn jeugd niet aan de orde de achterdeur op slot te doen als je even wegging. De onschuld komt tot uiting in de wat naïeve dweepzucht van de kinderen met hun huisdieren.
In Angelen, het fictieve dorp van Zoete mond, raken de zoete dorpskinderen in de greep van de dierenliefde door de komst van dierenarts en jonge weduwnaar Rebert van Buyten. Deze Rebert zorgt echter voor een verstoring in de verhoudingen in het dorp. De plaatselijke lolbroek Jan de Loper - echte naam Jan Florian van Zuylen Rothaar - staat door de populariteit van de dierenarts plotseling niet meer in het middelpunt van de aandacht. Maar ook Rebert voelt haat opkomen als de naam van De Loper valt.
Beide hoofdfiguren kenmerken zich door een zekere lethargie. In eerder werk van Rosenboom joegen personages een doel na, verbeten en fanatisch, om onherroepelijk ten onder te gaan. Van Buyten en De Loper zweren juist bij het nietsdoen. In feite verzetten ze zich met alle macht - zij het deels onbewust - tegen de voortdenderende tijd en de maatschappelijke veranderingen die in de loop van de jaren zestig inzetten. Aan het slot lijken ze beiden gemoedsrust te vinden.
Misschien is dit positieve einde er debet aan dat deze Rosenboom je minder bij de keel grijpt dan eerder werk. Ook is Rebert een nogal ongrijpbaar personage, terwijl Rosenboom wel de helft van het aantal bladzijden besteedt aan zijn levensbeschrijving. Jan de Loper is wel een geweldig karakter, een goedzak die veel sympathie en menige glimlach oproept. Er is de psychologische vraag waarom er de wederzijdse haat is tussen de twee. Van De Loper is die nog wel te vatten: hij is niet meer de held van het dorp en wijde omgeving, maar Rebert wil juist het liefst anoniem en onopvallend leven na de dood van zijn vrouw. Het blijft wat gissen naar de motieven van Rebert en dat maakt hem boeiend maar toch ook wat kleurloos.
De stijl van Rosenboom lijkt wat ontoegankelijker te zijn geworden. Sprekend voorbeeld is de curieuze openingszin: 'De mannen die hem vingen waren vissers, maar ook jagers, want hij was een vis, maar ook een zoogdier - een walvis, wit en klein, een beloegadolfijn.' Bij eerste lezing is dit een moeizame en wat hoekige zin, maar ze bezit bij nader inzien toch een enorme poëtische kracht.
Wat blijft hangen van Zoete mond zijn uiteindelijk toch vooral de weemoedige sfeer en de kinderlijke onschuld. Maar kinderen zijn ook duivels, zo blijkt uit de ellende van het Dickensiaanse jongetje Japie, dat ongenadig gepest wordt. Rebert wordt overspoeld door een golf van medelijden en afkeer als hij het jongetje alleen ziet staan, roerloos, zijn jas hebben ze over een tak gegooid, het door hem gekochte brood dat ze altijd afpakken had hij nog ternauwernood onder een auto in veiligheid kunnen brengen: 'een splijtende mengeling van medelijden, bewondering, afschuw en woede schoot Rebert door het hart. Hoeveel moed bezat dit jongetje wel niet?' Weet Japie al wat hij later wil worden? vraagt Rebert. Jazeker. Hij wil dierenarts worden. Japie is het jongetje van de foto op het omslag.
*****
zaterdag 13 maart 2010
Zeven dagen lang (9)
7 t/m 13 maart
ZONDAG Advocatenleed II
In Zwitserland hebben de Zwitsers in een referendum godzijdank tegen het benoemen van een 'dierenadvocaat' in elk kanton gestemd. Eerder was een sportvisser aangeklaagd omdat hij een snoek zou hebben mishandeld. De man had er tien minuten over gedaan de vis binnen te halen. Een advocaat trad toen op namens de snoek - echt waar! - maar verloor de zaak. Zeventig procent van de Zwitsers heeft nu tegen dit belachelijke voorstel gestemd.
MAANDAG Knorrende kazen
Elk jaar weer lachen: De Avond van het Boek tijdens de boekenweek. Een chaotische quiz met bekende en minder bekende schrijvers, ridicule vragen en genante antwoorden. Dit jaar kreeg Thomas Verbogt een zekere Conny Braam als partner, naast Robert Vuijsje zat Franca Treur, de geestige Tom Naegels werd voor schut gezet door ene Yasmine Allas en die arme Joost Zwagerman moest het met Heleen van Royen doen. Hoe het met de belezenheid van onze schrijvers gesteld is werd pijnlijk duidelijk bij het schrijvertje en titeltje raden. Vuijsje wist geen enkele titel van Kafka te noemen, Günter Grass bleek een onbekende en Heleen van Royen bleek met haar hint 'het bekendste boek van Bordewijk!' te hengelen naar Elsschots Kaas... Zeldzaam hoogtepunt was entertainer Mike Boddé: 'Conny Braam... artiestennaam van Betty Framboos!' (Zie hier het bewuste fragment met Van Royen.)
DINSDAG Blaman
Jan Siebelink noemt Eenzaam avontuur van Anna Blaman een van zijn beslissende boeken. Ik heb het echter na 100 bladzijden weg moeten leggen. In zestig jaar tijd volslagen onleesbaar geworden.
WOENSDAG Weer sneeuw
Parijs-Nice wordt traditioneel 'de rit naar de zon' genoemd en het frappante is dat dit elk jaar nog uitkomt ook: er wordt gestart in regen en kou en de finish is in het heerlijke voorjaarszonnetje. Dit jaar lijkt het echter hoe zuidelijker hoe winterser. Vandaag wordt de etappe zelfs ingekort vanwege hevige sneeuwval.
DONDERDAG Van Mierlo
Hans van Mierlo, de laatste politicus zonder tegenstanders.
VRIJDAG Revolutie
Na Eurlings nu ook Bos weg. Het lijkt wel de Tour de France. Zit je ook gewoon te kijken, verschijnt er ineens onder in beeld 'Abandon:' en dan de ene na de andere kanshebber.
Al zijn concurrenten nemen Balkenendes adagium 'Het gezin is de hoeksteen van de samenleving' trouwens wel erg serieus.
ZATERDAG Paralympics
Vandaag beginnen de Paralympics in Vancouver. Traditioneel wordt er dan geklaagd door deelnemers dat er niet genoeg tv-aandacht voor zou zijn vanuit de NOS. Ik gun de gehandicapte sporters hun eigen Spelen maar niemand zit te wachten op live coverage. Bovendien zou men het evenement eerst eens wat serieuzer aan moeten pakken.
Zo werden er tijdens de Paralympics in Peking 1431 medailles verdeeld over 4200 deelnemers, tegen 'slechts' 957 medailles over maar liefst 11 028 deelnemers bij de 'reguliere' Zomerspelen.
En in Vancouver worden 399 medailles verdeeld over een schamele 506 deelnemers, tegen 258 medailles over 2622 deelnemers bij de gewone Winterspelen.
Je krijgt onwillekeurig toch een beetje het Knoop in je Zakdoek-gevoel: altijd gelijkspel, iedereen wint een prijs.
ZONDAG Advocatenleed II
In Zwitserland hebben de Zwitsers in een referendum godzijdank tegen het benoemen van een 'dierenadvocaat' in elk kanton gestemd. Eerder was een sportvisser aangeklaagd omdat hij een snoek zou hebben mishandeld. De man had er tien minuten over gedaan de vis binnen te halen. Een advocaat trad toen op namens de snoek - echt waar! - maar verloor de zaak. Zeventig procent van de Zwitsers heeft nu tegen dit belachelijke voorstel gestemd.
MAANDAG Knorrende kazen
Elk jaar weer lachen: De Avond van het Boek tijdens de boekenweek. Een chaotische quiz met bekende en minder bekende schrijvers, ridicule vragen en genante antwoorden. Dit jaar kreeg Thomas Verbogt een zekere Conny Braam als partner, naast Robert Vuijsje zat Franca Treur, de geestige Tom Naegels werd voor schut gezet door ene Yasmine Allas en die arme Joost Zwagerman moest het met Heleen van Royen doen. Hoe het met de belezenheid van onze schrijvers gesteld is werd pijnlijk duidelijk bij het schrijvertje en titeltje raden. Vuijsje wist geen enkele titel van Kafka te noemen, Günter Grass bleek een onbekende en Heleen van Royen bleek met haar hint 'het bekendste boek van Bordewijk!' te hengelen naar Elsschots Kaas... Zeldzaam hoogtepunt was entertainer Mike Boddé: 'Conny Braam... artiestennaam van Betty Framboos!' (Zie hier het bewuste fragment met Van Royen.)
DINSDAG Blaman
Jan Siebelink noemt Eenzaam avontuur van Anna Blaman een van zijn beslissende boeken. Ik heb het echter na 100 bladzijden weg moeten leggen. In zestig jaar tijd volslagen onleesbaar geworden.
WOENSDAG Weer sneeuw
Parijs-Nice wordt traditioneel 'de rit naar de zon' genoemd en het frappante is dat dit elk jaar nog uitkomt ook: er wordt gestart in regen en kou en de finish is in het heerlijke voorjaarszonnetje. Dit jaar lijkt het echter hoe zuidelijker hoe winterser. Vandaag wordt de etappe zelfs ingekort vanwege hevige sneeuwval.
DONDERDAG Van Mierlo
Hans van Mierlo, de laatste politicus zonder tegenstanders.
VRIJDAG Revolutie
Na Eurlings nu ook Bos weg. Het lijkt wel de Tour de France. Zit je ook gewoon te kijken, verschijnt er ineens onder in beeld 'Abandon:' en dan de ene na de andere kanshebber.
Al zijn concurrenten nemen Balkenendes adagium 'Het gezin is de hoeksteen van de samenleving' trouwens wel erg serieus.
ZATERDAG Paralympics
Vandaag beginnen de Paralympics in Vancouver. Traditioneel wordt er dan geklaagd door deelnemers dat er niet genoeg tv-aandacht voor zou zijn vanuit de NOS. Ik gun de gehandicapte sporters hun eigen Spelen maar niemand zit te wachten op live coverage. Bovendien zou men het evenement eerst eens wat serieuzer aan moeten pakken.
Zo werden er tijdens de Paralympics in Peking 1431 medailles verdeeld over 4200 deelnemers, tegen 'slechts' 957 medailles over maar liefst 11 028 deelnemers bij de 'reguliere' Zomerspelen.
En in Vancouver worden 399 medailles verdeeld over een schamele 506 deelnemers, tegen 258 medailles over 2622 deelnemers bij de gewone Winterspelen.
Je krijgt onwillekeurig toch een beetje het Knoop in je Zakdoek-gevoel: altijd gelijkspel, iedereen wint een prijs.
vrijdag 12 maart 2010
dinsdag 9 maart 2010
Rancuneleer
Ik heb vorige week gestemd op een partij die 663 zetels heeft verloren. Ik ben ook overal te laat bij...
De PvdA is in Den Bosch met vijf zetels nog wel de grootste partij, al moet het die positie delen met GroenLinks en de VVD. Rosmalens Belang, Bosch Belang en het CDA hebben elk vier zetels. Het is een prettig idee te wonen in een gemeente waar de stemmen zo eerlijk verdeeld zijn en er voor elk wat wils is. De PvdA heeft wel een aantal zetels verloren, maar echt grote verschuivingen zijn er niet. Een brede coalitie lijkt dan ook opnieuw aangewezen. De afgelopen vier jaar heeft een brede coalitie van links (GroenLinks, PvdA), midden (CDA) en rechts (VVD) zonder grote onenigheden geregeerd. Stabiliteit is in deze tijden ook een groot goed.
Anders ligt het in Den Haag en Almere, waar de PVV groots de raad binnenkomt. In Almere mag de partij zelfs het voortouw nemen in de onderhandelingen, in Den Haag werd de PvdA ternauwernood de grootste. In beide steden zullen het hoe dan ook vier jaren van irritaties en ruziemaken worden. Al te radicale partijen zorgen alleen maar voor een gepolariseerde en onbestuurbare stad. Kijk maar naar Tilburg, met Smolders, of meer recent naar Oss, waar de SP niet vies is van kiezersbedrog. De lokale afdelingen van de PVV spinnen nu uiteraard garen bij de zichtbaarheid van hun landelijke voorman. Niemand stemt uit overtuiging op de charismaloze, ideeënarme, zwatelende Sietse Fritsma. Wilders is de PVV, de rest is aanhangsel.
Toch konden we vorige week ook eindelijk eens kennis nemen van de denkbeelden van een PVV-aanhanger met hersens en een zekere staat van dienst. Meester Theo Hiddema kreeg in De Wereld Draait Door alle ruimte om te laten zien hoe de PVV-retoriek inhoudelijk en concreet vorm zou kunnen krijgen. Hiddema's dandyeske voorkomen leidde de aandacht af en toe af, maar zijn standpunten waren helder en veelal zinnig. Zo verwierp hij het hoofddoekjesverbod als zijnde totaal niet belangrijk of interessant. Als ervaringsdeskundige wist hij feilloos inzichtelijk te maken wat de grote manco's in ons huidige rechtssysteem zijn.
Aan het eind nam het gesprek echter een wat lugubere wending toen Hiddema verklaarde dat mensen heus niet alleen, zoals hijzelf, vanuit overtuiging en visie op de PVV zouden moeten stemmen. Rancune was ook een acceptabele drijfveer. Felix Rottenberg was er als de kippen bij om deze wending historisch te duiden, zonder expliciet te worden. Hij boog Hiddema's woorden meteen om van stemmen uit rancune naar het gedachtegoed van de PVV als een rancuneleer. Rottenberg kent zijn pappenheimers en hij alludeerde dan ook op een beroemd essay van Menno ter Braak, 'het nationaalsocialisme als rancuneleer', waarin deze intellectueel (1902-1940) de opkomst van het socialistische fascisme duidde als een geradicaliseerde vorm van rancunedenken en ressentiment.
De PVV vergelijken met nazi's en Wilders met Hitler is primair verwerpelijk. Zo'n vergelijking mag hoogstens historisch, dat wil zeggen retrospectief, gemaakt worden; tot dan is ze altijd stemmingmakerij en gemene retoriek. Het zich beroepen op rancune door meester Hiddema is het eerste objectieve gegeven waarop een historische vergelijking toegepast kan worden. In de persoon van Hiddema openbaart zich nu een aspect van het gedachtegoed van de PVV dat er niet vooraf, in de beeldvorming, op is geplakt. Rottenberg komt de eer toe Hiddema's wending scherp en adequaat te hebben veroordeeld.
Termen als 'bruinhemden', zoals de leider van Leefbaar Almere die met nauwelijks verholen genoegen bezigt, zouden echter vermeden moeten worden. Zulke kwalificaties werken altijd contraproductief. Het gevaar is bovendien dat zulke rigoureuze beeldvorming teveel de perceptie van de realiteit vertroebelt, wat een nefaste invloed heeft op het vertrouwen in elkaar binnen een gemeenschap. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats voor Wilders en de PVV zelf. Ze slagen erin de mensen een toekomstbeeld voor te toveren dat eenvoudig, rechtlijnig en aansprekend is, maar in feite weinig realiteitswaarde bezit en in zijn radicaliteit eerder verwoestend dan helder zal zijn.
Toch moeten ook felle tegenstanders zich niet laten verleiden tot valse beeldvorming. 'Ik behoor niet tot de Wilders-bashers,' verklaarde Harry Mulisch in NOVA College Tour, 'dat werkt alleen maar averechts.' Daar heeft hij zeker gelijk in. Het meest aansprekende voorbeeld in dat opzicht is wel de rel rond het vermeende slachtofferen van Clairy Polak door de publieke omroep. Het bleek uiteindelijk niet meer dan een storm in een glas water. Wekenlang werden we getrakteerd op het van blinde haat vertrokken gezicht van Aad van den Heuvel, die overal zijn ongenoegen mocht uiten over het vertrek van Polak als presentatrice van NOVA en daarbij steevast in enkele stappen de schuld wist te leggen bij het populisme en 'die Wilders'. Maar wat bleek? Polak blijft gewoon verbonden aan Nieuwsuur, de opvolger van NOVA: ze gaat de interviews op locatie doen en is daar dolgelukkig mee omdat ze zichzelf altijd als interviewster is blijven zien en het presenteren nooit haar passie is geweest. Bovendien blijft ze gewoon Buitenhof doen.
Een fossiel als Aad van den Heuvel draagt zo alleen maar zijn steentje bij aan de stemmingmakerij en indirect aan de opkomst van Wilders. Zijn gebral is net zo goed een uitingsvorm van rancune. En dat terwijl er eindelijk een kentering zichtbaar lijkt. Na Wouter Bos zijn nu ook Alexander Pechtold en zelfs Femke Halsema zover dat ze volmondig toegeven dat de zaken die Wilders luidruchtig aankaart, reële, significante problemen zijn. Daarmee nemen ze hem al een troef uit handen. Het is nu aan hen - en aan de andere lijsttrekkers - om te laten zien dat zij in tegenstelling tot Wilders wél serieuze en concrete oplossingen voor de gedeeld erkende problematiek bieden.
Ons democratisch systeem is sterk genoeg om ook maar de vaagste voortekenen van een dictatuur of ander totalitair repressief systeem onschadelijk te maken. De rancune moet evenwel niet onderdrukt worden, zo hebben wel wel geleerd uit het verleden. Kanaliseren is het devies, en dat kan uitstekend binnen een democratie. Zoals Menno ter Braak al vaststelde: 'in de democratie [...] heeft het ressentiment minstens de vrijheid om zichzelf te diagnosticeeren en daardoor te styleeren'.
De PvdA is in Den Bosch met vijf zetels nog wel de grootste partij, al moet het die positie delen met GroenLinks en de VVD. Rosmalens Belang, Bosch Belang en het CDA hebben elk vier zetels. Het is een prettig idee te wonen in een gemeente waar de stemmen zo eerlijk verdeeld zijn en er voor elk wat wils is. De PvdA heeft wel een aantal zetels verloren, maar echt grote verschuivingen zijn er niet. Een brede coalitie lijkt dan ook opnieuw aangewezen. De afgelopen vier jaar heeft een brede coalitie van links (GroenLinks, PvdA), midden (CDA) en rechts (VVD) zonder grote onenigheden geregeerd. Stabiliteit is in deze tijden ook een groot goed.
Anders ligt het in Den Haag en Almere, waar de PVV groots de raad binnenkomt. In Almere mag de partij zelfs het voortouw nemen in de onderhandelingen, in Den Haag werd de PvdA ternauwernood de grootste. In beide steden zullen het hoe dan ook vier jaren van irritaties en ruziemaken worden. Al te radicale partijen zorgen alleen maar voor een gepolariseerde en onbestuurbare stad. Kijk maar naar Tilburg, met Smolders, of meer recent naar Oss, waar de SP niet vies is van kiezersbedrog. De lokale afdelingen van de PVV spinnen nu uiteraard garen bij de zichtbaarheid van hun landelijke voorman. Niemand stemt uit overtuiging op de charismaloze, ideeënarme, zwatelende Sietse Fritsma. Wilders is de PVV, de rest is aanhangsel.
Toch konden we vorige week ook eindelijk eens kennis nemen van de denkbeelden van een PVV-aanhanger met hersens en een zekere staat van dienst. Meester Theo Hiddema kreeg in De Wereld Draait Door alle ruimte om te laten zien hoe de PVV-retoriek inhoudelijk en concreet vorm zou kunnen krijgen. Hiddema's dandyeske voorkomen leidde de aandacht af en toe af, maar zijn standpunten waren helder en veelal zinnig. Zo verwierp hij het hoofddoekjesverbod als zijnde totaal niet belangrijk of interessant. Als ervaringsdeskundige wist hij feilloos inzichtelijk te maken wat de grote manco's in ons huidige rechtssysteem zijn.
Aan het eind nam het gesprek echter een wat lugubere wending toen Hiddema verklaarde dat mensen heus niet alleen, zoals hijzelf, vanuit overtuiging en visie op de PVV zouden moeten stemmen. Rancune was ook een acceptabele drijfveer. Felix Rottenberg was er als de kippen bij om deze wending historisch te duiden, zonder expliciet te worden. Hij boog Hiddema's woorden meteen om van stemmen uit rancune naar het gedachtegoed van de PVV als een rancuneleer. Rottenberg kent zijn pappenheimers en hij alludeerde dan ook op een beroemd essay van Menno ter Braak, 'het nationaalsocialisme als rancuneleer', waarin deze intellectueel (1902-1940) de opkomst van het socialistische fascisme duidde als een geradicaliseerde vorm van rancunedenken en ressentiment.
De PVV vergelijken met nazi's en Wilders met Hitler is primair verwerpelijk. Zo'n vergelijking mag hoogstens historisch, dat wil zeggen retrospectief, gemaakt worden; tot dan is ze altijd stemmingmakerij en gemene retoriek. Het zich beroepen op rancune door meester Hiddema is het eerste objectieve gegeven waarop een historische vergelijking toegepast kan worden. In de persoon van Hiddema openbaart zich nu een aspect van het gedachtegoed van de PVV dat er niet vooraf, in de beeldvorming, op is geplakt. Rottenberg komt de eer toe Hiddema's wending scherp en adequaat te hebben veroordeeld.
Termen als 'bruinhemden', zoals de leider van Leefbaar Almere die met nauwelijks verholen genoegen bezigt, zouden echter vermeden moeten worden. Zulke kwalificaties werken altijd contraproductief. Het gevaar is bovendien dat zulke rigoureuze beeldvorming teveel de perceptie van de realiteit vertroebelt, wat een nefaste invloed heeft op het vertrouwen in elkaar binnen een gemeenschap. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats voor Wilders en de PVV zelf. Ze slagen erin de mensen een toekomstbeeld voor te toveren dat eenvoudig, rechtlijnig en aansprekend is, maar in feite weinig realiteitswaarde bezit en in zijn radicaliteit eerder verwoestend dan helder zal zijn.
Toch moeten ook felle tegenstanders zich niet laten verleiden tot valse beeldvorming. 'Ik behoor niet tot de Wilders-bashers,' verklaarde Harry Mulisch in NOVA College Tour, 'dat werkt alleen maar averechts.' Daar heeft hij zeker gelijk in. Het meest aansprekende voorbeeld in dat opzicht is wel de rel rond het vermeende slachtofferen van Clairy Polak door de publieke omroep. Het bleek uiteindelijk niet meer dan een storm in een glas water. Wekenlang werden we getrakteerd op het van blinde haat vertrokken gezicht van Aad van den Heuvel, die overal zijn ongenoegen mocht uiten over het vertrek van Polak als presentatrice van NOVA en daarbij steevast in enkele stappen de schuld wist te leggen bij het populisme en 'die Wilders'. Maar wat bleek? Polak blijft gewoon verbonden aan Nieuwsuur, de opvolger van NOVA: ze gaat de interviews op locatie doen en is daar dolgelukkig mee omdat ze zichzelf altijd als interviewster is blijven zien en het presenteren nooit haar passie is geweest. Bovendien blijft ze gewoon Buitenhof doen.
Een fossiel als Aad van den Heuvel draagt zo alleen maar zijn steentje bij aan de stemmingmakerij en indirect aan de opkomst van Wilders. Zijn gebral is net zo goed een uitingsvorm van rancune. En dat terwijl er eindelijk een kentering zichtbaar lijkt. Na Wouter Bos zijn nu ook Alexander Pechtold en zelfs Femke Halsema zover dat ze volmondig toegeven dat de zaken die Wilders luidruchtig aankaart, reële, significante problemen zijn. Daarmee nemen ze hem al een troef uit handen. Het is nu aan hen - en aan de andere lijsttrekkers - om te laten zien dat zij in tegenstelling tot Wilders wél serieuze en concrete oplossingen voor de gedeeld erkende problematiek bieden.
Ons democratisch systeem is sterk genoeg om ook maar de vaagste voortekenen van een dictatuur of ander totalitair repressief systeem onschadelijk te maken. De rancune moet evenwel niet onderdrukt worden, zo hebben wel wel geleerd uit het verleden. Kanaliseren is het devies, en dat kan uitstekend binnen een democratie. Zoals Menno ter Braak al vaststelde: 'in de democratie [...] heeft het ressentiment minstens de vrijheid om zichzelf te diagnosticeeren en daardoor te styleeren'.
zaterdag 6 maart 2010
Zeven dagen lang (8)
28 februari t/m 6 maart
ZONDAG OS voorbij
Het gehypete Canadese team wint de ijshockeyfinale van de Verenigde Staten, Vancouver 2010 zit erop. Het was een mooi toernooi, ik heb er veel van gezien. Van Turijn 2006 herinner ik me weinig, deze spelen zullen me langer bij blijven. De Nederlandse succesverhalen, de tragedie Kramer versus Kemkers, de spannende wedstrijden, de computerspelletjesachtige namen als Cypress Mountain en Medal Plaza en natuurlijk het tijdsverschil: niets mooier dan in het holst van de nacht naar topsport kijken.
MAANDAG Debat EenVandaag
Wilders wint volgens de kijkers. Mijn persoonlijke uitslag:
1.Mark Rutte (wordt nog onderschat, de VVD heeft in elk geval een helder geluid in deze economische tijden, Rutte was op zijn qui vive)
2.Wouter Bos (goede opening, helder, Bos staat dichter bij Wilders dan hij denkt)
3.Geert Wilders (retorisch weer ijzersterk maar de stokpaardjes worden sleets)
4.Alexander Pechtold (scherp in het debat, maar waarom van die onbegrijpelijke verwijzingen en citaten tussendoor?)5.Agnes Kant (lang in top 3, maar begon toch weer te schreeuwen en uiteindelijk gekelderd door walgelijke 'historische parallel')
6.Pieter van Geel (bleek, slap, futloos, vlees noch vis)
DINSDAG Aardbeving
Hartverscheurende televisie: huilende Chileense kinderen die wanhopig een verslaggever vragen mee te zoeken naar hun vermiste vader.
WOENSDAG Hullie
Het Meertens Instituut gaat onderzoeken of de Nederlander het eens is met demissionair minister Plasterk dat 'hun' als onderwerp echt niet kan.
In 2006 meldde ik me aan als panellid bij het Meertens. Je zou meedoen aan enquêtes over allerlei onderwerpen. Daarvoor kreeg je spaarpunten en bij 8 gespaarde punten kreeg je een cadeaubon voor bol.com. Al heel snel had ik 7 punten, sindsdien heb ik er nooit meer iets van gehoord. Dat vind ik niet kunnen.
DONDERDAG Dolf
Weer een Nederlandse acteur in het echt gezien. In de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: de notaris uit Zwartboek! FOTO
VRIJDAG Woordspeling
Flauw treinnieuws op nu.nl: 'Volgens de onderzoekers hebben beide ondernemingen na de winter van 2006 maatregelen genomen maar hadden deze amper effect. Dat kwam voor een groot deel door verkeerde simulatietests, waardoor NS en ProRail zichzelf op het verkeerde spoor zetten.'
ZATERDAG Wiki
Geboren op 6 maart
Michelangelo (1475), Italiaans schilder, beeldhouwer, architect en dichter
Alan Greenspan (1926), Amerikaans econoom
Gabriel García Márquez (1927), Colombiaans schrijver
Gerard Cox (1940), Nederlands zanger en acteur
David Gilmour (1946), Brits gitarist
Gerrie Knetemann (1951), Nederlands wielrenner, overleden 2004
René Mioch (1959), Nederlands filmjournalist
Thomas Acda (1967), Nederlands cabaretier en zanger
Karst Tates (1971), Nederlands crimineel, overleden 2009
Shaquille O'Neal (1972), Amerikaans basketballer
Marianne Thieme (1972), Nederlands dierenactiviste [...]
Zoggel (1986), Nederlands blogger
ZONDAG OS voorbij
Het gehypete Canadese team wint de ijshockeyfinale van de Verenigde Staten, Vancouver 2010 zit erop. Het was een mooi toernooi, ik heb er veel van gezien. Van Turijn 2006 herinner ik me weinig, deze spelen zullen me langer bij blijven. De Nederlandse succesverhalen, de tragedie Kramer versus Kemkers, de spannende wedstrijden, de computerspelletjesachtige namen als Cypress Mountain en Medal Plaza en natuurlijk het tijdsverschil: niets mooier dan in het holst van de nacht naar topsport kijken.
MAANDAG Debat EenVandaag
Wilders wint volgens de kijkers. Mijn persoonlijke uitslag:
1.Mark Rutte (wordt nog onderschat, de VVD heeft in elk geval een helder geluid in deze economische tijden, Rutte was op zijn qui vive)
2.Wouter Bos (goede opening, helder, Bos staat dichter bij Wilders dan hij denkt)
3.Geert Wilders (retorisch weer ijzersterk maar de stokpaardjes worden sleets)
4.Alexander Pechtold (scherp in het debat, maar waarom van die onbegrijpelijke verwijzingen en citaten tussendoor?)5.Agnes Kant (lang in top 3, maar begon toch weer te schreeuwen en uiteindelijk gekelderd door walgelijke 'historische parallel')
6.Pieter van Geel (bleek, slap, futloos, vlees noch vis)
DINSDAG Aardbeving
Hartverscheurende televisie: huilende Chileense kinderen die wanhopig een verslaggever vragen mee te zoeken naar hun vermiste vader.
WOENSDAG Hullie
Het Meertens Instituut gaat onderzoeken of de Nederlander het eens is met demissionair minister Plasterk dat 'hun' als onderwerp echt niet kan.
In 2006 meldde ik me aan als panellid bij het Meertens. Je zou meedoen aan enquêtes over allerlei onderwerpen. Daarvoor kreeg je spaarpunten en bij 8 gespaarde punten kreeg je een cadeaubon voor bol.com. Al heel snel had ik 7 punten, sindsdien heb ik er nooit meer iets van gehoord. Dat vind ik niet kunnen.
DONDERDAG Dolf
Weer een Nederlandse acteur in het echt gezien. In de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: de notaris uit Zwartboek! FOTO
VRIJDAG Woordspeling
Flauw treinnieuws op nu.nl: 'Volgens de onderzoekers hebben beide ondernemingen na de winter van 2006 maatregelen genomen maar hadden deze amper effect. Dat kwam voor een groot deel door verkeerde simulatietests, waardoor NS en ProRail zichzelf op het verkeerde spoor zetten.'
ZATERDAG Wiki
Geboren op 6 maart
Michelangelo (1475), Italiaans schilder, beeldhouwer, architect en dichter
Alan Greenspan (1926), Amerikaans econoom
Gabriel García Márquez (1927), Colombiaans schrijver
Gerard Cox (1940), Nederlands zanger en acteur
David Gilmour (1946), Brits gitarist
Gerrie Knetemann (1951), Nederlands wielrenner, overleden 2004
René Mioch (1959), Nederlands filmjournalist
Thomas Acda (1967), Nederlands cabaretier en zanger
Karst Tates (1971), Nederlands crimineel, overleden 2009
Shaquille O'Neal (1972), Amerikaans basketballer
Marianne Thieme (1972), Nederlands dierenactiviste [...]
Zoggel (1986), Nederlands blogger
woensdag 3 maart 2010
Zware tijden
Afgelopen maandag haalde FC Oss ternauwernood een puntje weg uit Emmen. De 3-3 was gezien het scoreverloop (3-1 achter bij rust) een goede uitslag, maar in feite werden na de gruwelijke 1-1 tegen Fortuna Sittard van drie dagen eerder opnieuw twee punten verloren. De Limburgers kwamen in de slotminuut tot mijn en ieders afgrijzen nog langszij. Twee punten tegen de directe concurrenten tegen degradatie, daar waar er zes nodig waren. Het verhaal wordt steeds lastiger.
In de winterstop werden flink wat nieuwe spelers aangetrokken, maar die lijken het tij vooralsnog niet te kunnen keren. De verdedigers Mike van der Kooy en Chris de Wagt zijn goede versterkingen. Rustig aan de bal, degelijke mandekkers. Aanvallend houdt het echter niet over. Richmond Bossman moet eerst eens leren een bal aan te nemen, Rence van der Wal is te traag en Tim Peters staat meer buitenspel dan dat hij deelneemt aan het spel. Tegen Emmen scoorde Peters wel twee keer, hopelijk is hij over het dode punt heen. En dan is er nog Ugur Yildirim. De Turk is nog steeds niet speelgerechtigd, er zijn grote problemen met de overschrijvingsformulieren.
De resterende elf wedstrijden bepalen de toekomst van de club. Degradatie is funest, alles moet wijken voor handhaving. Zeer wrang is dat de club eindelijk financieel de zaken op orde heeft en daar nu sportief voor gestraft dreigt te gaan worden. Voetbal International zocht uit dat er maar vijf bvo's een gezond loonbeleid voeren (uitgaven aan spelerssalarissen maximaal 60% van de inkomsten), te weten PSV, sc Heerenveen, FC Twente, FC Den Bosch en FC Oss.
Het krakkemikkige BV Veendam goochelt intussen met dieprode cijfers en fictieve miljoenen om maar het seizoen uit te kunnen zingen. De club eist 1,3 miljoen van zijn hoofdsponsor, maar die zegt dat het sponsorcontract niet met hem maar met een lege BV die op zijn naam staat is afgesloten. Daar zit dus geen geld in en dat impliceert weer dat Veendam zijn licentie onder valse voorwendselen heeft gekregen. Ze spelen in Oost-Groningen, maar BV Veendam is volledig het noorden kwijt. Het zou de KNVB, die zo graag wil saneren, sieren als ze Veendam de wacht aanzegt en gezonde clubs niet de dupe laat worden van malversaties en mismanagement van anderen.
Eerder moest Haarlem al afscheid nemen van het betaalde voetbal. Het recent gepubliceerde Jupiler League Fan Onderzoek laat zien dat de traditieclub ook nauwelijks toekomstperspectief had. Haarlem had namelijk verreweg de oudste supporters, gemiddeld 43,7 jaar oud. Ook in Eindhoven, Volendam en Emmen slaat de vergrijzing toe. Jonge aanwas is er vooral bij FC Omniworld, waar de gemiddelde supporter 31,6 jaar is. Na FC Dordrecht en GA Eagles heeft FC Oss de vierde jongste aanhang, gemiddeld 35,8 jaar oud. Andere interessante gegevens: de meeste vrouwen zijn te vinden bij De Graafschap (14% van het publiek), de minste bij de Eagles, Veendam en AGOVV (5%). In Oss is 7% vrouw.
Iets meer dan de helft van de Osse aanhang is er pas de laatste tien jaar bijgekomen. Opvallend is dat 20% van de AGOVV-supporters zegt al langer dan tien jaar het stadion te bezoeken. De Apeldoorners zijn echter pas in 2003 toegetreden tot het professionele voetbal. In Apeldoorn is de seizoenkaart net als in Almere en Veendam relatief goedkoop: voor nauwelijks 100 euro zie je 19 thuiswedstrijden. Duur zijn De Graafschap (198 €) en FC Volendam (210 €). In Oss ben je gemiddeld 153 euro kwijt.
Verder worden 'we' nog genoemd als een club waar een grote vraag naar seizoenkaarten verwacht mag worden, mochten de prestaties verbeteren (onzin, drie keer play-offs in vier jaar hebben de toeschouwersaantallen nauwelijks doen stijgen), als club waar voor de supporters de combiregeling de reden is om minder vaak naar een uitwedstrijd te gaan (waar!), als een club waar 9 van de 10 supporters ook de beker- en play-off-wedstrijden van hun team bijwonen, als de club waar de supporters hun wedstrijden in het grootste gezelschap bezoeken (gemiddeld in sociale groepen van 6 á 7 personen) en tot slot als de club waar de aanhang het kortst voor de wedstrijd verschijnt (pas 1-15 minuten van tevoren; als stewards kinderen van vijf blijven fouilleren ben je laat binnen, ja).
De onderzoekers trekken voorts de conclusie dat de regionale binding groot is, met als cijfermatig bewijs dat drie van elke vijf deelnemers aan het onderzoek fan is van een club uit de eigen regio. Dat vind ik juist erg weinig. De grote eredivisieclubs Ajax, PSV en Feyenoord trekken mensen uit het hele land aan, maar dat ook teams uit de eerste divisie een groot bereik hebben is bijzonder. Enfin, tot zover het Fan Onderzoek.
Veel jonge fans dus in Oss, laten we hopen dat zij ook volgend jaar nog kunnen gaan kijken. Vier thuiswedstrijden, zeven uitduels, alles of niets. Volgende afspraak in Oss: zondag 14 maart, FC Oss-FC Den Bosch.
In de winterstop werden flink wat nieuwe spelers aangetrokken, maar die lijken het tij vooralsnog niet te kunnen keren. De verdedigers Mike van der Kooy en Chris de Wagt zijn goede versterkingen. Rustig aan de bal, degelijke mandekkers. Aanvallend houdt het echter niet over. Richmond Bossman moet eerst eens leren een bal aan te nemen, Rence van der Wal is te traag en Tim Peters staat meer buitenspel dan dat hij deelneemt aan het spel. Tegen Emmen scoorde Peters wel twee keer, hopelijk is hij over het dode punt heen. En dan is er nog Ugur Yildirim. De Turk is nog steeds niet speelgerechtigd, er zijn grote problemen met de overschrijvingsformulieren.
De resterende elf wedstrijden bepalen de toekomst van de club. Degradatie is funest, alles moet wijken voor handhaving. Zeer wrang is dat de club eindelijk financieel de zaken op orde heeft en daar nu sportief voor gestraft dreigt te gaan worden. Voetbal International zocht uit dat er maar vijf bvo's een gezond loonbeleid voeren (uitgaven aan spelerssalarissen maximaal 60% van de inkomsten), te weten PSV, sc Heerenveen, FC Twente, FC Den Bosch en FC Oss.
Het krakkemikkige BV Veendam goochelt intussen met dieprode cijfers en fictieve miljoenen om maar het seizoen uit te kunnen zingen. De club eist 1,3 miljoen van zijn hoofdsponsor, maar die zegt dat het sponsorcontract niet met hem maar met een lege BV die op zijn naam staat is afgesloten. Daar zit dus geen geld in en dat impliceert weer dat Veendam zijn licentie onder valse voorwendselen heeft gekregen. Ze spelen in Oost-Groningen, maar BV Veendam is volledig het noorden kwijt. Het zou de KNVB, die zo graag wil saneren, sieren als ze Veendam de wacht aanzegt en gezonde clubs niet de dupe laat worden van malversaties en mismanagement van anderen.
Eerder moest Haarlem al afscheid nemen van het betaalde voetbal. Het recent gepubliceerde Jupiler League Fan Onderzoek laat zien dat de traditieclub ook nauwelijks toekomstperspectief had. Haarlem had namelijk verreweg de oudste supporters, gemiddeld 43,7 jaar oud. Ook in Eindhoven, Volendam en Emmen slaat de vergrijzing toe. Jonge aanwas is er vooral bij FC Omniworld, waar de gemiddelde supporter 31,6 jaar is. Na FC Dordrecht en GA Eagles heeft FC Oss de vierde jongste aanhang, gemiddeld 35,8 jaar oud. Andere interessante gegevens: de meeste vrouwen zijn te vinden bij De Graafschap (14% van het publiek), de minste bij de Eagles, Veendam en AGOVV (5%). In Oss is 7% vrouw.
Iets meer dan de helft van de Osse aanhang is er pas de laatste tien jaar bijgekomen. Opvallend is dat 20% van de AGOVV-supporters zegt al langer dan tien jaar het stadion te bezoeken. De Apeldoorners zijn echter pas in 2003 toegetreden tot het professionele voetbal. In Apeldoorn is de seizoenkaart net als in Almere en Veendam relatief goedkoop: voor nauwelijks 100 euro zie je 19 thuiswedstrijden. Duur zijn De Graafschap (198 €) en FC Volendam (210 €). In Oss ben je gemiddeld 153 euro kwijt.
Verder worden 'we' nog genoemd als een club waar een grote vraag naar seizoenkaarten verwacht mag worden, mochten de prestaties verbeteren (onzin, drie keer play-offs in vier jaar hebben de toeschouwersaantallen nauwelijks doen stijgen), als club waar voor de supporters de combiregeling de reden is om minder vaak naar een uitwedstrijd te gaan (waar!), als een club waar 9 van de 10 supporters ook de beker- en play-off-wedstrijden van hun team bijwonen, als de club waar de supporters hun wedstrijden in het grootste gezelschap bezoeken (gemiddeld in sociale groepen van 6 á 7 personen) en tot slot als de club waar de aanhang het kortst voor de wedstrijd verschijnt (pas 1-15 minuten van tevoren; als stewards kinderen van vijf blijven fouilleren ben je laat binnen, ja).
De onderzoekers trekken voorts de conclusie dat de regionale binding groot is, met als cijfermatig bewijs dat drie van elke vijf deelnemers aan het onderzoek fan is van een club uit de eigen regio. Dat vind ik juist erg weinig. De grote eredivisieclubs Ajax, PSV en Feyenoord trekken mensen uit het hele land aan, maar dat ook teams uit de eerste divisie een groot bereik hebben is bijzonder. Enfin, tot zover het Fan Onderzoek.
Veel jonge fans dus in Oss, laten we hopen dat zij ook volgend jaar nog kunnen gaan kijken. Vier thuiswedstrijden, zeven uitduels, alles of niets. Volgende afspraak in Oss: zondag 14 maart, FC Oss-FC Den Bosch.
maandag 1 maart 2010
Toon Tellegen - Het vertrek van de mier
Toon Tellegen - Het vertrek van de mier. Querido 2009, 195 blz.
De dierenboeken van Toon Tellegen zijn zo eenvoudig van taal dat kinderen ze met plezier kunnen lezen en tegelijk zo filosofisch van thematiek dat ook volwassenen erin kunnen zwelgen. Het vertrek van de mier is dan ook terecht genomineerd voor de Libris Literatuurprijs.
In Het vertrek van de mier is de mier plotseling verdwenen, ervandoor gegaan. Elk dier reageert op zijn eigen manier op deze verandering. De roman bestaat uit twee delen. In het eerste lezen we hoe de dieren de afwezigheid van de mier verwerken, in het tweede zijn we bij de mier en zijn aantekeningen in dichtvorm. In de dierenwereld van Tellegen gaat elk dier vergezeld van een bepaald lidwoord: de mier, de vlinder, het vuurvliegje, de giraffe. Eén dier per diersoort, wel zo overzichtelijk.
Deze dieren drukken zich uit in een kinderlijke naïviteit, voortdurend de begrippen en de verschijningsvormen bevragend. Wat betekent het dat de mier weg is? Misschien ben ik zelf wel weg, denkt de vlinder, dat idee vervolgens tot de uiterste consequentie doordenkend: 'Misschien zijn wij allemaal weg,' zei de vlinder, 'en hij alleen niet.' De egel vat na wat getob de essentie van communicatie. Hij heeft een briefje gekregen van de mier:
'Beste egel,
De taal is altijd meerduidig en ontoereikend. De gedichten van de mier laten zich lezen als een proces van toenemende twijfel en zelfvergetelheid: '[...] ik ben niet de ontelbaarste mier// er moet sprake zijn van een vergissing.// (Misschien is er nooit ergens anders sprake van.)'.
Het vertrek van de mier is uitzonderlijk somber van toon, het menselijk tekort schemert voortdurend door de angsten en obsessies van de dieren heen, maar de elementaire dierenwereld geeft het geheel een sfeer van lichtheid die juist weer prettig aanvoelt. De uitgepuurde taal van Tellegen is zo poëtisch en raak dat elke zin een genot is om te lezen.
*****
De dierenboeken van Toon Tellegen zijn zo eenvoudig van taal dat kinderen ze met plezier kunnen lezen en tegelijk zo filosofisch van thematiek dat ook volwassenen erin kunnen zwelgen. Het vertrek van de mier is dan ook terecht genomineerd voor de Libris Literatuurprijs.
In Het vertrek van de mier is de mier plotseling verdwenen, ervandoor gegaan. Elk dier reageert op zijn eigen manier op deze verandering. De roman bestaat uit twee delen. In het eerste lezen we hoe de dieren de afwezigheid van de mier verwerken, in het tweede zijn we bij de mier en zijn aantekeningen in dichtvorm. In de dierenwereld van Tellegen gaat elk dier vergezeld van een bepaald lidwoord: de mier, de vlinder, het vuurvliegje, de giraffe. Eén dier per diersoort, wel zo overzichtelijk.
Deze dieren drukken zich uit in een kinderlijke naïviteit, voortdurend de begrippen en de verschijningsvormen bevragend. Wat betekent het dat de mier weg is? Misschien ben ik zelf wel weg, denkt de vlinder, dat idee vervolgens tot de uiterste consequentie doordenkend: 'Misschien zijn wij allemaal weg,' zei de vlinder, 'en hij alleen niet.' De egel vat na wat getob de essentie van communicatie. Hij heeft een briefje gekregen van de mier:
'Beste egel,
De mierIn die brief stond alles.'
De taal is altijd meerduidig en ontoereikend. De gedichten van de mier laten zich lezen als een proces van toenemende twijfel en zelfvergetelheid: '[...] ik ben niet de ontelbaarste mier// er moet sprake zijn van een vergissing.// (Misschien is er nooit ergens anders sprake van.)'.
Het vertrek van de mier is uitzonderlijk somber van toon, het menselijk tekort schemert voortdurend door de angsten en obsessies van de dieren heen, maar de elementaire dierenwereld geeft het geheel een sfeer van lichtheid die juist weer prettig aanvoelt. De uitgepuurde taal van Tellegen is zo poëtisch en raak dat elke zin een genot is om te lezen.
*****
Abonneren op:
Posts (Atom)