De dierenboeken van Toon Tellegen zijn zo eenvoudig van taal dat kinderen ze met plezier kunnen lezen en tegelijk zo filosofisch van thematiek dat ook volwassenen erin kunnen zwelgen. Het vertrek van de mier is dan ook terecht genomineerd voor de Libris Literatuurprijs.
In Het vertrek van de mier is de mier plotseling verdwenen, ervandoor gegaan. Elk dier reageert op zijn eigen manier op deze verandering. De roman bestaat uit twee delen. In het eerste lezen we hoe de dieren de afwezigheid van de mier verwerken, in het tweede zijn we bij de mier en zijn aantekeningen in dichtvorm. In de dierenwereld van Tellegen gaat elk dier vergezeld van een bepaald lidwoord: de mier, de vlinder, het vuurvliegje, de giraffe. Eén dier per diersoort, wel zo overzichtelijk.
Deze dieren drukken zich uit in een kinderlijke naïviteit, voortdurend de begrippen en de verschijningsvormen bevragend. Wat betekent het dat de mier weg is? Misschien ben ik zelf wel weg, denkt de vlinder, dat idee vervolgens tot de uiterste consequentie doordenkend: 'Misschien zijn wij allemaal weg,' zei de vlinder, 'en hij alleen niet.' De egel vat na wat getob de essentie van communicatie. Hij heeft een briefje gekregen van de mier:
'Beste egel,
De mierIn die brief stond alles.'
De taal is altijd meerduidig en ontoereikend. De gedichten van de mier laten zich lezen als een proces van toenemende twijfel en zelfvergetelheid: '[...] ik ben niet de ontelbaarste mier// er moet sprake zijn van een vergissing.// (Misschien is er nooit ergens anders sprake van.)'.
Het vertrek van de mier is uitzonderlijk somber van toon, het menselijk tekort schemert voortdurend door de angsten en obsessies van de dieren heen, maar de elementaire dierenwereld geeft het geheel een sfeer van lichtheid die juist weer prettig aanvoelt. De uitgepuurde taal van Tellegen is zo poëtisch en raak dat elke zin een genot is om te lezen.
*****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten